Boekbespreking van Het Groene Hart
Over de wereld tussen de steden, de waarde van het landschap
door Wim Zwanenburg
In het najaar van 2023 verscheen het boek Het Groene Hart, Wereld tussen de Steden. Het is een publieksuitgave van de gebiedsbiografie Groene Hart, opgesteld voor het Bestuurlijk Platform Groene Hart.
Het Bestuurlijk Platform Groene Hart bestaat uit een aantal gemeenten, waaronder ook de gemeente Ouder-Amstel, de provincies Zuid- en Noord-Holland en Utrecht en een aantal waterschappen, zoals het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Het boek Het Groene Hart is een jubileumboek, geschreven door Marinke Steenhuis, Paul Meurs en Vita Teunissen. Het is alweer 65 jaar geleden dat het planologisch concept van het Groene Hart is beklonken en het is met de hedendaagse vraagstukken van bodemdaling, verzilting, aan- en afvoer van water, droogteproblematiek, wonen, natuur en het versterken van een gezond en aantrekkelijk vestigingsklimaat in ons dichtbevolkte Nederland nog altijd zeer actueel. Dit boek gaat over veranderingen, niet alleen over die de laatste 65 jaar hebben plaatsgevonden. Het gaat veel verder terug in de tijd. Het boek laat zien dat het Groene Hart door continue beweging en aanpassing een eigentijdse invulling weet te geven aan een groene toekomst. Het boek tracht kennis over te brengen aan de lezers zodat samengewerkt kan worden aan een toekomstbestendig en vitaal Groene Hart.
Grammatica van het landschap
Het boek vertelt het verhaal van tien eeuwen transformatie met een tijdlijn van de oertijd tot de urgente opgaven van nu, met prachtig historisch materiaal, schilderijen en kaarten uit de archieven en speciaal voor dit boek gemaakte fotografie, bijvoorbeeld met drones. Van bovenaf krijgt ons vlakke landschap ook meer reliëf. Het boek geeft duiding van de verschillende landschappelijke kenmerken in 9 luchtfoto's, zodat we het landschap leren 'lezen', zodat je als het ware de grammatica van het landschap leert. Dit wordt nog eens versterkt met informatief kaartmateriaal en met interviews met betrokkenen, waardoor het landschap gaat leven.
Het Groene Hart is een uitgestrekt landelijk gebied omringd door de grote Nederlandse steden. In het Groene Hart wonen 700.000 mensen, eromheen wonen er zeven miljoen. Het contrast in de manier van leven is soms groot - stad en platteland overlappen elkaar, en precies die overlapping brengt al vier eeuwen welvaart in de Nederlandse delta. Voor de stedeling is het landschap van het Groene Hart een weekendbestemming, voor de inwoner is het onderdeel van zijn identiteit. Het Groene Hart is groen, open en landelijk, maar de tijd heeft er niet stil gestaan. In het kloppend hart van de Randstad is zoveel activiteit dat dit het karakter dreigt aan te tasten, de rand blijft altijd de rand, maar schuift op.
Moeras
De fysieke werkelijkheid van het Groene Hart is een reusachtig waterbouwkundig kunstwerk. Duizend jaar terug was hier een veenwildernis. Stap voor stap ontgonnen pioniers de moerassen en werd het gebied in cultuur gebracht. In de 12e eeuw begonnen de eerste waterwerken vanwege de bodemdaling, we hebben er de beroemde molens aan te danken. In het boek wordt het verhaal van het Groene Hart verteld en krijgen de mensen die het landschap vorm en kleur gaven een gezicht. Nog steeds is het een wonder dat we in het moeras van West-Nederland kunnen wonen, werken en recreëren. Of dat in de toekomst ook nog kan is de vraag: in veel toekomstscenario’s van ontwerpers en wetenschappers wordt het Groene Hart deels of helemaal onder water gezet.
Ruimteclaims en groene longen
Het Groene Hart bestaat als planconcept 65 jaar. In 1958 introduceerde de Nota Westen des Lands het idee van de Randstad en het Groene Hart. Beide concepten zijn sterk ingeburgerd in het Nederlandse verstedelijkingsbeleid en bekend onder een groot publiek. Al bij de aardrijkskundelessen op de basisschool werd ons ingepeperd dat het Groene Hart de ‘groene longen’ van de Randstad zijn en dat bestuurders en planologen het karakter van het gebied zoveel mogelijk proberen te waarborgen. De Randstad zou een polycentrisch stedelijk netwerk moeten zijn, een hoefijzer van steden, gelijk aan Europese economische regio’s als Londen, Parijs en het Roergebied. Het hoefijzer zou liggen rondom een groen hart: een groen, open en uitgestrekt landschap. Met beleidsinstrumenten als bufferzones, 'gebundelde deconcentratie' van groeikernen, de Randstadgroenstructuur, rode contouren en stadslandschappen zou getracht moeten worden de verschillende ruimteclaims met elkaar in balans te brengen. Toch is het Groene Hart door de jaren heen steeds verder gekrompen, om ruimte te bieden aan stadsuitbreidingen, voor wonen, werken en logistieke functies. Dat het open landschap en de natuur bescherming verdienen is ons wel duidelijk, het is voor onze regio dé bestaansreden van de Stichting Beschermers Amstelland en aanleiding voor ons Manifest 'Wij staan voor Amstelland'. De randen schuiven steeds verder op.
