❌

Lees weergave

Er zijn nieuwe artikelen beschikbaar. Klik om de pagina te vernieuwen.

Boris de Beijer - Artefactum 3000 -

Museum JAN in Amstelveen presenteert de eerste museale solotentoonstelling van kunstenaar Boris de Beijer (1986). De Beijer studeerde af aan de Rietveld Academie en leidt sindsdien een interdisciplinaire praktijk waarin zijn werk manoeuvreert tussen het functionele en het autonome. Het ambacht staat bij hem centraal. De Beijer maakt zich graag nieuwe technieken eigen en werkt met diverse materialen. Speciaal voor Museum JAN maakt hij nieuw werk, deels in samenwerking met glasblazers van de Amsterdamse Van Tetterode Glass Studio.

De Oudheid vormt voor De Beijer een belangrijke inspiratiebron. In Artefactum 3000 creëert hij een wereld waarin elementen uit een oude Romeinse stad herkenbaar zijn met een knipoog naar een verre toekomst.

Liefde voor ambacht

Liefde voor het klassieke ambacht is de kern van De Beijers werk. Hij wil alles weten van de materialen waarmee hij werkt: hoe ze zich gedragen bij verschillende behandelingen, hoe ze zich verhouden tot andere materialen, hoe ze zijn toe te passen. 'Voor veel kunstenaars en ontwerpers is het ambachtelijke element een van de minst glamoureuze aspecten van hun werk. Liever heeft men het over het grootse en soms magische moment van een inblazing van een idee. De inspiratie. Maar voor mij is deze inblazing niet mogelijk zonder me eerst onder te dompelen in het 'vuile' werk. Ideeën ontstaan bij mij door direct in het materiaal te duiken,' aldus De Beijer. 'Het ambacht heeft ten onterechte een underdogpositie in het kunst- en ontwerpveld, terwijl juist veel grote kunstenaars en ontwerpers, uit de oudheid en uit het heden, zich door het ambacht laten leiden en inspireren. Voor mij is dit een onontkoombaar terugkerend thema.'

Experimenteren met glas

Het liefst leert De Beijer de oude technieken uit de Griekse en Romeinse beschaving, 'daar waar alles begon. Uit dat onderzoek naar materiaal en techniek ontstaan mijn ideeën.' De Beijer speelt met het idee van 'grandeur' door werken uit de oudheid na te bootsen in niet-traditionele materialen. In kringloopwinkels vindt hij bijvoorbeeld (kopieën van) klassieke beeldjes die hem inspireren of hij maakt een eigen (glazen) variant van een Etruskische vaas met stempelnoppen, gebaseerd op een afbeelding in een catalogus. 'Het ambacht staat bij mij centraal maar wordt zowel gebruikt als misbruikt.' Voor de nieuwe werken ging De Beijer  experimenteren met glas. In samenwerking met glasspecialisten Frederic Van Overschelde en Sander van der Wal van de Van Tetterode Glass Studio maakt hij zich het ambacht eigen, met prachtige glasobjecten als resultaat.

Boris de Beijer

In 2011 studeerde Boris de Beijer af aan de afdeling Jewellery - Linking Bodies van de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Inmiddels is het werk van Boris de Beijer te zien in (inter)nationale galerieën en culturele instellingen en is hij vertegenwoordigd in museale collecties van het Stedelijk Museum Amsterdam, het CODA in Apeldoorn en het MAD Museum in New York. Ook maakte hij werk in opdracht voor onder andere Jacquemus, Róhe Frames, Semaine, Cibone en Ace&Tate.

Otto B. de Kat en tijdgenoten - Jeanne Bieruma Oosting, Wim Oepts, Kees Verwey e.a. - Otto B. de Kat en tijdgenoten.

1: Otto B. de Kat, Zelfportret, 1955, Museum Maassluis, 2: Otto B. de Kat, Het open venster (La Grand Pressigny), 1982, Van der Pant Fine Art. 3: Jeanne Bieruma Oosting, Interieur met stoel, 1972, Museum Maassluis

De tentoonstelling Otto B. de Kat en tijdgenoten - Jeanne Bieruma Oosting, Wim Oepts, Kees Verwey e .a. geeft een overzicht in hoogtepunten van de schilderkunst van Otto B. de Kat. Met een selectie werken van tijdgenoten die eveneens 'de ziel der dingen' probeerden vast te leggen, wordt zijn oeuvre in breder perspectief geplaatst. Schilderijen van onder anderen Jeanne Bieruma Oosting, Johan Buning en Kees Verwey laten zien dat De Kat weliswaar een eigen gezicht had, maar tegelijkertijd deel uitmaakte van een grotere beweging. Terwijl de Nederlandse avant-gardisten in een permanente staat van revolutie verkeerden, vormde het werk van De Kat en de zijnen een even sterke als constante onderstroom. Losgezongen van tijd en plaats bezit deze kunst een universele zeggingskracht, die de hedendaagse kijker onverminderd inspireert en ontroert.

