Vandaag De Dag: Nationale Molendag
Naast officiële feest- en gedenkdagen worden er door het jaar heen steeds meer themadagen vastgesteld. Bekende dagen zijn Vlaggetjesdag, Complimentendag en Warme Truiendag maar er passeren ook dagen waar nog niet veel mensen van gehoord hebben. Te denken valt aan Frikandellendag, Star Warsdag of iets serieuzer: Parkinsondag. Waar komen al die namen vandaan en hoe moet je zo’n dag beleven? Onder de titel ‘Vandaag De Dag’ zullen we dit jaar diverse van deze opmerkelijke dagen belichten.
‘De wind is hier de baas’
Door: Conny Vos. Deze zaterdag is het Nationale Molendag. Aalsmeer telt nog drie molens. Korenmolen De Leeuw middenin het dorpscentrum, de Stommeermolen en de Zwarte Ruiter aan de Jac. Takkade. De twee eerstgenoemden zijn open voor bezichtiging. De molenaars vertellen vooruitlopend over hun passie voor het ambachtelijke werk.

“De wind is hier de baas,” vertelt Jan Hofstra aan de keukentafel in de Stommeermolen. De lamp boven de tafel schommelt, hier en daar kraakt en piept het en de wieken werpen regelmatige schaduwen door het raam. De huiskamer is gebouwd rondom het binnenwerk van de molen. Achter de bank draait de vijzel kolkend water omhoog. De molen heeft twee deuren. Het is afhankelijk van de stand van de kop welke toegang er gebruikt kan worden. Niet iedereen is alert op de ronddraaiende wieken. “Er kwam eens een fotograaf die een bruidspaar wilde fotograferen. Hij opende het hek dat met een touwtje dicht zat. Gelukkig zag ik het op tijd. Om ongelukken te voorkomen gaat het hek nu met een ketting op slot.”
Geraakt door de bliksem
Deze maand is Jan Hofstra precies dertig jaar als molenaar verbonden aan de molen. Hij vertelt graag over de geschiedenis, met kaarten en oude foto’s erbij. Over een onweersbui waarbij drie molens werden geraakt door de bliksem, waaronder de Stommeermolen die draaiend ten onder ging en werd vervangen door een tweedehands molen die aan de Drecht stond en in onderdelen per schuit naar Aalsmeer gebracht werd. Dat gebeurde voordat Jan er kwam wonen. “Ik kom uit Friesland en hield me daar bezig met molens. Een molendeskundige uit Zuid-Holland ging met de VUT en mijn naam werd genoemd, maar daarvoor moest ik wel naar de andere kant van het land verhuizen. Ik ging in de kost in Hoofddorp. De eigenaar van deze molen de Rijnlandse Molenstichting, zocht iemand die in de molen wilde wonen en ook kon malen. De molen was buiten bedrijf, het riet was al tachtig jaar oud en het metselwerk stond op instorten, maar er was boezem en water, dus er was hoop. Zo kwam ik hier in 1995 wonen.”
Kwartier van tevoren
Het is een voordeel om in de molen te leven, want de molenaar moet altijd het weer in de gaten houden. “Je hoeft het geen week van tevoren te weten, een kwartier is voldoende. In die tijd kun je de zeilen oprollen, de molen vastzetten en aansluiten op de bliksemafleider. Het is weleens gebeurd dat ik hem niet stil gezet kreeg. De rem kan er maar een paar minuten op, want anders wordt hij te warm. Dan wacht ik even tot het een stukje minder waait en dan probeer ik het nog eens. Je werkt met het weer. Het water komt er door het weer in – de regen – en gaat er door het weer – de wind – weer uit.”
Miljoen omwentelingen
De Rijnlandse Molenstichting verwacht dat de molen jaarlijks minimaal 100.000 omwentelingen maakt. Op de as zit een teller die dat bijhoudt, maar Jan komt daar makkelijk aan. “Dat haal ik al in een maand. Ik kom elk jaar boven de miljoen. De molen heeft nog altijd nut, want iedere liter die hij eruit maalt, hoeft niet meer door het gemaal uitgemalen te worden en dat bespaart stroom. Verder is de molen officieel reservewerktuig voor het Hoogheemraadschap van Rijnland. Daar krijgt de Rijnlandse Molenstichting jaarlijks een vergoeding voor. Als de gemalen het niet aan kunnen of stuk raken, kan het waterschap vragen of de molenaar wil bijspringen.”
