Europese inbreukprocedure tegen Nederlandse omgang met vliegtuigemissies gestaakt

De Europese Commissie startte vorig jaar een inbreukprocedure tegen Nederland wegens het niet tijdig implementeren van een richtlijn om de uitstoot van het vliegverkeer terug te dringen. Dit voorjaar werd die procedure om onbekende redenen gestopt.
De zaak is geseponeerd, zo meldt het jongste overzicht van ingebrekestellingen dat naar de Tweede Kamer is gestuurd. Waarom dat zo is, blijft echter onduidelijk. De website van de Europese Commissie geeft slechts aan dat de zaak is afgesloten, zonder verdere uitleg.

Dat is niet ongewoon, omdat volgens bronnen in de academische wereld inbreukprocedures veelal een ondoorzichtige black box zijn. De Commissie kan vrij besluiten of een inbreukprocedure al dan niet wordt doorgezet en lidstaten worden aangeklaagd, terwijl andere staten niet worden aangepakt voor eenzelfde ‘vergrijp’.
Volgens de bronnen is er sprake van pragmatisme, maar kan ook het lobbycircuit een belangrijke rol spelen in deze beslissingen. Vanuit de wetenschap bestaat daar veel onvrede en zorg over.
Lobbydruk
Het blijft daarom onduidelijk of Nederland tegemoet gekomen is aan de bezwaren van de Europese Commissie danwel de procedure is gestopt vanwege politieke redenen of druk vanuit de vlieglobby. Het is eenvoudigweg niet te achterhalen. Ook een beroep op de openbaarheid van informatie heeft geen nut, want in de Europese wet is een uitzondering gecreëerd voor documenten uit inbreukprocedures. Al meerdere keren stuurde de rechter verzoekers om informatie met lege handen naar huis.
De enige manier om erachter te komen wat de reden van het sepot is, zijn vragen uit de landelijke of Europese politiek. Zo kan de minister of de directeur-generaal worden bevraagd om de informatie boven water te krijgen.
In de richtlijn die Nederland niet tijdig zou hebben geïmplementeerd scherpt de EC de normen voor luchtvaartemissies aan om een aantal belangrijke redenen, gericht op het behalen van de klimaatdoelstellingen en de internationale verplichtingen die de Unie is aangegaan.

Vliegindustrie loopt achter
Dat houdt onder meer in dat de EU de broeikasgasemissies van de hele economie in 2030 met ten minste 55 procent wil verlagen. Daar moet ook de vliegindustrie aan bijdragen, maar tot op heden blijft die bijdrage ver verwijderd van de doelstellingen.
Inmiddels erkent de Europese Commissie dat buiten de CO2-uitstoot ook sprake is van significante non-CO2-effecten in de luchtvaart, zoals NOx, roetdeeltjes, geoxideerde zwavel en waterdamp. Dit verslechtert de situatie voor de vliegindustrie aanmerkelijk. De EC spreekt van ten minste een factor twee meer klimaateffect vanwege die uitstoot.
Ook erkent de EC dat luchtvaart de op een na grootste bron van klimaateffecten is binnen de transportsector, hoewel er veel minder mensen gebruik maken van vliegtuigen dan van andere transportmogelijkheden. Daarenboven komt nog dat Eurocontrol in 2022 voorspelde dat de Europese luchtvaart met 44 procent zal groeien tot 2050, vergeleken met piekjaar 2019. Dit vergroot de urgentie van adequate actie nog verder.
Recente rapporten van het IPCC wijzen er bovendien op dat de klimaatdoelen van de internationale luchtvaart ver achterblijven op wat nodig is om de klimaatakkoorden van Parijs te halen. De Unie voelt zich daarom geroepen om de inspanningen van de vliegindustrie drastisch op te voeren.
Corsia omstreden
Lange tijd wist de sector dergelijke acties tegen te houden, onder meer via het omstreden Corsia-schema, een CO2-reductieplan waarmee het VN-agentschap ICAO op de proppen kwam. Maar dat schema is lang niet genoeg, en het ziet er niet naar uit dat het verder wordt aangescherpt op afzienbare termijn. De Unie ziet zich dan ook genoodzaakt om zelf aanvullende voorschriften op te stellen en te implementeren.
Een van de belangrijkste ontwikkelingen in de nieuwe richtlijn is de versnelde afbouw van gratis CO2-rechten voor de vliegindustrie. Die zouden vanaf 2026 tot het verleden moeten behoren. Ook gaat een dalende limiet gelden voor de totale uitstoot van de sector en wordt voorgesorteerd op de versnelde invoering van alternatieve brandstoffen. Steeds hogere CO2-heffingen zullen de overstap naar deze duurdere kerosine vergemakkelijken, aldus de Unie.