Bezonken bezieling

"Hij kan wachten", zo karakteriseerde kunsthistoricus Hans Jaffé  in 1972 de Haarlemse schilder Otto B. de Kat (1907-1995). In tegenstelling tot zowel de impressionisten als de expressionisten, die snel en spontaan werkten, bleef De Kat net zo lang wikken en wegen tot hij het wezenlijke van wat hij om zich heen zag op zijn doek terugvond. Daarbij was het hem niet te doen om ongewone of spectaculaire zaken. Hij schilderde juist die onderwerpen waarmee hij zich door de dagelijkse omgang ten diepste verbonden voelde: een gedekte tafel, een interieur met fauteuil, het uitzicht op een polder in Noord-Holland of een heuvellandschap in de Auvergne. In plaats van een vluchtige indruk of emotionele weerslag tonen De Kats schilderijen een wereld van bezonken bezieling, waarin geen tijd lijkt te bestaan. Precies die sfeer van tijdloosheid zorgt ervoor dat zijn werk ook tegenwoordig nog een grote en zelfs weer groeiende groep liefhebbers aan zich weet te binden. In een samenleving die steeds hectischer en onzekerder wordt, is de schilderkunst van De Kat een welkom baken van onverstoorbaarheid.

Otto B. de Kat

Otto B. de Kat werd opgeleid aan de kunstnijverheidsschool in Haarlem en de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Eind jaren twintig ging hij naar Parijs om kennis te nemen van het modernisme, zonder zich er volledig aan over te geven. Van begin af aan toonde De Kat zich bedachtzaam en liet hij zich alleen beïnvloeden door ontwikkelingen die bij hem pasten. Zijn verblijf in het Belgische Ukkel bij Brussel, van 1937 tot 1940, kenmerkt zijn behoefte om in de luwte zijn eigen weg te zoeken. Indrukken die hij opdeed in zijn directe omgeving of tijdens reizen werden in de beslotenheid van het atelier verwerkt tot gelaagde schilderijen in gedempte, vaak familiare kleuren. Het naoorlogse 'wilde schilderen' van Cobra liet hij links liggen, net als de informele en conceptuele kunst van daarna.  Zijn voorbeelden waren Franse meesters als Pierre Bonnard, Édouard Vuillard, Albert Marquet en later ook Nicolas de Staël. Pendelend tussen Amsterdam en zijn tweede huis in Frankrijk bouwde De Kat aan een oeuvre dat gestaag uitgroeide tot een hechte synthese van de Franse en Hollandse school. De stemmige polders die hij aan het eind van zijn leven in Noord-Holland schilderde, behoren tot zijn beste werk.

 

Binnenkort te zien op -

Museum JAN presenteert de volgende aankomende tentoonstellingen:

Boris de Beijer - Artefactum 3000

Van 30 november 2024 tot 11 mei 2025

Glaskunstenaar Boris de Beijer presenteert nieuw werk voor zijn eerste solotentoonstelling in Museum JAN.

Koen Vermeule

Verwacht 11 april 2025

Koen Vermeule schildert de 'Stompin Grounds' van onze stedelijke omgeving. Hij beeldt mensen af die verloren lijken rond te dwalen in de wereld. 

Anton Heyboer -

Het is dit jaar 100 jaar geleden dat de veelzijdige kunstenaar Anton Heyboer (1924-2005) werd geboren. De graficus, schilder en tekenaar werd een levende legende door zijn excentrieke levensstijl met vijf vrouwen. Museum JAN viert dit met Anton Heyboer - Levenskunstenaar, een presentatie met onder andere niet eerder getoonde fotocollages waarin het leven van Heyboer met zijn vrouwen centraal staat. 

Anton Heyboer - Levenskunstenaar

Heyboer werd in 1924 geboren in Sabang (Nederlands-Indië) maar groeide grotendeels op in Nederland. Hij volgde een opleiding tot werktuigbouwkundige en werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter gedwongen te werken in een doorgangskamp in Berlijn, waaruit hij wist te ontsnappen. In 1951 werd hij vanwege zijn oorlogstrauma opgenomen in de psychiatrische inrichting in Santpoort. Daar ontdekte hij de helende werking van kunst. In de jaren vijftig en zestig maakte hij zijn eerste succesvolle werken: grote vellen sobere grafie en gouaches. Later tekende hij met luciferstokjes en ging hij ook schilderen en maakte sculpturen. In het Noord-Hollandse Den Ilp woonde hij sinds 1961 samen met zijn vrouw Maria en uiteindelijk met vijf vrouwen die hij zijn 'bruiden' noemde: Lotti, Marike, Joke en Petra. Met zijn vrouwen wilde hij loskomen van de maatschappij, zich bevrijden van 'hoe het hoort' volgens je opvoeding en achtergrond.

