De dood van de 17-jarige Lisa schokt de samenleving en roept herinneringen op
Ouder-Amstel – Een 22-jarige verdachte is aangehouden op verdenking van de moord op de zeventienjarige Lisa uit Abcoude. Hij wordt ook verdacht van een ander zedendelict en van een poging tot zedendelict . Deze vreselijke zaak houdt het hele land in zijn greep. Ook bij oud-forensisch rechercheur John Pel komt de zaak hard aan. In zijn werkverleden heeft hij regelmatig met dit soort zaken te maken gehad maar het blijft elke keer vreselijk. Ik vroeg hem ons mee te nemen in de aanpak van zo’n schrijnende zaak en de verschillen met vroeger.
Waarom leeft dit misdrijf zo bij de mensen?
“Nou dit leeft want dit brengt een enorme schok in de samenleving. Dit gaat om een kind dus dat komt heel dichtbij en raakt ons bijna allemaal. Dit roept bij veel agenten herinneringen op, bij mij ook. Je bent vader, je bent opa, dit is het meest afgrijselijke wat je kunt meemaken. Het gaat ook nog erger worden want als deze gozer het gedaan heeft wordt de samenleving alleen maar grimmiger. Dan wordt het ook misbruikt bij de verkiezingen. Het is een aanslag op de hele maatschappij.”
Kun je in het kort vertellen hoe zo’n onderzoek bij deze zaak tot stand komt?
“Er komt een melding (in dit geval van Lisa) binnen, dan heb je een locatiebepaling waar de politie ter plaatse komt, dit is de noodhulp. Als zij overtuigd zijn dat het slachtoffer overleden is, stappen zij naar achteren en vragen zij de meldkamer om de recherche in te schakelen.
Vanuit de recherche komt een leidinggevende en van daaruit wordt een TGO (Team Grootschalige Opsporing) opgestart. Deze zorgt dat het team FO (Forensische Opsporing) ter plaatse komt. Omdat we voor het Openbaar Ministerie werken roept de teamleider ook de officier van justitie (OVJ) op. Men gaat scenariogericht opsporen waarbij de FO zich bezig gaat houden met het vastleggen van foto’s, video’s en 3D-scan. Er heeft in dit onderzoek wel 500 uur onderzoek gezeten in het uitlezen van camera’s. Uiteindelijk trekken ze zich terug in de container en gaan de teamleider, TGO en de OVJ brainstormen. Dan start het forensisch opsporingsteam met het in beeld brengen van de sporen, deze worden gewaarmerkt en veiliggesteld voor nader onderzoek aan het bureau. De biologische sporen gaan dan naar het NFI. Een DNA-match is een keihard bewijsmiddel. Je moet ook niet denken dat de politie alles naar buiten brengt zoals het is. Soms wil je even schudden aan de boom, zodat mensen misschien gaan praten. Je kunt bij deze zaak wel zeggen dat deze zaak heel snel tot een verdachte heeft geleid. Opgelost is de zaak dan nog niet.”
Op deze zaak zit het Team Grootschalige Opsporing (TGO) van 110 mensen. Hoe uitzonderlijk is dit?
“Dat is heel uitzonderlijk. Vroeger had je vier TGO teams in Amsterdam en die bestonden uit 24 tot 30 collega’s. De uitstroom bij de recherche is de afgelopen jaren aanzienlijk geweest, mede als gevolg van vervroegde pensionering en regelingen voor vroegtijdige uittreding. Nu is er nog maar één team en dat gooit de politie onder het mom dat ze liever één massief team hebben. Ze hebben gewoon veel te weinig rechercheurs die dit kunnen.”
Hoeveel van dit soort zaken heb je zelf meegemaakt?
“Ik heb wel vijftienhonderd doden gezien in mijn carrière. Veel ben ik vergeten en als ik dan door Amsterdam loop springt er soms een luikje open. Maar wat me altijd bijblijft zijn kinderen. Daar heb ik een flinke knauw van gehad. Als ik soms na tweeëntwintig uur thuiskwam van werk en mijn kinderen nog jong waren, dan ging ik als eerste in de slaapkamer kijken. Dat is toch je grootste bezit. Dat ligt heel gevoelig. Ik kan je vertellen als er in een zaak een kind om het leven wordt gebracht dan hoef je geen één rechercheur aan te porren. Iedereen is dan zo gedreven dan kun je wel praten van een pitbull brigade want dan gaan ze vol gas allemaal.”
Wat voor techniek missen we nog om nog beter onderzoek te kunnen doen?
“Wij missen niet echt een techniek. Onze FO (Forensische Opsporing) staat Europees hoog aangeschreven. Wij missen capaciteit! Mensen! In Engeland heeft men bijvoorbeeld meer FO medewerkers, waardoor men meer tijd in een onderzoek kan vrijmaken. Er moet minder werkdruk komen, waardoor er meer tijd is voor reguliere zaken. Bij dit soort zaken wordt alles uit de kast gehaald. Maar wordt er ook capaciteit elders weggehaald. Zij gaan dan tijdelijk over naar het TGO en na afloop weer terug naar hun eigen onderdeel.”
Hoe anders ging dit er in jou tijd aan toe?
“Voor het TOHD (Technische Opsporing en Herkennings Dienst) werd je voor gevraagd. Er stond dan een man met regenjas en hoed op en die zei dan denigrerend ‘hé jochie maak jij even een fotootje’. Dat is gelukkig allemaal wel veranderd. Zelf ben ik wars van hiërarchie en heb ik veel energie gestoken om dit te veranderen. Politie is een heel hiërarchisch bedrijf. Lees mijn boek maar! In Sporen liegen niet staan alle verhalen uitgebreid opgeschreven.”
De angst bij vrouwen leeft extra nu dit gebeurd is. Moeten wij ons extra zorgen maken of is er nu juist extra veel controle?
“Op dit stukkie waar deze ramp zich heeft afgespeeld worden nu camera’s opgehangen dus dit is straks het best beveiligde stukkie van Duivendrecht en half Zuid-Oost. Maar verder valt dit niet te voorkomen.”
Hoe kun je jezelf verdedigen als vrouw als je geen pepperspray of iets dergelijks bij je mag hebben?
“Toen mijn dochter 16 á 17 was heb ik haar ook een bus pepperspray in haar tas geduwd. Dat mag natuurlijk allemaal niet maar dat is dan jammer. Zo zit ik erin. Dus ik zeg pepperspray al mag ik dat natuurlijk niet adviseren.”
Waar liep je zelf het meest tegenaan qua regelgeving die dit soort zaken in de weg kon zitten?
“Ik word helemaal gek van de privacywetgeving. Die hebben we zover doorgevoerd dat bijna alles dreigt te mislukken in verband met de privacywetgeving. Wij hebben een heel goed wetboek van strafrecht en strafvordering daar valt een heleboel onder. Te veel mensen gaan klagen omdat ze zich beperkt voelen, maar dat komt ook doordat ze het wetboek niet goed weten te hanteren.”
Wat doet dit persoonlijk met je gezien je verleden en het opgelopen PTSS?
“Voor 90% kan ik mijn PTSS best wel managen, maar het heeft wel een jaar of vier geduurd en ik heb de onderkant van mijn bestaan gezien. Ik zorg ervoor dat het niet te dichtbij me komt. Maar wat ik wel heb is als ik hierover aan het communiceren ben ja dan haalt het ook herinneringen op. In dit geval komen dan herinneringen boven van drie vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie tijdens mijn carrière. Ja dat gebeurt dan wel.”