Lees weergave

Piloten zien aandelenbezit slinken als sneeuw voor de zon

piloten(leestijd circa 2 minuten)

Opnieuw moeten piloten een fors verlies slikken op hun aandelen in KLM. In 2024 daalde de waarde van de 2.241.065 aandelen die gehouden worden in het gezamenlijke beleggingsvehikel Spaak van 30 miljoen naar nog maar 18 miljoen euro in totaal.

Drie jaar geleden werden de stukken nog gewaardeerd op ruim 70 miljoen euro. Dat was een correctie van de 83 miljoen euro die een jaar daarvoor in de boeken was geschreven.

Het is een totale waardedaling vanaf eind 2021 van zo’n 80 procent. Dat ligt de piloten zwaar op de maag, maar vol goede moed staat er te lezen in het jaarverslag van Spaak dat een delegatie is afgereisd naar de vergadering van aandeelhouders in Parijs en dat zij daar toch maar mooi hebben gesproken met verschillende topmensen van Air France-KLM.

Spaak staat voor Stichting Piloten Aandelen Airfrance KLM en beheert de aandelen om invloed te kunnen uitoefenen op het beleid. De aandelen zijn goed voor een belang van 0,85 procent in het bedrijf.

Niet speculeren
Hoewel de koers al jarenlang daalt en daarmee de waarde van het bezit, houdt Spaak de stukken vast. “Spaak speculeert niet”, zo heet het in de jaarverslag. Lange tijd werd vastgehouden aan de ooit 83 miljoen euro die de aandelen eens waard waren, maar nu het bezit zo is afgetakeld kon dit niet langer worden volgehouden.

Inmiddels wordt de post ieder jaar bijgesteld aan de hand van de beurskoers van het aandeel aan het einde van het boekjaar op 31 december.

Spaak werd opgericht nadat in de cao-onderhandelingen van 2015 met de piloten werd afgesproken dat zij gingen beleggen in de aandelen van hun werkgever om zo extra mee te profiteren van toekomstige koerswinsten. Dit winsten blijven vooralsnog uit en draaiden als gevolg van het niet gewaardeerde AFKL-beleid uit op forse verliezen.

Status quo
In het lopende boekjaar ziet het er vooralsnog iets gunstiger uit voor de piloten. Vandaag staat de koers op iets meer dan 13 euro, een winst van 60 procent ten opzichte van eind vorig jaar. Daarmee komt de waarde weer in de buurt van het niveau van eind 2023.

Inmiddels zijn er al jarenlang geen aandelen meer aangekocht of verkocht. Spaak bevindt zich dan ook in een status quo.

Bron

Burgers eisen integraal gezondheidsonderzoek naar effecten vliegverkeer

ziekenhuis(leestijd circa 3 minuten)

Tegelijkertijd met de Maatschappelijke Raad Schiphol, het officiële adviesorgaan van de regering inzake luchtvaart, eisen drieëntwintig burgerorganisaties een integraal onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van het overmatige vliegverkeer.

De gezondheid van honderdduizenden omwonenden staat op het spel. Het laatste grote onderzoek werd eind jaren ’90 uitgevoerd. Na ruim een kwart eeuw van groei en verzwijgen is het hoog tijd dat de regering de Gezondheidsraad opdraagt een diepgaand en onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar de verwoestende impact van luchtvaart op de gezondheid van omwonenden.

Het advies dient volgens de burgerorganisaties – waaronder SchipholWatch – in te gaan op de geluidsoverlast en luchtverontreiniging die de gezondheid van de mensen aantasten. Onder meer het Longfonds, Natuur & Milieu, Urgenda, Greenpeace en Milieudefensie staan schouder aan schouder in deze eis.

De Maatschappelijke Raad Schiphol diende een week geleden al een soortgelijk verzoek in bij minister Tieman van Infrastructuur. De raad benadrukte dat gezondheid voortaan prioriteit moet krijgen in de besluitvorming rond Schiphol.

Exponentiële groei
Het is bijna onvoorstelbaar, maar het laatste grote onderzoek naar de gezondheidseffecten van het vliegverkeer werd in 1999, nu 26 jaar geleden gedaan. Sindsdien is het vliegverkeer exponentieel toegenomen. In 1992 waren er 239.000 vluchten, in 1999 al 394.000 en in 2024 maar liefst 474.000 vluchten. Dit is een enorme stijging, maar het luchtvaartbeleid houdt er geen rekening mee.

Tegelijkertijd met de groei is de regio rondom Schiphol aanzienlijk dichter bevolkt geraakt. Er zijn naar schatting 55.000 nieuwe woningen bijgebouwd. Het betekent dat steeds meer mensen direct worden blootgesteld aan de schadelijke effecten van het vliegverkeer, terwijl we geen actueel overzicht hebben van de risico’s.

De luchtvaart brengt meerdere gezondheidsgevaren met zich mee: geluidsoverlast en slaapverstoring, luchtverontreiniging en bodem- en watervervuiling. De constante vliegherrie leidt tot ernstige slaapproblemen. Dat leidt op termijn tot gezondheidsklachten. De lucht raakt verontreinigd met ultrafijnstof, stikstof en zeer zorgwekkende (lees: kankerverwekkende) stoffen. Ultrafijnstof is zo klein dat het diep in de longen en zelfs in de bloedbaan terechtkomt, met ernstige gevolgen voor longen, hart en hersenen.

Femke van Brussel van bewonersorganisatie S4R verwoordt het treffend: “Het luchtvaartbeleid van nu houdt onvoldoende rekening met de gezondheid. De gezondheid van op zijn minst vele honderdduizenden mensen vraagt om een nieuw, onafhankelijk advies op basis van recent onderzoek”.

Fopnormen
Het probleem is niet een gebrek aan actuele kennis, maar vooral de tekortkomingen in de huidige regelgeving. Bestaande normen voor de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen zijn relatief en worden uitgedruk in ‘grammen per ton vliegtuiggewicht’. Dit betekent dat een toename van het totaal aantal vluchten geen invloed heeft op eventuele normoverschrijdingen, terwijl het in werkelijkheid wel leidt tot een grotere uitstoot en meer nadelige gezondheidseffecten. De huidige normen verhullen de werkelijke impact.

Ook voor vliegherrie is de situatie zorgwekkend. De huidige geluidsnorm in ons land is hoger dan wat de Wereldgezondheidsorganisatie en het RIVM adviseren. De norm is bovendien niet alleen gebaseerd op gezondheid, maar ook op andere factoren als het behoud van vastgestelde geluidsruimte en, heel typerend, economische belangen.

Dat doet vermoeden dat de belangen van de vliegindustrie zwaarder worden gewogen dan de gezondheid van de burger. Erger nog, er bestaat in Nederland nog geen gezondheidskundige advieswaarde voor ultrafijnstof. En er bestaan geen normen of minimalisatieverplichting voor de uitstoot door de luchtvaart van de meeste zeer zorgwekkende stoffen. Dat is een ernstige lacune die gedicht moet worden.

Kennis genoeg
Sinds het advies van 1999 zijn er diverse rapporten verschenen die nieuwe en zorgwekkende inzichten geven in de gezondheidseffecten van de luchtvaart en specifiek rondom Schiphol. Zo publiceerde de Gezondheidsraad in 2004 een onderzoek naar de invloed van geluid op de slaap en de gezondheid en in 2021 naar de risico’s van ultrafijnstof in de buitenlucht.

De Wereldgezondheidsorganisatie kwam in 2019 met richtlijnen voor geluidsoverlast en het RIVM publiceerde in 2022 over ultrafijnstof rond Schiphol. In 2022 verscheen van de GGD’s een uitgebreid rapport naar de geluidshinder en slaapverstoring door de luchtvaart en de Belgische Hoge Gezondheidsraad schreef een uitgebreid rapport over de effecten van het vliegverkeer rond vliegveld Zaventem.

Wat ontbreekt is een integraal overzicht van de effecten, met name de cumulatieve impact. Plus een concreet advies over hoe gezondheid structureel kan worden meegenomen in de besluitvorming rond Schiphol, gebaseerd op feitelijke onderbouwing.

Aanbieding Tweede Kamer
Alle organisaties eisen dat de Gezondheidsraad met zo’n overzicht komt, gebaseerd op de totale ziektelast in plaats van op misleidende relatieve normen. Het moet onderscheid maken tussen de bijdrage van Schiphol en die van andere bronnen, zoals het wegverkeer en de effecten op toekomstige generaties meewegen.

Bovendien eisen de burgers dat er gezondheidskundige advieswaarden voor ultrafijnstof worden ontwikkeld en dat de huidige geluidsnormen worden aangescherpt tot een niveau dat daadwerkelijk de volksgezondheid beschermt.

Om de eisen kracht bij te zetten, bieden de organisaties woensdag 10 september aanstaande een manifest aan aan leden van de Tweede Kamer, de minister van Infrastructuur en de staatssecretaris van Volksgezondheid. Vanaf 11 uur is iedereen welkom op het Anna van Buerenplein in Den Haag.

De roep om een groot gezondheidsonderzoek zou pas aanstaande woensdag worden gepubliceerd, maar het vakblad Luchtvaartnieuws schond het embargo zodat het nu vervroegd is vrijgegeven.

Bron

Studie: alternatieve brandstoffen brengen klimaatimpact luchtvaart nauwelijks omlaag

raffinaderij(leestijd circa 3 minuten)

De vliegindustrie presenteert alternatieve brandstoffen als dé oplossing om de sector te verduurzamen en de klimaatimpact te verminderen. Maar een recent onderzoek haalt deze claims grotendeels onderuit en toont aan dat de werkelijke klimaatwinst veel beperkter is dan voorgesteld.

De focus op alleen de uitstoot van kooldioxide (CO2) in veel regelgevende kaders miskent een groot deel van de klimaatproblematiek van het vliegverkeer. Zo concentreren het Corsia-schema (ICAO) en de EU Renewable Energy Directive zich op broeikasgasemissies (CO2, CH4, N2O) gedurende de levenscyclus van de brandstof, van productie tot verbruik (well-to-wake).

Wat deze kaders echter consequent uitsluiten, zijn de niet-CO2-emissies die vrijkomen tijdens de vlucht (pump-to-wake), zoals stikstofoxiden (NOx), waterdamp (H2O) en roetdeeltjes. Dat is een cruciale tekortkoming aangezien deze effecten verantwoordelijk zijn voor ongeveer twee derde van de totale klimaateffecten van de luchtvaart.

Door deze buiten beschouwing te laten, wordt de werkelijke klimaatimpact van de luchtvaart ernstig onderschat en de reductie door alternatieve brandstoffen ernstig overschat. In die zin is het geen enkel probleem dat Shell vandaag definitief besloot de bouw van een fabriek voor alternatieve brandstoffen af te breken.

Minder dan de helft
Het onderzoek laat zien dat de maximale reductie in CO2-equivalent (CO2e) emissies bij het gebruik van 100 procent alternatieve brandstoffen minder dan 50 procent bedraagt vergeleken met fossiele kerosine. Dit is vooral te wijten aan het onvoldoende aanpakken van NOx-emissies en contrails tijdens de vlucht.

Het percentage staat in schril contrast met de “tot wel 94 procent reductie” van broeikasgassen die vaak te horen is uit de vliegindustrie. Dat cijfer kijkt namelijk alleen naar de CO2, CH4 en N2O over de levenscyclus en dus niet naar de overige effecten.

Bio- of kunstmatige kerosine heeft weinig tot geen effect op de NOx-emissies. Dat komt doordat de NOx-uitstoot vooral wordt bepaald door de motorarchitectuur en de verbrandingstechnologie, niet zozeer door de brandstof zelf. Moderne vliegtuigmotoren stoten juist meer NOx uit dan oudere versies. NOx kan zowel een opwarmend effect hebben via ozonproductie als een verkoelend effect via methaanafbraak, maar de totale impact is significant en negatief. Het gebrek aan vooruitgang hierin betekent dat een groot deel van de klimaatimpact onverminderd doorgaat bij het gebruik van alternatieve brandstoffen.

Condensatiesporen
De uitstootindex van waterdamp is voor alternatieve brandstof zelfs iets hoger dan voor fossiele kerosine. Dat leidt tot een licht hogere opwarming. Wanneer waterdamp op grote hoogte wordt uitgestoten, is de verblijftijd langer en versterkt dit het broeikasgaseffect.

Alleen wat betreft de vorming van condensatiesporen hebben alternatieve brandstoffen een meetbaar positief effect. Door de verbranding kan de roetuitstoot verminderen, wat kan leiden tot 21 procent minder contrails in het jaar 2130 (honderd jaar vanaf nu).

Roetdeeltjes zijn cruciaal voor de vorming van vliegtuigsporen, die vooral ‘s nachts een aanzienlijke opwarmende werking hebben. Hoewel reductie welkom is, is het geen volledige eliminatie en de werkelijke impact blijft omgeven door aanzienlijke onzekerheden.

Bovendien worden directe effecten van aerosolen (zoals het verkoelende effect van sulfaten of de opwarmende effecten van roet) vaak niet meegenomen in analyses. Dit vanwege de onzekerheid of vanwege de relatief kleine waarden. Zo kan de klimaatimpact van alternatieve brandstoffen nog eens extra onderschat worden.

Tijdspad
De manier waarop klimaatimpact wordt gemeten (bijvoorbeeld over een periode van 20, 50 of 100 jaar) heeft ook een grote invloed. Over kortere periodes zijn de niet-CO2-effecten zoals contrails veel prominenter en leiden ze tot hogere CO2e-waarden. Naarmate de tijdshorizon langer wordt, accumuleren CO2-emissies en worden deze dominanter, waardoor de totale CO2e-waarden per megajoule energie afnemen. Het betekent dat door een verdere horizon te kiezen, de schadelijke kortetermijneffecten van non-CO2-emissies worden afgezwakt.

De effectiviteit van alternatieve brandstoffen is voor kortere vluchten aanzienlijk kleiner omdat deze vliegtuigen vaak geen hoogtes bereiken waarop contrails worden gevormd. Hierdoor gaat het voordeel van minder roetuitstoot grotendeels verloren.

Het toewijzen van alternatieve brandstof aan nachtvluchten zou grotere klimaatvoordelen opleveren, omdat contrails ‘s nachts de hoogste klimaatimpact hebben. Dit geeft aan dat deze brandstoffen geen universele oplossing zijn, maar dat complexe planning en toewijzing vereist zijn om überhaupt enige significante winst te behalen.

Hooguit 40 procent minder
De totale well-to-wake CO2e-waarden voor de alternatieve brandstoffen variëren nog altijd van ongeveer 150 tot 250 gram CO2e per megajoule, afhankelijk van de productieroute. Ter vergelijking: voor fossiele kerosine is dit circa 260 gram CO2e per megajoule.

Dit betekent dat zelfs de meest optimistische variant van alternatieve brandstof een reductie oplevert van slechts zo’n 40 procent. Dat is ver verwijderd van de ‘duurzame’ of ‘klimaatneutrale’ claim.

Rookgordijn
De huidige focus op alternatieve brandstoffen, zoals die door de vliegindustrie en de overheid wordt gepresenteerd, is niet veel meer dan een groen rookgordijn. Het leidt de aandacht af van de noodzaak tot structurele veranderingen, zoals een kritische heroverweging of continue groei van het vliegverkeer wel zo gewenst is.

Om werkelijk duurzaam te zijn is een alomvattende aanpak vereist die alle klimaatfactoren, inclusief de complexe niet-CO2-effecten, volledig meeneemt. De overheid en de vliegindustrie moeten stoppen met het selectief winkelen in klimaatdata en een eerlijk en transparant beeld schetsen van de werkelijke impact van vliegen en de zeer beperkte rol van alternatieve brandstoffen daarin.

De “duurzame” claims van de vliegindustrie zijn op zijn zachtst gezegd misleidend en vertragen broodnodige veranderingen.

Bron

Terugblik: hoe in 2006 al duidelijk was welke problemen Schiphol vandaag de dag veroorzaakt

Schiphol rond eeuwwisseling(leestijd circa 4 minuten)

Bijna 20 jaar geleden verscheen het Eindrapport Evaluatie Schipholbeleid. Het stuk zou de blauwdruk moeten zijn voor een duurzame balans tussen de economische ambities van Schiphol en de bescherming van de leefomgeving van omwonenden. Alle problemen van nu werden toen al voorzien.

De Schipholwet van 2003 en de bijbehorende Luchthavenbesluiten waren destijds de instrumenten om deze delicate balansoefening te garanderen. Maar de evaluatie uit februari 2006 toonde al pijnlijk duidelijk aan dat de beloofde balans een papieren werkelijkheid was, vol barsten en toekomstige conflicten.

Het kabinet concludeerde in 2006 dat het beleid in de periode 2003-2005 erin geslaagd was om overlast en risico’s te beheersen en dat geen van de regels de ontwikkeling van de luchthaven had beperkt. Sterker nog, men stelde dat de wet – het bevorderen van optimaal gebruik met inachtneming van veiligheids- en milieugrenzen – voldeed aan de doelstelling.

Het aantal ernstig gehinderden door vliegtuigherrie was volgens de berekeningen gedaald van circa 294.000 in 2003 naar 256.000 in 2005. De milieusituatie was “over het geheel genomen” verbeterd.

Niet voor iedereen
Deze ogenschijnlijk positieve boodschap maskeert echter een bittere waarheid die al in het rapport van 2006 werd erkend. De afname van geluidshinder was niet voor iedereen gelijk; in sommige gebieden, met name onder de vliegroutes van de Polderbaan – geopend in 2003 – was de hinder sterk toegenomen.

Bovendien woonde het overgrote deel van de gehinderden (87 procent) in gebieden met relatief ‘lage’ geluidsbelasting van minder dan 53 dB(A) Lden (de Wereldgezondheidsorganisatie adviseert maximaal 45 dB(A) Lden), ver van de luchthaven, waar tot dan toe relatief weinig aandacht aan was besteed.

Ook was er na een jarenlange daling vanaf 2000 sprake van een toename van slaapverstoring. De bewering dat overlast en risico’s “zo laag mogelijk” waren, werd dan ook direct genuanceerd met “het kan beter”.

Profetische voorspellingen
De evaluatie van 2006 was vooral profetisch in haar voorspellingen voor de nabije toekomst, een toekomst die voor de omwonenden van Schiphol inmiddels al lang de realiteit is. Het rapport stelde expliciet dat bij een aantrekkende economie en sterkere groei van het luchtverkeer “de ontwikkeling van de mainport naar verwachting vanaf 2008 beperkt wordt door de gestelde grenswaarden aan de hoeveelheid vliegtuiggeluid”. Dit zou leiden tot een “mindere toename van de welvaart”, oftewel “welvaartsverlies”.

Het “welvaartsverlies” werd in 2006 al becijferd: in 2008 zou naar schatting 8 procent van de vluchten niet afgehandeld kunnen worden, oplopend tot 20 procent in 2012 bij sterke groei. Dit zou vooral de kern van de mainportfunctie raken, met name transferpassagiers en het intercontinentale netwerk.

De belangen van de economie en de leefomgeving stonden al in 2006 op ramkoers, met de omwonenden als onvermijdelijke slachtoffers.

Ineffectieve regels
De ineffectiviteit van de regelgeving was immers toen ook al duidelijk. Het zogenaamde Totaal Volume Geluid (TVG) en Totaal Risico Gewicht (TRG) begrensden weliswaar de totale hoeveelheiden geluid en risico, maar hadden geen enkele invloed op de verdeling van overlast en risico’s over de omgeving. Ze boden dus nauwelijks bescherming aan omwonenden op specifieke plaatsen.

Het beleid stimuleerde bovendien onvoldoende de inzet van stillere vliegtuigen. Investeringen hierin kwamen ook concurrenten ten goede, waardoor een maatschappij die investeerde eerder concurrentienadeel ondervond dan concurrentievoordeel.

Regels voor luchtverkeerswegen en minimum vlieghoogten werden in de periode 2003-2005 niet goed nageleefd. Dit leidde weliswaar niet tot een grote toename van overlast en risico’s, maar veroorzaakte wel grote ergernis en een gebrek aan vertrouwen bij omwonenden. Handhaving was bovendien gebaseerd op berekende jaargemiddelden, wat een lik-op-stukbeleid onmogelijk maakte.

Slechte aansluiting
De abstracte jaargemiddelde geluidsmaten sloten slecht aan bij de beleving van omwonenden, die hinder ervaren door specifieke gebeurtenissen, tijdstippen en voorspelbaarheid van het vliegverkeer. Het veroorzaakte een diepe discrepantie tussen meting en beleving.

Wat de ruimtelijke ordening betreft constateerde de inspectie in 2006 al een grote wens van gemeenten om te bouwen in het beperkingengebied rond Schiphol. De vraag werd gesteld of er “niet sluipenderwijs meer wordt gebouwd dan met de regels is beoogd”. De regels van het Luchthavenindelingsbesluit (LIB) werden door omwonenden en gemeentebestuurders als “te knellend en onrechtvaardig” ervaren, waarbij de ontwikkeling van gemeenten “op slot” zat.

Ook over de luchtkwaliteit was de boodschap verre van geruststellend. Hoewel de bijdrage van de luchtvaart aan de totale luchtverontreiniging als beperkt werd gezien, steeg de totale uitstoot van het vliegverkeer tussen 1993 en 2005 voor de meeste stoffen. Het Milieu- en Natuurplanbureau waarschuwde dat in ongunstig gelegen woonwijken de bijdrage van het vliegverkeer aan bijvoorbeeld stikstofdioxide en (ultra-)fijnstof in 2020 zou oplopen tot 10 à 20 procent en dat grenswaarden uit het Besluit luchtkwaliteit in woongebieden werden overschreden.

Geen geruststellend verhaal
De evaluatie was dan ook geen geruststellend verhaal, maar eerder een urgent signaal dat het Schipholbeleid op fundamentele punten tekortschoot. Het kabinet zelf identificeerde diverse “aangrijpingspunten voor verbetering” waaronder een efficiënter gebruik van de ruimte door stillere vliegtuigen en gerichte beloningssystemen, regelgeving die beter aansluit bij de beleving van omwonenden, een grotere invloed van de regio bij besluitvorming over Schiphol en het afschaffen van ineffectieve regels als TVG en TRG.

De Raad voor Verkeer en Waterstaat concludeerde in zijn advies van 2005 met de titel ‘Vluchten kan niet meer’ dat er veel wantrouwen heerste en bepleitte een “herstel van vertrouwen”. De VROM-raad riep op tot een fundamentele heroverweging van het sturingsconcept, waarbij de overheid duidelijker de condities voor ruimte en milieu moet bepalen, plus een overgang naar een stelsel dat directer stuurt op de effecten van het vliegverkeer, met metingen in plaats van berekeningen.

Anno nu, als we terugkijken naar de evaluatie van 2006, zien we dat veel van de destijds gesignaleerde problemen en de voorspelde knelpunten voor de leefomgeving en de balans met de economische groei, tot op de dag van vandaag voortduren en alleen maar erger worden. Ondertussen zijn via trucs grenswaarden verder opgerekt, blijft handhaving uit en doet de sector wat hij wil.

De roep om een fundamenteel ander Schipholbeleid dat daadwerkelijk de leefbaarheid vooropstelt, was in 2006 al luid en duidelijk hoorbaar. Het is inmiddels 20 jaar verder en het wordt hoog tijd dat die boodschap eindelijk wordt gehoord en omgezet in actie. Met de komende verkiezingen op 29 oktober kunt u zelf het verschil maken.

Bron

Milieudefensie: voortbestaan KLM en Schiphol bedreigd bij uitblijven klimaatactie

ijsbeer op klein stukje drijfijs(leestijd circa 4 minuten)

Milieudefensie zet de aanval in op onder meer KLM en Schiphol. In een recente brief aan zowel Pieter van Oord (Schiphol) als Marjan Rintel (KLM) eist het de jongste klimaatplannen op en waarschuwt hen voor vergaande juridische gevolgen voor achterblijvers.

De milieuorganisatie maakt duidelijk dat de tijd van uitstellen en vrijblijvendheid voorbij is. Het maakt de twee bestuurders duidelijk dat de juridische wind slechts één richting op waait en dat ‘Parijs’ bindend is.

Milieudefensie zocht al begin 2022 contact met 29 bedrijven na de baanbrekende klimaatzaak tegen Shell in 2021. Nu kondigt het een nieuwe beoordeling van de klimaatplannen aan. De context is inmiddels drastisch veranderd: wetgevers, de wet, de wetenschap en negen van de tien Nederlanders zijn het erover eens dat iedereen zijn verantwoordelijkheid dient te nemen om de klimaatdoelen van Parijs te halen.

Veel bestuurders zijn zich inmiddels bewust van de ernst van gevaarlijke klimaatverandering en de bijbehorende bedrijfsrisico’s. De nieuwe editie van de Klimaatcrisis-index – verwacht in februari 2026 – beoordeelt opnieuw de plannen van onder meer KLM en Schiphol. Doel is niet alleen om koplopers te belonen, middenmotors te stimuleren, maar vooral ook om achterblijvers aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en de risico’s die zij nemen.

De index moet ook de basis vormen voor een dialoog met stakeholders, toezichthouders en financiers.

Klimaatplannen luchtvaart onvoldoende
Een belangrijk detail voor KLM en Schiphol: in de vorige editie werd hun klimaatplan beoordeeld als onvoldoende. Milieudefensie hoopt nu verbetering te zien en roept de bedrijven op om hun meest recente plannen te delen. De resultaten en een rangschikking volgen volgend jaar en zullen breed worden gedeeld, onder meer met accountants, ondernemingsraden en bankiers.

De maatschappelijke, ecologische en economische noodzaak van klimaatactie is groot. Wereldwijd worden we geconfronteerd met de steeds grotere gevolgen van hittegolven, extreme regenval, droogte en orkanen. Dit leidt tot vernietiging van ecosystemen en bedreiging van voedsel- en waterzekerheid.

Het Global Risks Report 2025 van het World Economic Forum bevestigt dat klimaat- en milieurisico’s het mondiale risicolandschap domineren, met extreme weersomstandigheden, biodiversiteitsverlies en tekorten aan natuurlijke hulpbronnen als grootste dreigingen. Experts waarschuwen voor enorme economische krimp, met schattingen van 19 procent tot zelfs 50 procent verlies van het bbp in 2050.

ECB noemt klimaataanpak cruciaal
De Europese Centrale Bank (ECB) benadrukt dat de klimaataanpak conform Parijs cruciaal is voor het klimaat en welzijn, maar ook voor de economische en financiële stabiliteit van Nederland en de EU. Accountants wijzen op de bedrijfseconomische impact en de noodzaak van transparantie over financiële klimaatrisico’s. Zelfs grote verzekeringsmaatschappijen luiden de noodklok: klimaatverandering is een “systeemrisico dat het fundament van de financiële sector bedreigt”.

De aarde nadert nu snel een temperatuurniveau waarop verzekeraars veel klimaatrisico’s niet langer kunnen afdekken. De schade door extreem weer bedroeg tot en met 2023 al twee biljoen (tweeduizend miljard) dollar, met een verwachte 400 miljard dollar extra in 2024. Het is de keiharde realiteit waarin KLM en Schiphol actief zijn.

De kern van de boodschap van Milieudefensie aan KLM en Schiphol is de groeiende juridische noodzaak om in te grijpen. Het gerechtshof in Den Haag heeft op 12 november 2024 in de zaak tegen Shell een historisch oordeel geveld: ondernemingen die significant bijdragen aan het klimaatprobleem en de macht hebben om daarin verandering te brengen, hebben de verplichting om de CO2-emissies te beperken.

Eigen verantwoordelijkheid
De verplichting geldt tegenover bewoners van de aarde, zelfs als de (publiekrechtelijke) wet- en regelgeving hen daar niet direct toe verplicht. Ondernemingen hebben dus een eigen, zelfstandige verantwoordelijkheid bij het halen van de doelen van het akkoord van Parijs.

De uitspraak bevestigt dat grote ondernemingen een juridische zorgplicht hebben om gevaarlijke klimaatverandering te helpen voorkomen. Die plicht is gebaseerd op het Nederlands burgerlijk recht (artikelen 2 en 8 van het EVRM) en algemeen aanvaarde beginselen over de bescherming van mensenrechten, naast de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles.

De omvang en invloed van een onderneming vertalen zich direct in een proportioneel grotere verantwoordelijkhed voor bestuurders en commissarissen. Goed beleid beperkt niet alleen maatschappelijke, ecologische en economische schade, maar vermindert ook de aansprakelijkheidsrisico’s voor de onderneming.

De juridische druk komt niet alleen uit Nederland. Het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde recentelijk dat grote ondernemingen een verzwaarde plicht hebben om mensenrechten te respecteren en het klimaat geen schade toe te brengen.

Internationale druk
Het Internationaal Gerechtshof adviseerde op 23 juli jongstleden dat staten niet alleen zelf verplicht zijn om klimaatverandering tot anderhalve graad Celsius te beperken, maar ook om de vervuilende activiteiten van bedrijven te reguleren. Het betekent dat de rechterlijke macht – als onderdeel van de staat – hiermee rekening zal houden.

Misschien wel de belangrijkste ontwikkeling is de Duitse rechtspraak. In de zaak Lliuya tegen RWE oordeelde de hoogste Duitse rechter dat grote ondernemingen pro rata aansprakelijk kunnen zijn voor klimaatschade die zij wereldwijd veroorzaken, zelfs buiten de landsgrenzen van hun vestigingsplaats.

Pro rata betekent dat een onderneming verantwoordelijk is voor haar emissieaandeel ten opzichte van de totale mondiale emissies. Dit is een directe waarschuwing voor KLM: de Nederlandse rechter zal naar verwachting vergelijkbaar oordelen bij (al dan niet buitenlandse) klimaatschadeclaims.

Verder toont recent onderzoek aan dat specifieke klimaatschade inmiddels kan worden toegerekend aan specifieke bedrijven. De omvang van deze schade is enorm: enkel de hitteschade loopt al in de biljoenen. Dit verhoogt de aansprakelijkheidsrisico’s exponentieel. Een prijs van 3000 dollar per ton CO2-equivalent is niet ondenkbaar.

Draagkracht te boven
De implicaties zijn duidelijk. Met juridisch bekrachtigde verantwoordelijkheid, toenemende schade en betere toerekening, nemen de aansprakelijkheidsrisico’s voor grote vervuilers hand over hand toe. De omvang van de veroorzaakte schade kan zomaar de draagkracht van zelfs de grootste ondernemingen te boven gaan.

Deze dreiging is voor bestuurders van KLM en Schiphol redelijkerwijs voorzienbaar en dat kan een grondslag zijn voor persoonlijke aansprakelijkheid, naast die van de vennootschap. Dit betekent dat, indien er een individueel verwijt kan worden gemaakt, bestuurders en commissarissen persoonlijk kunnen worden gedagvaard. Eisers krijgen zo via bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeringen toegang tot kapitaalkrachtige (her-) verzekeraars.

Milieudefensie hanteert concrete eisen voor bedrijven uit de reële economie als KLM en Schiphol, in lijn met het mondiale doel om de opwarming te beperken tot anderhalve graad. Van Nederlandse bedrijven worden reductiepercentages geëist die minstens gelijk zijn aan wat mondiaal gemiddeld nodig is. Dit betekent, vergeleken met 2019, een CO2-reductie van 48 procent in 2030, 65 procent in 2035, 80 procent in 2040 tot 99 procent in 2050.

De boodschap aan KLM en Schiphol kan niet duidelijker zijn: een gebrekkig klimaatplan vormt een groot risico voor het financiële fundament onder beide ondernemingen. Gedrag dat in lijn is met Parijs is de enige bescherming. Wie nu onvoldoende handelt, loopt niet alleen het risico op imagoschade en maatschappelijke afkeuring, maar ook op zware juridische en financiële sancties die het voortbestaan van de onderneming kunnen bedreigen. De bal ligt bij Rintel en Van Oord.

Bron

FNV slaat alarm over wantoestanden op Schiphol – oplossing nog ver weg

Schiphol-medewerker(leestijd circa 6 minuten)

Achter de facades van goedkope vluchten schuilt op Schiphol een duistere realiteit. Jarenlange bezuinigingen leidden tot torenhoge werkdruk en ongezonde arbeidsomstandigheden. Hoe KLM een dubieuze rol speelt in de race to the bottom onthult een nieuw rapport van vakbond FNV (mirror).

Die rol van KLM is niet slechts het passief toekijken hoe de markt zich ontwikkelt, het bedrijf heeft een actieve en weloverwogen strategie die de gezondheid, veiligheid en de welvaart van duizenden werknemers op Schiphol in gevaar brengt.

Het fundament van de huidige problemen op Schiphol werd al in de jaren ’80 gelegd, toen het neoliberale marktdenken steeds meer invloed kreeg. Het motto uit die tijd was dat Schiphol niet te duur mocht worden. Het leidde tot de aanbeveling om meer concurrentie af te dwingen in de grondafhandeling. Dat paste precies in het straatje van de luchtvaartmaatschappijen omdat zij die afhandeling toch al veel te duur vonden.

KLM speelde een cruciale rol. Samen met andere maatschappijen lobbyde het effectief om meer concurrentie in de grondafhandeling af te dwingen, niet alleen op Schiphol maar in heel Europa. Het doel was glashelder en openlijk uitgesproken door KLM zelf. “Als alle luchthavens in Europa dezelfde tarieven voor afhandeling zouden rekenen als Amsterdam, dan scheelt dat de KLM alleen al 25 miljoen gulden.”

Prijsoorlog
Het streven naar lagere kosten leidde tot een prijsoorlog tussen grondafhandelingsbedrijven op Schiphol, met dramatische gevolgen: tarieven daalden met 20 tot wel 60 procent. Het resulteerde in lagere lonen, hogere werkdruk en onzekere contracten voor de medewerkers.

Hoewel de Europese Commissie inmiddels erkent dat dit “onbedoelde sociale gevolgen” had, blijft Schiphol vooroplopen met de laagste afhandelingstarieven in Europa.

KLM’s huidige verzet tegen regulering van de grondafhandeling is een voortzetting van deze strategie. Toen Schiphol licenties wilde invoeren om de kwaliteit te verbeteren, bekritiseerde KLM dit omdat het “nadelig voor de concurrentie en de vrije marktwerking” zou zijn.

Achter de schermen
Nu het ministerie van Infrastructuur de markt probeert te reguleren en het aantal afhandelingsbedrijven tot drie terugbrengt, leveren brancheorganisaties IATA en Barin (waar KLM bij is aangesloten) achter de schermen felle kritiek. Ze vrezen dat dit de “competitieve sfeer” en “efficiency” op Schiphol zal schaden – jargon voor hogere kosten.

Airlines for Europe, een lobbygroep waarbij AirFrance-KLM is aangesloten, gaat zelfs zover te stellen dat overheden geen kwaliteitseisen mogen stellen aan de grondafhandeling. Dat moet aan de markt worden overgelaten. Het toont een mentaliteit met de focus primair op prijs, niet op kwaliteit of arbeidsomstandigheden.

Een belangrijk gevolg van de race to the bottom is het bewuste wegkijken van de gezondheid van werknemers. Platformmedewerkers op Schiphol worden al decennialang blootgesteld aan kankerverwekkende uitstoot, inclusief ultrafijnstof en stoffen in kerosine- en dieselmotoren die een verhoogd risico op longkanker en hartschade geven. De oplossing is simpel: het verslepen van vliegtuigen naar de startbaan zodat de motoren later gestart worden. Het werd in 2012 al voorgesteld, maar nog steeds niet toegepast.

Traagheid
Die traagheid ontstaat omdat de sector “technische en operationele redenen” aanvoert om het wegslepen van vliegtuigen tegen te gaan. Maar de doorslaggevende factor is duidelijk: het is te kostbaar. KLM stelt expliciet dat het verslepen leidt tot minder capaciteit op Schiphol en “aanzienlijke extra kosten” met zich meebrengt.

Aan deze riedel wordt vastgehouden, zelfs nadat de Arbeidsinspectie Schiphol heeft opgedragen de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen voortvarend aan te pakken, na jarenlange nalatigheid. De FNV stapte zelfs uit de taskforce voor vliegtuiguitstoot omdat er onvoldoende daadkracht, wil en tempo was om direct in te grijpen. Het leven en de gezondheid van de eigen medewerkers wegen voor de luchtvaartmaatschappijen kennelijk minder zwaar dan “aanzienlijke extra kosten”.