Lonneke van der Palen -

In de foto's van Lonneke van der Palen (1985) zijn alledaagse objecten de hoofdrolspelers: van een bestekhouder, een onrijpe paprika en een wasknijper tot een fles zonnebrandcrème of lichaamsdelen in close-up. Haar foto's wortelen in de werkelijkheid, maar zijn nooit documentair. Van der Palen kiest haar onderwerpen zorgvuldig, herschikt, vergroot, voegt toe of haalt juist weg en filtert de ruis eruit. Ze reduceert de zichtbare wereld tot een opgeschoonde essentie. Dat resulteert in composities waarin vorm, kleur en licht zich weloverwogen tot verhouden. Hoewel alles is geënsceneerd, doen haar beelden heel realistisch aan.

Lonneke van der Palen heeft een selectie gemaakt uit ruim tien jaar werk, vaak in serie gemaakt of met terugkerende thema's. Zo fotografeerde ze talloze objecten letterlijk van twee kanten: bij het creëren van de exact juiste positionering deed ze dat ook diametraal van de andere kant. Samen vormen die twee beelden als het ware een driedimensionaal beeld. Of neem de serie Please Sit on Me, van die ordinaire witte plastic tuinstoelen die ze op verschillende plekken van in de wereld fotografeerde. Ze bracht deze stoelen zo in beeld dat het bij personages worden - die soms een langer leven hebben dan wij mensen. Andere objecten krijgen door haar benadering juist een dromerige, poëtische uitstraling, zoals de jerrycans die ze voortdurend tegen het lijf loopt en vervolgens besluit te fotograferen. En het stapeltje stenen op een knie, ontstaan uit verveling, krijgt weer een decoratieve, bijna abstracte kwaliteit.

Onverwachte verbindingen

Al staat elk beeld op zichzelf, Van der Palen voegt in de tentoonstelling extra betekenis toe door te spelen met  verrassende combinaties op de muur en daar nieuwe titels bij te bedenken. Zoals ze zelf vaak associatief te werk gaat met de voorhanden middelen, zo presenteert ze haar beelden ook in de tentoonstelling. Door oud en nieuw werk, vastgelegd in de studio of op locatie, naast elkaar te presenteren ontstaan intrigerende en onverwachte verbindingen. Niet alleen voor de kunstenaar zelf maar ook voor de bezoeker: iedereen heeft zijn eigen associaties, maakt zijn eigen verhalen. Door de traditionele hiërarchie van de fotografische genres te doorbreken en beelden op verschillende formaten en manieren te presenteren - als blow-upbehang, in een lijst of simpelweg op de muur geprikt - ontstaat een verrassende esthetiek. 'Ik hoop mensen op deze manier aan te zetten tot een speelsere en bewuste beleving van alledaagse taferelen.'

Lisa Konno - Het porseleinen lichaam - Het porseleinen lichaam.

Van 14 februari t/m 16 juni 2024 presenteert Museum JAN een tentoonstelling over het werk van modeontwerper en kunstenaar Lisa Konno (1992). Voor deze eerste museale solo maakt Konno nieuw werk waarin ze Japans porselein combineert met textiel. Met dit werk reflecteert Konno op schoonheidsidealen in zowel Japan als Nederland en stelt ze de vraag: wanneer is een zoektocht naar schoonheid een bevrijdende vorm van zelfexpressie en wanneer slaat het om naar een vorm van onderdrukking? Een verwarrende grens die onderzocht wordt in een video-installatie en een serie objecten die het midden houden tussen kledingstuk en sculptuur.

Lisa Konno
Lisa Konno is een uitgesproken, interdisciplinaire maker binnen de modevormgeving. Haar werk is kleurrijk, innovatief en opvallend. Culturele identiteit en ambacht zijn twee belangrijke pijlers in haar werk. Ze behandelt gewichtige onderwerpen graag op een lichtvoetige, humoristische manier. De afgelopen jaren deed ze dit veel in combinatie met film. In de documentaire/modefilm NOBU, BABA en HENK worden vaders met een migratieachtergrond gevraagd naar hun levensverhaal terwijl ze een collectie dragen geïnspireerd op hun identiteit. Konno experimenteert met een vorm van 'op de persoon ontwerpen', waarmee ze een ander licht werpt op het begrip haute couture. Haar films waren te zien op de VPRO en BNNVARA en op het IFFR en andere internationale filmfestivals. In 2018 won ze een Dutch Design Award. Haar werk behoort tot de vaste collectie van het Kunstmuseum, Textielmuseum en Centraal Museum Utrecht.

