Scholieren trainen mentale weerbaarheid
Mentale veerkracht is belangrijker dan ooit. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat bijna één op de drie jongeren in Nederland te maken heeft met mentale klachten. Het programma Sport en Defensie Maken Weerbaar wil daar iets aan doen: door middel van sportieve en militaire uitdagingen leren scholieren hun grenzen te verleggen, door te zetten en samen te werken.
In september deden al leerlingen van de Praktijkschool Uithoorn en het Alkwin College mee. Donderdag 18 september is Amstelveen aan de beurt. Dan staan onder meer het Amstelveen College, Futuris en het ROC van Amsterdam op het programma. Het initiatief is een samenwerking van onder andere het ministerie van Defensie, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het Nederlands Veteraneninstituut en sportkoepel NOC*NSF. Dit jaar doen meer dan 5.500 jongeren uit 22 gemeenten mee. Wij spraken met Jimte Poelman (42), mede-oprichter van het project, over het ontstaan, de uitvoering en de impact van dit bijzondere initiatief.

Jimte Poelman (rechts op de foto)
Hoe is het idee ontstaan?
“Het begon in 2021 tijdens de Nationale Sportweek in Nieuwegein, waar ik toen sportparkmanager was. Het tv-programma Kamp van Koningsbrugge had net veel losgemaakt. Daar zag je hoe sport als middel werd ingezet om mentale lessen naar boven te halen. Dat triggerde me: zouden we dat ook niet kunnen doen voor jongeren, die juist nu zoveel uitdagingen hebben?
In dat eerste jaar deden honderd jongeren mee. We kregen met moeite wat oefenmaterialen van Defensie. Een paar werp granaatjes en een metalen frame. Verder moesten we het helemaal zelf optuigen. Maar het werkte. Het werd een waardevolle dag waar zelfs Dai Carter van Kamp van Koningsbrugge bij aanwezig was om jongeren te stimuleren.
Daarna ging het snel. NOC*NSF en het ministerie van Defensie haakten aan als eerste partners. In 2022 zaten we in drie gemeenten, het jaar erop in vier, en inmiddels staan we in 22 gemeenten. Waar we begonnen met een sportdag, is het nu uitgegroeid tot een landelijk programma met duizenden deelnemers en een breed programma met gastles op school, docententraining, werkboek en 3 daagse bivak.”
Op welke scholen wordt het programma uitgevoerd?
“In Amstelveen doen onder meer het Amstelveen College, Futuris en het ROC van Amsterdam mee. In Uithoorn werkten we eerder met praktijkonderwijs. Daar merk je dat het echt nodig is om de groepen kleiner te maken en meer begeleiding te bieden. Normaal kunnen we 250 tot 350 jongeren kwijt op zo’n dag, maar met een praktijkschool houden we het rond de 150, zodat de instructeurs meer tijd hebben om jongeren individueel te begeleiden.”
Waarom richten jullie je op jongeren van 16 tot 20 jaar?
“Dat zijn vaak examenklassen: jongeren die aan een belangrijke missie werken, namelijk hun diploma. Daarom hebben we samen met partners CIOSNL en de vormingsafdeling van Defensie het werkboek Ik ben mijn missie ontwikkeld. Daarmee leren jongeren wat weerbaarheid is, hun eigen doelen formuleren en daaraan werken.
Daarnaast kunnen ze doorstromen naar de driedaagse MDT-missie (Maatschappelijke Diensttijd). Dan gaan ze op bivak op een militair terrein, slapen in tenten, doen groepsopdrachten en ronden daarna ook nog eens veertig uur vrijwilligerswerk af. Daarvoor moet je minimaal 17 zijn. Vandaar dat we ons richten op 16 tot 20 jaar.”
Hoe ziet een typische dag eruit?
“De dag is opgebouwd uit sportieve onderdelen en militaire opdrachten. Denk aan rugby, boksen en zelfverdediging, maar ook aan aanhoudingstechnieken, boomstamtraining en groepsopdrachten. Een mooi voorbeeld is de wandelende A: een houten frame met touwen, waarbij één leerling in het midden staat en de rest het geheel moet verplaatsen door samen de touwen te trekken. Dat lukt alleen met goede samenwerking en communicatie.