Uitsnede uit het FNV-rapport

Hetzelfde patroon is te zien bij de fysieke belasting van bagageafhandelaren. Hoewel overschrijding van gezondheidsnormen al jaren bekend is en zelfs boetes van honderdduizenden euro’s zijn opgelegd door de Arbeidsinspectie, blijft het probleem voortwoekeren. Volledige mechanisatie – een duidelijke oplossing – wordt pas in 2049 (!) verwacht.

Luchtvaartmaatschappijen zien de gezondheid van het afhandelingspersoneel duidelijk niet als hoogste prioriteit. Sommige bedrijven staan zelfs niet toe dat de werknemers gebruikmaken van materieel om bagage het ruim in te transporteren.

Technocratisch
Het streven naar de “goedkoopste luchthaven” heeft ook ernstige gevolgen gehad voor de veiligheid op Schiphol. Na de aanslagen van 11 september 2001, toen de veiligheidsregels werden aangescherpt en de kosten stegen, voerden luchtvaartbedrijven – overigens gesteund door Schiphol en de overheid – de druk op om de kosten weer omlaag te brengen. Het leidde tot een spectaculaire daling van de beveiligingskosten, maar ook tot het huidige wanbeleid.

De technocratische benadering waarbij beveiligers als “radertjes in een machine” werden gezien en alles meetbaar werd gemaakt in KPI’s, miskent dat beveiliging uiteindelijk mensenwerk is. De internationale luchtvaartorganisatie ICAO benadrukt het belang van een cultuur waarin beveiligers zich vrij voelen om meldingen te doen zonder angst voor represailles. De realiteit op Schiphol is anders, zo blijkt uit TNO-onderzoek. Managers geven prioriteit aan tijdwinst boven veiligheid en meldingen worden niet serieus genomen of zelfs afgestraft.

Luchtvaartmaatschappijen gaan zover dat ze zich verzetten tegen het invoeren van kwaliteitseisen in de grondafhandeling, omdat ze vinden dat dit aan de markt moet worden overgelaten. Ryanair eist zelfs een veto over investeringen van grondafhandelingsbedrijven in elektrisch materieel als de kosten te hoog uitvallen. Het laat zien hoe diepgeworteld de kostenobsessie is, zelfs als het gaat om de aanschaf van machines die de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen kan verminderen.

Rechten werknemers in het geding
De lobby van luchtvaartmaatschappijen strekt zich uit tot het dwarsbomen van werknemersrechten en het tegengaan van regelgeving om de sector gezonder te maken. Steeds wordt druk uitgeoefend voor lagere luchthaventarieven. Dat heeft directe invloed op de salarissen van beveiligers, schoonmakers en grondstewardessen.

Medewerkers op Schiphol worden structureel onderbetaald (bron: FNV)

Hoewel de Autoriteit Consument & Markt alle klachten van luchtvaartbedrijven over tariefverhogingen ongegrond verklaarde en opmerkte dat de chaos van 2022 het gevolg was van jarenlange bezuinigingen, blijven de maatschappijen klagen en eisen ze ‘efficiëntietargets’ die betrekking hebben op de beveiligingsuitgaven.

Bijzonder verontrustend noemt FNV de poging van KLM en Schiphol om het recht op collectieve acties van werkers in te perken. Keer op keer stappen ze naar de rechter om stakingen te verbieden, waarbij steevast het argument wordt aangevoerd dat de veiligheid in gevaar zou komen.

Dat argument is ongeloofwaardig, aangezien in omringende landen langdurige stakingen plaatsvinden zonder problemen met de veiligheid. Juridisch experts bekritiseren de tactiek, die in feite het stakingsrecht ondermijnt. Het is bovendien wrang dat ‘veiligheid’ als excuus wordt gebruikt om rechten in te perken, terwijl deze zelfde bedrijven niet thuis geven bij echte veiligheidsrisico’s zoals de kankerverwekkende uitstoot.

Gecreërde onzekerheid
Ook het besluit van de overheid om Schiphol te laten krimpen – bedoeld om de geluidsoverlast te verminderen – stuit op verzet van luchtvaartmaatschappijen, KLM voorop. Ze waarschuwen voor Amerikaanse strafmaatregelen, maar houden tegelijkertijd de eigen medewerkers “onnodig in onzekerheid” over de gevolgen van de krimp. Mogelijk om de gecreëerde onwetendheid van de medewerkers te gebruiken als argument tegen de krimp. Ondertussen is het personeelsverloop op Schiphol zo hoog dat de gevolgen van krimp eenvoudig op te vangen zijn zonder gedwongen ontslagen.

De invloed van luchtvaartmaatschappijen, vooral KLM, is enorm en diepgeworteld. KLM behoort tot een selecte groep multinationals die makkelijk toegang heeft tot ministers, vaak via informele kanalen. Ze vinden het vanzelfsprekend dat ze die toegang hebben en zijn verbaasd wanneer overheden de belangen van omwonenden, klimaat en werknemers boven die van de sector plaatsen met als lichtend voorbeeld de gemeente Amsterdam.

Vaak wordt de internationale concurrentie erbij gesleept om verdere bezuinigingen te rechtvaardigen, maar de maatschappijen lobbyen dan weer niet voor sociale standaarden in Europa die een gelijk speelveld zouden creëren.

Geen onschuldige toeschouwers
De race to the bottom op Schiphol is de directe en onvermijdelijke consequentie van een bedrijfsmodel dat is gericht op groei en kostenreductie ten koste van alles. De luchtvaartmaatschappijen, met KLM voorop, zijn geen onschuldige toeschouwers, maar actieve drijfveren van een systeem dat werknemers ziek maakt, de veiligheid onder druk zet en elke poging tot verbetering tegenwerkt.

Het is overduidelijk: een gezonde en veilige luchtvaart kan niet aan de sector zelf worden overgelaten. Het Rijk en Schiphol dienen veel strengere regels te hanteren om flexwerk uit te bannen, leefbare salarissen te garanderen, de werkdruk te beheersen en de veiligheidscultuur te herstellen.

Alleen dan kunnen we hopen op een Schiphol waar kwaliteit, veiligheid en de belangen van mensen centraal staan, in plaats van de overzadigbare drang naar financiële resultaten. Zoals een geïnterviewde in het FNV-rapport stelt: “Wij als grondmedewerkers betalen de prijs voor goedkope vliegtickets”. En wij als omwonenden met de ongekende aanslag op onze leefomgeving, zouden wij daar aan willen toevoegen.

Bron

Vliegindustrie domineert onterecht publiek debat met valse narratieven

cloud met discussiepartners(leestijd circa 3 minuten)

De discussie over de Nederlandse luchtvaart wordt gedomineerd door economische belangen en misleidende retoriek die gezondheid en leefomgeving negeert. Overheid en sector zijn twee handen op één buik.

Dit zegt een rapport door studenten van de Universiteit Utrecht in opdracht van de stichting S4R. Het rapport bevestigt wat omwonenden al veel langer weten: de discussie staat bol van de vage beloften en lege woorden.

Het onderzoek identificeert drie clusters van stakeholders: de aviation-economic interest groep, de public health-environmental governance groep en de environmental activist groep. Het is schrijnend om te zien hoe de eerste groep de discussie domineert. In die groep zitten onder meer de minister van Infrastructuur en de staatssecretaris van Defensie, de luchtverkeersleiding, pilotenvakbond VNV, KLM en Schiphol zelf.

De focus van deze groep ligt op de economische belangen en op de noodzaak van verdere groei. Minister en staatssecretaris laten zich zelfs fotograferen met KLM-vliegtuigjes. Het illustreert de innige band tussen politiek en sector.

Prioriteiten
Claims over het belang van de luchtvaart voor de Nederlandse economie worden keer op keer herhaald, terwijl gezondheids- en milieueffecten consequent worden geminimaliseerd of genegeerd. Oud-minister Madlener stelde zelfs dat “de gezondheid van omwonenden belangrijk is, maar de economie is ook heel belangrijk”. Dat komt neer op een openlijke prioritering van geld boven het welzijn van omwonenden.

De luchtvaartsector en de overheid gaan zelfs zover klimaatverandering te presenteren als een ‘bedreiging voor de sector’ in plaats van een direct gevolg ervan. Een schoolvoorbeeld van de omkering van oorzaak en gevolg.

Volgens het rapport is er sprake van een scheve machtsverhouding. Activistische groepen hebben een groot belang bij verandering van beleid, maar hebben weinig directe macht om invloed uit te oefenen. Zelfs grote NGO’s als Greenpeace en Milieudefensie kunnen te weinig druk uitoefenen, mede vanwege hun beperkte focus op de luchtvaart.

GGD en RIVM nauwelijks invloed
De GGD, in het rapport aangeduid als key player, en het RIVM adviseren wel over gezondheidsrisico’s en dringen aan op geluidsreductie en naleving van de WHO-richtlijnen. Maar ook hun impact op het beleid is beperkt, zo blijkt uit de constante groeiambities en het ontbreken van structurele maatregelen.

De analyse van de publieke discussie onthult een opvallende gelijkenis in de framing en het taalgebruik van de luchtvaartsector én de politiek. Beide partijen hanteren een positieve framing van gezondheids- en milieurisico’s en gebruiken vage termen. De sector doet aan regelrechte greenwashing door zichzelf te presenteren als innovatieve en duurzame industrie.

Erger nog is dat gezondheidsproblemen van omwonenden door zowel de luchtvaartsector als de politiek worden genegeerd of zelfs helemaal niet besproken. Als gezondheid al wordt benoemd, is het in de context van de werknemers van de luchtvaartindustrie, niet van de honderdduizenden omwonenden die elke dag en elke nacht worden geteisterd.

De milieu-impact wordt door de sector wel erkend, maar tegelijkertijd geminimaliseerd en in de politiek nauwelijks besproken.

Beleidskeuzes
Plannen van het ministerie, zoals ‘Hoger naderen’ en ‘Schetsontwerp luchtruimherziening’, opgesteld in samenwerking met onder meer de luchtverkeersleiding, worden neergezet als innovatief en geavanceerd. Maar de redenen voor de veranderingen, zoals de noodzaak om geluidshinder en CO2-uitstoot te verminderen, worden niet expliciet benoemd.

De term ‘geluidsoverlast’ wordt zelfs helemaal vermeden. Men spreekt liever van ‘geluidsbelasting’ of zelfs ‘geluidswinst’, alsof hinder een neutraal gegeven is en geen direct gevolg van beleidskeuzes. Het is een bewuste poging om de verantwoordelijkheid voor deze keuzes te ontlopen.

De Tweede Kamer is verdeeld over de luchtvaart. Waar conservatieve partijen als VVD, PVV en BBB pro-groei zijn, pleiten progressieve partijen als PvdD en GroenLinks-PvdA voor duidelijke krimp en minder hinder. Maar vooralsnog blijft iedere substantiële maatregel uit.

Misleiding
Het rapport is een wake-up call en toont aan dat de luchtvaartsector en een groot deel van de politiek een gezamenlijk en misleidend discours voeren dat de gezondheids- en milieu-effecten minimaliseert. Zorgen over geluidsoverlast, slaapverstoring, hart- en vaatziekten worden volledig genegeerd.

Het maakt duidelijk dat bewoners- en milieuorganisaties hun stem moeten blijven verheffen en raadt hen aan hechter samen te werken om de hypocrisie bloot te leggen. Het weerleggen van de misleidende narratieven uit de vliegindustrie is daarbij van groot belang.

Voor Den Haag is het de hoogste tijd om niet slechts te luisteren naar de vlieglobby, maar ook naar de wetenschap, de GGD en naar omwonenden. De economische belangen van de vervuilende vliegindustrie mogen nooit gaan boven de gezondheid en het welzijn van tienduizenden of zelfs honderdduizenden burgers.

Bron

CDA versoepelt standpunt over luchtvaart vlak voor de verkiezingen

Bontenbal(leestijd circa 3 minuten)

Het CDA doet het steeds beter in de peilingen. Maar op het terrein van luchtvaart maken de christen-democraten gisteren een opvallende wending die slecht valt bij omwonenden van vliegvelden.

“De economische waarde van de luchtvaart moet in harmonie komen met mens en milieu. Daarom krimpt Schiphol naar 440.000 vluchten, komt er geen vierde aanvliegroute en maken we een einde aan de nachtvluchten, ook aan de randen van de dag. Lelystad Airport gaat definitief niet open”, zo stond er tot gisterochtend te lezen op de website van het CDA.

Tot voor kort was dit het standpunt van het CDA over de vliegindustrie (bron: cda.nl)

Maar die pagina is sindsdien verdwenen. En uit het verkiezingsprogramma blijkt nu dat de middenpartij van Henri Bontenbal veel minder oog heeft voor de omwonenden, ook die van het nog steeds gesloten Lelystad Airport.

Want daar is nu vermeld dat de luchtvaart een belangrijke rol zou spelen in onze economie, “maar moet verduurzamen qua CO2-uitstoot, geluid en stikstof”. Krimp of groei zijn nu voor het CDA geen doel op zich, maar een resultaat van de “milieuruimte” en “gezondheidsruimte” die beschikbaar is.

Nu staat deze KLM-propaganda in het verkiezingsprogramma van Bontenbal (bron: cda.nl)

Voor Lelystad voorziet de partij commercieel gebruik “wanneer aan randvoorwaarden is voldaan door schoner en stiller vliegen” en de “problematiek met laagvliegroutes is opgelost”.

Fikse domper
Het is een fikse domper voor alle burgers die al decennialang worden geterroriseerd door de vliegindustrie. Partijleider Bontenbal – die zelf al jarenlang niet meer vliegt – heeft kennelijk zijn oor te luisteren gelegd bij Marjan Rintel met haar greenwashing en vliegpropaganda.

Want in de praktijk is er nog geen enkel zicht op enige verduurzaming van de luchtvaart, geen zicht op de vermindering van CO2-uitstoot, herrie of stikstof. Integendeel: jaar op jaar wordt die uitstoot alleen maar groter, over de ruggen van omwonenden, milieu en klimaat.

Niet duidelijk is wat Bontenbal bedoelt met de milieu- en geluidsruimte. Want er bestaat helemaal geen ruimte om zoveel herrie te maken of de gezondheid te schaden. Zeker niet in de omvang van de schade die de vliegindustrie aanricht.

Lelystad
In het oosten van het land – met traditioneel relatief veel CDA-stemmers – zal men niet in de handen klappen voor de omslag van het CDA. In een tijd dat er steeds meer weerstand en verzet ontstaat tegen de vliegindustrie, lijkt de draai onbegrijpelijk. Actiegroepen als SATL en Red de Veluwe kunnen de juridische messen weer gaan slijpen na een periode van relatieve rust nadat de Tweede Kamer een motie had aangenomen voor sluiting van Lelystad Airport.

Maar ook in het westen zal Bontenbal met zijn slappe houding richting de sector fans verliezen. Hier worden de mensen al jarenlang onvoldoende beschermd door de overheid tegen de uitwassen van de vliegindustrie en eisen rechters in steeds meer vonnissen handhaving van de wetgeving. Want er is geen sector in ons land die zo straffeloos de wet blijft overtreden als de vliegindustrie.

Fatsoen
Van een politiek leider als Bontenbal mag meer worden verwacht dan een slap aftreksel van de propaganda door KLM’s Marjan Rintel. Met “meer fatsoen” zou hij nooit mogen kiezen voor de verdere groei van de vliegindustrie.

CDA-leden kunnen het tij nog keren door op het partijcongres voor te stellen de eerdere standpunten in ere te herstellen of zelfs strengere maatregelen te eisen.

Bron

Oud-kamerlid Lammert van Raan in bestuur SchipholWatch

Lammert van Raan(leestijd circa 2 minuten)

Voormalig lid van de Tweede Kamer Lammert van Raan is vandaag toegetreden tot het bestuur van de stichting SchipholWatch. HIj gaat zich bezighouden met de burgerlobby voor een gezonde leefomgeving voor bewoners rond vliegvelden.

Van Raan zat tot eind 2023 gedurende twee periodes in de Tweede Kamer namens de Partij voor de Dieren. Hij was de eerste die in het parlement pleitte voor krimp van de luchtvaart binnen de grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid. Hij streefde naar maximaal 300.000 vluchten in 2030.

Van Raan richtte zich onder meer op wetgeving voor de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen door vliegtuigen, op de klimaateffecten van de luchtvaart, het terugbrengen van de lawaaiterreur en op een eerlijke prijs voor vliegtickets.

Als bestuurder van SchipholWatch gaat hij zich verder inzetten tegen de overlast, vervuiling en klimaatschade door de luchtvaartindustrie. Zijn netwerk in politiek Den Haag is een welkome aanvulling op de huidige activiteiten van de stichting.

Overstappers weren
Van Raan: “SchipholWatch vervult al jarenlang een centrale rol in de discussie over de luchtvaart in Nederland. Onder meer het bedrijfsmodel van overstappers van KLM is een doorn in het oog. Zonder die overstappers kan Schiphol worden gehalveerd, vrijwel zonder schade voor de economie. Daar zet ik mij graag voor in.”

Voorzitter Alfred Blokhuizen is verguld met zijn toetreding tot het bestuur. “Al jarenlang is Lammert voorvechter van een luchtvaartsector die beter past bij ons land. Wij zijn oprecht verheugd dat hij deze strijd wil voortzetten binnen onze stichting die in de afgelopen jaren veel heeft bereikt in het maatschappelijke debat over deze vervuilende en overlastgevende industrie. Hij kan een cruciale rol spelen om de sector ter verantwoording te roepen en in te perken.”

SchipholWatch is een stichting die zich inzet voor de leefbaarheid in de regio’s rond vliegvelden. Dat gebeurt onder meer via burgerlobby, juridische procedures en bewustmaking. Het bestuur en de medewerkers van de stichting zijn onbezoldigd. Van Raan is opgeleid als bedrijfskundige en gaat ook een bijdrage leveren aan de verdere professionalisering van de stichting.

Bron

De vliegindustrie is een sector die leeft van uitbuiting

big data(leestijd circa 3 minuten)

De vliegindustrie staat bekend als los in de omgang met feiten en moreel besef. StayGrounded, een internationale koepel van organisaties als SchipholWatch, zette op een rijtje hoe de sector zijn eigen klanten misleidt en uitbuit.

Het lijstje van StayGrounded is niet compleet, maar start met de misleidende tarieven die de sector publiceert. Vaak adverteren ze met onmogelijk lage ticketprijzen die vervolgens worden opgeblazen met ‘extra’s’ die niet te vermijden zijn: bagagekosten, keuze van een zitplaats, kosten voor creditcard-gebruik en tal van andere ‘diensten’.

Toezichthouders moesten in het verleden al vaak optreden, zoals tegen Ryanair die het plan had om een euro te rekenen voor het toiletgebruik in het vliegtuig. In Spanje trad de overheid op nadat geld werd gevraagd voor het meenemen van handbagage.

Dit prijsmodel is niet bedoeld om reizigers van dienst te zijn, maar om continu extra geld te kunnen vragen zonder enige tegenprestatie te hoeven leveren. Het wordt eufemistisch upselling genoemd.

Big data
Een volgende truc is het dynamisch prijsbeleid, powered by big data. Een paar weken geleden onthulde The Lever (platform voor onderzoeksjournalistiek in de Verenigde Staten) dat luchtvaartmaatschappijen kunstmatige intelligentie-software uit Israël gebruiken. Deze software struint door enorme hoeveelheden data van zowel concurrenten als consumenten om “de meest optimale prijs voor iedere klant” te vinden.

Doel is om erachter te komen hoe belangrijk de vlucht is voor ieder individu zodat aan urgente vluchten een (veel) hogere prijs kan worden geplakt. De bouwer van de software noemt deze inzet van het tool onomwonden “exploitatie” van klanten.

Het groeiende aantal vliegfirma’s dat deze software gebruikt, maakt kartelvorming eenvoudig. De bedrijven kunnen zo samenwerken om de prijzen op te stuwen.

Overboeken
De sector schuwt verder niet om dezelfde stoel voor een tweede keer te verkopen. Dit overboeken is nog steeds legaal in veel landen. Als er daarna toch teveel mensen zich melden voor een vlucht, dan is er voor sommigen geen plek. Compensatie is weliswaar mogelijk in de EU en de VS, maar alleen voor mensen die de regeltjes goed kennen.

De luchtvaartmaatschappijen noemen dit yield management. Voor wie ermee te maken krijgt, betekent het uitstel of een nare onderbreking van de reis.

Nog zo’n tactiek is het vertragen en bewust tegenwerken van terugbetalingen of compensaties. Nadat een vlucht is geannuleerd, hebben passagiers wettelijk het recht op compensatie. Maar de maatschappijen doen er alles aan om dit recht tegen te werken.

Bekend playbook
Tijdens de coronapandemie hielden de firma’s zo miljarden aan terugbetalingen achter. Passagiers werden afgescheept met een voucher of waren maandenlang bezig hun eigen geld terug te krijgen. Het is volledig in lijn met het gangbare playbook van de vliegindustrie: houdt publieke en privémiddelen zolang mogelijk vast om de expansie te financieren, terwijl klanten, medewerkers en omwonenden de kosten dragen.

Wanneer een klant een ticket koopt, smeken de airlines extra geld te betalen om zogenaamd ‘duurzaam’ te vliegen, bijvoorbeeld om alternatieve brandstof te bekostigen. Klanten worden zo verleid om geld te geven voor een luchtkasteel, want die brandstoffen lossen het klimaatprobleem helemaal niet op – reden voor critici om ze aan te duiden als fantasy fuels.

Veel luchtvaartbedrijven deinzen er niet voor terug om achter de schermen samen te werken om hun winsten te vergroten over de rug van de reizigers. Zo werden halverwege de jaren 2000 British Airways en Virgin Atlantic betrapt op het onderling afstemmen van extra brandstofkosten. Het leidde tot miljoenenboetes voor het duo. Rond hetzelfde tijdstip werden meerdere bedrijven voor 800 miljoen euro beboet vanwege een mondiaal kartel op cargo-prijzen.

Grootschalig EU-onderzoek
Maar de grootste scam is die van de ‘duurzame brandstof’ en ‘carbonneutraal vliegen’. Rechtbanken en autoriteiten noemen het steeds vaker wat het is: pure greenwashing. In 2024 oordeelde de Nederlandse rechtbank dat het programma ‘Fly Responsibly’ van KLM illegaal was en dat 15 van de 19 claims misleidend waren – inclusief het gebruik van de term ‘duurzame brandstof’. Inmiddels heeft de EU een diepgaand onderzoek ingesteld naar valse duurzaamheidsclaims door twintig maatschappijen.

Luchtvaart is gebaseerd op een bedrijfsmodel van uitbuiting, zo schrijft StayGrounded. Van de planeet, van medewerkers en zelfs van de eigen klanten. Het wrange is dat dit perverse model wordt ondersteund door veel overheden met jaarlijks miljarden aan subsidies en vrijstellingen. Geld dat veel beter kan worden besteed, bijvoorbeeld aan onderwijs, zorg of woningbouw.

Bron

Schiphol doodsbenauwd om handhavingsverzoeken natuurvergunning

duinen(leestijd circa 2 minuten)

Gisteren eiste Schiphol zijn vernietigde natuurvergunning terug bij de Raad van State. De bestuursrechter toonde zich zeer kritisch over de argumenten die het vliegveld aanvoerde.

Begin juni vonniste de rechter dat de natuurvergunning ten onrechte was verleend aan Schiphol. Dit gebeurde in een zaak die natuurorganisatie MOB, Greenpeace en Milieudefensie hadden aangespannen.

Schiphol bleek gisteren doodsbenauwd voor handhavingsverzoeken die kunnen volgen op het ontbreken van de wettelijk verplichte natuurvergunning. Iedere belanghebbende kan zo’n verzoek indienen bij de autoriteiten om de activiteiten van het vliegveld stil te leggen op te beperken.

Daar zit Schiphol natuurlijk niet op te wachten en daarom diende het bij de Raad van State de eis in om de vergunning voorlopig terug te krijgen.

Zonder natuurvergunning net zoveel vliegen
Maar de rechter bleek zeer terughoudend en stelde de nodige kritische vragen aan Schiphol. Bijvoorbeeld waarom er sprake zou zijn van een spoedeisend belang. Er wordt immers nu evenveel gevlogen als toen de luchthaven nog wel een natuurvergunning had.

De advocaat van Schiphol mijmerde iets over de rechtszekerheid voor het vliegveld en dat er “zeer veel belangen mee zijn gemoeid”. Ook zou een vergunning belangrijk zijn om te kunnen investeren. Ondanks meerdere keren doorvragen bleef onduidelijk waarom Schiphol nu een natuurvergunning nodig zou hebben en niet het hoger beroep tegen de vernietiging ervan kan afwachten.

Boven de wet
Het illustreert hoe Schiphol denkt boven de wet te staan. Kennelijk is het besef dat de vergunning voorlopig verleden tijd is, nog niet ingedaald. Het bedrijf suggereert nog investeringen te kunnen doen, maar de voorzitter van de rechtbank – de allerhoogste bestuursrechter van ons land – geeft een duidelijke waarschuwing dat het nogal onverstandig is om te investeren zonder vergunning.

Overigens gaf MOB tijdens de zitting te kennen geen handhavingsverzoek te hebben ingediend. Evenmin zou de stichting daar plannen toe hebben.

Een etmaal voor de zitting kwam Schiphol alsnog met een aanbod om invoergegevens voor bepaalde stikstofberekeningen te delen met MOB. Afgesproken is nu dat die gegevens worden verstrekt, echter zonder toegang tot het gebruikte rekenmodel LEAS-iT.

Data niet beschikbaar
Over die invoergegevens speelt al geruime tijd een WOO-procedure. De Staat kon die zogenaamd niet leveren aan MOB omdat ze er niet over zou beschikken. Maar dat is niet aannemelijk omdat de berekeningen met LEAS-iT de basis vormen voor de natuurvergunning. Het is een raadsel hoe het ministerie de aanvraag heeft kunnen goedkeuren zónder die gegevens.

De uitspraak over het tijdelijk teruggeven van de natuurvergunning volgt op 4 september om 10 uur. Op 1 december volgen ook nog zaken over de natuurvergunningen van Eindhoven en Rotterdam Airport. Die worden behandeld door de ‘stikstofrechtbank’ in Gelderland.

Bron

Steeds meer politieke partijen pleiten voor flinke krimp luchtvaart

demonstratie Schiphol(leestijd circa 2 minuten)

Voor omwonenden van vliegvelden is het te hopen dat er na 29 oktober een centrum-linkse coalitie wordt gevormd. Vrijwel alle partijen hebben substantiële krimp van Schiphol en sluiting van andere vliegvelden hoog op het verlanglijstje staan.

Deze week brengt ook de Partij voor de Dieren het programma naar buiten voor de Tweede Kamerverkiezingen. Daarin belooft de partij zij aan zij te (blijven) staan met burgers in het hele land in hun gevecht tegen de ziekmakende vervuiling door bedrijven als Tata Steel, Schiphol en Chemours.

De partij onder leiding van Esther Ouwehand gaat de rechten van omwonenden beschermen. Dat houdt onder meer in dat het belang van burgers, de leefomgeving en het klimaat gaat boven dat van de luchtvaartindustrie.

Fragment uit het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren

“De gezondheid van omwonenden en mensen die op of rondom luchthavens werken, moet centraal staan. Dit betekent dat er een onderzoek komt naar de effecten van de uitstoot op de gezondheid en dat er maatregelen worden getroffen om de luchtvaartsector te dwingen de mensen versneld maximaal te beschermen tegen de schadelijke stoffen.”

Krimp noodzakelijk
Om de doelstellingen te bereiken gaat de PvdD de luchtvaart terugbrengen binnen de grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid. Krimp is daarbij noodzakelijk. “De luchtvaartsector wordt volledig meegenomen in de klimaatdoelen, te starten met de snelle invoer van een wettelijk CO2-plafond.”

De partij is ook voorstander van een progressieve vliegtaks. Hoe meer iemand vliegt, des te meer belasting hij of zij moet betalen over de tickets.

Concreet wil de PvdD Schiphol halveren naar zo’n 240.000 vluchten, Lelystad en Twente gesloten houden en Eindhoven, Maastricht, Eelde en Rotterdam sluiten. Onder meer ontstaat er op die plekken dan weer ruimte voor woningbouw en natuur.

Veelvliegers extra belasten
Pijnlijk voor KLM is een verbod op loyaliteitsprogramma’s en een belasting op overstappers. De partij vindt dat veelvliegen middenin een klimaatcrisis niet langer kan worden gestimuleerd met cadeautjes. Het moet afgelopen zijn met de vrijstellingen voor transferpassagiers – zij gaan net zoveel betalen als reizigers die vanuit Nederland vertrekken.

Volgens de peilingen stevent de Partij voor de Dieren af op zes zetels na de verkiezingen. Daarmee kan de partij een stevige invloed uitoefenen bij een linkse coalitie. Eerder deze week publiceerden ook de ChristenUnie en GroenLinks-PvdA verkiezingsprogramma’s met stevige paragrafen over de luchtvaart.

Ondertussen klinken uit de vliegindustrie sombere geluiden over de plannen. Daar spreekt men van “het slopen van de luchtvaart”. Kennelijk is het besef nog steeds niet ingedaald dat leefomgeving, milieu en klimaat schreeuwen om verandering van beleid.

Bron

Hogere prijzen vliegtickets geen invloed op economie of vestigingsklimaat

airbus(leestijd circa 3 minuten)

GroenLinks-PvdA kwam eerder deze week met plannen om de vliegbelasting fors te verhogen en in te voeren voor overstappers. Dat kan zonder enig noemenswaardig effect op de Nederlandse economie, zo blijkt uit een rapport dat ook deze week naar de Kamer werd gestuurd.

De politieke partij schrijft in zijn verkiezingsprogramma dat er btw op vliegtickets moet komen en accijnzen op kerosine. Tegelijkertijd dient de vliegbelasting de milieu-impact van een vlucht te weerspiegelen en blijven overstappers niet langer vrij van de vliegtaks.

Ook wil GroenLinks-PvdA stoppen met nachtvluchten en met onzinvluchten waarvoor de trein een goed alternatief heeft. En Lelystad blijft dicht voor vakantieverkeer.

De vliegindustrie staat inmiddels op zijn achterste poten met de welbekende riedels over vestigingsklimaat, economie en werkgelegenheid.

Flinke korrel zout
Die opinie kan met een flinke korrel zout worden genomen, want uit het verse rapport van CE Delft blijkt klip en klaar dat het verhogen van de vliegprijs een fikse bijdrage kan leveren aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen, zonder de Nederlandse economie of het vestigingsklimaat te schaden.

Een verhoging van de prijs zou een overwinning zijn voor het milieu en de belastingbetaler, zo valt uit het rapport op te maken.

Een hogere belasting op langeafstandsvluchten leidt volgens de onderzoekers direct tot een significante reductie van de mondiale klimaatimpact van de luchtvaart. Juist lange vluchten zorgen voor veel CO2-emissies. Het extra belasten leidt in meerdere onderzochte varianten tot een reductie van 0,4 tot 1,1 megaton CO2-equivalenten. Dat komt neer op 1,1 tot 2,8 procent van de totale klimaatimpact van de Nederlandse luchtvaart in 2030.

Hoe wordt dit bereikt? De belasting stimuleert een verschuiving van lange naar kortere vluchten. Aangezien de langere vluchten veel meer klimaatemissies genereren dan korte vluchten, vertaalt zo’n verschuiving zich direct in een lagere uitstoot. Het is een logisch gevolg van een eerlijker belastingstelsel waarin de vervuiler betaalt.

Economische effecten zeer beperkt
Hoewel een deel van de reizigers mogelijk uitwijkt naar buitenlandse luchthavens, is de netto klimaatwinst in Nederland nog steeds aanzienlijk, zo meldt CE Delft. De totale uitwijkeffecten zijn veel kleiner dan de klimaatwinst binnen Nederland. De zeer beperkte emissies van het landtransport naar die vliegvelden vallen daarbij in het niet.

Het rapport veegt de gespeelde angst van de sector van tafel: de economische effecten van een afstandsafhankelijke vliegtaks zijn zeer beperkt.

Het totale aantal passagiers dat vanaf of via Nederlandse luchthavens vliegt, neemt slechts minimaal af, variërend van 0,1 tot 0,7 procent in 2030, afhankelijk van de gevolgde variant in het onderzoek.

Vliegtuigen vol
Dat komt vooral omdat de Nederlandse luchthavens toch al kampen met capaciteitsbeperkingen (Schiphol, Rotterdam en Eindhoven). Het betekent dat de vraag naar vliegen de capaciteit overstijgt. Als er door hogere belastingen vraag wegvalt, wordt deze grotendeels opgevuld door de latente vraag. Het vliegtuig zit simpelweg nog steeds vol, maar met andere passagiers die anders geen plek hadden gevonden.

Volgens CE Delft is de impact op zakelijke reizigers nog kleiner. Deze zijn minder prijsgevoelig dan vakantiegangers, zodat de prijs van een ticket er minder toe doet. Zelfs bij een toeslag voor business class-passagiers blijft de daling zeer beperkt, aldus het bureau.

De minimale impact op het aantal passagiers betekent dat de gevreesde gevolgen voor de directe werkgelegenheid in de vliegindustrie en het vestigingsklimaat uitblijven. Het aantal vluchten blijft praktisch ongewijzigd, waardoor de werkgelegenheid stabiel blijft.

Geen onderbouwing
Sterker nog, de langetermijnstudies tonen aan dat de netto werkgelegenheidseffecten naar nul dalen, omdat werknemers elders een baan vinden. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) bevestigt dat de aanname dat duurdere tickets dramatische effecten op de economie zullen hebben, zonder enige onderbouwing is. De economie is robuust genoeg om deze beleidswijziging te verwerken.

Bijzonder slim plan
Een cruciaal onderdeel van het plan van GroenLinks-PvdA is de invoering van ee belasting voor transferpassagiers. Dat wordt weer bevestigd in het rapport. Het blijkt een bijzonder slimme zet te zijn.

Momenteel worden de overstappers vrijgesteld van vliegbelasting. Door hen nu te belasten wordt een deel van de belastingopbrengsten geïnd van reizigers die nauwelijks bijdragen aan de Nederlandse economie.

Het voordeel is dat de transferbelasting de mogelijkheid biedt om de tarieven voor de Nederlandse reiziger minder te laten oplopen, terwijl de budgettaire opbrengsten voor de Staat toch worden gehaald. Dit betekent dat het klimaat te beschermen is en inkomsten te genereren zijn zonder dat die last onevenredig valt op de schouders van de Nederlandse vakantieganger of zakenreiziger.

Een deel van de transferpassagiers zal volgens CE Delft uitwijken naar andere vliegvelden. Dat geldt vooral voor intercontinentale passagiers, Europese reizigers zijn minder geneigd van route te veranderen. Het bureau noemt het een aanvaardbare consequentie, gezien de overige voordelen.

Moedig en noodzakelijk
De verhoging van de vliegbelasting is een moedige en noodzakelijke stap van GroenLinks-PvdA. Het is een maatregel die bewijst dat ambitieuze klimaatdoelstellingen hand in hand kunnen gaan met economische stabiliteit.

Met een aantoonbare reductie van de klimaatimpact, een verwaarloosbare invloed op de werkgelegenheid en het vestigingsklimaat, en een slimme manier om inkomsten te genereren, is dit nieuwe stelsel een toonbeeld van vooruitstrevend beleid.

Bron

Opnieuw veel te veel vliegherrie in Uithoorn en Amstelveen

leefomgeving(leestijd circa 3 minuten)

Het nieuwste halfjaarrapport van de Inspectie Leefomgeving & Transport over Schiphol toont een helaas bekend beeld: in Uithoorn en Amstelveen dreigen forse overschrijdingen. En opnieuw volgt er geen actie.

De inspectie staat met de handen op de rug gebonden toe te kijken: zij mag van de minister slechts eenmaal per jaar – aan het einde van dat jaar – maatregelen nemen. Dat is een direct gevolg van het gebruik van het jaargemiddelde als norm. Omwonenden pleiten al vele jaren voor normen die beter aansluiten bij de ervaren overlast, maar het ministerie doet alsof de neus bloedt.

De huidige overlast overschrijdt de normen in twee gebieden, aldus de rapportage. Het gaat dan om handhavingspunt 19 (Buitenveldertbaan) en – voor het derde achtereenvolgende jaar – handhavingspunt 25 in Uithoorn.