In de zomer van 2022 volgde Lisa Konno een residentie in Arita (Japan) waar ze met porselein eerder werken onder begeleiding van ambachtsspecialisten. Konno, zelf half Nederlands en half Japans, is opgegroeid en opgeleid in Nederland. Het onderzoek in Arita was voor haar dan ook een studie die niet alleen het materiaal besloeg maar ook haar eigen identiteit. Ze legde daar de basis voor een nieuwe stap in haar werk en een nieuwe collectie die te zien zal zijn tijdens haar eerste museale solotentoonstelling bij Museum JAN.

Tjalf Sparnaay - Het grotere plaatje - Het grotere plaatje

Met de jubileumtentoonstelling The Bigger Picture viert Museum JAN in Amstelveen de 70ste verjaardag van beeldend kunstenaar Tjalf Sparnaay. Ruim 60 werken uit verschillende museale en particuliere collecties geven een bijzonder overzicht van zijn oeuvre: van zijn eerste illustraties voor ansichtkaarten tot zijn nieuwste foodpainting WasteScape dat voor het eerst wordt geëxposeerd voor publiek. Sparnaay, internationaal bekend door en geroemd om zijn iconische olieverfschilderijen van gebakken eieren en platgeslagen colablikjes, etaleert in Museum JAN de grootsheid van het kleine. Met zijn hyperrealistische stijl betovert de beschouwer, die direct gelooft in de kracht van zijn verbeelding. Maar Sparnaay toont ook dat in de fotografische, objectieve benadering van zijn onderwerpen wel degelijk een persoonlijke bezieling zit.

Tjalf Sparnaay

Als je voor een doek van Tjalf Sparnaay (Haarlem, 1954) staat, gebeurt er iets met je. Het beeld dat je ziet, blijft je bij. En dat is precies waar het hem om te doen is: "Ik ben een plaatjesmaker. Ik wil plaatjes maken dat je raakt. Maar het gaat mij ook om het grotere geheel, om the bigger picture." Sparnaay wil dat je verder kijkt dan je ziet. Hij doet je beseffen dat je de dingen om je heen ook op een andere manier kunt bekijken. Humor, optimisme en positiviteit, het zit allemaal in zijn voorstellingen. 

De schoonheid van alledag

Hij is de schilder van het gewone, het alledaagse, van zaken die je herkent omdat je je er dagelijks mee omgeeft maar die door hun isolement en hun plaatsing in een schilderij totaal op zichzelf staan. Zo gaf hij in 1988 de binnenkant van zijn eigen vaatwasser weer, getriggerd als hij was door de weerkaatsing van het zonlicht op de vaat. Een herkenbare en vanzelfsprekende voorstelling, maar qua thematiek en stijl volledig nieuw binnen de Nederlandse schilderkunst. Sparnaay werd geïnspireerd door Rembrandt en Vermeer, door het magisch realisme van Carel Willink en het Amerikaanse fotorealisme, ook wel hyperrealisme genoemd, van onder andere Ralph Goings, Charles Bell en Richard Estes. Hij maakte zich hun stijl zelf eigen en ontwikkelde het - door hemzelf benoemde - megarealisme, waarbij hij de werkelijkheid met meer dan fotografische precisie weergeeft, isoleert en (extreem) uitvergroot.

Levensboom - Jantien Jongsma - De boom van het leven.

Museum JAN toont een overzicht van het werk van Jantien Jongsma (1965). Afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie ontwikkelde ze zich als een meester van verhalen met gemengde technieken op papier. Borduurpatronen, verftechnieken en potlood wisselen elkaar af in haar kleurrijke werk waarin de cyclus van het leven centraal staat.

Het anekdotische oeuvre van Jongsma leest als een getekend dagboek. De fases van het leven staan centraal, met haar eigen levensloop als uitgangspunt. Hierbij maakt ze gebruik van de vormentaal afkomstig uit de volkskunst en handwerken, traditioneel veelal gemaakt door vrouwen. Merklappen - borduurwerkjes als test van iemands vaardigheden - vormen een bron van inspiratie. Motieven hieruit gebruikt Jongsma om de thema's uit het leven van een vrouw in beeld te brengen. In de patronen van oude borduurwerkjes ziet ze een samenvatting van het leven, van traditionele dagelijkse taferelen van geboorte tot de dood, maar ook stambomen en de jaargetijden. De thema's uit de volkskunst gaan over iedereen. Jongsma: "Uiteindelijk leven we allemaal volgens een borduurpatroon.

Jongsma groeide op omringd met kunstnijverheid. Haar moeder had veel belangstelling voor handwerk, volkskunst en naïeve schilderkunst en verzamelde merklappen. Geïnspireerd door de opbouw met decoratieve randen in diverse borduursteken, begint Jongsma verhalen weer te geven in de grafische kruissteekstijl. Personages in historische klederdracht figureren naast hedendaagse elementen. Jongsma vermengt in haar werk haar eigen ervaringen en jeugdherinneringen met locatie gebonden cultuurgeschiedenis. Dit leidt tot een fantasierijk geheel, veelal gesitueerd in plaatsen waar Jongsma heeft gewoond of die een indruk op haar hebben achtergelaten.

