Door: Arjen Vos. Het is niet dat ik vind dat ik weinig beweeg maar een van mijn jongens die dagelijks de sportschool bezoekt en in wiens getrainde lijf ik inmiddels met gemak twee keer zou passen, raadde me toch aan om iets serieuzer werk te maken van mijn mate van lichaamsbeweging. “Met elk uur dat je aan sport doet, verleng je je leven met een dag,” of iets in die trend hield hij me voor. Dus naast mijn dagelijkse fiets- en wandelmomenten en (zomerse) tennispotjes meldde ik me aan bij de ‘Keep Fit’-club van Omnia. Mijn echtgenote beweegt hier al zeker twintig jaar wekelijks met hupsende dames en een onvermoeibare elastieken trainster en tipte mij dat er ook een mannenvariant is.
Ik erheen. In de gymzaal die er op details na net zo uit ziet als degene waar ik als kleuter voor het eerst ‘vos-vos-vos-kom-uit-je-hol’ speelde, tref ik een energieke zeventigplusser met een uiterlijk en handdruk als een marinier. Zijn gespierde lijf zonder een grammetje vet en de zweetband om zijn hoofd doen mij onmiddellijk aan Rambo denken. Blijkt hij nog John te heten ook…
Ik schud de handen van de pakweg vijftien mannen, hoop in elk geval een paar namen te kunnen onthouden en ontdek dat ik de enige vijftiger ben. Tussen mij en de voorheen jongste zit een gat van een jaar of zeven, daarna lopen de leeftijden op tot zelfs midden tachtig. Krasse knarren waarvan sommigen al veertig jaar wekelijks in dezelfde gymzaal meebewegen.
Van Rambo moeten we eerst opwarmen. In rustige looppas dribbelen we over de gele lijn achter elkaar aan waarbij ik inwendig moet grinniken als ik zie dat er net als vroeger bij schoolgym ook hier afgesneden wordt. Die moesten hier zeker van hun vrouw naar toe, denk ik. Dezelfde route doen we daarna onder meer achteruitlopend, ronddraaiend, hakkebillend en ‘schaatsend’. Daarna proberen we ons evenwicht te bewaren op een rijtje banken en trainen de buik-, bil en beenspieren. Wat opvalt: het is zelden een paar seconden stil. Alle oefeningen worden uitgevoerd onder voortdurend gepraat waarbij de grappen en grollen over hen weer vliegen. Tijdens een grondoefening waarbij we liggend op ons rug de benen in de lucht moeten laten ronddraaien alsof we ondersteboven aan het fietsen zijn, ontsnapt er hier en daar wat lucht uit bepaalde lichaamsopeningen. “Heb je een lekke band..?,” vraagt er eentje waarna de hele club natuurlijk meteen uitgefietst is.
“Voor de liefhebbers eindigen we altijd met een potje basketbal,” zegt John, waarna meteen meer dan de helft van de mannen via de kleedkamer van het toneel verdwijnt. Een paar keren er terug in krijgersuitrusting: braces om de benen, veiligheidsbrillen op de neus. “Wat gaan we nou beleven,” denk ik enigszins terugdeinzend, “wordt het rugby?”
We zijn nauwelijks begonnen als ik een pass onderschep maar tijdens mijn vrije doortocht naar een zekere treffer door een rauwe schreeuw wordt gestopt. De man van de pass ligt kermend op de groene gymzaalvloer. En zo te zien niet om grondoefeningen te doen. Woest trekt hij zijn schoen uit waarna we allemaal over hem heen gebogen constateren dat het er niet goed uitziet. Daar hoeven we geen dokter voor te zijn.
Zo eindigt mijn eerste kennismaking met ‘Keep Fit’. Bang voor een volgende keer hoef ik niet te zijn, zeggen de warriors terwijl de haarbanden, braces en veiligheidsbrillen weer afgaan. “Blessures maken we eigenlijk nooit mee, dus hopelijk zien we je volgende week weer.”
Dat was februari. Inmiddels heb ik van alles meegemaakt waarvoor de ruimte van deze column tekort is. Maar Keep Fit is mijn wekelijkse routine geworden en ik merk dat mijn lichaam aan kracht en souplesse heeft gewonnen. Ook begin ik de mannen te leren kennen (en zij mij) en word ik elke keer weer blij als er een linkje blijkt te zijn: “O, ben jij familie van die en die…!” 
Bewegen is gezond zeggen ze, maar als ik begin juni op de tennisbaan iets te fanatiek een korte bal probeer te halen, voelt het alsof er vuurwerk in mijn schoen ontploft. Ik weet meteen dat het mijn achillespees is en de bevestiging volgt dezelfde middag. “Dat wordt een lang en zwaar hersteltraject, te beginnen met zes weken gips,” zegt de bezorgd kijkende eerstehulparts. Ik moet denken aan de onfortuinlijke Keep Fit-basketballer die zo’n beetje hetzelfde lot trof. Hopelijk treffen we elkaar weer na de zomer in goede gezondheid.
De eerste week zit er bij het schrijven van deze column bijna op. Het is voorlopig gedaan met fotograferen, fietsen, wandelen, tennissen en ik zal ook mijn gymclubje moeten missen. ‘Keep Fit’ wordt nog een hele uitdaging vanuit een rolstoel.
(Foto’s: Arjen Vos)
Arjen Vos hanteert sinds zijn middelbare schooltijd de camera, en later ook pen en toetsenbord. Mede-oprichter en thans hoofdredacteur van AalsmeerVandaag. Altijd geïnteresseerd in mensen. Chaotisch, jongensachtig, vader van vier kinderen.

Het bericht Column: ‘Keep Fit’ verscheen eerst op AALSMEERVANDAAG.