Uithoorn – Op de kruising van de Beellaan/Marijnenlaan, naast het Vakcollege Thamen, was donderdagmiddag 19 juni de lokale kick-off van de landelijke campagne ‘t Kan hard gaan’ van het Ministerie van I&W en Verkeerregio Armsterdam-Amstelland. Doel is het bewustzijn creëren onder de jongeren over het opvoeren van e-bikes en fatbikes door op een laagdrempelige en interactieve manier in gesprek te gaan en gevaarperceptie en kennis te vergroten. Campagnemedewerkers gingen in Uithoorn streettalks aan met jongeren op straat en er waren er kennisactiviteiten.
Positief, maar ook minder blij
Verkeerswethouder Jan Hazen was ook van de partij om de verkeersveiligheid binnen de gemeente te promoten. Op zich kijkt Hazen positief aan tegen het gebruik van de e-bike, die hij ziet als een waardevol en duurzaam alternatief voor de auto. “Vooral voor bestemmingen binnen onze regio, zoals Schiphol, Amsterdam en Haarlemmermeer. Zo dragen ze bij aan een betere bereikbaarheid, minder verkeersdruk en een gezondere leefomgeving. En e-bikes bieden senioren de mogelijkheid mobiel te blijven. Dat bevordert beweging en vitaliteit.”
Minder blij is de wethouder met het gebruik van – opgevoerde – e-bikes en fatbikes door kinderen en tienerjeugd. “Om te beginnen is bewegen op eigen kracht natuurlijk beter op die leeftijd, als je lijf nog volop in de groei is. Maar daarbij komt dat omgevingsbewustzijn en risicoperceptie bij kinderen nog niet goed zijn ontwikkeld. Een minimumleeftijd van 14-16 jaar zou ik daarom zeer toejuichen.”
Niet verzekerd
Ongeveer vier op de tien jongeren weet ook niet dat zij niet verzekerd zijn als zij een ongeluk krijgen met een opgevoerde e-bike. Hun ouders weten niet dat ze hierdoor het risico lopen tienduizenden euro’s of meer aan schade te moeten betalen. Dat blijkt uit een peiling van Ipsos I&O onder 500 jongeren van 12 tot 24 jaar met een e-bike en 400 ouders van jongeren uit deze leeftijdscategorie. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) in het kader van de campagne ’t Kan hard gaan’. In het onderzoek van Ipsos I&O geeft een op de tien jongeren aan dat zijn of haar elektrische fiets of fatbike is opgevoerd. Ook ouders denken dit. Dat betekent dat de e-bike harder kan rijden dan 25 kilometer per uur. De helft van de opgevoerde e-bikes kan zelfs harder rijden dan 35 kilometer per uur, geven de jongeren aan. Voor elektrische fietsen die zo hard gaan geldt een helmplicht, een minimumleeftijd en een rijbewijsplicht.
Acht op de tien ouders weten dat hun kind niet verzekerd is als het op zo’n opgevoerde fiets rijdt, maar slechts 9 procent denkt dat hun kind aansprakelijk gesteld kan worden voor alle schade, ook als het niet zelf het ongeluk heeft veroorzaakt. Een kwart denkt dat de veroorzaker dan aansprakelijk is. Dat is een misvatting. Naast de veroorzaker kan de bestuurder van een opgevoerde e-bike echter ook aansprakelijk zijn of gehouden zijn (een deel van) de schade te vergoeden. Ook ouders kunnen aansprakelijk zijn. Bijvoorbeeld als hun kind jonger is dan 14 jaar of als zij hadden kunnen weten dat hun kind op een opgevoerde e-bike reed en daar niets tegen deden. De schadevergoedingen kunnen dan hoog oplopen.
Boete
Ook vier op de tien jongeren weten niet dat ze niet verzekerd zijn als ze een ongeluk krijgen met een opgevoerde e-bike. Ruim de helft weet niet dat ze dan zelf aansprakelijk zijn. Ook zij denken dat de veroorzaker dan aansprakelijk is, terwijl dat niet zo is. Voor driekwart van de jongeren vormen de risico’s van onverzekerd rijden een reden om hun elektrische fiets niet op te voeren. Van de jongeren met een opgevoerde fiets zegt 58 procent dat dit een reden is om de opgevoerde snelheid terug te draaien. Het merendeel van de jongeren acht de kans klein dat zij bij een ongeluk met hun e-bike een boete krijgen (63%), een strafblad krijgen (84%) of hun e-bike moeten inleveren (75%). Het gaat daarbij zowel om jongeren met als zonder een opgevoerde fiets.
Verzekering vergoedde niet
Sommige deelnemers aan de peiling hebben ook hun persoonlijke ervaring gedeeld. Eva werd met haar opgevoerde fatbike aangereden door een auto toen ze bij groen licht een kruispunt overstak. Ze brak haar arm en liep een hersenschudding op, ondanks dat ze een fietshelm droeg, en kon een maand niet werken als zzp’er. “De verzekeraar heeft enkel de ziekenhuiskosten vergoed, maar niet mijn gederfde winst. Dit kwam omdat mijn fatbike was opgevoerd”, vertelt ze.
Mirjam’s opgevoerde fatbike kon 38 kilometer per uur rijden. Op een kruising zag een automobilist haar over het hoofd en reed haar aan. Ze viel, raakte gewond aan knie en schouder en de fiets liep flinke schade op. “Tot mijn verbazing bleek mijn verzekering niets te vergoeden, omdat mijn fatbike door de opgevoerde snelheid niet meer als reguliere e-bike werd beschouwd”, vertelt ze. “Hierdoor moest ik zelf opdraaien voor alle kosten: de schade aan mijn fiets, de fysiotherapie en een kapotte telefoon. In totaal zo’n duizend euro. Voor mij was dit een confronterende ervaring.”
Belangrijke rol ouders
Er is al langer discussie over de risico’s van vooral fatbikes. Een meerderheid in de Tweede Kamer is voor een helmplicht of een minimumleeftijd, maar eerder onderzoek wijst uit dat aparte regels maken voor fatbikes niet uitvoerbaar is. Wethouder Hazen: “Dat maakt de rol van ouders des te belangrijker: als opvoeders én als financier – en daarmee vaak verzekeringhouder – van de fatbike. Veel jongeren en hun ouders beseffen de risico’s van een opgevoerde fatbike niet. En dat daar, ook in onze gemeente steeds strenger op wordt gecontroleerd. Goede voorlichting vanuit huis is essentieel om veilig en verantwoord gebruik te stimuleren. Ouders moeten bovendien kritisch zijn bij de aanschaf van een potentieel risicovol vervoermiddel voor hun kind.”
Op de foto: Verkeerswethouder Jan Hazen (rechts) luistert mee met de streettalk van TeamAlert. Foto: Geke Bosch.
Het bericht Campagne in Uithoorn tegen opgevoerde e-bikes en fatbikes verscheen eerst op Nieuwe Meerbode.