Levensboom

In de tentoonstelling 'Levensboom' is werk van Jongsma's van de afgelopen 15 jaar te zien. Het monumentale werk 'Levensboom' (2008) is haar vroegste werk dat als wankleed is opgebouwd, zonder perspectief of diepte. Vanaf de randen wordt in cirkelvorm de cyclus van het menselijk leven verbeeld, vervlochten met persoonlijke scènes. De verfijnde, grafische kruissteektekeningen contrasteren met de levensboom die krachtig en expressief is geschilderd.

In de tekening 'Amsterdam' (2012) is de invloed van topografische kaarten zeer herkenbaar. Naar voorbeeld van Middeleeuwse kaarten waarop de aarde schematisch is weergegeven met plaatsnamen en ingetekende gebeurtenissen zoals veldslagen, begint Jongsma haar eigen serie. Kaarten van plaatsen als Harlingen, Franeker, Sint Jacobi Parochie, Dokkum en Amsterdam vult ze met getekende verhalen uit haar leven. Enkele hiervan zijn te zien in de tentoonstelling.

Natuur is volgens haar een essentiële factor is voor een harmonieuze samenleving, ook een stad heeft licht, lucht en ruimte nodig heeft. Als onderwerp is de natuur daarom steeds prominenter aanwezig in haar werk.

In haar meest recente werk verwerkt ze scènes uit de theater- en danswereld met figuren in speelse kostuums. Spelende kinderen en dansende volwassenen zijn in een stedelijk landschap omringd door groen en architectuur. Jongsma ziet alle menselijke bewegingen als een grote choreografie.

 

Ted Noten & co. - over waarde - over waarde

Ted Noten viert dit jaar zijn dertigjarig jubileum als sieraadontwerper/kunstenaar. Ter ere daarvan is in Museum JAN zijn werk te zien vanaf 4 oktober. Noten bevraagt de functie van het sieraad aan de hand van thema's als waarde, originaliteit en status. Deze thema's zijn eveneens terug te zien in zijn installaties en performances, maar ook bij opkomende en gevestigde collega-kunstenaars die te zien zijn in deze tentoonstelling.

Ted Noten (1956)

Noten volgde zijn opleiding tot sieraadontwerper aan de Academie Beeldende Kunsten Maastricht en aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Hij werd bekend door zijn tassen en sieraden, waarbij hij voorwerpen als pistolen, sieraden maar ook dode dieren zoals een kameleon, ingoot in blokken acrylaat (PMMA).

Ted Noten schopt in zijn creatieve zoektocht tegen schenen en heilige huisjes, maar met de nodige humor. De wereld is zijn atelier; inspiratie kan komen van verre reizen of toevallige ontmoetingen, zomaar op straat in Den Bosch. Nuchterheid en humor zijn kenmerkend voor Noten, maar tegelijkertijd is hij kritisch. In die bijzondere combinatie neemt hij zijn vakgebied en maatschappelijke thema's scherp onder de loep. De materialen die hij gebruikt (zoals kauwgom en acrylaat) zijn onconventioneel en verrassend. Befaamd is de tas van Noten met revolver gegoten in acrylaat, maar ook de broches die de koper zelf vanuit kaugum kon modelleren. 

Glas uit de Oude Horn - Bernard Heesen, Nienke Sikkema, Josja Schepman -

Bernard Heesen (1958) is een van de belangrijkste en invloedrijkste glaskunstenaars van Nederland. Dit jaar wordt hij 65 jaar. Dat viert hét museum voor glaskunst in Amstelveen, Museum JAN, met een feestelijke tentoonstelling van Heesens eigen werk en dat van Nienke Sikkema (1988) en Josja Schepman (1980). Naast topstukken uit het oeuvre van Heesen toont Museum JAN recent, niet eerder geëxposeerd werk van de drie kunstenaars.

Bernard Heesen

Bernard Heesen geldt binnen de glaskunst als een vernieuwer die tijdens het maakproces, wanneer het glas heet en vloeibaar is, het toeval graag laat bijdragen aan het eindresultaat. 'Aan mijn kunstwerken kun je zien dat het bewogen heeft.' Hij is een van de weinige glaskunstenaars die zijn eigen ontwerpen maakt én uitvoert. Bekend werd hij onder andere met zijn glazen 'stenen' en zijn uitgesproken serie 'Encyclopaedische gewrochten.'