In beide gebieden is de toegestane geluidsruimte halverwege het gebruiksjaar al voor meer dan de helft gebruikt. Deze cijfers zijn gebaseerd op de toch al verruimde ‘vervangende grenswaarden’ vanwege groot onderhoud aan het banenstelsel van Schiphol.

Zoveelste versoepeling
Deze aanpassing werd op 20 februari 2025 van kracht en was de zoveelste versoepeling. Ieder jaar krijgt Schiphol van het ministerie opnieuw extra ruimte vanwege onderhoud of vanwege ‘experimenten’, ondanks toezeggingen van zowel Schiphol als Den Haag dat dit afgelopen zou zijn. Een belofte die duidelijk niets voorstelt.

De impact op de burgers blijft zo voortbestaan. De belasting is te hoog en de ILT mag niet tussentijds ingrijpen en blijft zo beperkt tot handhaving achteraf – wanneer de overschrijdingen al een feit zijn en de schade al is aangericht. Directe correctie blijft zo uit en de herrie keer op keer groter dan toegestaan is.

De opgelegde passiviteit van de ILT wordt veroorzaakt door het beleid van het ‘anticiperend handhaven’. Dit bepaalt dat zij geen maatregelen kan opleggen aan de sector als deze het gevolg zijn van het vliegen volgens de regels van het Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel Schiphol (NNHS).

Regels niet vastgelegd in wet
Dat is een fundamenteel probleem, temeer daar het NNHS helemaal niet is vastgelegd in de wet. Desondanks wordt er wel ‘volgens de regels’ gevlogen. Het geeft de sector een vrijbrief voor overlast. Voor bewoners is dit een onverteerbare situatie: de geluidsoverlast is reëel en meetbaar, maar handhaving blijft uit. De gezamenlijke zorgplicht van Schiphol, de luchtverkeersleiding en de luchtvaartbedrijven verwordt zo tot een lege huls.

Vorig jaar was sprake van meer dan 20 procent overschrijding van de geluidsnormen in Uithoorn. Zelfs werden daar de regels van het NNHS overtreden, maar zelfs dan blijft handhaving uit.

Omwonenden schreeuwen al jaren dat de minister de Inspectie Leefomgeving & Transport moet laten doen waarvoor zij bestaat: het handhaven van overtredingen van de wet. Maar opeenvolgende en luchtvaartminnende ministers blijven doof voor dit geluid. Om de ‘economische motor’ met overigens verwaarloosbare marges en daardoor minimale toegevoegde waarde te beschermen, krijgt de sector keer op keer de vrije hand om het achterhaalde businessmodel met overstappers in de praktijk te brengen.

Veel meer herrie dan gezond
Overigens is de ‘geluidsruimte’ die Schiphol krijgt veel te ruim, zo meldt de Wereldgezondheidsorganisatie. Die staat een jaargemiddelde voor van 45 dB(A), terwijl er in de omgeving van Schiphol mensen moeten leven met niveaus zelfs boven de 60 dB(A).

Wetende dat iedere 3 decibel extra een verdubbeling vertegenwoordigt van de geluidsbelasting, gaat het hier dus om 2 tot de macht 5, is 32 keer zoveel herrie als ‘gezond’ is. Dat maakt Schiphol tot één van de grootste uitwassen van ons land – nog afgezien van de kankerverwekkende uitstoot van giftige stoffen en de klimaatvernietigende CO2-emissies.

De rechter heeft dit al erkend in het vonnis in de zaak van Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder tegen de Staat. Sinds die uitspraak zint het ministerie op allerlei onzinmaatregelen om de hinder te bagatelliseren. Substantiële verbeteringen zijn er nog niet en komen er ook niet, als het aan Schiphol, KLM en I&W ligt.

Bron

KLM-piloot diep bezorgd over groeiend verzet tegen vliegindustrie

mindmap burgerlobby(leestijd circa 4 minuten)

Afgelopen weekend publiceerde KLM-piloot Roeland Hagreis een mindmap waarin hij een “zeer fijnmazig netwerk van stichtingen en verenigingen” blootlegt met als doel Schiphol een kopje kleiner te maken. SchipholWatch speelt er een centrale rol in.

Het opstel van Hagreis illustreert overduidelijk zijn grote zorgen over de groeiende maatschappelijke druk tegen de negatieve effecten van zijn sector. Herrie, milieuvervuiling en klimaatschade resulteren uiteindelijk in een marginale economische bijdrage.

Wat Hagreis niet ziet, is dat er inmiddels een krachtige burgerbeweging is ontstaan die opkomt voor een leefbare omgeving en vecht tegen de eenzijdige belangen van een onverzadigbare industrie.

De piloot dicht het burgernetwerk eigenschappen toe die het volgens hem uiterst effectief maken. Weerbaarheid, redundantie en actie op meerdere fronten (juridisch, maatschappelijk, overheid, milieu, wetenschap, journalistiek). Alle middelen worden ingezet om de groei van Schiphol en de luchtvaartindustrie te stoppen.

Vijandige tactiek?
Wat Hagreis hier als een vijandige tactiek probeert neer te zetten, is in werkelijkheid de organische en onvermijdelijke reactie van burgers die hun leefomgeving en gezondheid bedreigd zien worden door een nietsontzienende industrie.

De zogenaamde “weerbaarheid” en “redundantie” zijn geen bewijs van een sinistere agenda, maar van de diepgewortelde bezorgdheid en de veerkracht van gemeenschappen die jarenlang zijn genegeerd.

Burgers, verenigd in stichtingen en actiegroepen, voelen zich genoodzaakt om hun krachten te bundelen wanneer overheden en de luchtvaartlobby eenzijdig besluiten nemen die hun welzijn aantasten.

Meerdere fronten
Het feit dat dit netwerk op “meerdere fronten” opereert, toont juist de legitimiteit en breedte van de problematiek aan. De overlast van geluid, de uitstoot van schadelijke stoffen en de impact op het klimaat zijn immers niet beperkt tot één domein; ze vereisen een integrale aanpak van juridische strijd, maatschappelijke bewustwording en wetenschappelijke onderbouwing.

De gewenste krimp van Schiphol is geen destructieve daad, maar een noodzakelijke stap naar een duurzame en gezonde toekomst. Het illustreert de vastberadenheid van mensen die klaar zijn met holle beloftes en in plaats daarvan concrete actie eisen.

Hagreis ziet dat SchipholWatch een centrale rol speelt in de “anti-luchtvaartwereld” en concludeert ironisch dat SW een zeer effectieve campagne voert. Uiteraard zijn wij hem dankbaar voor de erkenning. Inderdaad is SchipholWatch effectief – mede dankzij duizenden donateurs die ons ondersteunen – en daar zijn we trots op. Maar onze effectiviteit komt niet voort uit obscure agenda’s zoals Hagreis insinueert, maar uit het vertegenwoordigen van de stem van de tienduizenden burgers die dagelijks te lijden hebben onder de gevolgen van de ongebreidelde groei van de luchtvaart.

Collectieve stem
SW en collega-organisaties zijn het antwoord op het monolithische blok van de luchtvaartlobby en de Nederlandse politiek. Wij willen een collectieve stem creëren die minstens zoveel gewicht in de schaal legt als die van de sector.

De website vliegherrie.nl is hiervan een sprekend voorbeeld. Het is een direct kanaal voor burgers om hun overlast te melden, en daarmee een essentieel instrument voor transparantie en democratische controle. De sector haat de site omdat deze zo goed en voor iedereen zichtbaar maakt hoe groot het leed is dat omwonenden wordt aangedaan door het luchtvaartbedrijf.

Hub van hoop
De burgerorganisaties bieden tegenwicht aan de almachtige vlieglobby en bouwen zo aan een hub van hoop in plaats van een hub van hinder die Schiphol is geworden.

Een terugkerend thema in de analyse van romanschrijver Hagreis (zie kader) en de reacties onder zijn bijdrage is de bewering dat het anti-luchtvaartnetwerk “achterhaalde en onjuiste informatie” verspreidt en dat media en politici die “desinformatie” klakkeloos overnemen. De reacties, veelal van collega’s uit de vliegindustrie, spreken van “compleet uit de lucht gegrepen CO2-cijfers” en zelfs “leugens”.

Dit is niets meer dan een cynische omkering van de feiten en een klassieke methode om legitieme kritiek te diskwalificeren.

Desinformatie uit de sector
De werkelijke desinformatie komt al decennialang uit de hoek van de vliegindustrie zelf, die voortdurend poogt zijn impact te bagatelliseren. Terwijl de sector mijmert over “schone en stille groei” ervaren omwonenden dagelijks de keiharde realiteit van geluidsoverlast, fijnstof en stikstofdioxide.

Burgers en de door Hagreis genoemde organisaties baseren zich op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek, niet op de propagandistische praatjes van een grote, vervuilende industrie.

Terwijl Hagreis spreekt over de anti-luchtvaartbeweging, blijkt in werkelijkheid vrijwel niemand tegen de luchtvaartsector te zijn. Wel uiten mensen hun gevoelens van legitieme angst, frustratie en woede over de aantasting van gezondheid en leefbaarheid. Het is de emotie van mensen die hun stem niet gehoord voelen en van wie het welzijn wordt opgeofferd aan economische belangen die niet de samenleving als geheel dienen.

Gedeelde strijd
De suggestie in de reacties dat een “microgroepje figuren” verantwoordelijk is voor de succesvolle campagne is een poging om een brede maatschappelijke beweging te reduceren tot een marginaal clubje. Het ontkent de werkelijkheid van talloze bezorgde burgers die zich onafhankelijk van elkaar organiseren, maar die elkaar wel vinden in de gedeelde strijd.

De bewering dat journalisten een “dubieuze anti-luchtvaart agenda” uitvoeren is een brutale aanval op de onafhankelijke journalistiek die juist de taak heeft om kritische vragen te stellen aan de machthebbers – of dat nu de overheid is of de vliegindustrie.

Terwijl Hagreis zich concentreert op het netwerk van burgerorganisaties blijft de veel machtiger vlieglobby buiten beeld in zijn analyse. Zijn doel is immers om “de luchtvaartsector te helpen door alles in kaart te brengen”. Dit is de kern van zijn bijdrage: zijn analyse dient de belangen van de sector die hij wil beschermen.

Miljoenenlobby
De sector beschikt over enorme financiële middelen, invloedrijke netwerken en directe toegang tot politieke besluitvormers. Dit is dezelfde lobby die al decennialang de groeiparadigma’s dicteert, vaak ten koste van milieu en omwonenden.

Het is deze lobby die de pers moet onderzoeken, om te zien hoe de miljardenstromen van subsidies en belastingvoordelen in stand worden gehouden.

De mindmap van Roeland Hagreis, bedoeld om de vliegindustrie te helpen, onderstreept onbedoeld de kracht (en de noodzaak) van een georganiseerde burgerlobby in ons land. Het fijnmazige netwerk waarover hij spreekt, is de belichaming van een samenleving die opstaat voor haar rechten.

Democratisch antwoord
In plaats van de burgerlobby te zien als een vijand die “desinformatie” verspreidt, doet de luchtvaartsector er goed aan te luisteren naar de terechte zorgen die breed worden gedragen. De effectiviteit van de burgers is immers geen anomalie, maar een democratisch antwoord op de onhoudbare druk die de luchtvaart legt op mens en milieu.

Wij blijven in ieder geval onze stem verheffen, onze krachten bundelen en vechten voor een leefbare toekomst. Want dat vertegenwoordigt de ware maatschappelijke vooruitgang.

Roeland Hagreis is behalve piloot ook romanschrijver. Onder het pseudoniem Verax Dictu (waarzegger in het Latijn) schreef hij dit jaar een science-fiction epos over een toekomst waarin klimaatactivisten en linkserige types erin geslaagd zijn om Schiphol te krimpen. De gevolgen zijn uiteraard desastreus: economische ineenstorting en massale werkeloosheid. De liefst 139 pagina’s zijn te bestellen via uitgeverij Brave New Books, een internetplatform om gratis boeken in eigen beheer uit te geven. Het bedrijf drukt een boek pas af nadat het is besteld.

Bron

Plannen GL-PvdA geen verkiezingsstunt, maar goed onderbouwd economisch beleid

Frans Timmermans(leestijd circa 4 minuten)

Na decennia van loze beloften en uitstel van cruciale beslissingen toont GroenLinks-PvdA de daadkracht die ons land zo hard nodig heeft. Het verkiezingsprogramma roept op tot het kortwieken van de luchtvaart om ruimte te maken voor mens en natuur.

Het is een ambitieus plan: het sluiten van Rotterdam en Maastricht Airport en een forse krimp van Schiphol om woningbouw in die regio’s mogelijk te maken. Het is niets minder dan een doorbraak voor een leefbaar en duurzaam Nederland.

Het is een geluid waar omwonenden, klimaatorganisaties en vooruitstrevende politieke partijen al ruime tijd om vragen om een einde te maken aan de voortdurende geluidsoverlast, de vernietigende milieueffecten en de nijpende woningnood.

Die woningnood is torenhoog in ons land en GroenLinks-PvdA maakt er nu terecht een speerpunt van in het verkiezingsprogramma. Door regionale vliegvelden op te offeren ontstaat er direct ruimte voor grootschalige woningbouw.

Een studie in opdracht van de Bewoners tegen Vliegtuigoverlast (BTV) en klimaatorganisatie Urgenda toonde vorig jaar al aan dat het de samenleving veel geld oplevert als vliegveld Zestienhoven wordt omgevormd tot een moderne stadswijk. Dat plan was een vervolg op ideeën uit 2019 om RTHA om te bouwen tot een Central Park met 12.500 woningen.

Direct meer woningen
Deze ontwikkeling zou niet alleen direct woningen opleveren, maar ook ruimte voor waterberging en een veel gezonder leefomgeving. Bovendien kan de gemeente honderden miljoenen euro’s genereren uit erfpacht en extra belastinginkomsten.

De keuze om juist luchthavens om te bouwen tot woonwijken is buitengewoon praktisch. Een groot deel van de benodigde infrastructuur is al aanwezig, zoals toegangswegen en riolering. Dit versnelt het bouwproces aanzienlijk, een cruciale factor in de strijd tegen het acute woningtekort.

De lobby van de vliegtuigindustrie en sommige politici ter rechterzijde roepen vaak in koor dat sluiting een “groot verlies voor stad en regio” zou zijn. Maar niets is minder waar. Uit onderzoek blijkt dat Rotterdam Airport nu alleen winst maakt op het parkeren en via de verhuur van gebouwen, terwijl er zware verliezen worden geleden op het vliegen zelf.

Waarom zou de politiek in godsnaam een verliesgevend vliegveld openhouden dat bovendien de leefkwaliteit van duizenden mensen aantast?

Bij de sluiting van RTHA zullen er naar schatting zo’n 1800 fulltime banen verloren gaan, maar dit moet in perspectief worden geplaatst. In Rotterdam staan op dit moment 30.000 vacatures open. Er is dus meer dan genoeg werkgelegenheid voor mensen die eventueel hun baan verliezen, vaak in sectoren die wel bijdragen aan een duurzame toekomst en aan de algemene middelen.

Orakel Kers
De aankondiging van GroenLinks-PvdA zet de luchtvaartindustrie direct in de aanvalsstand. Arjan Kers, topman van reisorganisatie TUI, claimt “verrast” te zijn door het plan. Had hij dichterbij de samenleving gestaan, dan had hij de roep om sluiting van RTHA al decennialang kunnen horen. De uitspraak van Kers heeft meer weg van de kop in het zand steken dan van een oprechte verrassing.

Kers probeert het belang van regionale luchthavens te vergroten door te spreken over vrachtverkeer, met als absurd voorbeeld de import van avocado’s. Alsof het behoud van regionale vliegvelden essentieel is voor de wereldhandel in exotisch fruit.

Lijsttrekker Frans Timmermans benadrukt juist dat er voldoende alternatieven zijn voor reizigers die op vakantie willen. Nederland is geen eiland; we zijn uitstekend verbonden met de wereld, onder meer via Schiphol. Ook als die luchthaven moet krimpen voor de woningbouw.

Overstappers
Zo vervoert KLM tientallen miljoenen buitenlandse overstappers die vrijwel niets toevoegen aan de Nederlandse economie, maar wel veel herrie en vervuiling veroorzaken. Schrappen van de transferpassagiers of het onaantrekkelijk maken om over te stappen op Schiphol zou al veel problemen oplossen.

De beschuldiging van Kers dat het plan slechts “stemmentrekkerij” is, is een goedkope en laaghartige poging om de politiek te diskwalificeren. Het plan is immers verre van luchtfietserij. Het kent een weloverwogen en economisch onderbouwde basis en vormt daarmee een antwoord op een van de grootste maatschappelijke problemen van deze tijd.

Kers verwijt de critici van de vliegindustrie dat zij “hypocriet” zijn, omdat ze wel avocado’s eten of kleding uit India willen dragen en zelf volop de wereld rondreizen. Dat is niet meer dan een kinderachtige afleidingsmanoeuvre. Het gaat immers niet om het verbieden van reizen of import, maar om het erkennen van de enorme milieubelasting van de luchtvaart en om het nemen van verantwoordelijkheid voor de wooncrisis en het klimaat.

Concrete stappen blijven uit
De TUI-topman roept dat zijn sector aan verduurzaming werkt en “plannen op tafel heeft”, maar concrete en impactvolle stappen blijven al decennialang uit. “De innovatie moet komen van een gezonde sector”, zegt Kers, maar hoe gezond is een sector die alleen winst maakt op parkeergelden en verhuur en zware verliezen lijdt op de kernactiviteit? En dat terwijl de maatschappelijke kosten van geluidsoverlast, milieu, klimaat, gezondheid en woningnood zich opstapelen en liefst worden afgewenteld op de belastingbetaler en de omwonenden.

De klacht van de sector dat Nederland een “duur vliegland” wordt door belastingen, waardoor mensen uitwijken naar Düsseldorf en Brussel, is een misleidende redenering. De werkelijke kosten van het vliegen zijn nooit goed doorberekend aan de consument. Vliegen is daarom veel te goedkoop, ten koste van ons milieu en onze gezondheid.

Het is werkelijk absurd om het “recht” op spotgoedkope vluchten te verkiezen boven het recht op een betaalbaar huis in een gezonde leefomgeving.

De officiële reactie van Rotterdam The Hague Airport dat er “geen plannen zijn om de luchthaven te sluiten” tekent de vastgeroeste houding van een industrie die weigert vooruit te kijken. Maar de tijd van ongeremde groei en het negeren van de maatschappelijke impact is voorbij.

GroenLinks-PvdA grootste partij
Gezien de peilingen is de kans groot dat Frans Timmermans met GroenLinks-PvdA vanaf 29 oktober de grootste partij van het land is, waarna hij het voortouw zal krijgen bij het vormen van een nieuwe coalitie. Onverstandig dat een hele sector in onze economie de ogen sluit voor deze waarschijnlijke ontwikkeling.

Het is goed dat GroenLinks-PvdA dit nu op de landelijke politieke agenda zet. Het is geen kortzichtige verkiezingsstunt, maar een noodzakelijke en moedige stap. Het is de hoogste tijd dat de belangen van mens, milieu en klimaat prevaleren boven de winsten van een sector die zeer regelmatig zware verliezen lijdt en de maatschappij opzadelt met hoge kosten.

De plannen markeren hopelijk het begin van een nieuw tijdperk, waarin we de beperkte ruimte in Nederland eindelijk weer eerlijk benutten voor de behoeften van de samenleving als geheel, niet voor die van de luchtvaartindustrie met zijn overstappers en gigantische klimaatschade.

Bron

KLM in verdomhoekje, maar houdt vast aan verliesgevende EU-vluchten voor de slots

(leestijd circa 3 minuten)

“We zitten als KLM in het verdomhoekje. Vanwege de uitstoot van onze vliegtuigen, maar nog meer vanwege het geluid. Er is continu spanning met de maatschappij, de omwonenden en inmiddels ook met de politiek in Den Haag.”

Dit zei Paul Terstegge onlangs op een bijeenkomst van de Vereniging van Oud Cabinepersoneel (VOC) van KLM. Een verslag van die bijeenkomst verscheen recent in het clubblad. Terstegge is verantwoordelijk voor de ‘inflight services’ bij het bedrijf.

“Het leidt ertoe dat de groeiperspectieven onzeker worden en het dwingt ons om tempo te maken met vlootvernieuwing om zo de geluidsoverlast en CO2-uitstoot terug te dringen.”

Terstegge geeft hiermee aan dat KLM inmiddels de maatschappelijke druk goed voelt. Een druk die zich al jarenlang opbouwt vanwege het achterhaalde bedrijfsmodel van KLM om buitenlandse reizigers om te laten vliegen naar Schiphol voor een overstap naar verre bestemmingen. Dit model creëert veel extra en onnodige overlast en vervuiling voor de regio rond Schiphol.

‘Nog veel meer nodig’
Het leidt er volgens Terstegge toe dat de firma in totaal 7 miljard euro moet zien te financieren aan nieuwe vliegtuigen. “In 2023 hebben we 700 miljoen winst gemaakt. Dat lijkt veel geld, maar voor 7 miljard is nog veel meer nodig.”

Qua winstgevendheid is KLM volgens de directeur “ergens de afgelopen jaren offtrack geraakt”. Het doel is om in het lopende jaar weer op koers te komen, maar de voortekenen zien er gezien de recentste financiële resultaten niet gunstig uit.

De investering in nieuwe vliegtuigen hangt als een molensteen om de nek van KLM, zo meldt de man aan de zaal. De aangekondigde bezuiniging van 450 miljoen euro is fors, maar nog lang niet genoeg.

Verlies op Europese vluchten
Een belangrijke oorzaak van de moeizame financiële gang van zaken is het Europese netwerk van KLM. Daar wordt volgens Terstegge geld op verloren. Opmerkelijk is zijn signalering: “We vliegen op dit moment teveel Europese lijnen omdat we deze vluchten gebruiken om alle slots dicht te vliegen die we anders zouden verliezen.”

Hij zegt hiermee niets meer of niets minder dan dat zijn werkgever slots nutteloos inzet om ze maar vooral niet kwijt te raken. Geld wordt er niet mee verdiend. Al die kennelijk overbodige slots leiden vervolgens wel tot aanzienlijke overlast en vervuiling. Geen woord daarover in zijn presentatie aan het oud-cabinepersoneel.

In de nasleep van de coronapandemie kampt KLM nog steeds met grote personeelstekorten. Te weinig technici leiden tot problemen met de technische staat van de vloot, “wat leidt tot veel annuleringen”.

Betaalde broodjes
De komende twee jaar lijdt KLM onder een grote mismatch tussen investeringen en inkomsten. Daarom stelt het investeringen in gebouwen, equipment en IT zoveel mogelijk uit om de rekeningen van Airbus te kunnen betalen. En zoekt het naarstig naar extra inkomsten zoals uit betaalde broodjes aan boord.

Ook kijkt het bedrijf naar mogelijkheden om nog meer passagiers in een vliegtuig te proppen, bijvoorbeeld door ruimte voor de stewardessen op te offeren om een extra stoel te kunnen plaatsen. Maar ook betalen voor stoelreserveringen en besparen op de cao zijn opties.

Met name deze laatste optie leidt nu al maandenlang tot conflicten met de vakbonden. Terwijl piloten allang zeker zijn van meerdere verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden – waaronder extra geld – probeert KLM het overige personeel op de nullijn te houden. De vakbonden worden daarbij de facto buitenspel gezet omdat tot twee keer toe via de rechter is afgedwongen dat stakingen verboden zijn.

Extreem veel verzuim
De extra bezuinigingen en de oplopende werkdruk leiden tot een extreem hoog verzuimpercentage van 10 procent. Dat moet omlaag, zo vindt Terstegge. Maar het ligt moeilijk omdat uit onderzoek zou zijn gebleken dat 70 procent van het verzuim wordt veroorzaakt door gebeurtenissen in de privésfeer.

De directeur geeft met zijn presentatie een somber inkijkje in de keuken van KLM. Hij tekent de problemen uit van een bedrijf met (te) smalle marges en hoge investeringen in een markt die uiterst onzeker is. Hoewel de druk van de samenleving wordt gevoeld, heeft KLM niet het geld om ook maar iets te doen aan milieu, klimaat of leefomgeving.

En dus blijft het maar voortsukkelen met loze beloftes en ongegeneerde praatjes over stiller en zuiniger. Terwijl het op grote schaal Europese verlieslatende vluchten blijft uitvoeren, alleen maar om krampachtig vast te houden aan de slots die het in de toekomst weer nodig hoopt te hebben.

Een beter signaal dat Schiphol prima kan krimpen zonder al te grote economische gevolgen had Terstegge niet kunnen afgeven richting Den Haag.

Bron

Luchtverkeersleiding weigert radiocommunicatie openbaar te maken

verkeerstoren RTHA(leestijd circa 4 minuten)

Opnieuw vervult de luchtverkeersleiding een dubieuze rol in het wegmoffelen van gevoelige informatie. De organisatie weigert de communicatie tussen de toren en piloten openbaar te maken, terwijl er goede redenen zijn voor publieke controle op dit radioverkeer.

Bewonersorganisatie BTV-Rotterdam Airport dringt aan op de openbaarmaking omdat het wil controleren waarom piloten afwijken van de standaard routes. Dergelijke deviaties zorgen voor veel extra en onnodige overlast.

Het verzoek volgt op een rapportage van de Inspectie Leefbaarheid en Transport dat een reeks routeafwijkingen, recht en laag over meer dan drie steden, werd veroorzaakt op verzoek van piloten. De afwijkingen hadden niets te maken met slecht weer of interfererend vliegverkeer, maar de aangevraagde route is ongeveer tien kilometer korter.

Een Boeing 737-800, veel ingezet op RTHA, verbruikt bij het opstijgen zo’n 12 tot 20 kilogram kerosine per kilometer. De ‘bocht afsnijden’ levert een besparing op van zo’n 150 tot 200 kilogram kerosine, wat neerkomt op een besparing van 80 tot 100 Euro per vlucht.

100.000 euro per jaar
De manoeuvre kan dus een voordeel opleveren van zo’n 70.000 tot 100.000 euro per jaar, per vliegtuig (kerosine kost 0,51 euro per kilo, bij twee vluchten per dag). Opvallend is dat het vrijwel altijd vliegtuigen van Transavia zijn die de bocht afsnijden. Andere maatschappijen houden zich wel aan de regels.

De luchtverkeersleiding (LVNL) verschuilt zich achter een rookgordijn van bureaucratie en vermeende veiligheidsargumenten om de cruciale informatie uit de openbaarheid te houden.

Op 6 januari van dit jaar diende BTV een verzoek in op grond van de Wet open overheid (Woo). Het wil inzicht krijgen in de communicatie die leidt tot afwijkingen van de ‘standard instrument departure’-routes. De vereniging vermoedt dat deze afwijkingen niet altijd worden ingegeven door noodzaak (zoals slecht weer of ander verkeer), maar ook door economische motieven als kerosinebesparing.

BTV wil zelf controleren wat er wordt afgesproken tussen verkeersleiding en piloten. Het argument is helder: deze informatie moet openbaar zijn.

Kafkaësk
De verkeersleiders weigeren echter stelselmatig de gevraagde geluidsfragmenten (of transcripten daarvan) openbaar te maken. In een eerste besluit van 20 februari jongstleden gaf LVNL aan dat het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van het goed functioneren van de verkeersleiding. BTV maakte er bezwaar tegen. Wat volgde was een kafkaëske procedure waarin LVNL aanbood de geluidsbanden op hun kantoor te laten beluisteren of een geanalyseerde tabel met vluchtgegevens aan te bieden, maar strikte openbaarmaking blijft weigeren.

BTV wijst deze ‘alternatieven’ resoluut van de hand, omdat het doel publieke openbaarmaking is, niet slechts een beperkte inzage voor alleen de vereniging.

Even leek het erop dat een jurist van LVNL alsnog de banden vrij wilde geven, zoals deze telefonisch meldde. Maar inmiddels heeft BTV een beslissing op beroep ontvangen waarin het antwoord opnieuw een keihard ‘nee’ is.

Bureaucratisch construct
Het belangrijkste argument van de verkeersleiding is een bureaucratisch construct waarin de communicatie niet openbaar zou zijn op grond van artikel 8.8 van de Woo, in samenhang met artikel 7.1, vierde lid van de Wet luchtvaart. De bepalingen zouden stellen dat gegevens die zijn ontvangen of verzameld op grond van EU-verordening 376/2014 (voorvallen in de burgerluchtvaart) niet openbaar zijn. Volgens LVNL mag het radioverkeer uitsluitend voor veiligheidsonderzoek worden bewaard en gebruikt.

Een ander controversieel argument is dat er in de luchtvaartsector sprake zou zijn van een ‘just culture’. Daarbij is het van ‘levensbelang’ dat piloten en verkeersleiders zich vrij en veilig voelen om hun werk te doen en melding te maken van incidenten, zonder zich af te hoeven vragen of de inhoud van de communicatie later openbaar wordt gemaakt.

Openbaarmaking van het radioverkeer zou dit zorgvuldig opgebouwde en internationaal geldende systeem ernstig beschadigen en daarmee de vliegveiligheid in gevaar brengen. LVNL stelt verder dat de letterlijke teksten vaak niet geschikt zijn voor niet-deskundigen en tot verkeerde interpretaties kunnen leiden. Bovendien zou het de privacy van de betrokkenen raken, aangezien stemgeluid kan worden gezien als een bijzonder persoonsgegeven.

Flauwekul
BTV weerlegt deze argumenten met klem. De stelling dat openbaarmaking de veiligheid in gevaar zou brengen, is volgens de vereniging je reinste flauwekul.

Bovendien duidt BTV op het feit dat de radiocommunicatie feitelijk al openbaar toegankelijk is, bijvoorbeeld via een website als Live ATC, die real-time uitzendingen aanbiedt van dergelijke communicatie. Bovendien zijn er online archieven waar deze communicatie wordt opgeslagen. Het argument van LVNL dat de gesprekken slechts voor veiligheidsonderzoek mogen worden bewaard en gebruikt staat haaks op deze beschikbaarheid op het internet.

Voor BTV is het een principekwestie. Zij signaleren dat het routesysteem rond Rotterdam Airport in toenemende mate niet ten goede komt aan de leefomgeving. De routeafwijkingen leiden jaarlijks tot duizenden extra meldingen van overlast, die eenvoudig te vermijden zijn door het volgen van de juiste routes.

Geen vertrouwen
De stellige bewering van LVNL dat zij haar wettelijke taak op correcte wijze uitvoert en dat er “in geen enkel opzicht iets achter wordt gehouden” wordt met reden niet vertrouwd door BTV en staat in schril contrast met de onwil om de meest directe bewijzen daarvan – de geluidsbanden zelf – openbaar te maken.

LVNL noemt de suggestie van BTV volstrekt onjuist dat afwijkingen onder de 3000 voet op verzoek van piloten plaatsvinden om kerosine te besparen. Maar door de communicatie hierover te weigeren, bevestigt men juist de argwaan en ontbreekt de mogelijkheid voor onafhankelijke controle.

Ook dit geschil is weer exemplarisch voor de strijd die burgers moeten voeren tegen een overheid die transparantie liever mijdt dan omarmt. De sector waant zich onaantastbaar en wordt hierin vol door de verkeersleiding – een ambtelijk apparaat – gesteund.

BTV rest nu niets anders dan naar de rechter te stappen om de radiocommunicatie alsnog publiek beschikbaar te laten maken. Wordt vervolgd.

Bron

Vliegherrie.nl bezig met vernieuwing: sneller en beter

vliegherrie.nl(leestijd circa 2 minuten)

De website vliegherrie.nl is achter de schermen bezig met een grote vernieuwing. Wat begon als een fix om de site sneller te maken, is uitgelopen op een veel groter project.

De site krijgt een compleet nieuw, veel moderner fundament. Daarmee moeten tal van aspecten verbeteren: de snelheid, de beveiliging en de look & feel.

De versnelling was hard nodig, omdat de site met meer dan 2 miljoen page views per maand en zo’n 200.000 unieke bezoekers traag was geworden. Soms duurde het laden van een pagina meerdere seconden waardoor bezoekers zichtbaar afhaakten.

De veranderingen worden stap voor stap doorgevoerd. Frequente bezoekers zullen al hebben gemerkt dat de snelheid hoger is, maar het uiterlijk van de site is nog onveranderd.

Vliegherrie.nl is de site waarop omwonenden van vliegvelden hun ervaringen kunnen delen met andere mensen. Op de site zijn veel schrijnende verhalen te lezen over de continue overlast en vervuiling door het vliegverkeer.

Vraagbaak
De site wordt onder meer veelvuldig geraadpleegd door wetenschappers en journalisten, maar ook door ambtenaren van het ministerie van Infrastructuur. Zo verschenen eerder verhalen in de media en kreeg vliegherrie.nl een prominente plek in een aantal wetenschappelijke onderzoeken. Het ministerie neemt gegevens van de site op in het jaarlijkse rapport De staat van de luchtvaart.

De vliegindustrie baalt van de openbare informatie op vliegherrie.nl. Het eigen meldpunt BAS publiceert slechts statistieken over het aantal meldingen, maar doet inhoudelijk niets met al die meldingen. Op vliegherrie.nl kan iedereen lezen hoeveel en welke ernstige problemen het vliegverkeer veroorzaakt.

De website wordt nu al ruim vier jaar geredigeerd door een zevental vrijwilligers die meldingen met bijvoorbeeld scheldwoorden weghalen. Hoewel begrijpelijk, is het niet de bedoeling dat de site wordt overspoeld met schuttingtaal. Dat doet afbreuk aan de bedoeling van de site – de persoonlijke verhalen van omwonenden zichtbaar maken. Om daarmee de overlast zo hoog mogelijk op de politieke agenda te krijgen.

Half miljoen meldingen
In totaal zijn inmiddels een half miljoen meldingen van vliegoverlast geregistreerd, uit een regio die loopt van Alkmaar tot aan Den Haag en van Haarlem tot aan Amersfoort. De site maakt duidelijk dat de overlast van het vliegverkeer veel uitgebreider is dan de berekende ‘geluidscontouren’ van Schiphol suggereren.

De site wordt na een idee van SchipholWatch gesteund door een breed scala aan natuur- en bewonersorganisaties. Onder meer Greenpeace, Milieudefensie en Extinction Rebellion steunen het initiatief, maar ook bewonersorganisaties als SATL, Platform Vlieghinder Kennemerland en de stichtingen Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder en de Werkgroep Vliegverkeer Bijlmermeer. En politieke partijen als de Partij voor de Dieren, GroenLinks-PvdA en de SP.

Bron

Schiphol ‘koopt’ met dreigementen en halve waarheden invloed in lokale politiek

Gemeentehuis Aalsmeer(leestijd circa 4 minuten)

Schiphol probeert als “motor van de Nederlandse economie” de verkiezingsprogramma’s van lokale partijen in de regio te manipuleren. “Kennelijk denken ze dat een charmeoffensief een goed idee is”, aldus een raadslid.

Het document leest als een handboek voor politieke beïnvloeding en is niet meer dan een opzichtige poging om gemeenten rond het vliegveld te laten meebetalen aan en meedenken over de ambities van de luchthaven zelf. Terwijl de rekening blijft oplopen voor omwonenden en het klimaat.

Schiphol positioneert zichzelf als onmisbaar voor de Nederlandse welvaart en economie, met een “wereldwijd netwerk van meer dan 300 bestemmingen” en de claim dat het Nederland tot “een van de best verbonden en meest welvarende landen ter wereld maakt”. Trots meldt het stuk dat de vliegindustrie “tussen de 104.000 en 127.000 banen” ondersteunt en bijdraagt aan het bruto binnenlands product.

Maar deze “brede welvaart” gaat wel ten koste van de leefkwaliteit van honderdduizenden omwonenden die dagelijks te maken hebben met de keerzijde van de hubfunctie. En het is nog maar zeer de vraag in hoeverre Schiphol überhaupt bijdraagt aan de welvaart. Recente kosten-baten-analyses zetten daar grote vraagtekens bij.

Grote druk op leefomgeving
Schiphol erkent zelf ook dat de “druk op leefomgeving, klimaat en arbeidsmarkt toeneemt”. Toch wil het vliegveld fors investeren om verder te kunnen groeien. De komende vijf jaar wordt er 6 miljard euro ingestoken, waardoor het aantal vluchten en daarmee de overlast nog verder zal toenemen. Althans, dat is de ambitie.

