Ruminatiestoornis is een gevaarlijke, onbekende voedingsstoornis die in Nederland veel meer voorkomt dan veel mensen weten. Volgens een studie door Zweedse onderzoekers uit 2022 zou zo’n 3 procent van alle mensen een vorm van ruminatiestoornis hebben, wat betekent dat ongeveer een half miljoen Nederlanders met deze eetstoornis kampen.
Ernstige vormen van ruminatiestoornis leiden vaak tot ziekenhuisopname en langdurige gezondheidsproblemen. In dit artikel leggen we uit wat ruminatiestoornis precies inhoudt, hoe je het kunt herkennen en welke hulp ervoor bestaat.
Wat is ruminatiestoornis?
Ruminatiestoornis is een eetstoornis waarbij iemand regelmatig voedsel uit de maag opbrengt (regurgitatie) en herkauwt zonder dat er sprake is van misselijkheid. Het voedsel wordt hierna opnieuw gekauwd, ingeslikt of uitgespuugd. Een lichamelijke ziekte of misselijkheid is niet de oorzaak van deze stoornis.
De naam ruminatie komt van het Latijnse woord ‘ruminare’, wat herkauwen betekent. Dit verwijst naar het proces dat vergelijkbaar is met wat herkauwende dieren zoals koeien doen. Bij mensen met ruminatiestoornis gebeurt dit proces echter ongecontroleerd en kan het ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. De aandoening is ingedeeld bij de ontwikkelingsstoornissen omdat deze zich voornamelijk bij (jonge) kinderen voordoet. Mensen met een verstandelijke beperking en ontwikkelingsproblemen lopen meer risico op ruminatiestoornis. Ook kan een andere psychische stoornis, zoals depressie en angststoornis, een psychische oorzaak zijn van ruminatiestoornis.
Hoe kun je ruminatiestoornis herkennen?
Je kunt ruminatiestoornis herkennen aan signalen zoals het herkauwen van teruggebracht voedsel, gewichtsverlies en tandproblemen door het vele maagzuur.
Signalen om ruminatiestoornis te herkennen zijn:
- Herhaaldelijk opbrengen van voedsel uit de maag naar de mond
- Herkauwen van het teruggebrachte voedsel
- Doorslikken of uitspugen van het herkauwde voedsel
- Niet misselijk worden, kokhalzen of walgen van het herkauwen van opgebracht voedsel
- Slechte adem door het terugbrengen van maaginhoud
- Gewichtsverlies of problemen met gewichtstoename
- Tandproblemen door het maagzuur
- Sociale isolatie vanwege schaamte of de geur
- Buikpijn of druk wordt vaak verlicht door de regurgitatie
Volgens artsen is er sprake van een stoornis op het moment dat de symptomen minstens een maand aanhouden en significant dagelijks functioneren beïnvloeden. Ook moeten andere medische oorzaken uitgesloten worden, zoals gastro-oesofageale reflux of andere somatische aandoening. De gemiddelde leeftijd waarop ruminatiestoornis zich ontwikkelt ligt rond de 13 jaar, volgens de Amerikaanse MDL-arts Michael Camilleri.
Welke hulp is mogelijk bij ruminatiestoornis?
Bij ruminatiestoornis zijn verschillende vormen van hulp beschikbaar. De eerste stap is altijd een grondige medische evaluatie om andere oorzaken uit te sluiten. Een huisarts kan doorverwijzen naar gespecialiseerde zorgverleners. Bij langdurige klachten kan opname in een gespecialiseerde kliniek worden overwogen. Soms moet je hiervoor naar het buitenland. De relatieve onbekendheid van ruminatiestoornis betekent namelijk dat alleen een handjevol klinieken expertise heeft in het diagnosticeren en behandelen van ruminatiestoornis.
Enkele opties voor hulp bij ruminatiestoornis zijn:
- Gastro-enteroloog voor medisch onderzoek
- Psycholoog of psychiater voor gedragstherapie
- Diëtist voor voedingsadvies
- Maatschappelijk werker voor praktische ondersteuning
- Klinische opname voor intensieve zorg en begeleiding
Zelfhulp en ondersteuning: Hoewel professionele hulp essentieel is, kan ondersteuning van familie en vrienden een belangrijke rol spelen in het herstelproces. Begrip en geduld zijn cruciaal, omdat herstel tijd kan kosten.
Behandeling ruminatiestoornis
Behandeling van ruminatiestoornis richt zich op verschillende onderdelen, zowel de lichamelijke aspecten als het afleren van gedrag en mogelijke therapeutische begeleiding.
Enkele behandelmethoden bij ruminatiestoornis zijn:
- Gedragstherapie: Dit vormt vaak de basis van de behandeling. Technieken zoals bewustwording van triggers, ontspanningsoefeningen en het aanleren van alternatieve gedragingen kunnen effectief zijn. Cognitieve gedragstherapie helpt patiënten om negatieve denkpatronen te doorbreken.
- Medische behandeling: Hoewel er geen specifieke medicatie voor ruminatiestoornis bestaat, kunnen bepaalde medicijnen helpen bij onderliggende problemen zoals angst of depressie. Soms worden maagzuurremmers voorgeschreven om tandschade te voorkomen.
- Voedingstherapie: Een diëtist kan helpen bij het opstellen van een gezond voedingspatroon en het aanpakken van eventuele tekorten. Dit is vooral belangrijk bij kinderen om groei en ontwikkeling te waarborgen.
Ten slotte
Ruminatiestoornis kan leiden tot ondervoeding en gewichtsverlies, dehydratie en groeiproblemen. Ook sociale gevolgen zijn groot doordat kinderen en volwassenen sociale activiteiten beginnen te mijden uit schaamte. In ernstige gevallen kan de dood het gevolg zijn. Met de juiste behandeling is de prognose echter vaak gunstig, vooral wanneer de stoornis vroegtijdig wordt herkend en behandeld. Wie signalen herkent bij zichzelf of een dierbare, doet er goed aan om professionele hulp te zoeken.
Ruminatiestoornis is een behandelbare aandoening, zolang er tijdig actie wordt ondernomen. Belangrijk is om gespecialiseerde hulp te zoeken. Zo wordt ruminatiestoornis nog vaak verkeerd gediagnosticeerd als boulimia nervosa en anorexia nervosa, door beperkte kennis onder artsen die het herhaaldelijk voedsel uitbraken verwarren met deze bekende eetstoornissen. Ruminatiestoornis is echter alleen in naam een zeldzame eetstoornis, maar komt mogelijk vaker voor dan deze twee aandoeningen.
(Partnerbijdrage)
Het bericht Ruminatiestoornis: onbekende eetstoornis met grote gevolgen verscheen eerst op AALSMEERVANDAAG.