Door: Pierre Tuning. Pennenstreek 515. Marten Toonder schreef 177 verhalen over Tom Poes en Ollie B. Bommel. Verhaal No. 99 van deze zg. ‘Bommelsaga’ kreeg de titel Het huilen van Urgje. ‘Het is wonderlijk,’ schrijft Toonder-biograaf Wim Hazeu, ‘hoe in een gezin een enkel zeer jong kind het gezin kan terroriseren. Het voorkómen van onverdraaglijk gekrijs en vandalisering van huisraad wordt dan zo belangrijk dat alle inspanningen van de overige gezinsleden gericht zijn op het zoet houden van de kleine terrorist. De ruimte die de dreinende peuter inneemt is in dit verhaal letterlijk verbeeld: de peuter heeft kolossale afmetingen.
Heer Bommel meent dat hij over pedagogische kwaliteiten beschikt en ziet een schone taak. Het gehuil van de peuter is intussen niet alleen oorverdovend, maar ook ‘wereldschokkend’: de aarde beeft letterlijk. Professor Prlwytzkofski onderzoekt dit fenomeen samen met zijn assistent Pieps, die we in dit verhaal voor het eerst ontmoeten.’
Het is inderdaad wonderlijk, hoe Marten Toonder, die dit verhaal in 1962 schreef, vooruitzag hoe een autoritaire president zich ruim zestig jaar later zou kunnen gedragen:
Heer Ollie staarde sprakeloos naar de restanten van de eens zo kundig versierde boomstronk.
‘W-wat betekent dit?’ stamelde hij ten slotte. ‘Waarom maak je het werk van je broertje kapot?’
‘Kapot,’ herhaalde Urgje tevreden. ‘Lol maken met de flauwekul. Hihihi!’
‘Laat dat!’ riep heer Bommel toornig. ‘Nog lachen ook! Je moest je schamen! Lelijke ongemanierde slungel! Heb je dan helemaal geen gevoel?’
Het ventje betrok en keek de toornige heer met een bevende lip aan. ‘Je moet wel door en door slecht zijn,’ voer deze voort. ‘Je bent een van die vlegels die de wereld onbewoonbaar maken voor een heer van mijn stand, omdat ze grofheid en ruwheid om zich heen verspreiden.’
Hij zweeg even om adem te halen. Het was duidelijk dat hij nog veel meer te zeggen had, doch nu snelden twee broertjes van de lummel nader.
‘Niet doen!’ riepen ze. ‘Niet doen! Urgje kan daar niet tegen! U moet lief zijn tegen Urgje, anders gaat hij huilen!’
Inderdaad sperde het ventje nu de mond open en een hoog gierend geluid zwol langzaam in zijn keelholte aan.
‘Praw!’ sprak professor Prlwytzkofski. Hij schrok op uit de lezing van zijn boek over de Flaptrultheorie. Omdat hij nu juist genaderd was tot het spannendste gedeelte, was het erg storend voor hem dat zijn apparaat begon te rinkelen.
‘Der Flaptrul,’ zo prevelde hij, ‘is der volwassene met der kinderbrein. En omdat de meeste erwassenen zo ener brein hebben, wordt der koeltoer bepaald door der Flaptrul. Tot zover. Daar vangt weder ener supersonischer trilling aan. Praw!
Vleierij
Volg het politieke nieuws en je ziet dat de hooggeleerde de spijker op zijn kop sloeg met ‘volwassene met een kinderbrein’. Het gaat niet zelden om overgevoelige ego’s die kinderachtig reageren als ze tegengesproken worden – en ronduit wraakzuchtig als ze dreigen te verliezen, al gaat het om kleinigheden.
Bij Urgje is de hele familie in de weer om te voorkomen dat hij gaat huilen. Hotterkwoot maakt mooie beeldhouwseltjes die door Urgje worden stukgeslagen. Hoeperstuttel plant mooie bloempjes, die door Urgje worden platgetrapt. Want daar houdt Urgje van.
Volgens zijn moeder is er niets mis met de dreumes: ‘Hij is de jongste, weet u? Is hij geen lekkere poekeloeris? En eten dat hij kan! Daar sta je van te kijken! Maar altijd zoet hoor; je hebt geen kind aan hem.’
‘Maar ik…’ begon heer Ollie met overslaande stem.
‘Ach wat!’ riep de moeder schel. ‘Wat doet u voor het ventje? Dat daar is Herrowindus; hij zorgt dat er geen teer in de lucht zit, want Urgje houdt alleen maar van verbrande hennep. En naast me staat Hoppenkwintel, die lekkere hapjes voor de broekebaas zoekt, omdat Urgje niet van winterknollen houdt. En daar staan Hippentit en Hortenbrel, die zorgen dat er altijd nieuwe liedjes zijn over knekelgeur en moedersmart, die Urgje zo leuk vindt. Maar wat doet u, meneer Bommel? U maakt de lekkere puk aan het huilen! Ik noem het een schande!’
De moraal? Marten Toonder had het goed gezien… Vleierij is kennelijk de enige manier om een autoritaire leider nog enigszins in toom te houden. Zijn achterban juicht de borstklopper toe als hij naar willekeur internationale of nationale rechtsregels vertrapt. Instituties lijken geschapen om in de vernieling geholpen te worden. Alles ter wille van de lieve vrede…
Hoe lang houdt die nog stand? Wanneer maakt Urgje de hele wereld aan huilen?

Het bericht Pierre’s Pennenstreken: ‘Niet huilen’ verscheen eerst op AALSMEERVANDAAG.