Het vliegveld beweert in de brochure “actief bij te dragen aan een stillere luchtvaart” en meldt (op basis van aantoonbaar onjuiste berekeningen) dat het aantal ernstig gehinderden sterk is gedaald. In de praktijk zijn er juist steeds meer mensen die de overlast 24 uur per dag moeten pruimen. Zie hiervoor ook het almaar groeiende aantal meldingen bij onder meer BAS en vliegherrie.nl.

Schiphol benadrukt het belang van “heldere afspraken over het maximum aantal vliegbewegingen en de maximaal toelaatbare geluidsbelasting” in een nieuw Luchthavenverkeersbesluit. Het wordt gepresenteerd als een stap voorwaarts, maar het verleden leert dat dergelijke afspraken altijd worden opgerekt en niet leiden tot een daadwerkelijke verbetering van de leefkwaliteit voor de mensen in de regio. Ook dit blijft bij een papieren “winst” op grond waarvan Schiphol steeds verder denkt te mogen groeien.

Spiegeltjes en kraaltjes
De lokale bestuurders worden ook nog even gewezen op het omgevingsfonds van Schiphol waarin de komende zeven jaar zo’n 70 miljoen euro wordt uitgedeeld, zogenaamd om de leefomgeving te verbeteren. Het is een druppel op de gloeiende plaat, vergeleken met de miljardeninvesteringen in het vliegveld zelf. Het omgevingsfonds wordt dan ook smalend het spiegeltjes & kraaltjes-fonds genoemd door de burgers in de regio. Het fonds is vooral bedoeld om draagvlak af te kopen. Immers, raadsleden die een fors geldbedrag accepteren om een speeltuintje te realiseren, zijn minder geneigd op te staan tegen de overlast en vervuiling van Schiphol, zo is het idee.

Op het gebied van de luchtkwaliteit beweert Schiphol de uitstoot van schadelijke stoffen (waaronder ultrafijnstof) te minimaliseren door voertuigen te elektrificeren en – eindelijk – walstroom aan te leggen. Maar zolang het vliegverkeer blijft groeien, helpt dat niet om de magere luchtkwaliteit substantieel te verbeteren. Daardoor blijft deze een reële bedreiging voor de volksgezondheid in de regio, zo wist ook het RIVM te melden.

Arbeidsomstandigheden
Nog zo’n valse voorstelling van zaken is dat het vliegveld zich in de folder profileert als een “aantrekkelijke werklocatie” en zegt zich in te zetten voor “goede en gezonde arbeidsomstandigheden”. Dat is ook de hoogste tijd, want Schiphol is al meer dan eens op de vingers getikt door onder meer de Arbeidsinspectie. Ook vakbond FNV maakt zich ernstig zorgen over de arbeidsomstandigheden.

Schiphol wil vanwege de krappe arbeidsmarkt volop nieuwe arbeidsmigranten aantrekken. Het eist van de gemeenten om “samen te werken” aan “duurzame oplossingen” voor huisvesting van deze migranten. Het schuift hiermee de verantwoordelijkheid voor het oplossen van de arbeidsmarktkrapte en de huisvestingsproblemen op het bordje van de gemeenten. Terwijl het zelf de vruchten gaat plukken van de lagere lonen van arbeidsmigranten en de flexibeler inzet die vaak samenhangt met arbeidsmigratie.

Het vliegveld werkt met de gemeente Haarlemmermeer aan een “ruimtelijk ontwikkelingsplan Schiphol 2040” om de verouderde bestemmingsplannen te herzien. Schiphol stelt dat “nieuwe generaties vliegtuigen meer ruimte op de grond en in de terminals” vragen – opnieuw een duidelijke hint naar de ongebreidelde groeiambities.

Burgers moeten zich aanpassen
Tegelijkertijd erkent Schiphol de “maatschappelijke opgave op het gebied van woningbouw” en de “spanning die kan ontstaan tussen de behoefte aan woningen en de aanwezigheid van luchtvaart”. Maar in plaats van in te schikken, vraagt Schiphol de gemeenten om “woningbouwmogelijkheden via innovatieve en geluidsadaptieve bouwtechnieken” te verkennen om nieuwe overlast te voorkomen.

Het betekent niets minder dan dat omwonenden zich maar moeten aanpassen aan de overlast van Schiphol, in plaats van dat Schiphol zich aanpast aan de leefomgeving.

De impliciete waarschuwing dat “generiek gemeentelijk beleid voor ruimtelijke ordening” kritisch moet worden bekeken als het “niet aansluit bij de ambities van Schiphol” is een rechtstreekse poging om de gemeentelijke autonomie te ondermijnen ten gunste van de financiële belangen van de vliegindustrie.

Schiphol stelt “ambitieuze doelstellingen” te hebben om de luchthaven te verduurzamen. Dat klinkt als goed nieuws, maar door de grote groeiambities in combinatie met het uitblijven van technische innovaties, neemt de klimaatschade slechts toe en niet af.

New speak
De ‘Inbreng Schiphol voor Gemeenteraadsverkiezingen 2026’ is een document dat bol staat van de new speak. Het stuk kan door toekomstige gemeenteraadsleden worden opgevat als intimiderend en probeert de gemeentelijke politiek in de omliggende woonplaatsen naar de hand te zetten.

De inbreng presenteert zeer eenzijdig slechts de voordelen van de luchtvaart en verschuift een belangrijk deel van de verantwoordelijkheden voor de negatieve gevolgen naar de gemeenten en hun inwoners.

De Royal Schiphol Groep eist expliciet de “actieve betrokkenheid van uw gemeente” bij het ontwikkelen van maatregelen voor de leefomgeving, het bevorderen van de ontsluiting en het verbeteren van de “overgangsgebieden” tussen gemeenten en luchthaven.

Met dergelijke maatregelen zijn hoge kosten gepaard, die vervolgens voor rekening komen van de gemeenten en hun burgers.

Kom op voor de burger
Gemeenten doen er goed aan zich te realiseren dat de keuzes die zij maken de toekomst van deze regio bepalen. Schiphol is slechts één factor, maar lang niet de belangrijkste. Het is daarom goed niet langer Schiphol te bedienen op zijn wenken, maar op te komen voor gezondheid, leefkwaliteit en toekomst van de eigen burgers.

Wij roepen de politieke partijen dan ook op om de inbreng van Schiphol te negeren en te kiezen voor een duidelijke commitment aan krimp van het vliegverkeer, een verbod op nachtvluchten en herstel van de leefkwaliteit in de verre omtrek van Schiphol.

Bron

Waarom het beroep tegen het aangepast LVB zo belangrijk is

vrouwe justitia(leestijd circa 5 minuten)

SchipholWatch heeft het beroep tegen het ‘versnelde’ Luchthavenverkeersbesluit voor Schiphol afgelopen week ingediend, samen met negen andere organisaties. Waarom is dit beroep zo belangrijk?

Wat ons betreft is de tijd van loze beloften wel voorbij. De maat is vol. Met dit beroep bij de Raad van State is de strijd voor een leefbare omgeving in de regio Schiphol in een beslissende fase beland.

Dit is geen vrijblijvend protest, maar een juridisch verankerde eis tot gerechtigheid. Het schrift legt het diepgewortelde falen van het overheidsbeleid bloot en claimt het fundamentele recht op gezondheid terug voor honderdduizenden burgers.

De kern van de strijd is het gewijzigde Luchthavenverkeersbesluit (LVB). Die houdt een ogenschijnlijke reductie in van het aantal vluchten, maar biedt in werkelijkheid onvoldoende bescherming tegen de onophoudelijke geluidsterreur en slaapverstoring.

Mensenrechten
De belangrijkste pijler onder het beroep is de onmiskenbare schending van fundamentele mensenrechten. De rechtbank in Den Haag heeft al vastgesteld dat de Nederlandse Staat in gebreke blijft en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) schendt. Dat gebeurde in het vonnis van de stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder (RBV), ook partij in dit beroep.

Dat artikel 8 garandeert burgers het recht op respect voor privéleven, familie- en gezinsleven en woning. De geluidsoverlast door Schiphol – en de daaruit voortvloeiende ernstige slaapverstoring – is zo extreem dat het de persoonlijke levenssfeer van omwonenden aantast. Dat gaat zo ver dat de rechter van mening is dat de Staat verplicht is die overlast te voorkomen of te beperken.

De pijnlijke waarheid is dat de huidige LVB-wijziging, ondanks alle mooie woorden, niet voldoet om deze schending op te heffen, zo betogen wij in ons beroepsschrift. De Raad van State heeft in haar advies over het LVB al opgemerkt dat effectieve bescherming tegen vliegherrie ontbreekt.

Minimale krimp lost niks op
Een minimale reductie van het aantal vluchten levert voor omwonenden immers niks op als er niets verandert aan de dagelijkse hel en de nachtelijke verstoring.

De rechtbank concludeerde eerder al dat de Staat het evenwicht tussen de belangen van omwonenden en de luchtvaartmaatschappijen volledig heeft verstoord en dat er geen effectieve rechtsmiddelen beschikbaar zijn om de rechten van omwonenden af te dwingen. Dat levert op zijn beurt een schending op van artikel 13 van het EVRM.

Het beroep van ondermeer Mobilisation for the Environment, RBV en SchipholWatch is hiermee letterlijk een strijd om gerechtigheid en voor een eind aan de onacceptabele hinder en vervuiling.

De eerste pagina van het 41 pagina’s tellende beroepsschrift (bron: Prakken d’Oliveira)

Zoethoudertjes
Al jarenlang worden burgers zoet gehouden met de term balanced approach. Deze door de vlieglobby en ICAO bedachte methode wordt geacht evenwicht te creëren tussen economische luchtvaartbelangen en de belangen van omwonenden.

Maar de realiteit toont een heel ander beeld: de balanced approach is in ons land verworden tot een leeg concept dat de economische expansie van Schiphol onvoldoende beteugelt en de rechten van omwonenden stelselmatig negeert. Het is een papieren werkelijkheid die de werkelijke hinder, de slaapverstoring en de gezondheidsschade grotesk bagatelliseert.

De Raad van State heeft in haar advies duidelijk gemaakt dat een dergelijke afweging zorgvuldig moet worden gemotiveerd, maar dat de huidige besluitvorming tekortschiet in deze motivatie en daarmee de belangen van omwonenden onvoldoende meeweegt.

Hinder structureel onderschat
Er is bovendien geconstateerd dat de bestaande handhavingssystemen, inclusief het ‘anticiperend handhaven’, onvoldoende effectieve bescherming bieden. Ze leveren niet de gedroomde verbeteringen op in de leefomgeving.

De bewering dat een limiet van 483.000 vliegbewegingen voldoende bescherming biedt, is niet meer dan een doorzichtige poging de indruk te wekken dat er iets verbetert, terwijl de essentie van de hinder blijft bestaan.

Het RIVM heeft kritiek geuit op de berekeningsmodellen, waaruit blijkt dat de werkelijke hinder in de omgeving van Schiphol systematisch wordt onderschat.

Ministerie schiet tekort
Het beroep legt ook de bestuurlijke en juridische gebreken bloot in het besluitvormingsproces. De Algemene Wet bestuursrecht (AWb) eist een zorgvuldige voorbereiding, een deugdelijke belangenafweging en een passende motivering van overheidsbesluiten. Op al deze aspecten schiet het ministerie aantoonbaar tekort bij de LVB-wijziging.

De kritiek richt zich met name op het gebrek aan proportionaliteit en evenredigheid. De lasten die omwonenden dragen, staan in geen enkele verhouding tot de doelen van het besluit. Ook is er sprake van onvoldoende belangenafweging, omdat de economische belangen van de vliegindustrie zwaarder wegen dan de belangen van volksgezondheid en milieu. De rechter bepaalde eerder al dat het beleid steeds een voorkeurspositie voor Schiphol creëert.

Evenmin is er sprake van een deugdelijke motivering. De redenen voor het besluit zijn niet goed onderbouwd, waardoor er geen sprake is van transparantie. De overheid heeft nagelaten de benodigde informatie te verzamelen om een evenwichtige beslissing te kunnen nemen.

Tot slot is er in deze procedure sprake van een schending van het ‘fair play’-beginsel. De manier waarop het besluit tot stand kwam, inclusief de onduidelijkheid over de te handhaven aantallen en de gebrekkige communicatie, doet ernstig afbreuk aan een eerlijke behandeling van de burgers.

Het beroep benadrukt de verwaarlozing van milieu- en natuurwaarden in het besluit. De effecten op de lokale luchtverontreiniging en de externe veiligheid zijn onvoldoende meegewogen.

Binnen de grenzen van de wet
De Wet luchtvaart vereist immers dat er binnen de vastgestelde grenzen wordt gebleven om de gezondheid en veiligheid van de omgeving te waarborgen.

Verder zijn de effecten op Natura 2000-gebieden onvoldoende beoordeeld en is er geen adequate passende beoordeling gemaakt, zoals vereist in de Wet natuurbescherming en de Europese Habitatrichtlijn.

De Commissie MER heeft felle kritiek geuit op de volledigheid en deugdelijkheid van de milieueffectrapportage, die de basis zou moeten vormen voor dit besluit. Het wijst op een ernstige tekortkoming in de milieubescherming, wat de juridische kwetsbaarheid nog eens benadrukt.

Daad van verzet
Dit beroep van bewoners- en milieuorganisaties is meer dan een juridische formaliteit. Het is een ware daad van verzet van honderdduizenden omwonenden die weigeren nog langer slachtoffer te zijn van een overheid die de belangen van een commerciële luchthaven steeds boven die van haar eigen burgers stelt.

Het is een poging om effectieve bescherming af te dwingen, zoals al bevolen werd door de rechter. Niet langer nemen de omwonenden genoegen met papieren beloftes, maar eisen ze concrete maatregelen die de geluidsoverlast en slaapverstoring daadwerkelijk verminderen.

Daartoe wordt geprobeerd de Staat aan zijn verplichtingen te houden op het gebied van mensenrechten. Die rechten dienen eindelijk eens gerespecteerd te worden.

Daarnaast willen de organisaties dat er zorgvuldiger en transparanter besluitvormingsprocessen worden gevolgd. De overheid dient te handelen binnen de grenzen van de Algemene wet bestuursrecht en volgens de beginselen van het behoorlijk bestuur.

Bovendien dient de Staat natuur en milieu te beschermen. De luchtvaart mag niet ten koste gaan van beschermde natuurgebieden en van de luchtkwaliteit in de regio.

De Maatschappelijke Raad Schiphol heeft al eerder zorgen geuit over de gebrekkige bescherming van omwonenden en over de ontoereikendheid van het beleid. Het is duidelijk dat de huidige aanpak van de minister onvoldoende effectieve bescherming biedt en dat het beleid niet is opgewassen tegen de complexiteit van de hinderproblematiek.

Uitkomst van levensbelang
De uitkomst van dit beroep is van levensbelang. Het zal bepalen of omwonenden eindelijk de rust en de bescherming krijgen waar zij recht op hebben. Of zullen de economische belangen van Schiphol opnieuw prevaleren boven de gezondheid en de leefbaarheid?

Het beroep is een duidelijk signaal dat de huidige koers onhoudbaar is en dat er een fundamentele herziening nodig is van het luchtvaartbeleid.

SchipholWatch blijft strijden voor een substantiële krimp van Schiphol en robuust beleid dat de belangen van de mensen en het milieu centraal stelt.

Dit beroep is een onvermijdelijke stap om een juridische basis te leggen voor een toekomst waarin de menselijke maat weer gaat gelden.

Omdat de kosten van dit beroep fors hoger uitvallen dan oorspronkelijk begroot, roepen we opnieuw op om bij te dragen aan deze strijd. Dat kan door een donatie te doen op bankrekeningnummer NL31TRIO0320331504 t.n.v. Stichting SchipholWatch of door op onderstaande knop ‘Doneren’ te klikken.

Samen zorgen we er dan voor dat dit beroep een historische stap kan worden voor de leefbaarheid in de regio Schiphol.

Bron

Schiphol dreigt Raad van State met complete ontwrichting en onveiligheid

groot vliegtuig op landingsbaan(leestijd circa 5 minuten)

Gisteren schreven we over het hoger beroep van MOB tegen het vonnis waarin de natuurvergunning van Schiphol is vernietigd. En vandaag wisten we de hand te leggen op het hoger beroep van Schiphol in diezelfde zaak. Een analyse.

Schiphol heeft niet alleen hoger beroep aangetekend, maar ook een voorlopige voorziening gevraagd om de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 4 juni 2025 voorlopig te schorsen.

Het document van Schiphol’s huisadvocaat De Brauw Blackstone Westbroek, gevestigd aan de Amsterdamse Zuidas, is een schoolvoorbeeld van hoe het grote geld probeert de democratie en de gezondheid van burgers te ondermijnen.

Schiphol windt er geen doekjes om: de uitspraak van de rechtbank betekent dat ze een luchthaven exploiteren zonder de verplichte natuurvergunning. De advocaten noemen dit een “onzekerheid over de licence to operate”. Normale mensen noemen dit onomwonden “illegaal opereren”.

Jarenlang is gewaarschuwd dat Schiphol verplicht is een geldige natuurvergunning te hebben. Na een eerste ontkenning werd al snel duidelijk dat het vliegveld op het foute spoor zat en moest alsnog de aanvraag worden opgestart. Na jaren steggelen en vertragen werd de vergunning in het najaar van 2023 verleend.

Stuitende brutaliteit
Ten onrechte, blijkt door het recente vonnis van de rechtbank in Den Haag. En nu de rechter de vergunning heeft vernietigd, klaagt Schiphol steen en been dat het niet meer mag doen wat het al die tijd illegaal wel deed. De brutaliteit is stuitend.

De advocaten van Schiphol vrezen een “myriade aan procedures” door onder meer handhavingsverzoeken. Daar zouden deze rechtsgeleerden best eens gelijk in kunnen krijgen. Maar het is wel precies wat er moet gebeuren met een bedrijf dat lak heeft aan de wet, de natuur en de leefomgeving.

Volgens Schiphol zijn al die procedures maar “inefficiënt” en kunnen ze leiden tot “tegenstrijdige uitkomsten”. Maar het is een puinhoop die de directie zelf heeft laten ontstaan. De rechter heeft juist gezorgd voor duidelijkheid, door de vergunning in één klap te vernietigen en niet de staatssecretaris nog eens ruim de tijd te geven om de “vermeende gebreken te herstellen” via een “bestuurlijke lus”.

Tijdrovend en kostbaar
Schiphol klaagt in het document dat het proces van een nieuwe vergunning “zeer tijdrovend en kostbaar” zou zijn. Daar zetten we graag tegenover dat het welzijn en de gezondheid van omwonenden onbetaalbaar zijn. Om van de natuur nog maar niet te spreken.

Een van de meest cynische argumenten van Schiphol is de bewering dat een exploitatie zonder of “met zeer beperkt gebruik van de Polderbaan” ontoelaatbaar en onmogelijk zou zijn vanuit veiligheidsperspectief. Als we dit ontleden, stelt Schiphol hier dat de Polderbaan – in 2003 in gebruik genomen om zogenaamd de overlast te verminderen – zo essentieel is dat het zonder deze baan “nagenoeg geen nachtvluchten” kan afhandelen en het aantal vluchten significant zou dalen.

Pure chantage
Het is pure chantage. Schiphol zegt hier in feite: “Als we ons aan de milieuregels moeten houden, kunnen we niet veilig opereren”. Dat is ofwel een bekentenis dat de huidige operatie onveilig is, ofwel een doorzichtige poging om angst te zaaien en de druk op de rechterlijke macht op te voeren.

De routes en het baangebruik van het oude vierbanenstelsel zijn volgens Schiphol “nu niet meer toegestaan” door “voortschrijdend inzicht in veiligheidsmaatregelen”.

Het betekent dat Schiphol of erkent dat ze al die tijd een onveilige luchthaven exploiteren als ze zich aan de regels zouden houden, of het manipuleert de feiten om het illegale gebruik te rechtvaardigen.

Onverteerbaar
Het is onverteerbaar dat omwonenden het slachtoffer moeten worden van zo’n retorische truc. De gevolgen voor geluidshinder “zouden tot een onaanvaardbare situatie met buitensporige en onomkeerbare schade leiden”. Schiphol wil kennelijk nog steeds niet horen van een krimpscenario waarin de situatie weer binnen de grenzen van de wet komt te vallen.

Ook de economische argumenten worden er in het beroep weer met de haren bijgesleept. Schiphol is “van groot economisch belang, met duizenden banen en een miljardenbijdrage aan de Nederlandse economie”, zo heet het. De advocaten spreken over 111.200 banen en een bijdrage van 11,8 miljard euro aan het bbp. Maar die cijfers zeggen slechts iets over de winsten voor de aandeelhouders. Ze zeggen niets over de verliezen die in de huidige illegale situatie worden geleden door omwonenden en de natuur.

Wat zeggen deze cijfers immers over de honderdduizenden omwonenden die lijden onder slaapgebrek en de gezondheidsklachten door ultrafijnstof en geluidsoverlast? Over de waardedaling van de huizen? Over de aantasting van de leefomgeving? Over het verlies aan leervermogen bij kinderen en productiviteit van werkenden?

Holle dreiging
De “economische bijdrage” van Schiphol gaat ten koste van de levenskwaliteit. Het “domino-effect” op toerisme, logistiek, horeca en detailhandel is een holle dreiging om de rechter te laten geloven dat de hele Nederlandse economie instort als Schiphol zich aan de regels gaat houden. Honderden miljoenen schade door eventuele beperkingen? De gezondheidsschade voor omwonenden door de jarenlange milieuvervuiling is onmeetbaar veel groter, zo blijkt inmiddels uit tal van onderzoeken.

Schiphol wijst ook nog op het risico van “retaliatie”. Met name de VS en Canada zouden tegenmaatregelen overwegen tegen Nederlandse luchtvaartmaatschappijen (lees: KLM) als gevolg van de krimpmaatregelen. Alsof ons land zou moeten zwichten voor internationale dreigementen tegen het handhaven van onze eigen milieuwetten.

Het toont aan hoe diep de luchtvaartlobby verankerd is en hoe deze de nationale soevereiniteit zelfs probeert te ondermijnen ten gunste van puur commerciële belangen.

Perverse stimulans
Dan staat er nog iets te lezen in het beroep over “historische slots”. Schiphol maakt zich zorgen dat luchtvaartbedrijven hun rechten op start- en landingstijden verliezen als het aantal vluchten daalt. Maar de “bescherming” van deze slots door Europees recht is niets meer dan een perverse stimulans om zoveel mogelijk te vliegen, ongeacht de gevolgen voor milieu en volksgezondheid.

Het draait bij de slots puur om winstmaximalisatie voor luchtvaartfirma’s en Schiphol zelf. Dat gaat ten koste van de leefbaarheid. Het verlies van de slots zou leiden tot “aanzienlijke schade”, maar hoeveel schade levert het overmatige vliegverkeer op voor de longen, nachtrust en kinderen van omwonenden?

Schiphol probeert de eigen stikstofdepositie af te doen als “marginaal”, met “nog geen één procent van de achtergronddepositie”. Dat is een misleidende bewering die voorbijgaat aan het cumulatieve effect, de krappe afkapgrenzen en de kwetsbaarheid van de Natura 2000-gebieden.

Absurde beweringen
De rechtbank heeft niet voor niets de vergunning vernietigd. De bewering dat “significante negatieve effecten op de natuur dan ook zijn uitgesloten” is absurd, gezien het oordeel van de rechtbank dat niet aan het additionaliteitsvereiste is voldaan.

Schiphol beweert dat het slechts gaat om de vraag of maatregelen van het vliegveld een nóg snellere daling kunnen bewerkstelligen en dat er “netto geen sprake is van effect op de natuur”. Het is opnieuw niets meer dan een wanhopige poging om de ernst van de situatie te bagatelliseren en te doen alsof de rechtbank zich heeft vergist of niet op de hoogte zou zijn.

Het hoger beroep van Schiphol is een doorzichtige poging om de klok terug te draaien en de belangen van een sterk vervuilende industrie te plaatsen boven die van de gezondheid, veiligheid en leefbaarheid van miljoenen mensen. De rechtbank heeft echter een duidelijke boodschap afgegeven: Schiphol kan niet langer ongestraft doorgroeien ten koste van de natuur en de volksgezondheid.

Het zou dan ook een zegen zijn als de Raad van State de vernietiging van de natuurvergunning in stand houdt, hoewel beter onderbouwd dan de rechtbank. Geef Schiphol geen strohalm, maar geef eindelijk prioriteit aan de gezondheid en nachtrust van burgers. Kies voor schone lucht in plaats van louter commerciële belangen.

Bron

Natuurvergunning Schiphol vernietigd maar strijd is nog lang niet gestreden

natuur rond Schiphol(leestijd circa 5 minuten)

Een belangrijke overwinning voor de natuur en tegen de ongebreidelde groei van Schiphol, zo leek het. Op 4 juni 2025 vernietigde de rechtbank in Den Haag de natuurvergunning die voormalig minister Van der Wal in 2023 aan Schiphol verleende voor 440.000 vluchten. Wie dacht dat daarmee de kous af was, heeft het mis.

Milieuorganisaties MOB, Milieudefensie en Greenpeace tekenen hoger beroep aan tegen de schijnbaar gunstige uitspraak. Maar waarom doen zij dit, als de vergunning toch al vernietigd is?

Volgens MOB is de rechtbank weliswaar tot de juiste conclusie gekomen, maar deed zij dat op basis van grotendeels onjuiste of onvoldoende gemotiveerde gronden. Een fundamenteel gezonde natuurtoets voor Schiphol is dus nog geen gelopen race.

De zaak ligt complex voor veel buitenstaanders. Er spelen twee belangrijke zaken parallel. Ten eerste de beroepsprocedure tegen de natuurvergunning zelf, die leidde tot de vernietiging van de vergunning. Ten tweede een handhavingskwestie waarin MOB de minister opriep handhavend op te treden tegen Schiphol wegens overtredingen van de Wet natuurbescherming.

Het ministerie van LNV wees dat handhavingsverzoek af en dit besluit werd in de rechtbank Den Haag – verrassend genoeg – in stand gehouden. MOB gaat nu ook in beroep tegen dit besluit.

Geen overtreding?
De rechtbank stelde dat in de handhavingszaak geen sprake was van een overtreding op het moment van het besluit, omdat de natuurvergunning van 26 september 2023 de situatie had gelegaliseerd. Maar het cruciale punt is dat diezelfde natuurvergunning op 4 juni 2025 door de rechtbank is vernietigd.

De juridische consequentie hiervan is dat de vergunning met terugwerkende kracht ongeldig is en zelfs geacht wordt nooit te hebben bestaan.

Dit betekent dat de rechtbank in de handhavingszaak ten onrechte oordeelde dat er geen overtreding meer was. De vergunning werd door de minister expliciet genoemd als extra motivatie om het bezwaar tegen het handhavingsverzoek ongegrond te verklaren.

Het moge duidelijk zijn: als de legalisatie achteraf niet bestaat, is het besluit dat erop gebaseerd is, onrechtmatig. Dit is geen kleinigheid. Het betekent dat Schiphol al jarenlang in strijd met de wet actief is en dat er nog steeds moet worden gehandhaafd.

Referentiesituatie
De vernietigde vergunning leunde zwaar op een referentiesituatie, de uitstoot die Schiphol ‘legaal’ al mocht veroorzaken. Maar de rechtbank vernietigde de vergunning slechts omdat de additionaliteitstoets ontbrak. Kort gezegd: maatregelen die Schiphol treft om stikstofdepositie te verminderen, moeten écht extra zijn en niet al nodig voor andere doeleinden. Maar volgens MOB, Milieudefensie en Greenpeace ligt het probleem veel dieper.

Schiphol claimde een referentiesituatie voor 540.000 danwel 516.000 vluchten in 1994 (!), en voor 460.000 voor het Aanwijzingsbesluit 2000 of 480.000 voor het Luchthavenverkeersbesluit (LVB) uit 2008. Dit is volkomen onrealistisch, stellen de milieuorganisaties.

De capaciteit van de terminal in 1994 liet bijvoorbeeld slechts 365.000 vluchten toe, onder meer omdat er veel minder opstelplaatsen voor vliegtuigen beschikbaar waren. Dit argument is door de rechter ten onrechte genegeerd, aldus de appellanten.

Tijdelijk
Bovendien waren sommige eerdere milieutoestemmingen tijdelijk van aard, zoals het Aanwijzingenbesluit 2000. Europese jurisprudentie, zoals het bekende Aqua-Pri arrest, is glashelder: een referentiesituatie kan niet worden ontleend aan een verlopen of tijdelijke vergunning.

En wat te denken van de Luchthavenverkeersbesluiten als referentie? MOB betoogt dat deze besluiten tot stand kwamen in strijd met de Wet luchtvaart en de luchtkwaliteitsgrenswaarden. Bovendien hebben ze geen formele rechtskracht, wat betekent dat Schiphol sinds 2003 feitelijk illegaal in bedrijf is, in strijd met de Habitatrichtlijn.

Een pijnlijk voorbeeld van de inconsistentie in het Schiphol-beleid: de minister stelt in deze zaak dat het LVB2008 ruimte biedt voor 480.000 vluchten, maar in een andere rechtszaak (de ‘krimpzaak’ van KLM) heeft dezelfde minister aangegeven dat de legale capaciteit van Schiphol onder het LVB2008 slechts 410.000 vluchten telde. Hij baseerde zich daarbij op een studie van het luchtvaartminnende bureau To70.

Dit is een onverduidelijke tegenstrijdigheid die de rechtbank onterecht heeft genegeerd.

Buiten zicht
En dan is er nog de Rendac-uitspraak van de Raad van State. De rechtbank oordeelde oorspronkelijk dat niet alle bestaande onderdelen van een project opnieuw beoordeeld hoefden te worden. Maar de Rendac-uitspraak zegt juist dat het gehele project na wijziging moet worden beoordeeld, inclusief de ongewijzigde delen. Dat is cruciaal omdat anders grote delen van de impact van Schiphol buiten het zicht van de vergunningverlening blijven.

De berekeningen van Schiphol’s stikstofuitstoot zijn van cruciaal belang, maar de methode waarop deze zijn gebaseerd, is – netjes gezegd – omstreden.

Schiphol gebruikt het rekenmodel LEAS-iT om de emissies te bepalen, maar dit model is niet transparant en de invoergegevens en parameters zijn niet beschikbaar voor controle door onafhankelijke deskundigen. Sterker nog, de ministers van LNV en I&W hebben zelf aangegeven dat zij niet over de gevraagde documenten of de software beschikken.

Dit is in strijd met vaste jurisprudentie en het Verdrag van Aarhuis, die stellen dat rekenprogramma’s inzichtelijk en controleerbaar moeten zijn om een eerlijke berekening te garanderen. De milieuorganisaties komen met andere – wel transparante – modellen tot belangrijk hogere emissies.

Schokkend
Alleen al het feit dat de minister een vergunning verleent zonder de berekeningen te kunnen controleren, is schokkend en getuigt niet van gedegen bestuur.

Een ander pijnpunt is de afkap van emissies boven de 3000 voet of 900 meter. Schiphol en de minister stellen dat berekeningen van deze emissies onbetrouwbaar zijn en dat deze emissies slechts een beperkte bijdrage leveren aan de depositie.

Dit is ronduit onjuist. Emissies tot 5000 meter kunnen met het gebruikte model (OPS, onderdeel van de Aerius-calculator) gewoon worden doorgerekend.

Bovendien gaat het bij de emissies hoger in de lucht vooral om natte depositie (via regen), die juist betrouwbaarder te meten is dan de droge depositie.

Piekbelaster
Een derde van alle deposities tot 5 kilometer is afkomstig van emissies boven de 3000 voet en de gemiddelde bijdrage van 0,2 mol stikstof per hectare per jaar over alle Natura 2000-gebieden is allesbehalve beperkt. Het is vergelijkbaar met de grootste industriële piekbelasters.

De rechtbank heeft ook hier ten onrechte niet erkend dat alle aspecten van het project Schiphol moeten worden beoordeeld, zo betogen de natuurorganisaties.

Ook de effecten van de depositie van zwaveldioxide zijn onvoldoende beoordeeld. Deze dragen bij aan verzuring, net als stikstof, en leiden in combinatie tot significante problemen. Zeker nu de Kritische Depositiewaarden (KDW’s) nog steeds worden overschreden.

Bovendien rekende de minister met een veel te laag zwavelgehalte voor de aangevraagde situatie en een te hoog gehalte in de referentiesituatie. Daarmee is de toename dus veel hoger dan wordt erkend. Daarnaast is volgens MOB het mobiliteitsplan – voor de aantrekkende werking van wegverkeer – onvoldoende getoetst. Autonome ontwikkelingen zoals meer elektrische auto’s worden nu onterecht aan Schiphol toegerekend, terwijl het aandeel elektrische auto’s sowieso stijgt en dus niet door Schiphol mag worden opgevoerd als mitigerende maatregel.

Geen blijvende daling
De minister stelt dat er sprake is van een “blijvende daling” van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden, maar de milieuorganisaties bestrijden dit ten zeerste. Het begrip “blijvende daling” moet worden beoordeeld vanuit de inzichten die golden toen de Natura 2000-beheerplannen werden vastgesteld en niet vanuit een kunstmatig langere periode die een dalende trend suggereert.

Nieuwe versies van de Aerius-monitor tonen zelfs aan dat de geprognotiseerde achtergronddepositie voor 2030 in veel Natura 2000-gebieden stijgt ten opzichte van eerdere voorspellingen. Bovendien houdt de minister in de prognoses rekening met (uiterst onzeker) voorgenomen beleid, niet met alleen vastgesteld beleid. Dit ondermijnt de vereiste zekerheid van de stikstofdaling zelfs verder.

Verontrustend is dat de rechtbank de meetgegevens van het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN) terzijde heeft geschoven. Deze meetgegevens dienen als aanvullende validatie van economische modellen en laten voor relevante gebieden rond Schiphol een langjarige stijging in ammoniakconcentraties zien.

Dit staat haaks op de bewering van de “blijvende daling” en de verklaringen van de minister. Daarom had de rechtbank deze essentiële informatie niet mogen negeren.

Onvoldoende bescherming
De milieuorganisaties onder leiding van MOB stellen dus hoger beroep in tegen de uitspraak over de natuurvergunning van Schiphol omdat de onderliggende argumentatie van de rechtbank op cruciale punten tekortschiet.

Als deze gebreken niet worden hersteld, blijft de deur open voor toekomstige vergunningen die de natuur onvoldoende beschermen. De fundamentele problemen met de referentiesituatie, de ondoorzichtige en onvolledige berekeningen, de gebrekkige toetsing van voorgestelde maatregelen en het negeren van cruciale meetgegevens, moet worden rechtgezet.

De Raad van State doet er goed aan om in deze complexe zaak deskundigenadvies in te winnen bij de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (STAB). Alleen een onafhankelijke en diepgaande analyses van de technische en juridische aspecten kan leiden tot een juridisch houdbare en ecologisch verantwoorde besluitvorming over Schiphol.

De natuur én de omwonenden van Schiphol verdienen een fundamenteel correcte toepassing van de natuurbeschermingswetgeving. De strijd daarover is echter nog lang niet gestreden.

Bron

Schiphol zakt steeds dieper weg in juridisch moeras – omwonenden op winst

moeras(leestijd circa 5 minuten)

Al jarenlang is de toekomst van Schiphol onzeker. Er is een diepe kloof ontstaan tussen politieke beloftes en harde realiteit. Terwijl omwonenden snakken naar een gezonde leefomgeving, blijft de overheid verstrikt in een web van juridische procedures en rammelend beleid.

De recente reeks gerechtelijke uitspraken legt genadeloos het falen van Den Haag bloot, waardoor de politiek een umfeld creëert van onzekerheid, economische schade en voortdurende aantasting van de leefomgeving.

Het ziet er nu naar uit dat de Nederlandse staat, en daarmee de belastingbetaler, opdraait voor de rekening van decennialang gedoogbeleid en halfslachtige maatregelen.

Dit beeld borrelt op uit recent vrijgegeven overheidsdocumenten over de gang van zaken rond de inmiddels door de rechter vernietigde natuurvergunning van Schiphol.

Driesporenbeleid werd drama
Minister Mark Harbers presenteerde in juni 2022 vol bravoure een ‘hoofdlijnenbesluit’ om de overlast te verminderen, resulterend in een voorgestelde reductie van het vliegverkeer. Dat zou via een ‘driesporenbeleid’ concreet worden gemaakt. Wat volgde was een juridisch drama.

