Luchtverkeersleiding weigert radiocommunicatie openbaar te maken

Opnieuw vervult de luchtverkeersleiding een dubieuze rol in het wegmoffelen van gevoelige informatie. De organisatie weigert de communicatie tussen de toren en piloten openbaar te maken, terwijl er goede redenen zijn voor publieke controle op dit radioverkeer.
Bewonersorganisatie BTV-Rotterdam Airport dringt aan op de openbaarmaking omdat het wil controleren waarom piloten afwijken van de standaard routes. Dergelijke deviaties zorgen voor veel extra en onnodige overlast.
Het verzoek volgt op een rapportage van de Inspectie Leefbaarheid en Transport dat een reeks routeafwijkingen, recht en laag over meer dan drie steden, werd veroorzaakt op verzoek van piloten. De afwijkingen hadden niets te maken met slecht weer of interfererend vliegverkeer, maar de aangevraagde route is ongeveer tien kilometer korter.
Een Boeing 737-800, veel ingezet op RTHA, verbruikt bij het opstijgen zo’n 12 tot 20 kilogram kerosine per kilometer. De ‘bocht afsnijden’ levert een besparing op van zo’n 150 tot 200 kilogram kerosine, wat neerkomt op een besparing van 80 tot 100 Euro per vlucht.
100.000 euro per jaar
De manoeuvre kan dus een voordeel opleveren van zo’n 70.000 tot 100.000 euro per jaar, per vliegtuig (kerosine kost 0,51 euro per kilo, bij twee vluchten per dag). Opvallend is dat het vrijwel altijd vliegtuigen van Transavia zijn die de bocht afsnijden. Andere maatschappijen houden zich wel aan de regels.
De luchtverkeersleiding (LVNL) verschuilt zich achter een rookgordijn van bureaucratie en vermeende veiligheidsargumenten om de cruciale informatie uit de openbaarheid te houden.
Op 6 januari van dit jaar diende BTV een verzoek in op grond van de Wet open overheid (Woo). Het wil inzicht krijgen in de communicatie die leidt tot afwijkingen van de ‘standard instrument departure’-routes. De vereniging vermoedt dat deze afwijkingen niet altijd worden ingegeven door noodzaak (zoals slecht weer of ander verkeer), maar ook door economische motieven als kerosinebesparing.
BTV wil zelf controleren wat er wordt afgesproken tussen verkeersleiding en piloten. Het argument is helder: deze informatie moet openbaar zijn.
Kafkaësk
De verkeersleiders weigeren echter stelselmatig de gevraagde geluidsfragmenten (of transcripten daarvan) openbaar te maken. In een eerste besluit van 20 februari jongstleden gaf LVNL aan dat het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van het goed functioneren van de verkeersleiding. BTV maakte er bezwaar tegen. Wat volgde was een kafkaëske procedure waarin LVNL aanbood de geluidsbanden op hun kantoor te laten beluisteren of een geanalyseerde tabel met vluchtgegevens aan te bieden, maar strikte openbaarmaking blijft weigeren.
BTV wijst deze ‘alternatieven’ resoluut van de hand, omdat het doel publieke openbaarmaking is, niet slechts een beperkte inzage voor alleen de vereniging.
Even leek het erop dat een jurist van LVNL alsnog de banden vrij wilde geven, zoals deze telefonisch meldde. Maar inmiddels heeft BTV een beslissing op beroep ontvangen waarin het antwoord opnieuw een keihard ‘nee’ is.
Bureaucratisch construct
Het belangrijkste argument van de verkeersleiding is een bureaucratisch construct waarin de communicatie niet openbaar zou zijn op grond van artikel 8.8 van de Woo, in samenhang met artikel 7.1, vierde lid van de Wet luchtvaart. De bepalingen zouden stellen dat gegevens die zijn ontvangen of verzameld op grond van EU-verordening 376/2014 (voorvallen in de burgerluchtvaart) niet openbaar zijn. Volgens LVNL mag het radioverkeer uitsluitend voor veiligheidsonderzoek worden bewaard en gebruikt.
Een ander controversieel argument is dat er in de luchtvaartsector sprake zou zijn van een ‘just culture’. Daarbij is het van ‘levensbelang’ dat piloten en verkeersleiders zich vrij en veilig voelen om hun werk te doen en melding te maken van incidenten, zonder zich af te hoeven vragen of de inhoud van de communicatie later openbaar wordt gemaakt.
Openbaarmaking van het radioverkeer zou dit zorgvuldig opgebouwde en internationaal geldende systeem ernstig beschadigen en daarmee de vliegveiligheid in gevaar brengen. LVNL stelt verder dat de letterlijke teksten vaak niet geschikt zijn voor niet-deskundigen en tot verkeerde interpretaties kunnen leiden. Bovendien zou het de privacy van de betrokkenen raken, aangezien stemgeluid kan worden gezien als een bijzonder persoonsgegeven.
Flauwekul
BTV weerlegt deze argumenten met klem. De stelling dat openbaarmaking de veiligheid in gevaar zou brengen, is volgens de vereniging je reinste flauwekul.
Bovendien duidt BTV op het feit dat de radiocommunicatie feitelijk al openbaar toegankelijk is, bijvoorbeeld via een website als Live ATC, die real-time uitzendingen aanbiedt van dergelijke communicatie. Bovendien zijn er online archieven waar deze communicatie wordt opgeslagen. Het argument van LVNL dat de gesprekken slechts voor veiligheidsonderzoek mogen worden bewaard en gebruikt staat haaks op deze beschikbaarheid op het internet.
Voor BTV is het een principekwestie. Zij signaleren dat het routesysteem rond Rotterdam Airport in toenemende mate niet ten goede komt aan de leefomgeving. De routeafwijkingen leiden jaarlijks tot duizenden extra meldingen van overlast, die eenvoudig te vermijden zijn door het volgen van de juiste routes.
Geen vertrouwen
De stellige bewering van LVNL dat zij haar wettelijke taak op correcte wijze uitvoert en dat er “in geen enkel opzicht iets achter wordt gehouden” wordt met reden niet vertrouwd door BTV en staat in schril contrast met de onwil om de meest directe bewijzen daarvan – de geluidsbanden zelf – openbaar te maken.
LVNL noemt de suggestie van BTV volstrekt onjuist dat afwijkingen onder de 3000 voet op verzoek van piloten plaatsvinden om kerosine te besparen. Maar door de communicatie hierover te weigeren, bevestigt men juist de argwaan en ontbreekt de mogelijkheid voor onafhankelijke controle.
Ook dit geschil is weer exemplarisch voor de strijd die burgers moeten voeren tegen een overheid die transparantie liever mijdt dan omarmt. De sector waant zich onaantastbaar en wordt hierin vol door de verkeersleiding – een ambtelijk apparaat – gesteund.
BTV rest nu niets anders dan naar de rechter te stappen om de radiocommunicatie alsnog publiek beschikbaar te laten maken. Wordt vervolgd.