De Oude Horn - generaties in glas

In glasblazerij De Oude Horn in Acquoy leerde Bernard Heesen het ambacht van glasblazen van zijn beroemde vader, Willem Heesen. De Oude Horn was toen al een plek waar vele (inter)nationale glaskunstenaars en ontwerpers werkten, onder wie Lino Tagliapietra en Andries Copier. In 1995 trok zijn vader zich terug en droeg de leiding over aan zijn zoon. Sindsdien dient De Oude Horn dienst als werkplaats van Bernard Heesen maar biedt deze ook ruimte aan een nieuwe generatie glaskunstenaars.

De overdracht van het glasambacht is voor Bernard Heesen van groot belang. Zo leidde hij zijn assistenten Nienke Sikkema en Josja Schepman op tot zelfstandige glasblazers die zich in zijn werkplaats het ambacht eigen hebben gemaakt en een geheel eigen visie hebben ontwikkeld op glaskunst. De Oude Horn is daarmee een van de schaarse plekken in Nederland waar de glaskunst levend wordt gehouden. Daarnaast kent de Oude Horn ook een onderscheidende werkwijze en stijl die via verschillende generaties glaskunstenaars wordt doorgegeven. Net als bij Heesen is het 'spel met glas' voor kunstenaars Sikkema en Schepman het uitgangspunt van hun werkpraktijk. Het glas moet niet worden geforceerd, maar wordt behendig begeleid en onderzocht in zijn potentie. Het resulteert in zeer kleurrijke en decoratieve ontwerpen waarin het proces van glasblazen terug te zien is. 

Nienke Sikkema

Voor Sikkema is het van belang dat mensen het plezier herkennen waarmee ze haar objecten vormgeeft. Ze studeerde aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag waarna ze in De Oude Horn aan de slag ging. Ze laat het glas druipen en stapelt, rolt en boetseert ermee wat resulteert in speelse vormen. Haar kleurrijke juwelendoosjes met dierenfiguren zijn gemaakt in samenwerking met Bernard Heesen.

Josja Caecilia Schepman

Schepman studeerde vrije vormgeving aan de kunstacademie van Utrecht. Na haar afstuderen in 2006 begon ze met werken in glasatelier De Oude Horn. Ook was ze als glasblazer actief voor onder meer het Nationaal Glasmuseum en Van Tetterode in Amsterdam. Ze heeft een veelzijdig oeuvre opgebouwd met een karakteristieke eigen stijl. Ze creëert een uitgesproken fantasiewereld waarin wonderlijke wezens huizen. Haar werk is onder meer opgenomen in de collectie van het Frans Hals Museum.

 

Marie-Jeanne Van HΓΆvell tot Westerflier - Schilderen met een lens -...

Museum JAN presenteert de overzichtstentoonstelling Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier - Schilderen met een lens. Deze tentoonstelling geeft een beeld van het rijke en diverse fotografische oeuvre dat Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier (1953) de afgelopen 25 jaar heeft opgebouwd.

Van Hövell tot Westerflier is kampioen van de fotografische verstilling en natuurlijk licht. Haar portretten en stillevens doen denken aan bekende Nederlandse schilders als Johannes Vermeer en Clara Peeters, terwijl haar stadsgezichten herinneringen oproepen aan de fotografie van George Hendrik Breitner en Jacob Olie. Het 'schilderen met een lens' is een techniek die zij als geen ander beheerst. Zij creëert unieke fotografische beelden die het heden naar het verleden transformeren. Haar oeuvre, dat een bijzondere positie inneemt binnen de contemporaine Nederlandse fotografie, wordt ter gelegenheid van haar 70ste verjaardag voor het eerst in de breedte getoond. 

Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier

Als Van Hövell tot Westerflier in 1998 een analoge Hasselbladcamera leent, is de pas beginnende fotograaf direct verkocht. Het formaat, de scherpte en het vakmanschap waar de camera om vraagt, inspireren haar inmiddels al 25 jaar tot het vastleggen van herkenbare taferelen personen. Van Hövell gebruikt alleen natuurlijk licht en is dus steeds op zoek naar het juiste moment om haar onderwerp te vereeuwigen. Als een schilder niet tevreden is over een detail, kan hij dat met zijn penseel bijwerken of corrigeren. De lens is echter onverbiddelijk: die laat geen correctie toe, althans niet in het geval van Van Hövell voor wie fotoshoppen uit den boze is. Zij registreert een werkelijkheid die alleen zij kent en zichtbaar weet te maken. 

Verstilling en ingetogenheid

In de tentoonstelling in Museum JAN worden acht verschillende fotoseries getoond waarin verstilling en ingetogenheid de rode draad vormen, zoals De stille stad  en Contemplation. De ingrediënten voor deze laatstgenoemde serie zijn voorwerpen uit haar eigen interieur - bloemen, vruchten en soms een dood insect - met als resultaat een fotoserie die bewondering voor de Hollandse zeventiende-eeuwse schilderkunst verraadt. Ook voor De stille stad arrangeerde zij min of meer zelf de architectonische ingrediënten van de gebouwen door de manier waarop ze haar standpunt kiest en gebruik maakt van de lichtsomstandigheden. Haar reeks At the Window roept door de lichtval associaties op met het werk van de zeventiende-eeuwse schilder Johannes Vermeer. In haar portretfotografie en de serie The White Blouse weet zij elke keer weer de ziel van de geportretteerde te raken.