Het eerste spoor was bedoeld om de gedoogsituatie te beëindigen die sinds 2015 bestaat. Jarenlang werd ‘anticiperend gehandhaafd’ wat betekende dat overtredingen die voortkwamen uit het ‘Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel’ (NNHS) niet werden bestraft. Zelfs ondanks dat dit stelsel nooit wettelijk was vastgelegd in de wet. Harbers kwam op een nieuw maximum van 460.000 vluchten per jaar voor Schiphol.

Maar toen spande de vliegindustrie onder leiding van KLM en IATA een kort geding aan vanwege het niet volgen van een ‘balanced approach’. Uiteindelijk gaf zelfs de Hoge Raad op 12 juni 2024 de sector hierin gelijk. Omdat door Harbers gekozen was voor een krimp op basis van geluidscriteria, was zo’n approach noodzakelijk.

Beleid van tafel
Met deze uitspraak werd het eerste spoor van Harbers de facto van tafel geveegd. De minister had dit spoor trouwens al opgeschort vanwege “ernstige zorgen van de Europese Commissie, de VS en Canada” over de juridische houdbaarheid en het niet volgen van de balanced approach.

Het beleidsspoor was van meet af aan juridisch wankel en heeft slechts geleid tot het verspillen van tijd en toenemende frustraties, zowel bij de vliegindustrie als bij omwonenden. De overheid wist al in november 2021 dat er juridische risico’s bestonden aan het anticiperend handhaven. Desondanks werd het voortgezet.

De balanced approach is verplicht als een Europese luchthaven te maken krijgt met geluidsgerelateerde krimp. Het oorspronkelijke doel van Harbers was 440.000 vluchten, maar werd even later aangepast naar 452.500. Op 1 september 2023 diende het ministerie een maatregelenpakket in bij de EC.

Schijnmaatregelen
In dat pakket zaten maatregelen zoals het inzetten van ‘stillere’ toestellen in de nacht (uit de koker van KLM), tariefdifferentiatie voor lawaaiige toestellen, extra vlootvernieuwing, een maximum aantal nachtvluchten van 27.000 per jaar (was 32.000) en een bandbreedte van 475.000 tot 485.000 vluchten per jaar.

Opvallend was de voorgestelde maatregel om de Aalsmeerbaan en Zwanenburgbaan tussen 13 en 15 uur te sluiten. Die sneuvelde dan ook al snel. Over een gedeeltelijke nachtsluiting is nog steeds geen definitieve beslissing genomen, maar deze hoeft zeker niet voor eind 2026 te worden verwacht.

Berekeningen over het pakket leidden tot een lager aantal van 466.000 tot 467.000 vluchten per jaar. Daarom besloot de opvolger van Harbers, PVV-er Barry Madlener, over te gaan tot een fasering in de geluidsreductie en te streven naar slechts 15 procent minder gehinderden in november van dit jaar. Daarmee kon het aantal vluchten verder worden opgehoogd tot 478.000. De resterende 5 procent moet nu later worden ingevuld.

Geen krimp
Het betekent dat de beloofde krimp, als die al wordt gerealiseerd, veel kleiner is dan aanvankelijk voorgesteld. In feite gaat het niet meer om krimp, want in 2024 werden zelfs minder vluchten gerealiseerd dan het huidige maximum.

Het derde spoor van Harbers moest binnen vijf jaar worden gerealiseerd. Het beoogt te sturen op milieunormen (geluid, CO2, stikstof) in plaats van het aantal vliegbewegingen. Dat klinkt als een stap voorwaarts, maar het is slechts een vergezicht voor de verre toekomst, terwijl de (juridische) problemen zich nu opstapelen. Het plan moet “groei mogelijk maken als er stillere en schonere toestellen worden ingezet”. Omwonenden vrezen dat opnieuw wordt aangestuurd op groei, ongeacht de overlast.

Procedures stapelen zich op
Ondertussen stapelen de juridische procedures rond Schiphol zich op. Omwonenden en milieuorganisaties blijven de overheid voor de rechter slepen.

Een van de meest ingrijpende uitspraken kwam op 20 maart 2024. De rechtbank in Den Haag oordeelde dat de Staat onrechtmatig handelt door het geldende wettelijke kader – het Luchthavenverkeersbesluit uit 2008 – bijna anderhalf decennium niet te handhaven.

Het betekent dat het aantal vluchten terug moet naar circa 410.000 per jaar, zoals Harbers meermaals toegaf in de Tweede Kamer en in de media. Dat vonnis had binnen 12 maanden moeten worden uitgevoerd door het LVB 2008 te handhaven en effectieve rechtsbescherming te realiseren.

De Staat is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan, vooral vanwege de “onhaalbaarheid van de gestelde termijn” en om de “juridische consistentie met de uitspraak van de Hoge Raad over de balanced approach te waarborgen”.

IJskoude douche
Het is een ijskoude douche voor omwonenden. De Staat erkent het probleem, maar wil de uitvoering voor onbepaalde termijn uitstellen.

Ook de natuurvergunning bleek een probleem. Schiphol kreeg zijn vergunning in september 2023, maar inmiddels is deze vernietigd door de rechtbank. Onder aanvoering van MOB werd de vergunning met succes aangevochten. De rechter oordeelde dat de stikstofopgave van Schiphol veel groter is dan werd voorgedaan.

Vandaag maakte staatssecretaris Jean Rummenie bekend hoger beroep aan te tekenen tegen de vernietiging van de natuurvergunning. Dat doen ook de milieuorganisaties, die van mening zijn dat de rechter de ‘referentiesituatie’ veel te ruim heeft gedefinieerd. Niet de 500.000 gedoogde vluchten moeten dienen als referentie, maar de circa 410.000 vluchten uit het LVB 2008.

LVB aangevochten
Inmiddels is ook een grote coalitie van milieu- en omwonendenorganisaties – waaronder SchipholWatch – opgestaan om het ‘versnelde’ LVB van Madlener aan te vechten bij de rechter. Daarmee zakt de legitimiteit van Schiphol opnieuw verder weg.

De regering is ondertussen het meest bevreesd voor eventuele vergeldingsmaatregelen van andere landen. Een forse reductie van vluchten kan leiden tot zeer grote economische gevolgen voor de economie en voor de staatsdeelnemingen Schiphol en KLM. De leefbaarheid van de regio Schiphol lijkt geen prioriteit te zijn voor dit kabinet.

KLM schreeuwt moord en brand over de impact op zijn bedrijfsmodel. Het vreest verlies van slots op buitenlandse vliegvelden. Dat zou, aldus KLM, kunnen leiden tot grote financiële claims op de Staat.

Terwijl de overheid vast blijft houden aan de ‘hubfunctie’ van Schiphol als zou deze essentieel zijn voor de Nederlandse economie en bereikbaarheid, wordt de leefomgeving continu genegeerd.

Schiphol heeft zelf – onder leiding van de voormalige ceo Ruud Sondag – een achtpuntenplan gepresenteerd met maatregelen zoals het verminderen van ultrafijnstof, beperken van grondafhandelaren, stoppen met privéjets, een nachtsluiting en het weren van de lawaaiigste toestellen.

Twijfelachtig
Maar veel van deze maatregelen vereisen medewerking van andere partijen, zoals KLM. Dat maakt de uitvoerbaarheid op zijn minst twijfelachtig, zo niet onmogelijk. Zo kwam KLM al in het nieuws vanwege een hercertificatie van de vier Jumbojets van het bedrijf, waarmee deze op papier stiller zouden worden, maar in de praktijk niets verandert.

De uitspraak over de onrechtmatigheid van het handhaven van geluidsnormen bewijst dat de belangenafweging, waarbij de Staat steeds de hubfunctie en de groei van Schiphol voorop stelde, niet voldoet aan het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Het kabinet probeert dit nu te verzachten met een gefaseerde aanpak, maar de kern van het probleem – een weigerachtige overheid die de rechten van burgers negeert op een gezonde leefomgeving – blijft pijnlijk zichtbaar.

Juridische spagaat
De toekomst van Schiphol is één groot vraagteken door de aanhoudende juridische procedures en het inconsistente beleid van de overheid. Het voortdurende gevecht tussen de belangen van de vliegindustrie en de rechten van omwonenden leidt tot een chaotische juridische spagaat waarin Nederland langzamerhand muurvast zit. De Staat beweegt zich van de ene rechtszaak naar de andere, met het risico op enorme financiële claims en diplomatieke conflicten.

De enige constante lijkt de voortdurende onzekerheid voor alle betrokkenen. De omwonenden lijden onder de overlast, de vliegfirma’s krijgen geen duidelijkheid en Schiphol heeft zichtbaar moeite met het plannen van zijn toekomst.

De overheid doet er dan ook goed aan om eindelijk eens te komen met juridisch houdbaar beleid, zonder eindeloos gedogen en zonder obscure geitenpaadjes. Anders blijft het dweilen met de kraan open, ten koste van de gezondheid en het welzijn van honderdduizenden omwonenden.

De beloftes van krimp en balans zijn tot op heden loos gebleken. De vraag is hoe lang dit nog kan doorgaan voordat het systeem volledig vastloopt.

Bron

Minister schuift per decreet geluidsregels Schiphol opzij voor verloederde wijk in Amstelveen

Kronenburg plattegrond(leestijd circa 5 minuten)

Kronenburg, ooit een bloeiend kantorengebied in Amstelveen, dreigt nu het decor te worden van een onverantwoorde overheid. De gemeente Amstelveen en het Rijk willen honderden studenten dumpen in het hart van de herrie- en risicozone van Schiphol.

Dit blijkt uit het hoofdlijnenplan Kronenburg, dat daags voor het reces door de minister aan de Tweede Kamer werd gestuurd, mogelijk in de hoop dat het plan geen aandacht zou trekken.

Hoewel de ontwikkeling wordt gepresenteerd als een gedeeltelijke oplossing voor het huisvestingsprobleem van studenten, is het in feite een gecoördineerde aanval op de volksgezondheid en het welzijn van een grote groep jonge mensen, met behulp van vergezochte argumenten en een verbijsterende minachting voor toekomstige bewoners.

Het gebied Kronenburg ligt pal in de zones 4 en 5 van het Luchthavenindelingsbesluit (LIB). In zone 4 mocht voorheen vrijwel niet worden gebouwd in verband met de herrie van de Buitenveldertbaan. Maar in 2023 sloot de gemeente Amstelveen een dealtje met de ministers van Binnenlandse Zaken en Infrastructuur om er toch 438 woningen te mogen ontwikkelen. Hiervoor dient wel het LIB te worden aangepast, een besluit dat toch al niet overhoudt op het gebied van de bescherming van omwonenden.

Doekje voor het bloeden
Een aanpassing van het LIB maakt het onaanvaardbare mogelijk. Het is een juridische doekje voor het bloeden. In plaats van het probleem – de onmenselijke vliegherrie, ook ‘s nachts – aan te pakken, worden de regels opnieuw versoepeld en verbogen. Terwijl het LIB toch al volop ruimte biedt aan Schiphol.

Eerdere plannen voor studentenwoningen werden in 2022 vernietigd door de Raad van State vanwege het LIB. Dit maakt pijnlijk duidelijk dat de overheid tegen beter weten in handelt en de wet buigt voor de bouwlust.

D66-wethouder Floor Gordon probeerde op BlueSky de weerstand van SchipholWatch te framen als een voorkeur voor vliegen boven studentenhuisvesting. Volkomen absurd natuurlijk en slechts een valse poging om het eigen straatje schoon te vegen. SchipholWatch is natuurlijk geen tegenstander van huizen voor studenten, maar wil dat eerst de oorzaak van de ellende wordt aangepakt: het overmatige vliegverkeer.

500 vliegtuigen in een etmaal
De Buitenveldertbaan is immers allesbehalve een stille buur. Kronenburg ligt precies in het verlengde van deze baan, op slechts zo’n vijf kilometer afstand. De baan wordt substantieel meer ingezet voor landend verkeer dat relatief laag overkomt in een vaste route. Op sommige dagen komen er zo meer dan 500 vliegtuigen over de wijk heen, vaak ook ‘s nachts.

Daarmee komt de berekende jaargemiddelde geluidsbelasting uit op 55 tot 59 decibel. Let wel, gemiddeld genomen over een heel jaar. De meeste vliegtuigen produceren ter plekke piekniveaus tot 90 decibel. En hoewel de overheid beweert dat de geluidsbelasting afneemt, is de langjarige trend allesbehalve geruststellend.

De bagatelliserende beweringen over een ‘constante trend’ in dalende geluidbelasting tussen 2004 en 2023 staan haaks op de realiteit.

De overheid beweert dat de transformatie van het gebied “aanvaardbaar” is vanuit gezondheidsaspecten, vooral omdat studenten via campuscontracten slechts beperkte tijd in het gebied verblijven en omdat studies van de GGD suggereren dat jongeren minder last zouden hebben van geluid.

Tweederangsburgers
Dit is geen bewijs van veiligheid, maar een moreel bankroet argument. Studenten worden hiermee weggezet als tweederangsburgers die geen recht zouden hebben op bescherming.

De GGD concludeerde – overigens zonder dat deze organisatie wist dat er ook sprake is van nachtvluchten – dat bewoners van de naastgelegen wijk Uilenstede minder hinder en slaapverstoring ervaarden dan de rest van de bevolking, maar de gemeente grijpt dit argument nu gretig aan als rechtvaardiging voor een situatie waar de Inspectie Leefomgeving & Transport nog steeds géén goedkeuring wenst te geven.

De argumentatie is ronduit moreel verwerpelijk. Waarom zouden de gezondheid en het welzijn van studenten minder belangrijk zijn dan die van andere mensen? Het idee van onder meer wethouder Gordon dat jongvolwassenen minder last hebben van geluid is een gevaarlijke simplificatie. Literatuur die dit enigszins ondersteunt dateert van een kwart eeuw geleden, terwijl ondertussen veel meer bekend is geworden over de gevolgen van vliegherrie.

Cynische argumenten
De argumenten dat “studenten op jonge leeftijd sowieso een zeer kleine kans hebben op cardiovasculaire klachten” en “nog vele jaren hebben om van eventuele schade te herstellen” zijn cynisch en onacceptabel. Het is niets minder dan een excuus om kwetsbare groepen bloot te stellen aan onnodige risico’s met de absurde bijgedachte dat ze later wel zullen herstellen. De overheid heeft de plicht om alle burgers te beschermen, ongeacht leeftijd of verblijfsduur.

De plannen voor Kronenburg spreken over “geluidadaptief bouwen”, veel groen, sport- en recreatiefaciliteiten. Er wordt gesproken over “soundscaping” om “comfort” te bieden en “stress te verminderen”. Het klinkt mooi op papier, maar dit is een surrealistische poging om de realiteit van constante vliegtuigherrie te verhullen.

De suggestie om studenten vooraf te informeren of ze gevoelig zijn voor lawaai, of een “weerbericht” voor het vliegverkeer te publiceren, is een directe erkenning van het fundamentele probleem. De overheid weet dat de herrie er is, en men wil de schuld vervolgens in de schoenen schuiven van de nieuwe bewoner die dan ‘te gevoelig’ is. Een appje sturen vanuit het weerbericht doet ook helemaal niets aan de herrie. Dit is geen duurzame oplossing voor het probleem van de studentenhuisvesting, maar een lapmiddel voor een structureel probleem.

Vliegramp
Naast de oorverdovende herrie is er het ijskoude risico van een vliegramp. Kronenburg ligt in LIB-zone 5, het “afwegingsgebied” voor externe veiligheid waar een enigszins verhoogde kans is op een ongeval met dodelijke slachtoffers op de grond. De veiligheidsregio heeft een rampscenario uitgewerkt voor een vliegtuig dat één van de flats raakt waarbij 250 slachtoffers op de grond vallen, waarvan 50 doden. In de literatuur wordt dit gekwalificeerd als een “zeer ernstige ramp” met een score van 0,20, ver boven de grens voor een “ernstige ramp”.

De autoriteiten proberen dit risico nu te bagatelliseren door te stellen dat de kans op een crash “zeer gering” is en “niet anders dan elders in Nederland onder vliegroutes”. Maar dit is pure misleiding, want het is een gegeven dat de kans op een ramp rond een luchthaven veel groter is. En de impact is desastreus, zoals de Bijlmervliegramp pijnlijk heeft aangetoond.

De geruststelling dat de vliegveiligheid mondiaal toeneemt is mager als het gaat om de veiligheid van bewoners op de grond. De argumentatie dat het plan “niet bijdraagt aan een significante toename van het aantal potentiële slachtoffers” is een dooddoener. Het voegt simpelweg honderden mensen toe aan een bestaand risicogebied, terwijl er al een aantoonbaar risico bestaat.

De overheid geeft in de plannen openlijk toe dat er geen realistische maatregelen mogelijk zijn om de gevolgen van een vliegramp te beperken voor de slachtoffers in het getroffen gebouw. Wat betekent dit? Dat men accepteert dat, mocht het ondenkbare gebeuren, deze studenten vogelvrij zijn.

Vastgoedprobleem oplossen
Wat zijn nu de werkelijke drijfveren achter dit onzalige plan? Kronenburg kampt met jarenlange leegstand in het kantorengebied. Ooit bloeiend, raakte de wijk in verval na de financiële crisis van 2009, met een gemiddelde leegstand van zo’n 30 procent.

De ambitie om een “toekomstbestendig, levendig en dynamisch woon-werkgebied” te creëren en de regio te versterken als “kennis- en innovatieland” klinkt prachtig. Maar Kronenburg versie 2 is bedoeld om een puur economisch probleem op te lossen.

De enorme behoefte aan studentenwoningen wordt hier misbruikt als hefboom om een juridisch obstakel (het LIB) weg te nemen en een verloederd kantoorgebied te revitaliseren. Het is een transactie: jullie krijgen de woningen die hard nodig zijn, wij lossen ons vastgoedprobleem op en de gezondheid en veiligheid van de studenten nemen we voor lief.

Dit is geen ‘balans’, zoals de gemeente beweert, maar een onverantwoord risico dat op de schouders van jonge mensen wordt gelegd.

Bron

Europese inbreukprocedure tegen Nederlandse omgang met vliegtuigemissies gestaakt

flightaware(leestijd circa 3 minuten)

De Europese Commissie startte vorig jaar een inbreukprocedure tegen Nederland wegens het niet tijdig implementeren van een richtlijn om de uitstoot van het vliegverkeer terug te dringen. Dit voorjaar werd die procedure om onbekende redenen gestopt.

De zaak is geseponeerd, zo meldt het jongste overzicht van ingebrekestellingen dat naar de Tweede Kamer is gestuurd. Waarom dat zo is, blijft echter onduidelijk. De website van de Europese Commissie geeft slechts aan dat de zaak is afgesloten, zonder verdere uitleg.

Dat is niet ongewoon, omdat volgens bronnen in de academische wereld inbreukprocedures veelal een ondoorzichtige black box zijn. De Commissie kan vrij besluiten of een inbreukprocedure al dan niet wordt doorgezet en lidstaten worden aangeklaagd, terwijl andere staten niet worden aangepakt voor eenzelfde ‘vergrijp’.

Volgens de bronnen is er sprake van pragmatisme, maar kan ook het lobbycircuit een belangrijke rol spelen in deze beslissingen. Vanuit de wetenschap bestaat daar veel onvrede en zorg over.

Lobbydruk
Het blijft daarom onduidelijk of Nederland tegemoet gekomen is aan de bezwaren van de Europese Commissie danwel de procedure is gestopt vanwege politieke redenen of druk vanuit de vlieglobby. Het is eenvoudigweg niet te achterhalen. Ook een beroep op de openbaarheid van informatie heeft geen nut, want in de Europese wet is een uitzondering gecreëerd voor documenten uit inbreukprocedures. Al meerdere keren stuurde de rechter verzoekers om informatie met lege handen naar huis.

De enige manier om erachter te komen wat de reden van het sepot is, zijn vragen uit de landelijke of Europese politiek. Zo kan de minister of de directeur-generaal worden bevraagd om de informatie boven water te krijgen.

In de richtlijn die Nederland niet tijdig zou hebben geïmplementeerd scherpt de EC de normen voor luchtvaartemissies aan om een aantal belangrijke redenen, gericht op het behalen van de klimaatdoelstellingen en de internationale verplichtingen die de Unie is aangegaan.

Vliegindustrie loopt achter
Dat houdt onder meer in dat de EU de broeikasgasemissies van de hele economie in 2030 met ten minste 55 procent wil verlagen. Daar moet ook de vliegindustrie aan bijdragen, maar tot op heden blijft die bijdrage ver verwijderd van de doelstellingen.

Inmiddels erkent de Europese Commissie dat buiten de CO2-uitstoot ook sprake is van significante non-CO2-effecten in de luchtvaart, zoals NOx, roetdeeltjes, geoxideerde zwavel en waterdamp. Dit verslechtert de situatie voor de vliegindustrie aanmerkelijk. De EC spreekt van ten minste een factor twee meer klimaateffect vanwege die uitstoot.

Ook erkent de EC dat luchtvaart de op een na grootste bron van klimaateffecten is binnen de transportsector, hoewel er veel minder mensen gebruik maken van vliegtuigen dan van andere transportmogelijkheden. Daarenboven komt nog dat Eurocontrol in 2022 voorspelde dat de Europese luchtvaart met 44 procent zal groeien tot 2050, vergeleken met piekjaar 2019. Dit vergroot de urgentie van adequate actie nog verder.

Recente rapporten van het IPCC wijzen er bovendien op dat de klimaatdoelen van de internationale luchtvaart ver achterblijven op wat nodig is om de klimaatakkoorden van Parijs te halen. De Unie voelt zich daarom geroepen om de inspanningen van de vliegindustrie drastisch op te voeren.

Corsia omstreden
Lange tijd wist de sector dergelijke acties tegen te houden, onder meer via het omstreden Corsia-schema, een CO2-reductieplan waarmee het VN-agentschap ICAO op de proppen kwam. Maar dat schema is lang niet genoeg, en het ziet er niet naar uit dat het verder wordt aangescherpt op afzienbare termijn. De Unie ziet zich dan ook genoodzaakt om zelf aanvullende voorschriften op te stellen en te implementeren.

Een van de belangrijkste ontwikkelingen in de nieuwe richtlijn is de versnelde afbouw van gratis CO2-rechten voor de vliegindustrie. Die zouden vanaf 2026 tot het verleden moeten behoren. Ook gaat een dalende limiet gelden voor de totale uitstoot van de sector en wordt voorgesorteerd op de versnelde invoering van alternatieve brandstoffen. Steeds hogere CO2-heffingen zullen de overstap naar deze duurdere kerosine vergemakkelijken, aldus de Unie.

Bron

Rapport I&W eerder oefening in wensdenken dan routekaart voor verduurzaming luchtvaart

Thunderbirds(leestijd circa 5 minuten)

Vorige week presenteerde het luchtvaartminnende ministerie van Infrastructuur een uitbundig rapport over de maatschappelijke baten van ‘duurzame luchtvaart’. Vliegen op waterstof of elektriciteit wordt een mooie toekomst voorspeld. Als het doorgaat.

Het document poogt de maatschappelijke baten zelfs uit te drukken in euro’s, maar het lijkt vooral een poging om de publieke opinie te beïnvloeden en de groei van de sector te legitimeren. Want wie verder kijkt dan de überoptimistische managementsamenvatting ontdekt een wankel bouwwerk van aannames, onzekerheden en onvermelde kanttekeningen die het rooskleurige beeld ernstig ondermijnen.

Het rapport ademt optimisme over batterij-elektrisch vliegen en vliegen op waterstof, gepresenteerd als “volledig duurzame alternatieven”. Toch strooit het zelf rijkelijk met waarschuwingen. De “technologische mogelijkheden en capaciteiten zijn nog onzeker” en wijzigingen in technologische inzichten kunnen “tot andere resultaten leiden”. Dit is niet slechts een onbelangrijke voetnoot, maar een fundamentele disclaimer die de hele studie ondermijnt.

Zo wordt over het batterij-elektrische vliegen verteld dat de “huidige technologische ontwikkelingen zich voornamelijk richten op de kleine luchtvaart, met een focus op korte afstandsvluchten”. Volgens de verwachting in het rapport zullen elektrische vliegtuigen pas na 2035 een bereik hebben van “ongeveer 500 kilometer en plaats bieden aan maximaal 9 passagiers”.

De afgelopen ruim tien jaar is er slechts één e-toestel gecertificeerd om te vliegen: de Pipistrel met ruimte voor één, niet al te zware, passagier. Het lijkt eerder op stilstand dan op innovatieve ontwikkeling.

Grotere toestellen nog ver weg
Zo’n specificatie is ver verwijderd van de commerciële vluchten waar het hierover gaat. De ambitie van fabrikant Elysia, een 90-zitter en 800 kilometer bereik, blijft vooralsnog een verre ambitie. De realiteit is dat experts van de TU Delft verwachten dat elektrisch vliegen “waarschijnlijk na 2030 op de markt komt” en dat “in 2050 slechts 2 procent van het energieverbruik in de commerciële luchtvaart afkomstig is van elektriciteit”. Twee hele procenten in het jaar 2050, 25 jaar vanaf nu. Het is een wel erg schamele bijdrage van de vliegindustrie aan de energietransitie, een sector die nu al worstelt met een gigantische ecologische voetafdruk.

De technische beperkingen zijn dan ook evident. Batterijen slaan per kilogram “minder energie op dan kerosine, waardoor vliegtuigen zwaarder worden bij dezelfde energiebehoefte” . Dit hogere gewicht “beperkt zowel de passagiers- en vrachtcapaciteit als het maximale vliegbereik”. En wat te denken van de constatering dat “een lege batterij evenveel weegt als een volle”, wat een “beperkende factor vormt voor de hoeveelheid passagiers die over een bepaalde afstand kan worden vervoerd”.

Cijfers ontbreken
Dit alles maakt de veelbelovende “lagere operationele kosten” van elektrische vliegtuigen een puur theoretische besparing zolang de vliegtuigen zelf niet rendabel zijn in te zetten. Het rapport erkent dit en stelt dat “exacte cijfers van vliegtuigfabrikanten momenteel ontbreken”. Maar niet in de managementsamenvatting.

Ook het vliegen op waterstof is gehuld in nevelen. De technologie bevindt zich “nog voornamelijk in de testfase”. Airbus, een van de grote spelers, heeft zijn ambitie om een waterstofvliegtuig tegen 2035 op de markt te brengen “bijgesteld en verwacht “vertraging”.

De uitdagingen zijn dan ook immens: “opslag van waterstof in vliegtuigen, het ontwikkelen van geschikte brandstofcellen en de bouw van de benodigde infrastructuur op luchthavens zijn allemaal aspecten die de implementatie vertragen”.

En alsof dat nog niet genoeg is, worden de onderhoudskosten voor waterstofvliegtuigen door McKinsey “50 procent hoger geschat dan de kosten voor het onderhoud van conventionele vliegtuigen”, terwijl de brandstof “duurder is dan conventionele brandstof”. Kan iemand nog uitleggen waar de winst dan zit?

Miljarden aan investeringen nodig
Het rapport benadrukt de noodzaak van “forse investeringen”. De ontwikkeling van een regionaal waterstofvliegtuig, zelfs via ‘retrofitting’ (het aanpassen van bestaande vliegtuigen), wordt geschat op 5 miljard euro. Een compleet nieuw waterstofvliegtuig gaat zelfs “10 tot 15 miljard euro” kosten. Dat bedrag is “een factor drie hoger” dan een conventioneel kerosinevliegtuig.

Voor luchtvaartmaatschappijen lopen de aanschafkosten van ‘duurzame vliegtuigen’ op van “100 tot 500 miljoen euro”, afhankelijk van de omvang van de vloot. Luchthavens moeten ook diep in de buidel tasten. Elektrische laadstations worden geschat op 1,7 tot 2,5 miljoen euro per megawatt, met zelfs nog “hogere kosten voor het aanleggen van de waterstofinfrastructuur”.

Daarmee wordt de “economische terugverdientijd onzeker”. Met andere woorden: we weten niet hoeveel het gaat kosten én we weten niet of het ooit terugverdiend kan worden, laat staan of het winstgevend wordt.

Druppel op gloeiende plaat
Het rapport probeert “maatschappelijke baten” te kwantificeren. Voor ons land liggen de “jaarlijkse maatschappelijke baten” op maximaal 61 miljoen euro. Voor het Caribisch deel van het koninkrijk is dit ten hoogste 8 miljoen euro. Het lijkt veel, maar in de context van een miljardenindustrie en de enorme maatschappelijke kosten van klimaatverandering en overlast door luchtvaart, zijn het druppels op een gloeiende plaat. Conclusie: dit zijn geen fundamentele transformaties, maar marginale verbeteringen.

Ook de emissiereducties worden met percentages van het netwerk gepresenteerd. Dat vertroebelt het totaalbeeld. In Nederland kan de reductie oplopen tot “maximaal 9 procent voor CO2 en 7 procent voor NOx” op het segment vluchten tot 1500 kilometer. “Het grootste deel van de vluchten blijft onveranderd.”

Geluidsreductie loze belofte
En qua geluid? Elektrische en waterstofvliegtuigen heten “minder geluid te produceren”, maar in Nederland “is het effect beperkt omdat grotere toestellen dominant blijven en de daling “gemaskeerd wordt door het geluid van grotere en luidere vliegtuigen”. Een kwantitatieve analyse is “momenteel niet mogelijk” en de “monetaire waarde is op dit moment niet te bepalen”. Geluidsreductie blijft dus een loze belofte voor de omwonenden van onder meer Schiphol, Eindhoven en Rotterdam.

Naast de onzekerheden over de baten creëert de transitie naar ‘duurzame luchtvaart’ ook nieuwe problemen. Zwaardere elektrische vliegtuigen kunnen lokaal “extra uitstoot van fijnstof veroorzaken door meer slijtage van banden en landingsbanen”. Dit betekent een directe verslechtering van de lokale luchtkwaliteit, die al zo onder druk staat rondom vliegvelden.

Ook de “ruimtelijke uitdagingen” zijn aanzienlijk, vooral omdat “infrastructuur voor waterstofproductie en elektrische netwerken kunnen concurreren met andere vormen van landgebruik”. De “afhankelijkheid van hernieuwbare energie wordt cruciaal”, wat leidt tot “concurrentie met andere sectoren zoals industrie en huishoudens” voor deze energie. Het is een verborgen kostenpost voor de samenleving, aldus de onderzoekers.

Maar de meest verontrustende indirecte effecten gaan over de toeleveringsketen. De productie van batterijen en waterstof heeft “aanzienlijke milieueffecten binnen de supply chains”, vereist “grote hoeveelheden grondstoffen en is energie-intensief, wat kan leiden tot ecologische druk”. Denk hierbij aan lithium, kobalt en nikkel.

Blinde vlek
Het rapport erkent dat “een gedetailleerde kwantificering hiervan buiten het bereik van deze studie” valt en dat een “uitgebreide levenscyclusanalyse nodig is om de volledige milieu-impact van deze activiteiten te evalueren”. Het is kortom een blinde vlek: het ministerie wil baten kwantificeren, maar laat cruciale milieukosten buiten beschouwing. Erger nog, mogelijk is er geen sprake van een “volledig duurzaam alternatief”, maar slechts van het verplaatsen van de vervuiling naar elders in de toeleveringsketen.

Het rapport is meer een oefening in wensdenken en greenwashing dan een realistische routekaart voor verduurzaming. Het schetst scenario’s die deels zijn gebaseerd op onzekere technologische ontwikkelingen en negeert cruciale milieueffecten. De voorgestelde vervanging van vluchten is uiterst beperkt, de baten zijn marginaal en de kosten duizelingwekkend en onzeker.

Volgens het rapport kan de maatschappelijke terugverdientijd variëren tussen “jaren en decennia”, terwijl de economische terugverdientijd onzeker is. Men weet het eenvoudigweg niet.

Minder vliegen helpt wel
In plaats van de nadruk te leggen op technofixes die in een verre toekomst wellicht een klein deel van het probleem kunnen aanpakken, had het ministerie zich beter kunnen richten op de fundamentele vraag. Hoe kunnen we het vliegverkeer reduceren?

Zolang de vliegindustrie meedogenloos blijft inzetten op groei, blijven rapporten als deze slechts een poging om de status quo te handhaven, terwijl de planeet kreunt onder het fossiele geweld. De politiek moet de realiteit onder ogen zien en echte stappen zetten om de vele problemen aan te pakken die de luchtvaart veroorzaakt. Dat is beter dan te blijven dromen over een luchtkasteel van waterstof en elektriciteit.

Bron

Beroep tegen 478.000 vluchten in Luchthavenverkeersbesluit Madlener

(leestijd circa 3 minuten)

Deze week heeft SchipholWatch samen met negen andere organisaties beroep aangetekend bij de Raad van State tegen het ‘versnelde’ Luchthavenverkeersbesluit (LVB) van het ministerie van Infrastructuur.

Tegen dit besluit is veel weerstand ontstaan, zowel bij milieu- en bewonersorganisaties en gemeenten als bij de vliegindustrie. Zo tekende ook de Gemeente Amsterdam beroep aan. Bewoners willen het aantal van 478.000 vluchten op Schiphol van tafel.

Volgens de organisaties is dit aantal veel te hoog en past dat niet binnen de geluidsnormen die voor Schiphol gelden. Daarom vragen deze partijen om vernietiging van het Luchthavenverkeersbesluit, zodat de minister op zorgvuldige wijze en conform de wet een nieuw besluit dient te nemen.

Het beroep van SchipholWatch is mede ondertekend door de Stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder (RBV), Mobilisation for the Environment, de Natuur- en Milieufederatie Noord-Holland, Stichting Oegstgeest Zonder Vlieghinder, Stichting Stop4deroute, de vereniging Platform Vlieghinder Kennemerland, Platform Vlieghinder Zaanstreek, de vereniging Platform Vliegoverlast Amsterdam en Klankbordgroep Minder Hinder Gooise Meren. Daarnaast ondertekenden oud-Kamerlid Lammert van Raan en een omwonende in persoon.

Het mede-ondertekenen door twee particulieren is van groot belang als het beroep escaleert richting het Europese Hof. Om daar de rechten van de mens te kunnen inroepen, dient het beroep mede aangespannen te zijn door een of meerdere natuurlijke personen.

In strijd met de wet
Volgens het beroep is het Luchthavenverkeersbesluit in strijd met de Wet luchtvaart en met het vorige LVB. Het grote aantal vliegbewegingen past immers niet binnen de huidige grenswaarden voor het geluid. Dat valt onder meer op te maken uit het feit dat ieder jaar vrijstellingen worden verleend en dat er van handhaving geen enkele sprake is. Deze handelswijze geeft geen enkel zicht op een gelijkwaardig beschermingsniveau voor burgers, zoals vastgelegd in de wet.

Overigens is het besluit ook in strijd met de nieuwe Omgevingswet en het Omgevingsbesluit. En is het besluit afgegeven zonder zorgvuldige voorbereiding vooraf. Zo ontbreekt een deugdelijke onderbouwing en is niets gebleken van een zorgvuldige afweging van de verschillende belangen. Dit is in strijd met het algemeen bestuursrecht, zo melden de partijen aan de Raad van State. En in strijd met het eerdere vonnis in de RBV-zaak.

Tegelijkertijd hebben de organisaties zich aangemeld als belanghebbende in het hoger beroep dat KLM en andere partijen uit de vliegindustrie hebben ingesteld. Daarmee hopen ze de relevante stukken uit die zaak toegestuurd te krijgen.

Dank aan donateurs
De deelname van SchipholWatch aan het beroep werd mogelijk dankzij ruime steun van sympathisanten en donateurs. Na een oproep vorige maand kwamen meer dan tweehonderd donaties binnen, waarmee SchipholWatch een groot deel van de juridische kosten kan dekken. Ook de overige partijen brengen geld in, afhankelijk van hun draagkracht. Het bestuur dankt de donateurs hartelijk voor de gulle giften.

Het beroep is ingesteld met ondersteuning van het gerenommeerde advocatenkantoor Prakken d’Oliveira, dat in 2024 ook de klinkende overwinning behaalde van de stichting RBV op de Staat. De rechter oordeelde toen dat de overheid langdurig en op grote schaal inbreuk maakt op de mensenrechten van omwonenden.