Niet altijd open en groen
Dat het Groene Hart als landschap kon blijven bestaan, heeft vele redenen. Het heeft te maken met de gesteldheid van de bodem, de behoefte aan ruimte voor water(berging) en natuur en de wens om het contrast te behouden. De steden in het westen van Nederland mochten dus niet te groot worden en niet aan elkaar groeien. Het Groene Hart zelf moet open, dorps en agrarisch blijven. Dit gebied is ook belangrijk voor de voedselproductie voor de Randstad en de recreatie van de in- en omwonenden. Onder de fysieke ruimteclaims liggen systematische vraagstukken die wel in al die eeuwen occupatiegeschiedenis telkens - geholpen door de 'gratis' nationale brandstoffen turf en aardgas - voor ons uit hebben geschoven. Bodemdaling, verstedelijking, CO2-uitstoot, verzilting van de bodem, de zoektocht naar plekken voor zon- en windenergie en - meer in den brede - de kwaliteit van het Nederlandse vestigingsklimaat; het zijn kwesties die niet sectoraal kunnen worden opgelost. Telkens vergen ze een zorgvuldige afweging en waar mogelijk ook een gecombineerde aanpak van verschillende overheden (gemeenten, provincies, het Rijk en de waterschappen) en bewoners, agrariërs, natuurbeschermingsorganisaties en gebiedsorganisaties. Ook Beschermers Amstelland wil over deze vraagstukken meedenken en het wil daarbij het belangen van natuur en biodiversiteit, de openheid van het landschap en de cultuurhistorie vooropstellen. De vele foto’s in het boek laten zien dat het Groene Hart lang niet altijd open en groen is.
Waardenkaart
In andere boeken wordt daarom over het falen van het Groene Hart als anti-verstedelijkingsbeleid gesproken. Dit boek gaat niet zo ver; het is dan ook geen beleidsevaluatie. Het boek eindigt sterk met een kaart die de cultuurhistorische waardes van het Groene Hart probeert te definiëren. Er worden zo’n een aantal landschappen gedefinieerd met hoge waardes zoals ook de Amstelscheg met de Ronde Hoep (pag. 159 e.v.) en de polder Groot-Mijdrecht. Deze kaart kan worden gebruikt om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden (zoals bodemdaling en de woonopgave) en waar mogelijk de eigen identiteit te behouden dan wel te versterken. Op de kaarten wordt een hoge waarde toegekend aan de uitzonderlijke landschappen, waarin de kernkwaliteiten de hoofdstructuur en de kenmerkende landschappelijke elementen aanwezig zijn en die vanwege hun gaafheid, zeldzaamheid, rijkdom en samenhang van elementen en structuren uniek zijn voor Nederland. De waardenkaart sorteert niet voor om de meest waardevolle landschappen van het Groene Hart te bevriezen. Door de grote dynamiek en de enorme claims is dat ook geen optie, aldus de auteurs.
Het boek wil een bijdrage leveren om het Groene Hart ‘opnieuw uit te vinden’. In die zin zal het ook Beschermers Amstelland inspireren om ons landschap te bewaren voor toekomstige generaties. Het boek vormt dan ook een mooie aanvulling op onze onvolprezen eigen uitgave ‘Atlas Amstelland, biografie van een landschap’, dat in 2012 verscheen onder redactie van Jaap Evert Abrahamse, Menne Kosian & Erik Schmitz. Het is merkwaardig dat in de uitgebreide literatuuropgave in Het Groene Hart, een verwijzing naar ‘Atlas Amstelland’ ontbreekt. Als voormalig waterschapsbestuurslid voeg ik aan deze bespreking ook nog de kritische noot toe dat de auteurs spreken over het ‘grondwaterpeil’ in plaats van ‘grondwaterstand’. Voor het waterbeheer en de leefbaarheid in Nederland is het van essentieel belang om het juiste onderscheid te maken tussen oppervlaktewaterpeil en de grondwaterstand, al komt de verwarring in dit woordgebruik helaas vaker voor. Desalniettemin biedt het boek veel lees- en kijkgenot en is het ook zeker leerzaam.
Het Groene Hart: Wereld tussen de steden
Marinke Steenhuis, Paul Meurs en Vita Teunissen (2023), 200 p., € 49,95
ISBN 978-94-6226-492-2
Zie ook: https://groenehart.info/