Piet Paris e.a. - Illustraties, glaskunst, mode -.

In de tentoonstelling Piet Paris e.a. - Illustraties, glaskunst, mode in Museum JAN wordt werk van mode-illustrator Piet Paris getoond. Piet Paris, pseudoniem van Pieter 't Hoen (1962), reflecteert met nieuw werk op de unieke glaskunstcollectie van Museum JAN en plaatst zijn tekeningen in dialoog met modedesigns van toonaangevende modeontwerpers als Viktor & Rolf, Claes Iversen, Spijkers & Spijkers en Benchellal. Glas, tekeningen en mode worden naast elkaar getoond en laten de basisbeginselen zien achter elke tekening van Piet Paris: vorm, kleur en symmetrie.

Piet Paris

Pieter 't Hoen (1962, Den Haag), alias Piet Paris, studeerde in 1988 af aan de Hogeschool voor de Kunsten Arnhem. In 1998 was hij een van de medeoprichters van de masteropleiding Fashion Institute Arnhem aan de ArteZ. Daarnaast geeft hij nog altijd tekenles aan modestudenten van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag.

Bekend werd  hij met zijn illustraties met karakteristieke lijnen, felle kleuren en vrouwelijke figuren met slanke silhouetten. Zijn tekeningen worden al 25 jaar  gepubliceerd in verschillende nationale en internationale kranten en tijdschriften als Vogue en Elle. Van het tekenen van catwalklooks tot het ontwerpen van een catwalk decor voor Viktor & Rolf, Piet Paris is niet uit de   internationale modewereld weg te denken.

Etaleren

Piet Paris is gefascineerd door 'esthetiek' en 'etaleren'. Net als in zijn tekeningen, zijn de compositie en kleurcombinaties bij het presenteren van mode en design van groot belang. Zo ontwierp hij onder meer illustraties, displays en etalages voor het Amerikaanse warenhuis Saks Fifth Avenue en was driemaal curator van de Arnhemse Mode Biënnale (2005, 2007 en 2009). Met deze unieke kijk op etaleren, cureren en illustreren stelt hij in Museum JAN een bijzondere tentoonstelling samen. Wat hebben glas, tekeningen en mode met elkaar gemeen? Paris ontleedt de designs en brengt ze terug naar verschillende kernwaarden waaronder lijn, vorm, textuur maar ook 'de ziel'.

Naast nieuwe en bestaande tekeningen van Piet Paris zijn in deze tentoonstelling mode-items te zien van ontwerpers als Viktor & Rolf, Claes Iversen, Spijkers en Spijkers, BENCHELLAL, Ronald van der Kemp, Loïs Brandsen, Schepers Bosman, David Laport, Stijn Koks, Jef Montes, Dirk Vaessen, MARTAN, Bastiaan Thijssen, G+N en DIED. Ook zijn diverse (glas)kunstwerken uit de collectie van Museum JAN te zien, waaronder werken van Jan Verschoor, Aleš Vašícek, Stanislav Libensky, Willem Heesen en Ritsue Mishima, die Paris inspireerde tot het maken van nieuwe tekeningen. Modejournaliste, presentatrice en auteur Fiona Hering, die Piet Paris goed kent, verzorgt de tentoonstellingsteksten.

Hommage aan Sam Francis -

Verlengd tot 18 juni

Ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Sam Francis (1923-1994) brengt Museum JAN een eerbetoon aan deze Amerikaanse schilder. In de tentoonstelling Hommage aan Sam Francis wordt een selectie van Francis' werk uit eigen collectie, aangevuld met bijzondere bruiklenen van kunstverzamelaar en Francis-liefhebber Nico Delaive. Francis wordt vaak geassocieerd met het abstract expressionisme, een na-oorlogse Amerikaanse schilderstroming, maar ontwikkelde een heel eigen stijl na zijn kennismaking met Europese en Oosterse (moderne) kunst. Francis werd bekend om zijn schilderijen met expressieve kleuren in een 'gecontroleerde chaos' van vlekken, druppels, lijnen en streken.