Omdat tegen dat vonnis hoger beroep is aangetekend door de Staat, vindt het bestuur van SchipholWatch het van groot belang om de zaak tegen het LVB gecoördineerd aan te pakken zodat de belangen in die belangrijke RBV-zaak niet in gevaar komen. Zoals bekend bij veel lezers van SchipholWatch is het dossier Schiphol een juridisch moeras met talloze aspecten en vele tegenstrijdigheden.

Het zou onwenselijk zijn als het huidige beroep tegen het omstreden besluit van oud-minister Madlener de RBV-zaak in de wielen rijdt. Door dezelfde advocaat te kiezen kan die situatie worden voorkomen. Nog niet bekend is wanneer de Raad van State het beroep gaat behandelen. Wordt vervolgd.

Bron

Studie: stop met nachtvluchten, ‘stillere’ vliegtuigen geen excuus om meer te vliegen

(leestijd circa 6 minuten)

Vorige week presenteerde onderzoeker Stijn Everaert in Haarlemmermeer een rapport over de aantoonbaar negatieve gezondheidseffecten van het vliegverkeer rond Brussel Airport. Schiphol is twee keer zo groot.

Het rapport werd opgesteld door de Hoge Gezondheidsraad (HGR) en richt zich op de gevolgen van vliegtuiglawaai en de uitstoot van giftige stoffen voor omwonenden. Het document dateert van april vorig jaar, maar kreeg in ons land nog te weinig aandacht. De presentatie vond plaats op verzoek van de Maatschappelijke Raad Schiphol.

De HGR stelt problemen aan de kaak op het gebied van onder meer slaapverstoring, hinder, cardiovasculaire aandoeningen en cognitieve problemen bij kinderen. Het onderzoek is deels gebaseerd op internationale studies van Norah (Duitsland) en het RIVM.

De conclusie uit het rapport is duidelijk: de huidige situatie is onhoudbaar en vereist onmiddellijk ingrijpen, waarbij de bescherming van de volksgezondheid voorrang moet krijgen boven de commerciële belangen van de vliegindustrie.

Enorme impact op gezondheid
De Gezondheidsraad stelt dat het buitensporig vliegtuiglawaai schadelijk is voor zowel de gezondheid als het welzijn. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert dringend om geluidsniveaus onder de 45 dB(A) Lden en 40 dB(A) Lnight te houden omdat overschrijding van deze waarden nadelige gezondheidseffecten veroorzaken. Rond Brussel Airport woonden in 2019 maar liefst 163.000 mensen binnen de geluidscontour van 45 dB(A) Lnight. Dat is 5 decibel hoger dan de WHO-norm. Eenzelfde aantal burgers ervaart meer dan tien keer per nacht een geluidsniveau hoger dan 60 dB(A). Het zijn cijfers die een enorme impact blijken te hebben op een dichtbevolkt gebied.

De meest directe klacht is ernstige hinder, in het rapport aangeduid met ‘high annoyance’. De Gezondheidsraad beschouwt dit als een vroege waarschuwing voor verdere gezondheidsproblemen, waaronder mentale zoals depressie en angst en verhoogde fysiologische stress. Dat is weer een risicofactor voor hypertensie. Het rapport geeft aan dat zo’n 18 procent van de bevolking ernstige hinder rapporteert bij 50 dB(A) Lden, stijgend tot 36 procent bij 60 dB(A) Lden.

Onderschatting van de impact
De vliegherrie veroorzaakt bij eenzelfde gemiddelde geluidsniveau een grotere hinder dan wegverkeer, waarschijnlijk vanwege de herhaalde aard van het geluid en de duidelijke pieken. Dat is de reden dat de huidige meetindicatoren (Lden en Lnight) de werkelijke impact onderschatten. De HGR stelt dat het aantal piekgeluiden en de frequentie van overschrijdingen van drempelwaarden veel relevanter zijn dan deze gemiddelde waarden.

Daarom mag een verlaging van de gemiddelde geluidsniveaus – volgens KLM en Transavia door middel van ‘stillere vliegtuigen’ – nooit als excuus gelden voor een groei van het aantal vluchten. Dat zou de slaapkwaliteit juist verder verslechteren in plaats van verbeteren, zo stelt de raad.

Een aangehaalde studie van Envisa uit 2023 schat de gezondheidseconomische schade van vliegherrie voor bewoners rond Brussel Airport op 578 miljoen euro per jaar.

Kwetsbare kinderen
De HGR noemt slaapverstoring het belangrijkste negatieve effect voor de gezondheid van nachtelijk vlieglawaai. Slaap is essentieel voor het geheugen en voor allerlei (immunologische) processen. De herstellende werking van slaap wordt bepaald door zowel de duur als de kwaliteit. Verstoringen, zelfs die kort genoeg zijn om niet te worden herinnerd, leiden tot ontwaken, opwinding en veranderingen in de slaapfasen. De langetermijngevolgen zijn zeer ernstig, variërend van obesitas en type 2 diabetes tot hart- en vaatziekten, neurologische aandoeningen, depressie en mogelijk zelfs borstkanker. Kinderen zijn bijzonder kwetsbaar, aangezien hun cognitieve en fysieke ontwikkeling meer slaap vereist en slaapgebrek langdurige schade veroorzaakt.

De WHO concludeerde dat 40 db(A) Lnight slaapverstoring veroorzaakt bij 11,3 procent van de onderzochte deelnemers, oplopend tot ruim 32 proent bij 60 dB(A) Lnight. Het Belgische rapport benadrukt dat de frequentie van overvluchten van het grootste belang is voor de slaapkwaliteit, veel meer dan de gemiddelde geluidsniveaus. De Envisa-studie schat de kosten van ernstige slaapverstoring door vliegtuigen op 1 miljard euro per jaar in de regio rond Brussel Airport. Het geluiddicht maken van slaapkamers wordt door de HGR als onrealistisch en onverantwoord beschouwd, onder meer vanwege de ventilatieproblemen en de toename van de binnenluchtvervuiling.

Naast hinder en slaapverstoring zijn er indirecte gezondheidseffecten waaronder cognitieve stoornissen, hypertensie en hart- en vaatziekten, geestelijke gezondheidsproblemen en depressie.

Gevaarlijke uitstoot
Tot zover de herrie. De verbranding van kerosine leidt ook tot de uitstoot van meerdere schadelijke stoffen, waaronder ultrafijnstof, vluchtige organische stoffen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen en stikstofoxiden. Deze stoffen hebben een grote invloed op de menselijke gezondheid, vooral op hart- en vaatziekten en verschillende soorten kanker.

Ultrafijnstof verdient speciale aandacht. Deze nanodeeltjes (kleiner dan 20 nanometer) kunnen diep in de longen komen en worden zelfs via de bloedbaan naar andere organen en de foetus getransporteerd. Metingen rond het vliegveld in Brussel toonden aan dat de concentraties van het ultrafijnstof aanzienlijk waren verhoogd. De hoogste pieken werden gemeten aan het begin van de start- en landingsbanen.

De RIVM-studie – door de HRG geroemd vanwege de ‘baanbrekende multidisciplinaire aanpak’ – heeft bewijs gevonden voor gezondheidseffecten van ultrafijnstof afkomstig van vliegtuigen. Zo vonden de Nederlandse onderzoekers aanwijzingen voor acute en chronische effecten, waaronder een verhoogd risico op hartziekten, hartritmestoornissen, beroertes en hartaanvallen.

Ook vond het RIVM verband tussen de blootstelling aan ultrafijnstof en vroeggeboorte, laag geboortegewicht en geboorteafwijkingen. Kortdurende blootstelling wordt in verband gebracht met luchtwegklachten en extra gebruik van ademhalingsmedicijnen.

Kanker
Hoewel een oude Schiphol-studie geen duidelijk verband vond tussen kankergevallen en luchtvaartemissies blijkt uit nieuwere studies (zoals onder meer rond het vliegveld van Los Angeles) dat er wel degelijk een verband is tussen langdurige blootstelling aan ultrafijnstof en het ontstaan van kwaadaardige hersentumoren.

De Belgische gezondheidsraad merkt op dat er een belangrijke kanttekening moet worden gemaakt omdat er rond Brussels Airport sprake is van een hogere bevolkingsdichtheid dan rond Schiphol. Daarentegen is Schiphol grofweg twee keer zo groot. Dit bemoeilijkt de vergelijking tussen de twee luchthavens. Een punt van kritiek van de HGR is dat in de meeste studies geen rekening is gehouden met bijvoorbeeld de toename van wegverkeer als gevolg van een luchthaven, waardoor de vervuiling veel ernstiger is dan uit die studies blijkt.

Een belangrijke conclusie van de HGR is dat het belangrijk is om de uitstoot van verontreinigende stoffen niet te concentreren in de vroege ochtend en de late avond (‘de randen van de nacht’) omdat de lucht dan het meest stabiel is en de emissies het langst blijven hangen.

Volledig verbod nachtvluchten
De Belgen presenteren in het rapport een reeks beleidsaanbevelingen die – indien volledig geïmplementeerd – de gezondheidsschade aanzienlijk kunnen verminderen. De meest dwingende daarvan is een volledig verbod op nachtvluchten tussen 23 uur ‘s avonds en 7 uur ‘s ochtends. Dit zou omwonenden minstens 7 tot 8 uur ongestoorde slaap garanderen. Er moet ook meer aandacht komen voor het vermijden van hoge concentraties vluchten in de randen van de nacht.

De raad adviseert voorts dat verdere verstedelijking rond het vliegveld moet stoppen. Vliegroutes dienen zo te worden ingericht dat de hinder door piekgeluiden van meer dan 60 dB(A) zo laag mogelijk blijft en dat uitbreiding van de luchthaven “onacceptabel” is gezien de al zo hoge belasting van omwonenden. Ook moet worden voorkomen dat schoolkinderen worden blootgesteld aan piekgeluiden van meer dan 60 dB(A).

Een belangrijk advies aan de Belgische regering is om over te stappen op nieuwe geluidsindicatoren. De introductie van geïntegreerde indicatoren die ook de frequentie en de mate van overschrijding als belangrijkste maatstaf nemen, moet voorkomen dat alleen rekening wordt gehouden met een jaargemiddelde akoestische niveaus.

De raad meent verder dat de drempelwaarden moeten worden aangepast aan de WHO-adviezen van 45 dB(A) overdag en 40 dB(A) ‘s nachts. En er moeten maatregelen komen om de blootstelling aan ultrafijnstof en andere gevaarlijke stoffen te verminderen. De emissies dienen permanent gemeten te worden en er mag zeker geen verdere toename plaatsvinden.

Genoeg onderzoek
De raad roept op tot meer wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld naar het verband tussen emissies en het ontstaan van kanker en naar de maatschappelijke kosten van de uitstoot. Maar zij benadrukt met klem dat de implementatie van maatregelen niet mag worden uitgesteld in afwachting van die nieuwe studies. “Het reeds bestaande bewijs van nadelige gezondheidseffecten is overduidelijk.”

De meest kritische bevinding van het rapport is de confrontatie tussen de gezondheidsimpact en de groeiwensen van het vliegveld. De raad stelt onomwonden dat “de tolerabele capaciteit van de sterk verstedelijkte omgeving rond Brussels Airport is reeds overschreden voor luchtverontreinigende stoffen en (nachtelijk) lawaai”.

Dit betekent dat de ambitie van Brussels Airport om het passagiersverkeer tegen 2032 te verhogen en het vrachtverkeer te verdubbelen, onverenigbaar is met de volksgezondheid. “De belangrijkste vermindering van de gezondheidseffecten van luchtverkeer moet komen van een algehele vermindering van het vliegverkeer.”

Neem wetenschap serieus
De HGR doet daarom een oproep aan de samenleving om na te denken over de afhankelijkheid van snelle leveringsprocessen en de waarde die men hecht aan frequent vliegen voor zaken of vrije tijd. Het vergroenen van het vervoer door de lucht zal afhangen van het collectieve vermogen om het aantal vluchten terug te brengen, aldus het rapport.

Het onderzoek is een onmiskenbaar signaal dat de gezondheid van tienduizenden omwonenden in de Brusselse regio (en daarmee ook in de regio rond Schiphol) ernstig in het gedrang komt door de luchthaven en zijn activiteiten. Het wordt tijd dat beleidsmakers en Kamerleden de wetenschappelijke bevindingen serieus nemen en beslissingen durven te nemen die de volksgezondheid bovenaa de agenda plaatsen, in plaats van de commerciële belangen van een groeiende doch marginale vliegindustrie.

Het is duidelijk: de tijd voor nog meer studies en nog meer onderzoeken is voorbij; nu is het moment voor concrete actie en bescherming van omwonenden.

In ons land is door advocaat Bénédicte Ficq namens zo’n duizend omwonenden aangifte gedaan tegen de vliegindustrie wegens het willens en wetens benadelen van hun gezondheid. Het Openbaar Ministerie onderzoekt nog of de aangifte zal leiden tot vervolging.

Bron

Drie deskundigen bij MRS-meeting: actie in plaats van meer onderzoek

(leestijd circa 3 minuten)

Gisteravond organiseerde de Maatschappelijke Raad Schiphol een voorlichtingsavond over de negatieve effecten van het vliegverkeer op de gezondheid. Drie deskundigden hadden maar één boodschap: het is de hoogste tijd voor actie van de overheid om omwonenden te beschermen.

“Meer onderzoeken zijn niet nodig. Er is meer dan genoeg wetenschappelijke kennis voorhanden. Het is tijd voor actie”, zo liet de Belgische onderzoeksmedewerker van de Hoge Gezondheidsraad Stijn Everaert glashelder weten. “Meer onderzoek mag het treffen van maatregelen niet in de weg staan.”

Naast Everaert kwamen ook kinderlongarts Ismé de Kleer van het Franciscus Ziekenhuis en Oscar Breugelmans van de GGD Amsterdam aan het woord. Alle drie de deskundigen raadden het publiek aan van zich te laten horen. Verandering moet komen van de mensen, niet van de politiek.

Groot Belgisch onderzoek
Voor een volle zaal presenteerde Everaert een onderzoek met straffe beleidsadviezen. Dat onderzoek werd in april 2024 afgerond en geeft een uitgebreid beeld van de negatieve gezondheidseffecten van het vliegverkeer op Brussels Airport. De resultaten liegen er niet om en leiden tot de strenge adviezen. Waarmee, zo vertelde Everaert eerlijk, overigens niets is gedaan door de Belgische regering. Het vliegveld kreeg sinds de publicatie van het vernietigende rapport zelfs toestemming om uit te breiden.

Tot zover niets nieuws dus. Ook in België heeft de vlieglobby de regering stevig in de klem en dwarsboomt deze regels die de gezondheid van omwonenden moeten beschermen. Maar in België is tenminste nog een uitgebreid onderzoek uitgevoerd, terwijl in ons land de regering weigert om de Gezondheidsraad aan het werk te zetten. Het jongste onderzoek naar de gezondheidsaspecten van het vele vliegverkeer dateert van 1999, ruim een kwart eeuw geleden. Sindsdien is het vliegverkeer met honderdduizenden vluchten per jaar gegroeid.

Direct verbod op nachtvluchten
De Belgische raad pleitte voor een direct verbod op nachtvluchten. Die vinden daar volgens de wet plaats tussen 11 uur ‘s avonds en 6 uur ‘s ochtends. In Nederland duurt de nacht een uurtje langer. In dat ene uurtje propt Brussels Airport jaarlijks 10.000 vluchten die hier als nachtvlucht worden gezien, maar daar niet.

Dat resulteert in 163.000 omwonenden die te maken hebben met een jaarlijkse nachtherrie van meer dan 45 dB(A), zelfs 5 dB(A) hoger dan de Wereldgezondheidsorganisatie adviseert. 15 Procent van de omwonenden heeft te maken met een hoge mate van slaapverstoring.

Everaert vindt daarom dat de nacht ook in België een uur langer moet duren, temeer omdat er zoveel vluchten in plaatsvinden en het mensen stoort in een periode waarin zij nog maar licht slapen. Wakker worden tussen 6 en 7 uur betekent dat zij veelal niet meer kunnen inslapen.

Maximum piekwaarde
Een gevoelig advies is dat de Hoge Gezondheidsraad zegt dat vliegroutes voortaan zo moeten worden ingepland dat niemand meer last heeft van piekniveaus die boven de 60 dB(A) uitkomen. Extra aandacht moet daarbij uitgaan naar de ligging van scholen. Kinderen blijken namelijk extra gevoelig en lopen al gauw maanden leerachterstand op. “Dat lijkt niet zoveel, maar heeft directe invloed op het verdere verloop van hun loopbaan.”

In ons land komt de piekwaarde van overvliegende toestellen vaak boven de 80 dB uit. Dat is onder meer het geval in Aalsmeer en Amstelveen. Volgens het Belgische onderzoek is dat ronduit onverantwoord.

De Belgische raad vindt het jaargemiddelde geluidsniveau een maat waarmee geen recht wordt gedaan aan de ervaren overlast. Ook de RIVM in ons land kwam eerder tot die conclusie. “De frequentie van het vliegverkeer is veel belangrijker dan het gemiddelde geluid. Vermindering van het jaargemiddelde door zogenaamd stillere vliegtuigen mag dan ook geen excuus zijn om het vliegverkeer op te voeren”, aldus Everaert. Hij pleit voor het instellen van nieuwe en geïntegreerde normen, waarin ook de hoeveelheid vliegtuigen, de piekniveaus van het geluid en de rustperiodes een belangrijke rol spelen.

WHO-normen
In de adviezen wordt de juiste waarde toegekend aan de adviesnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Die stelt dat niemand mag worden blootgesteld aan een jaargemiddelde etmaalwaarde van 45 dB en een nachtelijk gemiddelde van 40 dB. “De WHO heeft dit uitgebreid onderzocht en baseert zich op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Dan is het verstandig die normen over te nemen.”

Voorts adviseert de Hoge Gezondheidsraad iets te doen aan de torenhoge uitstoot van ultrafijnstof boven woongebieden in de omgeving van vliegvelden. Die uitstoot zou samen met de emissies van PAKs, zeer zorgwekkende stoffen en NOx (natuurvergunning!) nauwkeurig in de gaten moeten worden gehouden om trends te ontdekken en tijdig maatregelen te kunnen nemen.

Gebrek aan transparantie
Tot slot – het lijkt net Nederland – ziet Everaert dat het gebrek aan transparante en eerlijke communicatie door de vliegindustrie zorgt voor extra overlast. Mensen voelen zich niet serieus genomen waardoor de effecten van het vliegverkeer nog harder binnenkomen.

Het moge een schrale troost zijn dat er in België evenmin iets is gedaan met de adviezen van de Gezondheidsraad. Maar, zo stellen alledrie de sprekers, veranderingen kunnen alleen maar komen vanaf de basis. Als de mensen in actie komen en zich laten horen, dan verandert de positie van de politiek en kunnen verbeteringen worden afgedwongen. “Kijk maar naar Tata.”

Bron

Mooie jaarcijfers, maar onderliggende kwetsbaarheden gevaar voor Air France-KLM

Orly(leestijd circa 4 minuten)

Vorige week organiseerde Air France-KLM (AFKL) zijn jaarlijkse vergadering voor aandeelhouders. Het gepoch over het financiële herstel wordt echter overschaduwd door hardnekkige problemen.

Dit blijkt uit het meer dan 500 pagina’s tellende Universal Registration Document dat het bedrijf zelf publiceerde. Het stuk geeft gedetailleerde informatie over de stand van zaken binnen de onderneming.

Achter de façade van een solide kaspositie en dalende schulden, schuilen kwetsbaarheden die niet alleen de winstmarges onder druk zetten, maar ook directe gevolgen hebben voor omwonenden, reizigers en werknemers.

Het beeld dat AFKL schetst van een veerkrachtige speler die zich aanpast aan een complexe wereld, wordt overschaduwd door de operationele realiteit, de grote financiële risico’s en de maatschappelijke impact van de bedrijfsactiviteiten. Zo worstelt de firma met de decarbonisatie en de immer stijgende kosten daarvan.

Impact op milieu
Hoewel AFKL investeert in vlootvernieuwing en de inkoop van alternatieve brandstoffen mondjesmaat opvoert, blijft de impact op het milieu zelfs de directie zorgen baren. Het bedrijf erkent in het document de negatieve impact op klimaatverandering, luchtvervuiling en geluid.

Zo is de uitstoot van broeikasgassen inmiddels een reëel en financieel probleem geworden, waarbij de transitie naar minder uitstoot aanzienlijke financiële risico’s met zich meebrengt. Dat heeft te maken met steeds striktere regelgeving, de hoge kosten van alternatieve brandstoffen en het risico op het verlies van slots.

AFKL stelt nog steeds te streven naar het bijmengen van 10 procent alternatieve brandstoffen in 2030, hoger dan de huidige regelgeving vereist. Maar in 2024 werd slechts 1,25 procent bijgemengd, zo staat er te lezen. Het illustreert hoe ver de onderneming nog verwijderd is van de inzet van echt duurzame brandstoffen.

Naast CO2 noemt AFKL ook de uitstoot van andere luchtvervuilende stoffen zoals NOx en SOx een groeiend probleem. En ook hier gaan die problemen gepaard met financiële risico’s, bijvoorbeeld als gevolg van nieuwe regelgeving of ook weer slotbeperkingen.

Geluidshinder materieel probleem
AFKL erkent dat de geluidshinder van het vliegverkeer een belangrijke negatieve impact heeft op de leefomstandigheden rond hubs. De aanhoudende discussies over de hinder rond met name Schiphol en de Parijse luchthavens leiden tot onzekerheid over het toekomstige aantal slots of hogere kosten vanwege bijdragen aan isolatieprogramma’s. Zo stellen de Franse autoriteiten steeds strengere regels op Orly. Ondanks de inzet van nieuwere toestellen blijft de groei van het vliegverkeer de geluidsreductie tenietdoen, zo weet ook de Parijse firma.

De reiziger ondervindt steeds meer problemen door operationele verstoringen zoals het uitvallen of vertragingen van vluchten. Oorzaken zijn het vollopen van de bestaande luchthavens, complexere regelgeving, arbeidsconflichten en personeelstekorten, vlootproblemen zoals te late levering van toestellen of onderdelen en de veranderende weersomstandigheden als gevolg van klimaatverandering. Het leidt allemaal tot hogere kosten en een lagere klanttevredenheid.

Zo werden in 2024 de zomeractiviteiten van Transavia negatief beïnvloed door onder meer een tekort aan reserveonderdelen. Air France had last van stakingen, onder meer bij de luchtverkeersleiding. En bij KLM was sprake van problemen bij de bagageafhandeling en het vlootonderhoud en hielden de personeelstekorten aan. Alle problemen leiden tot aanzienlijke irritaties bij klanten.

Personeel roert zich
De operationele uitdagingen hangen nauw samen met personeelszaken. Krappe arbeidsvoorwaarden en organisatiewijzigingen (lees: ontslagen) zetten de betrokkenheid van de medewerkers onder druk. Daaruit ontstaan dan weer risico’s op stakingen en andere arbeidsconflicten zoals moeizame cao-onderhandelingen.

De gevolgen daarvan zijn groeiende personeelskosten, een stijgend ziekteverzuim en een groot verloop. Bovendien heeft het bedrijf een voortdurend gebrek aan specifieke vaardigheden, met name in de techniek, het onderhoud en de IT. Deze problemen verhogen de kosten én de risico’s.

Hoewel het concern een robuuste liquiditeitspositie claimt van 9,4 miljard euro aan het einde van 2024, blijft de balans kwetsbaar. Het eigen vermogen van 799 miljoen euro is nog steeds fors lager dan het niveau van 2019. Daardoor bestaat een groot risico dat de firma bij een volgende crisis opnieuw problemen krijgt met het eigen vermogen en daardoor beperkte toegang tot de kapitaalmarkten. De lage beurskoers helpt daar evenmin bij.

Staatssteun
De covid-crisis heeft duidelijk gemaakt hoe afhankelijk AFKL is van overheidssteun. Hoewel de steun werd terugbetaald in 2022 en 2023 blijft onzekerheid bestaan over de juridische status ervan. Ryanair heeft in januari 2025 beroep aangetekend tegen de Franse staat om niet-terugbetaalde voordelen en rente alsnog terug te vorderen. Het hoofdstuk van de jongste staatssteun is daarmee nog lang niet afgesloten.

Eind 2024 was de bruto schuld van AFKL opgelopen tot 8,9 miljard euro. Dat betekent dat het bedrijf aanzienlijke renterisico’s loopt bij stijgende tarieven. Ook de steeds lagere koers van de dollar baart de directie zorgen. Over de lage beurskoers laat het management zich niet uit.

De steeds striktere regelgeving is een ander punt van zorg, zo staat te lezen in het rapport. Zo lopen de kosten van emissiehandelssystemen als EU ETS en Corsia in rap tempo op, gloren er mogelijk nieuwe kosten vanwege luchtvervuiling en worden de rechten van passagiers (bijvoorbeeld na vertragingen) steeds kostbaarder. Verder blijkt AFKL betrokken te zijn in juridische procedures over mededinging in de vrachtsector.

Oorlog
En dan is er nog de geopolitieke onrust, zoals de oorlog in Oekraïne waardoor AFKL moet omvliegen, de ontwikkelingen binnen de Amerikaanse regering waardoor minder mensen het land willen bezoeken en de kans op nieuwe pandemieën. Van een heel andere orde zijn dan weer de Olympische Spelen in Parijs die een negatieve impact hadden op de zomerinkomsten van Air France.

Het omvangrijke document van AFKL schetst weliswaar een beeld van financieel herstel, maar de gedetailleerde beschrijving van de risico’s en operationele ‘uitdagingen’ onthullen een gevaarlijke, onderliggende kwetsbaarheid. De milieu-impact blijft substantieel, personeels- en operationele problemen zorgen voor verstoringen van het netwerk en de financiële positie, hoewel verbeterd, blijft gevoelig voor schokken.

De schijn van stabiliteit wordt tenietgedaan door de vele uitdagingen die de luchtvaartonderneming zelf benoemt. Het is wachten op een nieuwe financiële ramp.

Bron

Gezondheidsraad waarschuwde kwart eeuw geleden al voor onhoudbare situatie Schiphol

inhalator(leestijd circa 4 minuten)

SchipholWatch dook in de archieven en vond een rapport uit 1999 (!) van de Gezondheidsraad over de effecten van het vliegverkeer op de volksgezondheid. De conclusies waren zo verontrustend dat het kabinet nooit meer heeft gedurfd aanvullend onderzoek te doen.

Het rapport werd ruim een kwart eeuw geleden opgesteld op verzoek van maar liefst drie ministers. En de conclusies liegen er niet om. Wat wij omwonenden al jarenlang ervaren, werd toen al bevestigd door een internationale commissie van deskundigen.

De centrale vraag: beïnvloeden de activiteiten van een groot vliegveld de gezondheid? Het antwoord: een volmondig ja. De impact blijkt veel verder te gaan dan alleen ‘hinder’.

Het rapport benadert de problematiek integraal, omdat de verschillende milieufactoren elkaar beïnvloeden en de bevolking rond luchthavens voortdurend de samenloop van deze factoren ondervindt. De commissie constateert om te beginnen dat er vrijwel geen onderzoek bestaat naar de cumulatieve gevolgen van al de effecten samen. Het betekent dat de werkelijke impact op de gezondheid waarschijnlijk nog groter is dan de alarmerende bevindingen over de afzonderlijke factoren doen vermoeden.

Tientallen kilometers rond Schiphol
Welke milieufactoren spelen een belangrijke rol voor mensen die in een straal van enkele tientallen kilometers rond Schiphol wonen? Het gaat dan vooral om luchtverontreiniging, geluid en ongevallen.

De lucht rondom Schiphol is net zo vervuild als in stedelijke gebieden. Hoewel het rapport aangeeft dat wegverkeer vaak de grootste bijdrage levert, dragen vliegtuigen wel degelijk significant bij. Het meest schokkende is misschien wel de constatering dat gezondheidseffecten te verwachten zijn, zelfs als de concentraties blijven onder de officiële richtwaarden. Het bevestigt dat de toenmalige (en de huidige) normen onvoldoende zijn om onze gezondheid te beschermen.

Voor welke factoren vond de Gezondheidsraad destijds voldoende bewijs om effecten op de gezondheid aan te tonen? Het gaat dan om geurhinder door voortdurende blootstelling, de toename van luchtwegaandoeningen en de afname van de longfunctie door de chronische blootstelling, verergering van luchtwegklachten en cardiovasculaire klachten en zelfs voortijdige sterfte.

Geen wettelijke regels
De commissie wees er destijds al op dat in tegenstelling tot industrie en wegverkeer, de uitstoot van het vliegverkeer niet onder wettelijke regels valt. De raad waarschuwde toen dat een geïntegreerde aanpak vrijwel onmogelijk is als een belangrijke bron buiten de regels blijft. Het werd een ‘onhoudbare situatie’ genoemd, maar is heden ten dage nog steeds niet veranderd.

Vliegtuiggeluid is de meest specifieke milieufactor van een vliegveld. Het domineert het geluid in grote gebieden rondom een luchthaven. De dag-avond-nachtniveaus kunnen oplopen tot 60-70 decibel, maar zelfs veel lagere niveaus kennen ernstige gevolgen.

Zo ondervindt een aanzienlijk deel van de mensen die worden blootgesteld aan niveaus boven de 42 dB(A) ernstige hinder. Opvallend noemt de Gezondheidsraad het feit dat vliegtuiggeluid hinderlijker wordt ervaren dan weg- of treinverkeer bij dezelfde geluidsniveaus, een factor waarvoor inmiddels ook de Wereldgezondheidsorganisatie waarschuwt. Niet-akoestische factoren, zoals angst voor ongevallen en de mate van transparantie van een vliegveld of de overheid zelf, spelen hierin een grote rol.

Slaapverstoring ook bij lage geluidsniveaus
Slaapverstoring is ook een belangrijk effect. Het uit zich op diverse manieren in de gezondheid van mensen, zoals hartslagveranderingen, ontwaken of een negatieve stemming de volgende dag. Het treft opnieuw een aanzienlijk deel van de blootgestelden. Deze effecten treden zelfs op bij relatief lage geluidsniveaus.

Hoge bloeddruk is een volgend gezondheidseffect, evenals verslechterende leerprestaties bij kinderen. De commissie noemde dit een ernstig effect dat kwetsbare groepen treft. Dit heeft een direct effect op de toekomst van kinderen.

Het rapport wijst er nadrukkelijk op dat geluid niet alleen fysiologische reacties oproept, maar ook stress kan veroorzaken door verstoring van activiteiten of slaap en door de negatieve waardering van het geluid.

Rampen
Hoewel relatief zeldzaam, zijn vliegtuigongevallen integraal onderdeel van de luchtvaartsector. De kans is het grootst tijdens start en landing, op of nabij het vliegveld. De gevolgen zijn altijd ernstig: sterfte en ernstige verwondingen. Het individuele risico voor omwonenden is weliswaar zeer gering en sterk afhankelijk van de locatie, maar het potentieel voor een ramp met veel slachtoffers draagt bij aan de angst en bezorgdheid onder de bevolking.

De perceptie van dit risico kan bovendien de hinder door geluid versterken. Op bepaalde locaties rond Schiphol overschrijdt het berekende individuele risico normen die voor woongebieden rond industriële installaties gelden, aldus de Gezondheidsraad.

Naast deze drie hoofdfactoren benoemde de raad destijds al de bodem- en waterverontreiniging op de luchthaven, bijvoorbeeld als gevolg van de-icing vloeistoffen of blusschuim. Maar ook de grotere import van infectieziekten zoals inmiddels duidelijk is na de coronapandemie. En tot slot de arbeidsrisico’s op het vliegveld zelf, ook bewaarheid sinds Zembla aantoonde dat veel (oud-) medewerkers overlijden aan kanker.

Lacune in de kennis
Een cruciaal punt dat toen al werd benadrukt, is dat mensen rond een grote luchthaven blootstaan aan meerdere milieufactoren tegelijk. Geluid, luchtverontreiniging en het ongevalsrisico komen samen en er is een wisselwerking tussen die factoren. De commissie kon de gevolgen van deze samenloop niet beoordelen vanwege het ontbreken van onderzoek. Het was een ernstige lacune in de kennis die allang opgelost had kunnen worden als de overheid het lef had gehad vervolgonderzoek te gebieden.

Het rapport noemt de ‘aantasting van de kwaliteit van leven’ door de voortdurende blootstelling aan geluid of geur als belangrijke oorzaak van ziekte op termijn. Het is precies wat vele omwonenden al decennialang voelen: de constante stress en het ongemak tasten het welzijn en de gezondheid aan.

Het rapport concludeert onverbiddelijk dat grote vliegvelden als Schiphol de gezondheid beïnvloeden. Dat er geen gegevens bekend waren over de opeenstapeling van effecten, had allang moeten zijn opgelost. De commissie beval destijds al met klem aan om dit uit te zoeken.

Niet alleen om de centen
Beslissingen over de verdere groei van een vliegveld zijn strategisch en vereisen een zorgvuldig proces waarbij alle partijen, inclusief de lokale bevolking, betrokken zijn. Het gaat niet alleen om economische baten, maar juist om de onaanvaardbare last voor de gezondheid en de kwaliteit van leven van omwonenden.

Voor de goede lezer gaf het rapport ruim een kwart eeuw geleden al aan dat de toenmalige situatie onhoudbaar was. In de tussentijd is het alleen maar veel ernstiger geworden. Waar Schiphol destijds nog maar zo’n 300.000 vluchten telde, zijn dat er inmiddels meer dan 500.000 geworden. Zonder vervolgonderzoek, met veel gesjoemel en onder een onbetrouwbare overheid. Dat moet maar eens afgelopen zijn, zo oordeelde ook de rechter op 20 maart 2024 in het RBV-vonnis.

Het zou het kabinet sieren als er nu – na ruim 25 jaar – een nieuw onderzoek naar de gezondheidseffecten van Schiphol wordt gestart, inclusief de cumulatieve effecten van de verschillende verontreinigingen. Omwonenden verdienen dat, omdat zo’n onderzoek kan aantonen wat de risico’s op gezondheidsproblemen zijn. Inmiddels is over veel van de verontreiniging veel meer kennis beschikbaar dan destijds. Denk bijvoorbeeld aan de PFAS-problematiek, de inmiddels tot geluidsterreur uitgegroeide overlast en de ongelimiteerde uitstoot van zeer zorgwekkende en kankerverwekkende stoffen.

Bron

Weer een leugen ontkracht: krimp Schiphol leidt niet tot hoge ticketprijzen

vleugel(leestijd circa 6 minuten)

Het is de bekende angstzaaierij door de vliegindustrie: krimp van Schiphol zou leiden tot schier onbetaalbare tickets zodat Henk en Ingrid een vliegreisje niet meer kunnen betalen. Het blijkt een pure leugen.

Dit vertelt een rapport door het gerenommeerde bureau CE Delft in opdracht van Milieudefensie. Dat kantoor werkt ook vaak in opdracht van het ministerie van Infrastructuur. Het beeld van onbereikbare vakantiebestemmingen en torenhoge prijzen na krimp van Schiphol blijkt op niets gestoeld.

Toch worden deze argumenten steevast uit de kast getrokken door onder meer KLM en in zijn kielzog De Telegraaf. Het blijken slechts oneliners te zijn om de broodnodige krimp van Schiphol tegen te werken.

Uit het rapport blijkt nu dat een substantiële krimp van Schiphol en KLM nauwelijks gevolgen heeft voor de Nederlandse vakantieganger. In bepaalde scenario’s kan de prijs van een vliegticket zelfs dalen.

Kiezen voor de Nederlander?
De vraag is nu niet meer of het kan, maar hoe KLM krimpt en of het bedrijf uiteindelijk de Nederlandse vakantieganger boven het vervuilende overstapmodel verkiest.

Want de noodzaak tot krimp is evident en urgent. Vanuit meerdere perspectieven staat Schiphol onder druk om het aantal vluchten te verminderen. Om in lijn te komen met de klimaatdoelen van Parijs is in 2030 een emissiereductie noodzakelijk van 30 tot 77 procent ten opzichte van 2019. Deskundigen geven aan dat technologische oplossingen als nieuwe vliegtuigen, zuiniger motoren of zelfs alternatieve brandstoffen geen zoden aan de dijk zetten.

Zelfs de bollebozen van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlab NLR stellen dat zonder krimp van het vliegverkeer de klimaatgrenzen onhaalbaar zijn. Krimp is de enige oplossing om de klimaatdoelen wel te halen.