We draaien de dag vaak in tweeën: een halve dag sport, een halve dag Defensie. Overal zit reflectie in. Instructeurs vragen steeds: hoe ga je om met een tackle, hoe reageer je op weerstand, doe je allemaal evenveel? Zo leren jongeren zichzelf en elkaar beter kennen.”
Welke waarden proberen jullie vooral bij te brengen?
“Doorzetten, samenwerken, incasseren en verantwoordelijkheid nemen voor je gedrag. We hanteren vier basisregels van het Korps Commandotroepen:
- Tijd is tijd
- Afspraak is afspraak
- Niet goed is opnieuw
- Geen bullshit
Die laatste is belangrijk. Als ik je vraag hoe het gaat en je zegt ‘goed’, maar je zit er met een lang gezicht, dan is dat gewoon niet eerlijk. Jongeren hebben kaders nodig. En als je die helder neerzet, zie je dat ze daar juist houvast in vinden.”
Waarom zijn jongeren tegenwoordig minder weerbaar, denk je?
“Veel structuren zijn weggevallen. Ikzelf groeide op in een gezin waar alles helder was: kerk, sportclub, duidelijke regels. Ik zeg absoluut niet dat het precies zo moet, maar bepaalde vangrails zijn nu vaak verdwenen en jongeren hebben die juist nodig. Natuurlijk mogen ze er soms buiten kijken, maar ze moeten wel weten waar de grenzen liggen. Als die weg zijn, raken jongeren zoekend. Met dit programma geven we die kaders terug. En dat werkt.”
Wordt het effect ook gemeten?
“We evalueren altijd met scholen. Zij kennen de leerlingen het best en zien hoe het programma doorwerkt in de klas. Wat we veel terughoren, is dat jongeren die duidelijke structuur waarderen. Docenten geven ook aan dat ze zelf aan hun eigen weerbaarheid moeten werken: als de ene docent streng is en de andere laat alles los, weten jongeren niet waar ze aan toe zijn. Daarom trainen we inmiddels ook docenten rondom ons werkboek, zodat de kaders ook in de klas worden toegepast.”
Heb je voorbeelden van succesverhalen?
“Vorig jaar in Apeldoorn regende het van ’s ochtends tot twee uur ’s middags. Jongeren kwamen binnen met een gezicht van ‘wat doe ik hier’. Maar aan het eind van de dag stonden ze lachend in de regen, totaal veranderd. Ze ontdekten: regen is geen probleem meer, ik kan dit aan.
Ook tijdens de bivaks zie je prachtige dingen. Jongeren die elkaar helpen, samen een tent optuigen, of elkaar aanspreken als iemand te laat komt. In eerste instantie vinden ze het misschien irritant dat de hele groep terug moet omdat één iemand te laat is. Maar daarna gaan ze elkaar juist steunen en ontstaat er verbinding. Dat zijn lessen die ze meenemen in hun leven.”
Kunnen jongeren met beperkingen ook meedoen?
“Hier hadden we het van de week toevallig over. Volgend jaar willen we starten met een pilot voor speciaal onderwijs, onder meer in Zeeland. Mentale weerbaarheid is belangrijk voor alle jongeren. We zullen ons programma dan moeten aanpassen, maar het verandert waar je naartoe werkt en de uitkomst niet.”
Wat doet dit programma met jou persoonlijk?
“Het geeft me ongelooflijk veel energie. In 2021 begonnen we met honderd jongeren, nu zijn het er 5.500 in 22 gemeenten. Samen met mijn collega Egbert Ruigrok, die twaalf jaar bij het Korps Commandotroepen zat, trek ik dit programma. Hij brengt de militaire vormingskant mee, ik de sportachtergrond.
Elke keer dat ik zo’n terrein oploop en honderden jongeren zie die keihard bezig zijn en over hun eigen grenzen gaan, denk ik: dit is precies waarom we dit doen. Natuurlijk kost het veel tijd en energie, maar je krijgt er nog meer energie voor terug. Omdat je ziet dat je écht impact maakt.”
Bron: Jimte Poelman
Foto: Ministerie van Defensie
Auteur: Ika Berman
The post Scholieren trainen mentale weerbaarheid appeared first on 1Amstelveen.