Sam Francis (1923-1994, Californië, VS)

Sam Francis begon met tekenen en schilderen als therapeutische bezigheid: na een ongeluk bleek hij bottuberculose te hebben waardoor hij jarenlang op bed moest liggen. Hij kreeg privé-lessen van David Park (1911-1960), docent aan de California School of Fine Arts en zelf ook kunstenaar. Park liet Francis kennismaken met het werk van onder anderen abstract expressionisten als Jackson Pollock (1912-1956), Mark Rothko (1903-1970) en Clyfford Still (1904-1980). In 1950 studeerde Francis af aan de kunstacademie en vertrok naar Parijs om Europese kunst te zien. Daar werd Francis' interesse in licht en kleur gestimuleerd door de impressionistische werken van bijvoorbeeld Monet. Hij experimenteerde met verschillende stijlen en liet zich ook inspireren door Chinese en Japanse kunst. Uiteindelijk ontwikkelde hij een eigen expressionistische stijl met gedruppelde, organische vormen en een focus op licht en kleur. Wereldwijd was zijn werk te zien. 

100 jaar Sam Francis | 80 jaar Jan Verschoor

Verzamelaar en oprichter van Museum JAN, Jan van der Togt (1905-1995), was een groot bewonderaar van de kleurrijke doeken van Sam Francis. Hij bracht één van Europa's grootste Francis-verzamelingen bijeen. Hij combineerde deze schilderijen graag met zijn collectie glaskunst waarin hij een soortgelijk spel van licht, kleur en transparantie herkende.

Naast het werk van Francis worden in de tentoonstellingsruimte beelden getoond van de hand van kunstenaar en medeoprichter van dit museum, Jan Verschoor (1943), die dit jaar zijn tachtigste geboortejaar viert. Zijn sierlijke sculpturen gaan een dialoog aan met de explosieve en overweldigende schilderijen van Francis. 

Barbara Nanning - Bewogen verstilling -

Museum JAN presenteert, ter ere van het UN International Year of Glass,  de tentoonstelling Barbara Nanning - Bewogen verstilling. De tentoonstelling toont het meest recente werk van glaskunstenaar Barbara Nanning (1957). In haar driedimensionale sculpturen combineert ze traditie en innovatie. Nieuwe vindingrijke technieken komen tot stand met de meest ervaren glasblazers uit Tsjechië. Het innovatieve architectuur- en ruimtelijk designbureau Atelier Tomas Dirrix levert een verfrissend 3D tentoonstellingsdesign.

Traditie en experiment

Naast de traditionele technieken die de basis staan van de kunstpraktijk van Nanning, is het experiment voor de kunstenaar van groot belang. Ze probeert kleur en licht telkens op een nieuwe manier te vangen in het glas. Zo ook in haar nieuwe serie Chimaera, een co-productie met de Tsjechische slijper Aleš Zvěřina, waarin ze werkt met annagroen glas. Dit groen gekleurde glas fluoresceert in het donker onder UV licht. De gezaagde en geslepen facetten in het annagroen glas zorgen voor talloze optische effecten en geven diepte aan het werk. Voor haar nieuwste serie Byzantium experimenteert Nanning met vergulde glasdraden die ze smelt tot patronen geïnspireerd op de Byzantijnse cultuur.

Wim Oepts en de schilders van het zonnige Zuiden -

Wim Oepts en de schilders van het zonnige zuiden biedt de kijker een uitgebreid overzicht van het oeuvre van kunstenaar Wim Oepts (1904-1988) en van zijn Nederlandse tijdgenoten. Oepts is een geliefd kunstschilder, bekend van zijn geabstraheerde kleurrijke landschappen. In het zonovergoten zuiden van Frankrijk vond hij inspiratie voor zijn typerende schilderijen vol contrasterende kleuren.

De zon achterna

"Ik ben echt aangestoken door het Zuiden", aldus de schilder Wim Oepts (1904-1988). In 1937 had de geboren en getogen Amsterdammer in het pittoreske Zuid-Franse vissersdorp Collioure het magische mediterrane licht ontdekt dat de wereld doet tintelen en stralen van kleur. Vanaf dat moment liet hij het zakelijke en donkere neorealisme, dat zijn ontdekker en mentor Charley Toorop (1891-1955) hem had bijgebracht en waarmee hij in Nederland juist op het punt van doorbreken stond,  voorgoed achter zich.

In 1939 vestigde Oepts zich in Parijs. Hij voelde zich 'bevrijd' in de lichtstad en zou er tot aan zijn dood blijven wonen. Onder invloed van pure coloristen als Pierre Bonnard, André Derain en zijn Franse leermeester Othon Friesz ontwikkelde zijn kunst zich in Frankrijk tot een ode aan de kleur. 's Zomer reisde hij de zon achterna, vooral naar Saint-Tropez. 's Winter werkte hij zijn schetsen thuis uit tot schilderijen. Het landschap, waaronder ook dorps- en havengezichten, werd vanaf eind jaren veertig zijn exclusieve onderwerp. Typerend zijn de grote vlakken en de felle, vaak onrealistische kleuren. Blauwe bomen en groene luchten zijn niet ongewoon bij Oepts.

❌