Bovendien bestaat er de aanhoudende en onrechtmatige geluidsoverlast voor omwonenden, die door de rechter is bevestigd in het vonnis van 20 maart 2024. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert normen die het aantal vluchten aanzienlijk doen verminderen en ook de stikstofuitstoot van de luchtvaart speelt een belangrijke rol in het debat en de juridische strijd rondom Schiphol. Zo bleek gisteren weer uit het vonnis van de rechtbank in Den Haag die de natuurvergunning van het vliegveld vernietigde wegens onrechtmatigheid.

Op naar de 375.000
Krimp van Schiphol is dus onvermijdelijk en noodzakelijk. Het rapport onderzoekt de gevolgen van een krimp naar maximaal 375.000 vluchten per jaar. Dit aantal is de absolute bovengrens om nog in lijn te zijn met het meest sobere emissiereductiedoel van 30 procent. Gezien het marktaandeel van 59 procent van KLM op Schiphol betekent dit een krimp van KLM naar 220.000 vluchten.

Het rapport biedt een uitgebreide analyse van het bestemmingennetwerk van de KLM Groep met daarin KLM, Cityhopper en Transavia. In 2023 bestond dat uit 194 directe bestemmingen. Maar wie maakt er nou eigenlijk gebruik van dat netwerk?

Uit het rapport wordt pijnlijk duidelijk waar de prioriteit van Schiphol en KLM ligt: bij de transferpassagier, de overstapper. In 2023 reisden ongeveer 35 miljoen passagiers van en naar Schiphol met de KLM Groep. Let hierbij goed op het verschil tussen ‘passagier’ en ‘reiziger’. Een reiziger die bijvoorbeeld van Madrid via Schiphol naar Oslo vliegt en weer terug, wordt door Schiphol geteld als vier passagiers.

Maar 30 procent Nederlanders
Uit de data blijkt dat van de ongeveer 13 miljoen reizigers met KLM Groep in 2023, maar ongeveer 30 procent Nederlands was. Maar liefst een derde waren overstappers die vrijwel niets voorstellen voor de Nederlandse economie.

Het wordt nog schrijnender als de individuele bestemmingen onder de loep worden genomen. Het rapport rangschikt de bestemmingen naar het aandeel van Nederlandse reizigers. Dan blijkt dat er veertig bestemmingen zijn waar minder dan 7 procent (!) van de passagiers Nederlanders zijn.

Op heel veel KLM-vluchten zitten slechts weinig Nederlanders. Deze vluchten worden vooral gevuld met overstappers (bron: CE Delft). Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Deze vluchten worden grotendeels, met 89 procent of meer, gevuld met overstappers en buitenlanders die in ons land willen zijn. Het gaat dan om bestemmingen als Hannover, Bremen, Edmonton, Beijing, Luxemburg, Lima, Nantes, Quito, Cardiff, Toronto, Rennes, Buenos Aires, Kristiansand, Linköping, Rio de Janeiro, Düsseldorf et cetera (zie tabel).

Dit zijn duidelijk routes die vooral dienen om passagiers van over de hele wereld via Schiphol te laten overstappen, vaak naar andere intercontinentale bestemmingen.

Belangrijke bestemmingen
Daartegenover staan de bestemmingen die wél belangrijk zijn voor de Nederlandse vakantieganger. Dat zijn 40 bestemmingen waar minimaal 33 procent van de passagiers bestaat uit Nederlanders. Het gaat dan om zonbestemmingen als Curaçao (met 54 procent het hoogste aandeel Nederlanders), Paramaribo, Bonaire, Hurghada, Marrakech en Kreta.

Opvallend is dat bij deze bestemmingen het aandeel overstappers laag is (minder dan 18 procent met uitzondering van Zanzibar).

CE Delft verkent twee scenario’s om de gevolgen van krimp te onderzoeken. Het ene scenario gaat ervan uit dat KLM zich richt op winstoptimalisatie door het bestaande, grote netwerk te behouden. Dit betekent dat de frequentie van vluchten op alle 194 bestemmingen evenredig wordt verlaagd om de benodigde krimp te realiseren. Ten opzichte van 2023 betekent dit een reductie van 15 procent in vluchtfrequenties.

In dit scenario blijven alle bestemmingen direct bereikbaar, maar neemt het aantal vluchten per week af. Voor Curaçao daalt dit van 21 naar 18 vluchten per week, voor London Heathrow van 107 naar 91 en voor Malaga van 38 naar 32. Het betekent dat er slechts wat minder keuzevrijheid in vertrektijden ontstaat.

Prijseffect te verwaarlozen
Het meest voelbare effect voor de reiziger in dit scenario is een stijging van de ticketprijzen. Minder aanbod leidt tot schaarste en KLM zal hierdoor de prijzen verhogen om ‘schaarstewinsten’ te boeken. Voor de meeste bestemmingen leidt dit tot een stijging tussen de 2 en 12 procent. Voor een retourtje Curaçao stijgt de prijs gemiddeld met 98 euro (9 procent), van 1093 naar 1191 euro. Voor Malaga stijgt de prijs met 24 euro (9 procent) van 266 naar 290 euro. Gemiddeld over alle KLM-vluchten wordt een ticket 16 euro duurder.

Wat betekent dit voor de portemonnee van Henk en Ingrid? De extra jaarlijkse kosten voor huishoudens variëren per inkomensgroep, van gemiddeld 7 euro voor de laagste inkomens tot 128 euro voor de hoogste inkomens die vaker vliegen.

Het gaat hierbij dus maar om 0,11 procent van het besteedbaar inkomen voor ALLE inkomensgroepen. Een te verwaarlozen bedrag in de context van de enorme milieu- en geluidswinsten die krimp oplevert.

Dit scenario beschermt vooral het netwerk van KLM, dat zwaar leunt op transferpassagiers ten koste van een kleine prijsstijging voor de reiziger.

24 bestemmingen eraf
Het tweede scenario gaat uit van een andere strategische keuze door KLM. Hierbij focust KLM op de bestemmingen die belangrijk zijn voor de Nederlandse reiziger en worden de minst belangrijke bestemmingen geschrapt om de krimp te realiseren. Dit zijn de bestemmingen met het laagste aandeel Nederlandse reizigers, die vooral dienen als spaken in het overstappersnetwerk.

In dit scenario komen 24 bestemmingen te vervallen, alle routes waarop maximaal 6 procent van de passagiers Nederlandse vakantiegangers zijn. Deze routes zijn nauwelijks relevant voor Henk en Ingrid. Het sluiten ervan raakt het Nederlands vakantieverkeer nauwelijks, maar treft vooral het overstapnetwerk van KLM. Het rapport merkt overigens terecht op dat dit de minst winstgevende routes zijn voor KLM, behalve voor hun bijdrage aan het overstapmodel.

Voor de bereikbaarheid betekent dit dat populaire bestemmingen onaangetast blijven. Het aantal vluchten per week blijft op de meeste routes onveranderd. Voor een enkel geval waar relatief veel overstappers meevliegen (London, Rome, Lissabon) daalt de frequentie licht, met maximaal 11 procent. Dat is een kleinere impact dan de 15 procent daling op alle routes in het vorige scenario.

Bereikbaar via alternatieven
Overigens blijven de 24 geschrapte bestemmingen goed bereikbaar via alternatieven. Voor zeven bestemmingen is de trein of de auto een prima alternatief. Voor Hannover, Bremen en Düsseldorf is een treinreis zelfs sneller dan vliegen als gekeken wordt naar de totale reistijd. Voor andere bestemmingen kan een overstap nodig zijn, wat anderhalf tot vierenhalf uur extra reistijd kan betekenen.

De ticketprijzen in dit scenario blijven voor de meeste populaire bestemmingen grotendeels ongewijzigd. Sterker nog, op routes met veel overstappers die wegvallen, kunnen de prijzen zelfs dalen met 0,1 tot 3,3 procent, zo berekent CE Delft. De reden is simpel: minder transferpassagiers betekent lege stoelen en KLM zal de prijzen dus verlagen om de vliegtuigen rendabel vol te krijgen. Gemiddeld over alle KLM-vluchten leidt dit scenario tot een prijsdaling van 9 euro. Dat is dus in tegenspraak met wat KLM-topvrouw Marjan Rintel zo graag roept in de media.

Voor huishoudens levert het scenario gemiddeld een jaarlijkse besparing op, variërend van 4 euro voor de laagste inkomens tot 72 euro voor de hoogste inkomens. Ook dit effect is zeer beperkt, het gaat dan om 0,06 procent van het besteedbaar inkomen. Dit scenario toont aan dat krimp kan leiden tot stabiliteit of zelfs lichte prijsdalingen op de routes die er voor de Nederlander echt toe doen.

Wat kiest KLM?
Het rapport van CE Delft is glashelder. De bewering dat krimp van KLM desastreuze gevolgen heeft voor de Nederlandse vakantieganger is een leugen. De werkelijke impact is beperkt en hangt volledig af van de strategische keuzes die KLM maakt.

Kiest KLM ervoor om vast te houden aan het complete netwerk, dat grotendeels dient als een vervuilende en overlast veroorzakende transferhub voor passagiers die Schiphol alleen gebruiken als overstaphalte, dan zal de Nederlandse vakantieganger een lichte prijsstijging ervaren en minder hoge vluchtfrequenties zien. De extra kosten voor huishoudens zijn werkelijk minimaal, met zo’n 0,11 procent van het besteedbaar inkomen.

Kiest KLM er echter voor om de Nederlandse vakantieganger wél centraal te stellen in een krimpstrategie, door routes te schrappen die nauwelijks door Nederlanders worden gebruikt, dan blijft de impact op de bereikbaarheid en de prijs voor populaire vakantiebestemmingen minimaal of zelfs positief. De 24 minst relevante routes verdwijnen als directe optie, maar blijven via alternatieven bereikbaar. Ook daalt dan de ticketprijs licht, met gemiddeld een beparing van 9 euro per huishouden.

Bangmakerij om hubmodel te beschermen
CE Delft ontkracht de grote leugen van de vliegindustrie: de noodzakelijke krimp van de luchtvaart hoeft helemaal niet ten koste te gaan van Henk en Ingrid. De luchtvaartlobby gebruikt de vakantieganger slechts als schild om het eigen verdienmodel, de vervuilende overstaphub, te beschermen.

Het is nu niet langer gepast voor KLM om het Nederlandse publiek en de politiek bang te maken met loze beweringen. KLM moet stoppen met die bangmakerij en in de spiegel kijken. Rintel dient zelf de keuzes te maken die noodzakelijk zijn voor een leefbare omgeving en een duurzame toekomst. Het is duidelijk: krimp is noodzakelijk, haalbaar en het verpest uw vakantie niet.

Bron

Natuurvergunning Schiphol onderuit: rechter prikt door sjoemelberekeningen heen

Nieuwkoopse Plassen(leestijd circa 5 minuten)

De rechtbank in Den Haag deelt vandaag een mokerslag uit aan Schiphol en de ministeries van Infrastructuur en Landbouw. De natuurvergunning is vernietigd vanwege sjoemelberekeningen. Wat nu?

Volgens de rechter voldoet de natuurvergunning niet aan de cruciale eisen voor intern en extern salderen van de stikstofdepositie op beschermde natuurgebieden. Het is niets minder dan een overwinning voor de natuur en de partijen die al jaren strijden tegen de ongebreidelde groei van het vliegveld, waaronder MOB, de gemeente Nieuwkoop, Greenpeace en Milieudefensie.

Het vonnis legt pijnlijk bloot dat de aanpak van Schiphol en de overheid tekortschiet om aan de natuurwetgeving te voldoen, vooral waar het gaat om de schadelijke effecten van stikstof. De uitspraak volgt op beroepen tegen het besluit van toenmalig minister Christianne van der Wal om Schiphol een natuurvergunning te verlenen.

Een natuurvergunning is in ons land vereist als een activiteit belangrijke gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied. De exploitatie van Schiphol heeft effecten op tal van beschermde (en onbeschermde) natuurgebieden.

Significante gevolgen
Om te bepalen of er significante gevolgen bestaan, werd in het verleden vaak gekeken naar de ‘referentiesituatie’, de situatie zoals die was toegestaan op basis van eerdere vergunningen op sleuteldata. In dit geval waren dat 1994 voor de Vogelrichtlijngebieden en 2004 voor de Habitatrichtlijngebieden.

De nieuwe activiteit – in dit geval de aangevraagde exploitatie met maximaal een half miljoen vliegbewegingen per jaar – mocht dan worden vergeleken met die referentiesituatie. Dat zou dan het ‘bestaande recht’ zijn en wordt ‘intern salderen’ genoemd.

Eind december vorig jaar heeft de Raad van State de spelregels echter aangescherpt. Zij bepaalde dat de referentiesituatie niet meer mag worden gebruikt om op voorhand significante gevolgen uit te sluiten. Nu mag de referentiesituatie alleen nog worden ingezet als mitigerende maatregel. En dan komen we bij het cruciale punt: voor het inzetten van een mitigerende maatregel, ook als het intern salderen betreft, geldt het ‘additionaliteitsvereiste’.

Additionaliteit
Dit betekent dat de maatregel – in dit geval het voortzetten van de activiteit tot het niveau van de referentiesituatie, in plaats van deze te verminderen – niet al noodzakelijk mag zijn als maatregel om instandhouding van de natuur te kunnen garanderen.

In de vergunningsprocedure heeft het ministerie twee referentiesituaties gehanteerd: voor Natura 2000-gebieden die voor 2003 waren aangewezen golden bestaande rechten tot 460.000 vliegbewegingen via het Aanwijzingsbesluit 2000 en voor gebieden na die datum ging het uit van 480.000 vliegbewegingen op basis van het Luchthavenverkeersbesluit uit 2008.

MOB en de gemeente Nieuwkoop betoogden in deze zaak dat het ministerie deze referentiesituaties veel te rooskleurig had voorgesteld en ten onrechte aannam dat Schiphol al over dergelijke omvangrijke ‘bestaande rechten’ beschikte. Zij voerden aan dat bij het bepalen van de referentiesituatie rekening moest worden gehouden met destijds bestaande praktische beperkingen op Schiphol (terminalcapaciteit, vliegtuigtypes, procedures) en niet alleen met theoretische mogelijkheden. Ook stelden zij dat eerdere besluiten meer beperkingen oplegden dan het Aanwijzingsbesluit uit 2000.

De rechtbank volgde dit betoog niet, maar geeft het ministerie en Schiphol op dit punt gelijk. De rechter oordeelde dat het ministerie terecht mocht uitgaan van de publiekrechtelijke begrenzingen zoals vastgelegd in de Aanwijzingsbesluiten, ondanks dat deze besluiten niet wettelijk zijn vastgelegd.

Onverwachte acceptatie referentiesituatie
De rechtbank concludeerde dat op de referentiedatum 1994 meer dan 460.000 vliegbewegingen mogelijk waren (zelfs 516.000 tot 540.000) en dat het Aanwijzingsbesluit uit 2000 (met 460.000 vliegbewegingen) wel degelijk een beperking inhield. Voor de gebieden aangewezen na 2003 achtte de rechtbank het aannemelijk dat het LVB uit 2008 ruimte biedt aan 480.000 vliegbewegingen, hoewel toenmalig minister Mark Harbers meerdere malen heeft bevestigd dat dit aantal uitkwam op 400.000 tot maximaal 420.000.

Hoewel de rechtbank de vaststelling van de hoeveelheid vliegbewegingen dus grotendeels goedkeurt, gaat het mis bij de toepassing van de nieuwe rechtspraak over additionaliteit.

Het ministerie en Schiphol stelden zich aanvankelijk op het standpunt dat het additionaliteitsvereiste niet gold voor het intern salderen met de referentiesituatie, omdat het beëindigen van de Schiphol-exploitatie naar hun inzicht geen maatregel tot instandhouding is. Schiphol ging zelfs zover te betogen dat er in dit geval helemaal geen sprake was van intern salderen, omdat de vergunning slechts een ‘vastlegging van bestaand recht’ zou zijn.

Argumentatie van tafel
De rechtbank veegt dit argument resoluut van tafel: de aangevraagde vergunning omvat een uitbreiding van het aantal vliegbewegingen en is daarmee een nieuw project. Intern salderen met de referentiesituatie is aan de orde en dus geldt ook het additionaliteitsvereiste.

Nadat de Raad van State in december 2024 duidelijkheid gaf over de additionaliteitseis heeft het ministerie (overigens te laat, maar de rapporten werden door de rechter alsnog toegelaten) getracht de additionaliteit te onderbouwen. De rapporten schetsten een beeld van historische dalingen van stikstofemissies en depositie in Nederland en gaven prognoses voor een voortgaande daling in de betrokken Natura 2000-gebieden tot 2030.

De rechtbank accepteert dat hiermee aannemelijk is gemaakt dat sprake is van een ‘blijvende daling’ van stikstofdepositie in de betrokken gebieden.

Onvoldoende
Maar dat blijkt niet voldoende, oordeelde de rechtbank. De uitspraken van de Raad van State impliceren een strengere motivatieplicht voor additionaliteit wanneer mitigerende maatregelen (zoals intern salderen) ook als passende maatregelen kunnen worden ingezet, zeker in gebieden waar sprake is van (dreigende) verslechtering of verstoringen met belangrijke effecten.

In die gevallen moet niet alleen een blijvende daling aannemelijk worden gemaakt, maar moet ook inzichtelijk worden gemaakt dat hiermee wordt voorzien in de noodzakelijke daling van stikstofdepositie binnen een afzienbare termijn om het behoud van de natuur te borgen en verslechtering te voorkomen.

En op dit punt faalde het ministerie volkomen. De rechter oordeelt dat het ministerie met de overlegde rapporten er niet in is geslaagd om dit inzichtelijk te maken. De prognoses van een algemene daling volstaan niet; er had concreet moeten worden aangetoond hoe de inzet van het ‘bestaande recht’ en de overige maatregelen bijdragen aan het wegnemen van de noodzaak tot andere maatregelen tot behoud van de natuur in de specifieke gebieden met problemen.

De rapporten geven dit essentiële inzicht niet. Dit gebrek aan motivering, in strijd met het additionaliteitsvereiste zoals aangescherpt door de Raad van State, is de doorslaggevende reden waarom de rechtbank de natuurvergunning vandaag vernietigt.

Verstoring diersoorten
De beroepen brachten ook bezwaren naar voren met betrekking tot verstoring door geluid en optische verstoring. De rechters oordelen hierover grotendeels dat de beoordeling voldoet aan de eisen, inclusief het gebruik van intern salderen met de referentiesituaties. In tegenstelling tot bij stikstof acht de rechtbank het niet onderbouwd dat voor geluid of optische verstoring maatregelen nodig zijn in de betrokken gebieden.

Er zijn echter wel specifieke punten van kritiek op de geluidsbeoordeling. De rechtbank vindt dat het ministerie onvoldoende heeft gemotiveerd hoe de referentiesituatie voor geluid is bepaald voor drie Natura 2000-gebieden, namelijk Eilandspolder, de Oostelijke Vechtplassen en de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck.

Ook is onvoldoende gemotiveerd waarom de toename van de geluidsbelasting voor de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck niet nader is beoordeeld. Dit vormt een bijkomend falen van de vergunning, aldus de rechtbank.

Schiphol onder druk
De vernietiging van de natuurvergunning betekent dat Schiphol op dit moment actief is zonder de wettelijk vereiste natuurvergunning. Dit zet het vliegveld (en de overheid) onder forse druk. Het vonnis maakt duidelijk dat een nieuwe vergunning alleen kan worden verleend als de stikstofproblematiek fundamenteel anders wordt aangepakt.

De overheid moet nu niet alleen aantonen dat er een algemene daling is van stikstof, maar specifiek en concreet aantonen hoe de activiteiten van Schiphol zich verhouden tot de noodzaak voor herstel en het voorkomen van verdere schade in de kwetsbare Natura 2000-gebieden. De lat lig veel hoger, in lijn met de eisen van natuurbeschermers zoals MOB.

Het ministerie moet nu een nieuw besluit nemen, waarbij de tekortkomingen die de rechtbank heeft vastgesteld, hersteld moeten zijn. Dit kost veel tijd en is complex, gezien de eis om de noodzakelijke daling binnen een afzienbare termijn aan te tonen voor gebieden die onder druk staan.

Greenwashing uit den boze
De kans is groot dat dit alleen mogelijk is met verdergaande, echte stikstofreductie vanuit de luchtvaartindustrie zelf, bovenop de algemene en blijkbaar onvoldoende gemotiveerde dalingen.

De uitspraak is een duidelijke boodschap: de natuurwetgeving, inclusief de striktere interpretatie van salderen en additionaliteit door de hoogste bestuursrechter, is niet vrijblijvend. Greenwashing met ontoereikende rapporten die een ‘blijvende daling’ suggereren zonder de link te leggen naar de ecologische noodzaak voor herstel, wordt niet langer geaccepteerd door de rechter.

Het vonnis opent opnieuw de mogelijkheid om een handhavingsverzoek in te dienen op het illegaal actief zijn zonder natuurvergunning. Hoewel dit verzoek door de rechter nu is afgewezen (omdat Schiphol immers beschikte over de onhoudbare natuurvergunning) is dat nu niet meer het geval.

De druk op Schiphol om écht te verduurzamen en mogelijk te krimpen om aan de natuurwetgeving te voldoen, is hiermee aanzienlijk toegenomen. Het vonnis is een cruciale stap richting een luchtvaart die wél rekening houdt met de grenzen van onze leefomgeving.

Bron

Het einde van een sprookje: SAF definitief van de baan als redmiddel vliegindustrie

varkensstal(leestijd circa 5 minuten)

Nu ook het nieuwste project voor ‘duurzame’ vliegtuigbrandstof in de Rotterdamse haven is gestopt, wordt het tijd om de balans op te maken. Gaat de veel gehypete brandstof het redden, of wordt het de zoveelste loze belofte van de vliegindustrie. En wat is dan het alternatief?

Deze week maakte het Finse bedrijf UPM bekend te stoppen met de bouw van de fabriek, na “uitgebreide technische, commerciële en strategische evaluaties”. De faciliteit zou in de originele plannen 500.000 ton biobrandstof per jaar gaan opleveren. Het is het zoveelste project voor alternatieve kerosine dat wordt stopgezet.

Wat enkele jaren geleden nog werd gepresenteerd als dé oplossing voor de verduurzaming van de luchtvaart, blijkt inmiddels vooral een luchtspiegeling te zijn. Sustainable aviation fuels, door ons al langere tijd fantasy fuels genoemd, zouden de sector redden van de klimaatcrisis en tegelijkertijd ruimte bieden voor verdere groei van het vliegverkeer.

Afbrokkelend sprookje
Maar het sprookje van de groene kerosine brokkelt razendsnel af. Tal van groots aangekondigde projecten zijn inmiddels voortijdig afgebroken, opgeschort of komen niet verder dan de tekentafel. De realiteit haalt de belofte in – en dat krijgt grote gevolgen voor de luchtvaart.

Alternatieve brandstoffen moesten de heilige graal worden voor een sector die steeds dieper in het nauw komt door de extreme CO2-uitstoot en de politieke druk om te vergroenen. In beleidsstukken van onder meer de Europese Commissie, het ministerie van Infrastructuur en brancheorganisatie IATA worden de fossielvrije brandstoffen keer op keer benoemd als sleuteltechnologie om emissies terug te dringen, zonder het aantal vluchten te hoeven verminderen.

Maar nu al blijkt de realiteit een stuk weerbarstiger. Meerdere projecten die internationaal moesten bijdragen aan de grootschalige productie van de alternatieve brandstoffen zijn inmiddels stilgelegd. Problemen variëren van een gebrek aan financieringsmogelijkheden en technische onhaalbaarheid tot conflicten over grondstoffen en vergunningen. De droom van de vliegindustrie raakt uit zicht.

Veel te rooskleurig
De promotie van de alternatieve brandstoffen is altijd al omgeven geweest door een rooskleurige voorstelling van zaken. Luchtvaartmaatschappijen, vliegtuigbouwers en beleidsmakers hebben de voordelen breed uitgemeten, maar zelden aandacht geschonken aan de beperkingen.

Zo wordt in veel van de propaganda gesproken over “tot 80 procent minder CO2-uitstoot”, zonder te vermelden dat dit slechts geldt in de meest ideale omstandigheiden en over de volledige levenscyclus – een situatie die in de praktijk zelden wordt bereikt.

Bovendien wordt vaak verzwegen dat sustainable aviation fuels in feite een verzamelnaam is voor verschillende typen brandstoffen, met sterk uiteenlopende duurzaamheidsscores. De meest duurzame variant – e-fuels, geproduceerd met groene stroom en CO2 uit de lucht – is voorlopig economisch en technologisch onhaalbaar op grote schaal.

De meeste SAF die nu wordt geproduceerd komt uit afgewerkte frituurolie en dierlijke vetten – reststromen die beperkt beschikbaar zijn en op de lange termijn niet kunnen voldoen aan de vraag van een groeiende luchtvaartsector.

Spaakgelopen
Zo gingen behalve het bovengenoemde voorbeeld kortgeleden een aantal projecten op de fles. SkyNRG hoopte in 2022 een SAF-fabriek te bouwen in Delfzijl. Het werd als een pioniersproject gepresenteerd, maar is inmiddels stilgelegd. Het bedrijf kampt met financieringsproblemen en een gebrek aan zekerheid voor investeerders, mede door onduidelijk beleid vanuit Den Haag en de EU. De geplande opening in 2024 is inmiddels opgeschoven naar “onbepaalde tijd”.

Neste behoort tot de wereldmarktleiders op het gebied van SAF, maar het bedrijf heeft recentelijk aangegeven af te schalen in de uitbreiding van de productiefaciliteiten. Redenen: onzekerheid over de afzetmarkt en zorgen over de beschikbaarheid van voldoende duurzame grondstoffen.

Velocys wilde met een innovatieve technologie synthetische kerosine gaan produceren op basis van CO2 en waterstof. Maar inmiddels is het project in de Verenigde Staten definitief gestopt wegens niet rendabel en het zusterproject in het Verenigd Koninkrijk ligt onder vuur.

Twee veelbesproken Amerikaanse pioniers in de fantasy fuels en alternatieve aandrijvingen hebben recentelijk hun projecten moeten bevriezen. ZeroAvia vanwege technische tegenvallers en Fulcrum vanwege juridische en financiële problemen.

Op drijfzand gebouwd
Volgens de doelstellingen van de Europese Unie moet in 2030 minimaal zes procent van alle vliegtuigbrandstof bestaan uit SAF. Nederland wil zelfs vooroplopen, met 14 procent in datzelfde jaar. Maar nu al blijkt dat deze doelstellingen op drijfzand zijn gebouwd. In 2023 was minder dan 0,2 procent van alle gebruikte vliegtuigbrandstof wereldwijd te kenmerken als SAF. En het grootste deel daarvan kwam uit beperkte, niet schaalbare bronnen.

Een simpel rekensommetje leert dat de grondstofvraag voor SAF-productie de ecologische draagkracht ruimschoots overschrijdt. Zo zou het volledige wereldwijde aanbod van gebruikt frituurvet nog niet voldoende zijn om 1 procent van de wereldwijde vliegindustrie te bedienen. En het verbouwen van gewassen voor biobrandstoffen leidt tot landconversie, ontbossing en verlies van biodiversiteit – een oplossing die de klimaatproblemen verplaatst in plaats van oplost.

De enige echt duurzame vorm van SAF – e-fuel op basis van hernieuwbare elektriciteit – is voorlopig niet meer dan een wetenschappelijk experiment. De productie is extreem energie-intensief en het rendement laag. Volgens berekeningen van het Potsdam Institute for Climate Impact Research is er minstens vijf keer zoveel groene stroom nodig om e-fuel te produceren als de energie die uiteindelijk terechtkomt in het vliegtuig.

In een tijd waarin de industrie en huishoudens al vechten om schaarse groene stroom, is het moeilijk voorstelbaar dat e-fuels op korte termijn een substantiële bijdrage gaan leveren.

Oók beleidsmatige crisis
De ineenstorting van de SAF-illusie betekent niet alleen een technologische tegenslag, maar ook een beleidsmatige crisis. De Europese en Nederlandse klimaatplannen rekenen zwaar op de beschikbaarheid van alternatieve brandstoffen om aan emissiedoelen te voldoen, terwijl de praktijk steeds meer wijst op een fundamentele onhaalbaarheid.

Zonder SAF resteert slechts één optie om de vliegindustrie binnen ecologische grenzen te brengen en dat is krimp van het aantal vluchten.

Maar die boodschap blijkt politiek gevoelig te liggen. Ministeries blijven vasthouden aan groeiscenario’s, Schiphol mikt op uitbreidingen zodra het stikstofbeleid dat zou toelaten en KLM schermt met investeringen in SAF alsof het de sector uit de brand zou helpen. Intussen lijkt de overheid geen plan B te hebben.

Kosten naar de belastingbetaler
Met het afblazen van SAF-projecten komt ook een ander pijnpunt naar voren: wie draagt de kosten voor de mislukte investeringen? Veel overheden hebben publieke middelen gestoken in deze initiatieven – via subsidies, garantstellingen en fiscale vrijstellingen. De luchtvaartindustrie heeft deze middelen dankbaar in ontvangst genomen, maar wijst verantwoordelijkheid voor mislukte projecten van de hand.

Zo zijn in ons land miljoenen euro’s gestoken in de voorbereiding van SAF-productie, zonder zicht op daadwerkelijke levering. En terwijl andere sectoren – landbouw, industrie, wegtransport – geconfronteerd worden met harde reductie-eisen, blijft de luchtvaart buiten schot dankzij een zelfgecreëerd toekomstbeeld dat steeds meer lijkt op een fata morgana.

Wat overblijft is een façade van duurzaamheidsretoriek. Luchtvaartmaatschappijen als KLM blijven pronken met hun “groene intenties”, maar kopen in de praktijk slechts minieme hoeveelheden SAF in – vaak tegen forse meerprijzen die ze niet structureel willen dragen.

De recent ingevoerde mogelijkheid voor passagiers om bij te betalen voor SAF wordt gepresenteerd als vrijwillige verduurzaming, maar is vooral marketing – het gaat slechts om centen per ticket en promilles in de tank.

Afleidingsmanoeuvre
De groene belofte van vliegen op frituurvet of waterstof blijkt niet meer dan een afleidingsmanoeuvre om structurele maatregelen te vermijden. Terwijl de klimaatklok doortikt, blijft de sector hopen op technologische wonderen die steeds minder waarheidsgehalte krijgen.

De hoop op “duurzame vliegtuigbrandstoffen” als structurele oplossing voor de klimaatimpact van de luchtvaart is grotendeels vervlogen. Te duur, te traag, te kleinschalig en te afhankelijk van schaarse of vervuilende grondstoffen. De recente golf van afgeblazen projecten maakt pijnlijk duidelijk dat het geen kwestie is van “nog even volhouden” of “meer investeren”, maar van fundamentele wetenschappelijke grenzen.

Voor beleidsmakers en burgers betekent dit dat de focus moet verschuiven. In plaats van blind te varen op technologische gedachtenspinsels, is het tijd voor realistisch beleid dat de luchtvaart terugzet op een houdbaar pad. Dat betekent minder vluchten, een eerlijke beprijzing van de uitstoot en geen uitzonderingspositie meer voor een sector die de klimaatrekening weigert te betalen.

De ballon van SAF is definitief geknapt. We kunnen ze definitief aanduiden met de term fantasy fuels. Wat overblijft is de realiteit. En die is minder comfortabel dan een stoeltje in de business class.

Beluister ook de uitzending van Dit is de Dag op Radio 1, waarin onze voorzitter Alfred Blokhuizen in gesprek gaat met directeur Maarten van Dijk van SkyNRG.

Bron

PFAS: hoe de prijs van vliegcomfort wordt betaald met onze gezondheid

rapport(leestijd circa 3 minuten)

Het gebied rond Schiphol is vergiftigd met PFAS, een groep chemicaliën die in ultralage concentraties al levensgevaarlijk is voor mens en milieu. De prijs van het vliegcomfort wordt betaald met de gezondheid van nietsvermoedende omwonenden.

Het verhaal van PFAS begint in 1936 bij chemieconcern DuPont dat op zoek was naar een veiliger alternatief voor giftige en brandbare gassen in koelkasten. Ingenieur Roy J. Plunkett ontdekte per ongeluk polytetrafluorethyleen, een wit en glibberig poeder dat later de naam teflon zou krijgen.

Teflon was opmerkelijk inert; het reageaerde nauwelijks met andere stoffen, zelfs niet met sterke zuren of basen. De oorzaak is de extreem sterke verbinding tussen de elementen koolstof en fluor.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd teflon al snel onmisbaar voor het Manhattan Project vanwege zijn weerstand tegen het corrosieve uraniumhexafluoride dat nodig was voor de bouw van een atoombom. Het nut bleek echter veel breder dan alleen in het militaire domein. Dezelfde pakkingen en afdichtingen die in nucleaire fabrieken werden gebruikt, werden geïnstalleerd in brandstoftanks en vliegtuigmotoren om ze te beschermen tegen olie en water. De teflonproductie werd door de Amerikaanse overheid fors opgeschaald.

Om teflon te produceren waren ‘verwerkingshulpmiddelen’ nodig, zoals PFOA of voluit perfluoroctaanzuur. Dit goedje werd ook wel C8 genoemd. Het zuur, met een teflon-achtige staart en een waterminnende kop, maakte het mogelijk om de teflon-grondstof (TFE) in water te verspreiden. Dat was cruciaal om explosies tijdens de productie te voorkomen.

Hoewel teflon zelf als redelijk veilig wordt beschouwd omdat de lange ketens van atomen het moeilijk maken om door het lichaam te worden opgenomen, bleek de hulpstof PFOA allesbehalve onschuldig.

Niet gedeeld met het publiek
Al in de jaren ’60 van de vorige eeuw toonde DuPont’s eigen onderzoek aan dat C8 giftig was voor ratten, honden en zelfs apen. Het veroorzaakte schade aan meerdere organen. Maar deze bevindingen werden niet gedeeld met de wetenschappelijke gemeenschap, laat staan met het grote publiek. De reden voor de toxiciteit en het gevaar van C8 en vergelijkbare chemicaliën ligt in diezelfde koolstof-fluorverbindingen. Ze zijn ongelooflijk stabiel en worden niet afgebroken in het milieu of het lichaam. Bovendien lijken ze op vetzuren, waardoor ze zich via bloedeiwitten door het lichaam verspreiden en zich ophopen.

Hoewel teflon veelvuldig werd gebruikt in vliegtuigonderdelen, is een veel grotere bron van besmetting afkomstig van blusschuimen en brandstoffen. Chemicaliën zoals PFOS (perfluoroctaansulfonzuur) en PFOA werden toegepast in de productie van vlek- en waterafstotende producten, maar bleken ook uitstekend te voldoen als ingrediënt voor blusschuim of als additief in de kerosine. PFOS bijvoorbeeld verlaagt de oppervlaktespanning van water en creëert schuim dat vuur snel blust.

Maar zowel militaire bases als luchthavens oefenen frequent brandbestrijding met deze schuimen. Daarnaast komen er regelmatig incidenten voor waarbij het schuim werd ingezet. Hierdoor sijpelen de PFAS weg in de omliggende bodem en het grondwater. Dit heeft geleid tot de ernstige besmetting in onder meer de regio Schiphol.

Iedereen besmet
De besmetting is niet lokaal gebleven. Door de persistentie zijn PFAS inmiddels in een groot gebied te vinden rond het vliegveld, zelfs tot in het drinkwater toe. Bloedmonsters van duizenden Amerikanen toonden aan dat in 2000 een volle 100 procent van de geteste personen C8 in hun bloed had. Een uitgebreide studie uit 2013 bevestigde een waarschijnlijk verband tussen C8 en zes menselijke ziekten, waaronder schildklieraandoeningen, teelbalkanker en nierkanker. Hogere concentraties in het bloed verhogen het risico.

Brandweerlieden, die direct met het schuim werken en uitrusting dragen die ook PFAS bevat, hebben vaak bijzonder hoge PFAS-niveaus. Een studie toonde aan dat bloed- of plasmadonatie hun niveaus kunnen verlagen – een wrange parallel met de aderlatingen uit een ver verleden.

Extreem lage limiet
Pas recentelijk, in april 2024, heeft de Amerikaanse milieuwaakhond EPA wettelijke limieten vastgesteld voor PFAS in drinkwater. Voor PFOA en PFOS is dit vastgesteld op een extreem lage 4 deeltjes per biljoen (1000 miljard). Dat is significant lager dan de oorspronkelijke ‘veilige’ niveaus die door de lobby van de industrie werden voorgesteld.