Jan heeft zijn leven aangepast aan de molen. Voor hem is het geen vraag waarom de molen moet blijven bestaan. “Zonder molens was het hier nog zee geweest en het is mooi dat ze er nog zijn. De techniek is vroeger bedacht en werkt nog steeds. Bloemen zijn ook niet perse nodig, maar Aalsmeer leeft ervan.” Tijdens Nationale Molendag zaterdag is ook een tonmolen en een schepradmodel te zien.
‘Jammer dat er niet meer geïnnoveerd wordt’
Molen De Leeuw in het centrum heeft een heel andere functie. Hier draait het niet om water, maar om meel. Mannen met witte vegen op hun gezicht malen, mengen en vullen. De 26-jarige Hanne uit Amsterdam is molenaar in opleiding en loopt mee met de mannen. De opleiding tot molenaar duurt zo’n anderhalf jaar en daarvoor moet de aankomende molenaar alle seizoenen op een molen hebben meegelopen. Vandaag heeft Hanne de feestelijk beschilderde bloemenzeilen in de wieken gehesen.
Rijk en gezond product
“Ik werk als bakker en ben fanatiek zeiler. Toen ik met een teamuitje naar een molen ging, zag ik dat daar alles samenkwam. De traditionele manier van graanverwerking sprak me aan. Ik wilde het proces beter leren begrijpen, want dat heeft veel effect op het brood. Het geeft een heel rijk en gezond product.” Hanne is gefascineerd door de techniek van de molen, maar vindt het jammer dat er niet meer geïnnoveerd wordt. “Doordat de molen wordt gezien als erfgoed, blijft het in de oude staat behouden, maar staat de ontwikkeling stil. Nederland is juist bekend geworden als molenland omdat we zoveel toepassingen hebben gevonden zoals produceren en droogleggen. We zouden met de wieken bijvoorbeeld energie kunnen opwekken.”
Beroemde appeltaart
Het hele proces van graanverwerking is te zien in de molen. Het graan afkomstig uit de Haarlemmermeer wordt in grote zakken via een luik naar boven gehesen. Er wordt ook boekweit, maïs, rogge, gerst en spelt verwerkt. Dat wordt tussen twee molenstenen, waarvan er een draait, geplet en vermalen. Een verdieping lager staat Fons uit Haarlem, één van de andere vrijwillige molenaars de zakken te vullen. Via een touw kan hij de afstand tussen de stenen nauwkeurig instellen om de fijnheid van het meel te bepalen. Als het volkorenmeel wordt gezeefd, blijft er bloem over. Het eindproduct wordt verkocht in de winkel en aan afnemers zoals Ons Tweede Thuis die er de welbekende appeltaart van bakt. De opbrengst van de verkoop en bezoekers is niet voldoende om de molen te onderhouden, daar is ook subsidie voor nodig.
Opscheppers en zakkenvullers
De geschiedenis van de molen is te zien aan de hand van foto’s. Molenaar Chris onderbreekt zijn werk als ‘opschepper en zakkenvuller’ en vertelt kort over de restauratie die in 1993 begon en zijn passie voor deze bijzondere hobby. “De molens zijn de fabrieken van toen. De techniek werkt al 2000 jaar. De molen blijft goed als je hem gebruikt. Houtworm houdt niet van beweging. We hebben wel last van de boktor, daarom maken we na een dag draaien alles goed schoon.” Na zijn pensionering deed Chris de opleiding tot molenaar. Zelf gebruikt hij het meel ook om zijn brood te bakken. “Als mensen dan met vragen komen, weet ik het antwoord.” Zaterdag tijdens de Nationale Molendag is de molen aan de Zijdstraat van 10 tot 16 uur gratis toegankelijk.
(Foto’s: Jaap Maars)
Eerder verschenen in deze serie:
Landelijke dag tegen pesten
Internationale vrouwendag
Wereldkankerdag
Nationale Pindakaasdag
Het bericht Vandaag De Dag: Nationale Molendag verscheen eerst op AALSMEERVANDAAG.