
De verbreding en verdiepte aanleg van de A9 tussen knooppunten Badhoevedorp en Holendrecht kan niet zonder alle mensen die aan het werk zijn. Een aantal van de bouwers stellen we in deze rubriek voor. Deze keer Dinant de Raad, projectmanager Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) en openbare verlichting bij VeenIX. Dinant werkt samen met zijn team aan een verfijnd systeem van verlichting, signalering en data-uitwisseling, waarbij naast veiligheid ook ecologie én de (vlieg)zone van Schiphol belangrijke onderdelen zijn.
Dinant stuurt het team aan dat zorgt voor de realisatie en het onderhoud van DVM-systemen en de verlichting binnen het project A9 Badhoevedorp – Holendrecht. DVM staat voor Dynamisch Verkeers-Management en omvat onder meer de meetlussen in het wegdek die het aantal motorvoertuigen en de snelheid meten en de matrixborden die boven de weg hangen waarop rode kruisen en de snelheid kan worden weergegeven. Bij de Schipholbrug worden de matrixborden ingezet om het verkeer af te remmen en vervolgens stop te zetten zodat de slagbomen veilig kunnen sluiten en de brug kan openen. Als laatste zijn ook de incident management camera’s onderdeel van DVM. “We richten ons op de situatie zoals die moet zijn als alles af is, maar óók op hoe we het verkeer tijdens de bouw goed kunnen laten doorstromen”, legt hij uit.
De werkzaamheden van Dinant betreffen onder meer het tijdig bestellen en plaatsen van portalen. Dat zijn de draagconstructies boven de weg waaraan matrixborden, camera’s of bewegwijzeringsborden hangen. Daarnaast het bestellen en plaatsen van lichtmasten en het aanleggen van alle kabels voor de elektriciteit en bediening.

Waarom afsluitingen nodig zijn
De afgelopen periode zijn er regelmatig afsluitingen van de A9 geweest. Tijdens deze afsluitingen liften wij mee. Bijvoorbeeld om portalen te plaatsen en het uitvoeren van testen. Dinant wijst op het belang van testen en wat er getest wordt. “We moeten bijvoorbeeld de matrixborden, slagbomen bij de Schipholbrug en informatiepanelen goed met elkaar laten communiceren. Daarvoor leggen we glasvezel- en elektrakabels aan en voeren we tests uit waarbij we testen of alles goed kan worden bediend.”
“Die testen kunnen pas echt grondig en veilig gebeuren als er geen verkeer meer op de weg is. Als je gaat testen weet je nooit 100% zeker of het systeem werkt en wil je geen verkeer op de weg hebben. Een storing in één onderdeel kan de hele verkeersdoorstroming in de war schoppen,” benadrukt hij. “We willen niet voor verrassingen komen te staan tijdens de spits of bij een ongeval. Juist daarom zie je dat we ’s nachts of in het weekend delen van de weg afsluiten om te testen.”
Ecologie en Schipholzone
Een moderne snelweg is allang meer dan alleen asfalt en lampen. Dinant: “Steeds vaker spelen natuur en ecologische regels een rol. Rond het Amsterdamse Bos gebruiken we minder of aangepaste verlichting om de flora en fauna te beschermen.”
Daarnaast is de nabijheid van Schiphol van grote invloed. In de zogenoemde Schipholzone gelden strenge richtlijnen voor de hoogte van lichtmasten en portalen. “Waar we normaal 18 meter hoge masten plaatsen, mogen we vlakbij de start- en landingsbanen van de luchthaven maar tot 6 meter gaan. Ook de hoeveelheid licht moet voldoen aan specifieke voorschriften,” vertelt Dinant. Zijn team is dan ook in nauw overleg met Schiphol en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). “Soms moeten we ons ontwerp bijstellen omdat we binnen een radarzone zitten en een paar meter verder kunnen weer heel andere regels gelden. Dat vraagt om continu overleg en veel flexibiliteit.”
Na vijftien jaar in dit vakgebied is Dinant nog steeds verrast door alles wat erbij komt kijken. “In het begin dacht ik: je hoeft toch alleen maar een lamp aan te sluiten? Maar dan komt er een ecologisch onderzoek bij, moet je rekening houden met radarzones, vergunningen regelen bij Schiphol en zo kan ik nog wel even doorgaan.”
Snel schakelen bij onverwachte situaties
Ondanks alle voorbereidingen kan er uiteraard nog steeds iets gebeuren waardoor de verkeersdoorstroming in het gedrang komt. Dinant: “We maken in een centrale database inzichtelijk welke portalen, camera’s en systemen waar precies staan. In de verkeerscentrale kan men dan direct zien wat er mogelijk is als er een ongeluk of plotselinge file is. Je wilt zo snel mogelijk op de hoogte zijn van de situatie en binnen een kwartier kunnen schakelen, bijvoorbeeld door een rijstrook dicht te zetten of de maximumsnelheid aan te passen.”
Daarvoor werkt hij intensief samen met collega’s uit civiele techniek, wegenbouw en binnen Rijkswaterstaat met het verkeersmanagement, de regio en de verkeerscentrale. “Het coördineren van de werkzaamheden van al die partijen is een groot deel van mijn werk. Iedereen heeft zijn eigen planning, waardoor je soms moet wachten op de één of juist kan meeliften met de ander. Maar het belangrijkste is dat we uiteindelijk een veilig en betrouwbaar systeem opleveren.”
“Uiteindelijk is het de bedoeling dat weggebruikers alleen zien dat er een nieuw portaal staat of dat het licht anders is afgesteld. De echte kunst van dynamisch verkeersmanagement is dat het werk onzichtbaar goed gebeurt.”