Het illustreert hoe bezorgd de wetenschap inmiddels is over de effecten van PFAS. Het antwoord van de lobby is het introduceren van steeds weer nieuwe varianten, waarbij vaak maar één atoom wordt veranderd in het molecuul. Met nieuwe namen en zonder regels komen er voortdurend vergelijkbare stoffen op de markt. Zo is het relatief nieuwe GenX een ingekorte opvolger van C8, die vergelijkbare risico’s met zich meebrengt.

De luchtvaart heeft aanzienlijk bijgedragen aan het wereldwijde besmettingsprobleem. Het is daarom essentieel dat de sector zijn verantwoordelijkheid neemt voor het verleden, de huidige emissies stopt en bijdraagt aan het opruimen van de rotzooi. Gezien de persistentie van PFAS is de besmetting bij luchthavens een probleem dat nog decennia (of langer) zal aanhouden.

Bekijk onderstaande video over de geschiedenis van PFAS en de gevaren voor de gezondheid van mens en milieu. De wettelijke grens (in de VS) is inmiddels één druppel in vijf Olympische zwembaden. In ons land worden nog steeds veel hogere concentraties van het gif toegestaan.

SchipholWatch is – samen met tien andere organisaties, waaronder een beroepsvereniging van brandweerlieden – betrokken bij een proces om het gebruik van PFAS in onder meer de vliegindustrie uit te bannen en om een oplossing te eisen voor de grootschalige besmetting in de regio.

Bron

Luchtvaart: torenhoge klimaatrekening in ruil voor minieme vervoerswaarde

zeescheepvaart(leestijd circa 3 minuten)

De vliegindustrie noemt haar eigen bijdrage aan de opwarming van de aarde veelal ‘gering’. Maar daarmee wordt een verkeerd beeld getekend, zo blijkt uit een nieuw rapport met onthutsende cijfers.

In ‘Klimaatimpact luchtvaart – getallen in perspectief‘ analyseert burgerbeweging Stop4deroute openbare cijfers van het CBS en het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeled (KiM). Hieruit blijkt dat de vliegindustrie een minuscule vervoersbijdrage levert, maar een torenhoge rekening presenteert aan het klimaat.

Al jarenlang wordt er gesproken over ‘duurzame luchtvaart’ terwijl de sector wegkomt met minimale klimaatafspraken, veel zwakker dan die voor andere sectoren. Als er al over uitstoot wordt uitgewijd, blijft de focus vaak beperkt tot CO2. Dit rapport prikt genadeloos heen door deze schijn.

In de maatschappelijke en politieke discussie, meestal gevoed door de vliegindustrie zelf, wordt vaak voorbijgegaan aan de volledige omvang van de uitstoot door vliegtuigen. Er bestaan verschillende methoden om emissies toe te rekenen, zoals het IPCC-rekenkader en het kader van Milieurekeningen. Laatstgenoemde kijkt naar wat Nederlandse bedrijven en burgers doen en geeft een representatiever beeld van onze eigen economische activiteiten. Maar ongeacht het kader: de CO2-uitstoot van de luchtvaart is sinds 1990 ongeveer verdubbeld, ondanks enige efficiëntieverbeteringen.

Meer dan CO2 alleen
De realiteit is nog schrijnender. Vliegtuigen stoten op grote hoogte niet alleen CO2 uit, maar veroorzaken ook andere effecten zoals condensatiesporen en daaruit voortvloeiende cirrusbewolking. Deze zogenaamde niet-CO2-effecten hebben een significant extra opwarmend effect.

Dat effect is gemiddeld drie keer zo groot als dat de uitgestoten CO2 alleen. Dat verviervoudigt de totale opwarming per kilogram CO2 voor vluchten van en naar Nederlandse vliegvelden. Deze effecten worden vaak ‘vergeten’ in de discussie.

Als de bijdrage van de luchtvaart aan ons transport wordt afgezet tegen de veroorzaakte klimaatschade, blijkt de verhouding volledig zoek. Zo verzorgt de luchtvaart (in 2023) slechts één promille (0,13 procent) van het aantal reisbewegingen van personen. De hoeveelheid goederen vervoerd over de weg of per zeeschip was meer dan 400 keer groter dan per vliegtuig. Zelfs kijkend naar reizigerskilometers, draagt de luchtvaart maar zo’n 20 procent bij aan het totaal binnen de Nederlandse transporteconomie.

Alle vrachtwagens en bestelwagens
De marginale bijdrage aan het totale transport staat in schril contrast met de klimaatimpact. Alleen de CO2-uitstoot van de luchtvaart is al goed voor 14 procent (IPCC) tot zelfs 26 procent (Milieurekeningen) van de broeikasgasuitstoot van alle Nederlandse mobiliteit en transport. Ter vergelijking: dit is net zoveel als alle vrachtwagens en bestelwagens samen.

Bij een concurrerende sector als de scheepvaart is de verhouding tussen vervoersbewegingen en klimaatimpact wél in balans.

Als de niet-CO2-effecten worden meegenomen, is het aandeel van de luchtvaart in de totale klimaatopwarming zelfs veel groter. Dat loopt op van 40 procent (IPCC) tot 59 procent (Milieurekeningen) voor de komende honderd jaar. Bij een kleinere periode van 20 jaar, relevant voor de volgende generatie ofwel onze kinderen, loopt het op tot 70 procent (IPCC) of 83 procent (Milieurekeningen), aldus het rapport.

Eenvoudig gezegd betekent dit dat van alle klimaatopwarming die de komende 20 jaar veroorzaakt wordt door transport en vervoer van personen die nu plaatsvinden tot wel 83 procent toe te schrijven aan de luchtvaart. Terwijl deze sector goed is voor slechts een verwaarloosbaar aantal van de transport- en reisbewegingen. De verhouding ligt hiermee ruim honderd keer schever dan bij andere vormen van transport.

Een rechtvaardiging voor deze disproportioneel grote klimaatimpact ontbreekt volledig.

Niet te begrijpen
Zelfs afgezet tegen de zo vaak geroemde economische bijdrage van de vliegsector – volgens het CBS 0,4 procent van de economie en 0,2 procent van de werkgelegenheid – valt deze in het niet bij de enorme klimaatschade. Het is nauwelijks te begrijpen dat dit nog steeds geaccepteerd wordt.

Ondertussen blijft de luchtvaartlobby hameren op technologische oplossingen als ‘duurzame’ brandstoffen, waterstof of elektrisch vliegen. Het rapport maakt echter pijnlijk duidelijk dat hiervan in de komende decennia geen oplossingen hoeven te worden verwacht. De benodigde hoeveelheid alternatieve brandstof is enorm, zo groot dat voor het aanmaken van e-fuel zo’n vijftig extra kerncentrales nodig zijn. Alleen voor ons land.

Zelfs het nationale luchtvaartlab NLR geeft aan dat het beperken van de vraag en dus krimp van de luchtvaart de enige optie is om de CO2-uitstoot in 2030 voldoende te reduceren en klimaatdoelen te halen.

Ook minder herrie en vervuiling
De toegevoegde waarde en klimaatschade van de luchtvaart zijn zo uit balans dat de impact niet langer genegeerd mag worden in de beleidsvorming. Wil Nederland serieus werk maken van zijn klimaatdoelen, dan moet de vliegindustrie drastisch inkrimpen. Dat kan bijvoorbeeld met een dalend CO2-plafond en eerlijke belastingen en accijnzen die de werkelijke klimaatkosten weerspiegelen. Een grote stap is te zetten met het weren van overstappers.

Minder vliegen heeft bovendien bijkomende voordelen zoals minder geluidshinder, slaapverstoring en uitstoot van schadelijke stoffen. Het is de hoogste tijd dat de politiek dit ook inziet en gepaste maatregelen neemt om toekomstige generaties te beschermen. Eerlijke communicatie over de werkelijke impact van de vliegindustrie is een eerste en broodnodige stap.

Bron

Vliegindustrie in spagaat: lagere brandstofkosten leiden tot hogere NOx-uitstoot

contrails(leestijd circa 3 minuten)

Aan de vooravond van het vonnis over de natuurvergunning van Schiphol op 4 juni aanstaande is het belangrijk om te beseffen dat de modernste straalmotoren met de minste CO2-emissies juist voor de grootste uitstoot van stikstofoxiden verantwoordelijk zijn.

Bij de natuurvergunning draait het vooral om de uitstoot van stikstofoxiden (NOx). Het neerslaan van deze stof op natuurgebieden verslechtert de kwaliteit ervan en dient als belangrijke maatstaf om de invloed van een bepaalde sector op de natuur te bepalen.

Voor een verbetering van de toestand van de natuur is het zaak zo weinig mogelijk stikstofverbindingen uit te stoten. Hoe minder uitstoot, des te minder depositie.

Het is dan ook wrang om te zien dat de vliegindustrie in zijn jacht op lagere brandstofkosten technieken toepast die de stikstofemissies juist verhogen. Zo stoten de modernste en zuinige straalmotoren juist de meeste stikstofoxide uit.

Ronkende persberichten
De sector is berucht om ronkende persberichten waarin brandstofbesparing en schonere lucht worden benadrukt als gevolg van de nieuwste generaties straalmotoren. Over de afgelopen vijftig jaar zou het brandstofverbruik per passagierskilometer met zo’n 70 procent zijn gedaald. Voorwaar een prestatie van formaat.

Niet verteld wordt dat er een fundamenteel technisch probleem verscholen ligt in het hart van de straalmotor. Om minder brandstof te verstoken en dus minder CO2 uit te stoten, worden de motoren ontworpen om te werken bij steeds hogere drukverhoudingen (‘overall pressure ratio’) en steeds hogere turbine-inlaattemperaturen (‘turbine entry temperature’).

Het klinkt logisch: hogere temperaturen persen meer energie uit dezelfde hoeveelheid brandstof. Maar hier wringt de schoen: hogere piektemperaturen en snellere chemische reacties tijdens de verbranding leiden direct tot de verhoogde vorming van NOx. Het gaat hier om een directe wisselwerking: wat goed is voor de CO2-efficiëntie door hogere temperaturen, is juist slecht voor de NOx-uitstoot.

In dubio
De vliegindustrie erkent dit in meerdere rapporten als een “aanzienlijke uitdaging” en probeert het probleem te ondervangen met slimmere verbrandingskamers die de piektemperaturen beperken, of door technieken als schrale verbranding (‘lean burn’) toe te passen. Maar ook hier staat de sector in dubio. De lean burn-aanpak, potentieel goed voor minder NOx, kan leiden tot lagere efficiëntie en een hoger gewicht. En dat resulteert dan weer in een verhoogde CO2-uitstoot die het klimaat schaadt.

Het ene milieuprobleem wordt zo ingeruild voor het andere. De focus op één doel – het verlagen van het brandstofverbruik voor lagere kosten (en minder CO2) – leidt tot onbedoelde en ongewenste gevolgen voor andere emissies zoals NOx.

Deze problematiek beperkt zich overigens niet tot het motorontwerp. Ook operationele keuzes van vliegfirma’s, vaak gedreven door de regelgeving op en rond een bepaalde luchthaven, leiden vaak tot hogere NOx-uitstoot.

Zo kan het verplicht beperken van de geluidshinder tijdens het opstijgen leiden tot extra NOx-emissies. Op Heathrow geldt bijvoorbeeld de 1000 voet-regel, waarbij toestellen meer vermogen moeten gebruiken dan normaal om op een afstand van zesenhalve kilometer een bepaalde vlieghoogte te hebben bereikt. Het resultaat is een grotere NOx-uitstoot en meer lawaai vlakbij de luchthaven ten faveure van minder lawaai iets verder weg.

‘Verwaarloosbaar’
Dit voorbeeld komt uit een analyse van de vliegsector zelf (mirror). Het toont aan dat de operationele praktijk kan leiden tot scenario’s met hogere NOx-uitstoot. Hoewel dit rapport – net als de Nederlandse overheid – suggereert dat de uitstoot van stikstofoxiden boven de 1000 voet een “verwaarloosbare impact” heeft op lokale niveaus op de grond, draagt deze wel bij aan milieuproblemen zoals de vorming van ozon, het beïnvloeden van methaanconcentraties en de vorming van een ‘stikstofdeken’ over het hele land.

De conclusie is dan ook ontnuchterend. De vliegindustrie bevindt zich in een technologische en operationele spagaat. De wens om brandstof te besparen drijft motorontwerpers ertoe hogere temperaturen en drukken te gebruiken, wat inherent de vorming van stikstofoxiden vergroot.

De zoveelste belofte om in de verre toekomst tot liefst 90 procent NOx te reduceren staat dan ook in schril contrast met de huidige realiteit, waarin de keuze voor lagere kosten leidt tot hogere NOx-uitstoot. Dat is slecht nieuws voor de natuur en dus voor de natuurvergunning van Schiphol.

De sterk stijgende NOx-uitstoot van de luchtvaart is mogelijk onderbelicht gebleven tijdens de rechtszaak in Den Haag, maar zal in de toekomst voor steeds grotere problemen zorgen.

illustratie: CBS

Onder meer KLM’s ceo Marjan Rintel vertelt te pas en te onpas over de ‘stillere en schonere’ nieuwe toestellen, maar ‘vergeet’ daarbij consequent de groeiende NOx-uitstoot te benoemen. Terwijl deze trend ook klip en klaar blijkt uit cijfers van het CBS. Inmiddels veroorzaakte de sector in 2023 maar liefst 47,4 miljoen kilo NOx-emissies. Dat is 13,6 procent van de totale uitstoot van ons land. En dat is zeer significant voor het al dan niet rechtmatig verlenen van een natuurvergunning.

Bron

SchipholWatch in beroep tegen nieuw Luchthavenverkeersbesluit

Schiphol 's avonds(leestijd circa 2 minuten)

Het nieuwe Luchthavenverkeersbesluit van minister Barry Madlener legaliseert ten minste 60.000 vliegbewegingen die Schiphol zich buitenwettelijk heeft toegeëigend. We onderzoeken de diverse mogelijkheden om tegen het besluit in beroep te gaan bij de Raad van State, alleen of met andere organisaties.

Uit de media is bekend dat onder meer Greenpeace, de Milieufederatie, OZV.nu, de RBV en MOB ook stappen willen zetten om het besluit van tafel te krijgen. Met deze organisaties is contact opgenomen om te informeren naar de stand van zaken. MOB heeft al een deel van het budget toegezegd.

Op dit moment zijn we in gesprek met advocaten die opereren op het snijvlak van luchtvaart, mensenrechten en beroepsprocedures. Het is nodig om vooraf een inschatting te maken van de kansen en risico’s van de procedure.

SchipholWatch vindt het belangrijk om nu in actie te komen omdat minister Barry Madlener met deze spoedklus de stap wil zetten om 478.000 vluchten te legaliseren in een geluidsruimte die – zonder ‘anticiperend handhaven’ – slechts ruimte biedt voor 400.000 tot 420.000 vluchten.

Legaliseren illegale vluchten
Dat heeft ons inziens niets te maken met het verbeteren van de leefomgeving, zoals door de rechter werd bevolen in het RBV-vonnis van 20 maart 2024. Het maakt juist tienduizenden overlastgevende vluchten legaal die nu geen wettelijke basis hebben en alleen maar mogelijk zijn omdat de Inspectie Leefomgeving & Transport niet mag handhaven. Deze dienst heeft de minister al veelvuldig gewaarschuwd dat het uitblijven van handhaving niet meer lang juridisch houdbaar is. Madlener kiest daarom nu de vlucht naar voren ten koste van de gezondheid en het leefgenot van honderdduizenden omwonenden.

Doneren
We vragen u vriendelijk om mee te helpen deze zaak te financieren en een donatie te doen zodat we in staat zijn om deze acties te ondernemen. De strafrechtelijke aangifte tegen de directieleden van de vliegindustrie die we eerder dit jaar met advocaat Bénédicte Ficq zijn opgestart, heeft een flinke hap uit onze begroting genomen, zodat nu extra geld nodig is.

Wij denken dat er gegronde redenen zijn waarom dit besluit niet rechtmatig is en dat het daarom door de Raad van State vernietigd zou moeten worden. Maar om dat voor elkaar te krijgen is wederom een juridische procedure nodig met kostbare advocaten.

Als we nu niet in actie komen, is een belangrijke kans verkeken om de sector weer binnen de grenzen van de wet te brengen. Want Madlener wil met zijn besluit opnieuw de grenzen oprekken in plaats van de leefomgeving daadwerkelijk te bevorderen. Het gesteggel met ‘stillere vliegtuigen’ is immers een puur theoretische benadering van een nog steeds groeiend probleem.

Haast geboden
Het liefst werkt SchipholWatch samen met een of meerdere van de partijen die naar de rechter willen stappen, maar gezien de beroepstermijn van maximaal zes weken is haast geboden. We zetten dan ook alvast de voorbereidende stappen om op tijd bij de Raad van State aan de bel te trekken.

Overigens wordt op 4 juni aanstaande een uitspraak van de rechter verwacht over de natuurvergunning van Schiphol. Volgens dé deskundige van ons land, Johan Vollenbroek van Mobilisation for the Environment, is de kans groot dat die vergunning vernietigd zal worden en Schiphol weer terug bij af is. Volgens de wet mag een vliegveld niet zonder natuurvergunning actief zijn. MOB verwacht dat Schiphol recht heeft op slechts maximaal 273.000 vluchten.

Help ons te strijden voor uw belang en doneer om de rechtszaak mogelijk te maken!

Bron

Minister weigert actie op kankerverwekkende uitstoot Schiphol

vrouw met mondkapje(leestijd circa 3 minuten)

Recent beantwoordde minister Barry Madlener (I&W) vragen uit de Eerste Kamer over de uitstoot van zeer zorgwekkende (lees: kankerverwekkende) stoffen door Schiphol. Duidelijk is dat omwonenden nergens op hoeven te rekenen: vliegvelden mogen als enige industrie zoveel gifstoffen uitstoten als zij willen.

Daarmee heeft de vliegindustrie zijn zoveelste uitzonderingspositie te pakken. Terwijl de nieuwe Omgevingswet een verbetering voor iedereen zou moeten zijn, komen omwonenden er bekaaid vanaf. Een aanpak van het probleem wordt door Madlener vakkundig onder het tapijt geveegd.

Het is opnieuw een schrijnend voorbeeld van hoe de belangen van de vliegindustrie prevaleren boven volksgezondheid en milieu.

De discussie startte een aantal jaren geleden, toen oud-Kamerlid Lammert van Raan namens de Partij voor de Dieren vragen stelde over de gevaarlijke emissies van Schiphol. Toen was immers al duidelijk geworden uit de Emissieregistratie van het RIVM dat Schiphol industrienormen liefst duizenden keren overschreed.

Van Raan wilde graag dat ook Schiphol – net als alle andere industrieën in ons land – de emissies verplicht zou terugbrengen met de best mogelijke technologieën. Dat is een heldere, dwingende regel die voor vieze bedrijven geldt, maar niet voor vliegvelden.

Nauwelijks bepalingen
De uitstoot van vliegvelden valt namelijk niet onder de Omgevingswet, maar onder de Wet luchtvaart. En daarin is nauwelijks iets te ontdekken over uitstootnormen, laat staan dat er een minimalisatieplicht bestaat.

De minister komt nu met een zeldzame chicane in de interpretatie van de regels. Hij stelt als antwoord op de Kamervragen dat de minimalisatieplicht inderdaad is verwerkt in een specifieke zorgplicht onder artikel 2.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Goed nieuws, denkt de argeloze lezer dan.

Maar de duivel zit in de details, want vervolgens redeneert Madlener dat deze specifieke zorgplicht “uitsluitend geldt voor milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal”. En wat blijkt? Activiteiten die de leefomgeving rond een vliegveld het meest direct en significant beïnvloeden – landen, opstijgen en taxiën van vliegtuigen – zijn onder het Bal NIET aangemerkt als milieubelastende activiteiten. En dus gaat Schiphol vrijuit.

‘Staand beleid’
Madlener werpt vervolgens een rookgordijn op door te stellen dat deze activiteiten worden gereguleerd door de Wet luchtvaart en het Luchthavenverkeersbesluit Schiphol (LVB). Dat is “staand beleid” dat door de nieuwe Omgevingswet niet wordt veranderd. Het is ‘gedurfd’ van de minister om dit zo te stellen, want de Wet luchtvaart is primair gericht op de luchtverkeersleiding, de veiligheid en de geluidshinder. Er zijn nauwelijks concrete, dwingende regels opgenomen die vergelijkbaar zijn met de expliciete ZZS-minimalisatieplicht uit de Omgevingswet.

De minister verwijst expliciet naar “grenswaarden”, maar in de Wet luchtvaart worden slechts een klein aantal zeer zorgwekkende stoffen genormeerd. Veruit de meeste van de tientallen giftige stoffen die Schiphol uitstoot en die RIVM vastlegt in de Emissieregistratie, worden niet eens genoemd. Madlener schuift het probleem hiermee door naar wetgeving die aantoonbaar ontoereikend is voor de aanpak van ZZS.

Het enige waarop omwonenden kunnen terugvallen is daarom artikel 1.7 van de Omgevingswet, de algemene zorgplicht. Dat is een brede bepaling die zegt dat je de omgeving niet mag schaden. Het is een slap aftreksel van een concrete minimalisatieverplichting of grenswaarden voor álle zeer zorgwekkende stoffen. Het biedt nauwelijks houvast voor handhaving of rechtsbescherming. Onbegrijpelijk en onacceptabel.

Verwijzen naar onbruikbare studies
Barry Madlener (PVV) probeert vervolgens de zorgen te pareren door te verwijzen naar studies die zouden aantonen dat de bijdrage van de luchtvaart aan de lokale luchtkwaliteit “beperkt” is en dat de zzs-concentraties de grenzen niet zouden overschrijden. Maar juist deze rapporten werden onlangs finaal onderuit gehaald door een expertgroep die speciaal was ingesteld om een oordeel over dat “wetenschappelijk onderzoek” te geven.

Bovendien: ZZS zijn per definitie zeer zorgwekkend. Een minimale aanwezigheid kan al risico’s introduceren, zeker bij chronische blootstelling zoals rond vliegvelden. Het “beperkt zijn” buiten de directe omgeving zegt verder niets over de blootstelling van mensen die WEL dichtbij het vliegveld wonen of er zelfs werken.

Bovendien lieten de bekritiseerde studies zien dat ZZS met name vrijkomen tijdens het taxiën en aan de gate. Dat zijn precies die activiteiten die de minister uitzondert van de ZZS-regels in het Bal. Het is ronduit misleidend om met studies te zwaaien die het probleem bevestigen, terwijl tegelijkertijd de regelgeving voor hetzelfde probleem wordt uitgehold.

Onthutsend
De antwoorden van Madlener zijn onthutsend. Onder het mom van de nieuwe Omgevingswet worden luchtvaartactiviteiten die significant bijdragen aan de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen actief buiten het bereik van de specifieke ZZS-minimalisatieplicht geplaatst. De bescherming van omwonenden en medewerkers blijft hierdoor vaag en onvoldoende. Plus als uitsmijter dat het allemaal niet meevalt met het reduceren van de emissies, zodat Schiphol nog minstens tot 2030 de tijd krijgt om actie te ondernemen.

Het betekent opnieuw een achteruitgang in rechtsbescherming voor omwonenden. De minister creëert hier een regulatorisch vacuüm voor de meest schadelijke uitstoot van Schiphol. Opnieuw een illustratie dat de regering niet bereid is de vliegindustrie aan te pakken op zijn milieu- en gezondheidsimpact.

Bron

Ministerie doet niets met zienswijzen LVB, schuift aanpak naar de lange termijn

Duizenden burgers(leestijd circa 7 minuten)

Ook het nieuwste Luchthavenverkeersbesluit om de nepkrimp naar 478.000 vluchten vast te leggen werd voorafgegaan door een zogenaamde zienswijzenprocedure. Ruim 135 mensen en organisaties – waaronder SchipholWatch – gaven hun zienswijze, maar de minister doet er helemaal niets mee.

Dit blijkt uit het verslag van deze procedure dat het Ministerie van Infrastructuur (I&W) deze week publiceerde.

Het kabinet profileert zich graag als luisterend naar Henk en Ingrid en streeft officieel naar het herstel van de rechtspositie van omwonenden en het terugdringen van de geluidshinder, zoals ook bevolen door de rechter op 20 maart 2024 in de zaak van stichting RBV.

Maar de kritische burger krijgt al snel een onheilspellend gevoel bij deze zienswijzeprocedure en de technocratische reacties van I&W erop. Uit de antwoorden blijkt dat de overheid vooral naar zichzelf luistert en slechts oog heeft voor de belangen van de vliegindustrie. Daarmee is de procedure verworden tot een verplichte stop op weg naar een al genomen besluit. Van een oprechte weging van de zorgen van honderdduizenden direct getroffen burgers is geen sprake.

De aanleiding voor de ‘versnelde’ wijziging is het vastleggen van een maximum aantal vliegbewegingen van 478.000, waarvan 27.000 in de nacht. Dit zou per november van dit jaar moeten ingaan als onderdeel van het maatregelenpakket dat volgt uit de inmiddels beruchte balanced approach bij de Europese Commissie.

Niet op tijd
De reden voor de snelheid? Een algehele wijziging van het Luchthavenverkeersbesluit (LVB), die juist bedoeld is om de rechtsbescherming te herstellen en te versterken, is simpelweg niet op tijd klaar om de nieuwe grenzen mee te nemen in de capaciteitsdeclaratie van Schiphol later deze maand. In die declaratie legt het vliegveld de vluchten vast voor het komende seizoen.

Het is veelzeggend: niet de urgentie om omwonenden sneller te beschermen drijft dit proces, maar de deadline voor de capaciteitsdeclaratie van het vliegveld.

Uit de ruim 135 binnengekomen zienswijzen spreekt een diepgaande frustratie en vooral veel scepsis. Een centraal thema is de constatering dat belangen van omwonenden structureel ondergeschikt worden gemaakt aan die van de vliegindustrie. Het principe van fair balance, waar de rechtbank vorig jaar maart nota bene naar verwees, wordt onvoldoende nageleefd. De gezondheid, veiligheid en leefomgeving – fundamentele rechten – dienen veel zwaarder te wegen in de besluitvorming.

Geen echte verbetering
Het vaststellen van 478.000 vliegbewegingen wordt niet gezien als een substantiële verbetering van de leefkwaliteit. Sterker nog, meerdere mensen en organisaties noemen het een schijnreductie, omdat het werkelijke aantal nachtvluchten in de praktijk onder de vastgestelde limiet van 27.000 ligt.

Daarmee biedt de nieuwe nachtlimiet geen daadwerkelijke verbetering voor de nachtrust, met alle schadelijke gevolgen van dien zoals slaaptekort, stress en hart- en vaatziekten. Het druist in tegen internationale gezondheidsrichtlijnen zoals die van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO.

De voorgestelde verlaging is dan ook ondermaats en een gemiste kans, waarbij het economische belang van vliegmaatschappijen prevaleert boven de volksgezondheid. Een fatsoenlijke nachtrust is wel het minste dat omwonenden mogen verwachten na het vonnis van maart 2024.

Het ministerie reageert hierop door te stellen dat het maatregelenpakket uit de balanced approach wél maatregelen bevat die gericht zijn op de nacht, waaronder de ‘verlaging’ naar 27.000 en het weren van lawaaiige toestellen. Hiermee zouden de geluidsdoelen voor de nacht worden behaald. Maar, zo vertelt het ministerie ook, “een verdergaande reductie of volledige nachtsluiting zijn geen onderdeel van het pakket en de voorliggende LVB-wijziging”.

Beloofd wordt dat de resultaten van eerder onderzoek naar een nachtsluiting worden meegenomen in de afweging over de laatste 5 procent geluidsvermindering die later moet worden bereikt.

Doorschuiven naar onzekere toekomst
Het voelt voor omwonenden als een verschuiving van het probleem naar een later – en nog onzeker – tijdstip en bevestigt het beeld dat hun meest urgente wens (een ongestoorde nachtrust) niet wordt gehonoreerd, vooral vanwege de “behoorlijke tot grote consequenties” voor de vliegindustrie.

Mensen vinden het aantal van 478.000 vliegbewegingen sowieso veel te hoog. Het ligt op het niveau van het huidige aantal vluchten en biedt daarmee geen enkele werkelijke verbetering. Bovendien worden bij deze aantallen de grenswaarden voor geluid in bijvoorbeeld Uithoorn en Amstelveen structureel overschreden. Ook het veelvuldig gebruik van de Aalsmeerbaan vloeit louter voort uit de overmaat aan vliegverkeer.

De reactie van het ministerie hierop is weer puur technocratisch en houdt geen enkele rekening met de omwonenden. Volgens de ambtenaren zijn de handhavingspunten sinds 2010 niet meer geactualiseerd en dus zijn deze verouderd. Het vergelijken van de huidige praktijk met die verouderde grenswaarden zou “niet realistisch” zijn. Hieruit blijkt wel dat met de klachten van omwonenden die de hinder in de praktijk ervaren, niks wordt gedaan. Bovendien: een structurele oplossing voor het overmatige gebruik van secundaire banen ontbreekt in het besluit; het ministerie zegt hierover “momenteel in overleg” te zijn.

Gedogen blijft
Een ander heikel punt voor de indieners van een zienswijze is de gebrekkige juridische onderbouwing en het gebrek aan rechtsbescherming in de versnelde wijziging. Zij wijzen expliciet op het ontbreken van de individuele bescherming en de rechtsongelijkheid die dit creëert.

De huidige ‘gedoogsituatie’ rond Schiphol, waarbij jarenlang de handhaving is opgeschort, moet zo snel mogelijk worden beëindigd. Volgens de rechtbank in Den Haag had dat moeten gebeuren vóór 20 maart van dit jaar. Maar met deze versnelde wijziging komt de overheid het vonnis niet na. De gedoogsituatie laat zij de facto ongemoeid.

Veel indieners zien dat het vastleggen van de 478.000 vluchten neerkomt op het legaliseren van een “illegaal gegroeid aantal vluchten” en een “status quo-beleid” is, vooral gericht op het repareren van juridische kwetsbaarheden in plaats van het realiseren van echte hinderreductie.

Het ministerie stelt hier dat de versnelde wijziging juist is bedoeld om “zo snel mogelijk een afname van de hinder te bewerkstelligen” en dat de algehele wijziging van het LVB – die meer tijd kost – nodig is om de gedoogsituatie te beëindigen en de rechtsbescherming te herstellen en versterken. Daarmee hoopt het kabinet invulling te geven aan twee bevelen uit het RBV-vonnis.

Vertragingstactiek
De indieners zien dit echter als een vertragingstactiek; de juridische duidelijkheid en herstelde balans worden pas in de toekomstige algehele wijziging beloofd, terwijl de huidige actie de kernproblemen niet oplost en zelfs legaliseert. Dat ondermijnt opnieuw het vertrouwen in de overheid. Het ministerie ontkent overigens dat er sprake is van legalisatie van een illegale situatie. Anticiperend handhaven was volgens minister Barry Madlener een rechtmatig overheidsbesluit. Dat is ronduit quatsch, want gedogen is alleen toegestaan als er zicht is op een legale situatie. En die is er na al die jaren nog steeds niet.

De keuze voor het referentiepunt van 500.000 vluchten (dat nooit formeel is vastgelegd in een rechtsgeldig besluit) wordt door de indieners fel bekritiseerd als onrechtvaardig en misleidend. De Commissie voor de milieueffectrapportage adviseerde nota bene om het LVB van 2008 als referentiesituatie te nemen, waarbij het maximaal toelaatbare aantal vluchten tussen de 400.000 en 420.000 ligt. De ‘krimp’ naar 478.000 is dan ook een wassen neus.

Het ministerie verdedigt de 500.000 als referentie omdat dit het uitgangspunt was bij het anticiperend handhaven en in de ontwerpwijziging van het LVB is opgenomen. Wederom een technocratisch argument dat volledig voorbijgaat aan het fundamentele bezwaar dat het uitgangspunt zelf juridisch wankel is en niet als legitieme basis voor ‘krimp’ kan dienen.

Geen harde doelstellingen
De balanced approach zelf vinden de indieners onvoldoende en beperkt. Het richt zich vooral op geluid en laat cruciale milieu- en gezondheidseffecten zoals luchtkwaliteit, stikstof en CO2 buiten beschouwing. De gekozen geluidsindicatoren (Lden en Lnacht) en de normen zijn niet in lijn met de gezondheidsadviezen van de WHO. Mensen benadrukken dat de luchtvaart een substantiële bijdrage levert aan de uitstoot van broeikasgassen en bekritiseren het ontbreken van harde reductiedoelen in het besluit. Andere sectoren krijgen immers wel harde doelstellingen opgelegd. De uitzondering voor de luchtvaart ondermijnt het vertrouwen in het klimaatbeleid.

Het ministerie erkent dat de balanced approach op geluid gericht is, maar stelt dat de maatregelen, waaronder de ‘reductie’ van het aantal vliegbewegingen, ook zorgen voor een afname van emissies. Dat is voor wat betreft stikstof nog maar de vraag, omdat moderne straalmotoren juist veel meer stikstofoxiden uitstoten van de overjarige exemplaren.

Wat betreft het klimaat verwijst het ministerie naar de Luchtvaartnota en het regeerprogramma, die zouden sturen op milieunormen en het voorgenomen CO2-plafond. Verdere uitwerking hiervan, inclusief studies naar juridische en economische gevolgen, is in gang gezet. Een kabinetsstandpunt hierover wordt echter pas later verwacht.

Ook hier weer het totale gebrek aan concrete actie in dit besluit en het schuiven van de aanpak van cruciale milieuproblemen naar de lange baan.

Geen afweging belangen
Indieners wijzen het ministerie erop dat een milieueffectrapportage (MER) noodzakelijk is voor een besluit met zulke ingrijpende gevolgen. Het ministerie omzeilt dit door te stellen dat voor de versnelde LVB-wijziging geen MER nodig is omdat de grenswaarden voor het geluid niet zijn aangepast. Zo’n MER wordt wel opgesteld voor de algehele LVB-wijziging. Het is opnieuw een feit dat hiermee fundamentele milieu- en gezondheidsafwegingen niet plaatsvinden in de huidige versnelde procedure.

De zienswijzeprocedure zelf wordt ervaren als ‘voortijdig’ en ‘gebrekkig’. Het feit dat de procedure al startte terwijl onderhandelingen met de Europese Commissie nog liepen en lopende rechtszaken over onder meer de natuurvergunning nog uitspraken moeten opleveren, wordt als verbazingwekkend gezien. Dit creëert immers het risico dat het besluit achteraf moet worden aangepast en leidt tot onnodige kosten en onzekerheid voor alle betrokken partijen. Het ministerie verdedigt deze keuze slechts met de timing voor de capaciteitsdeclaratie van Schiphol, een argument dat de focus op de belangen van de vliegindustrie benadrukt.

Achterhaalde rekenmodellen
Een opvallend punt van kritiek is het gebruik van rekenmodellen die de werkelijke hinder onderschatten en geen zicht geven op de piekhinder, een cruciale factor voor de ervaren overlast en gezondheidseffecten. De GGD-gezondheidsmonitor toont juist aan dat die geluidspieken van grote invloed zijn op de gezondheid van mensen. Maar het ministerie gaat pas bij de ontwikkeling van een nieuw stelsel kijken naar deze belangrijke hinderindicatoren. Wederom een belofte voor de (verre) toekomst zonder resultaten waaraan omwonenden direct iets hebben.

De uitsluiting van hindergebieden buiten de huidige geluidscontouren is oneerlijk, zo betoogden een aantal indieners. Gebieden zoals Castricum/Heiloo ervaren al jaren ernstige hinder die nooit officieel is meegeteld. Zo ook niet in het versnelde LVB; omwonenden in die gebieden dienen te wachten op de algehele wijziging met onbekende datum.

Ten slotte is er veel kritiek op het gebrek aan echte participatie en transparantie. Het ministerie stelt regelmatig contact te hebben met belanghebbenden en te leren van de zienswijzen. Maar omwonenden ervaren een ongelijk speelveld waarbij de vliegindustrie via intensieve lobbycontacten zijn wil oplegt aan het kabinet. Voor burgers resteren slechts formele, zeer beperkte inspraakronden.

De manier waarop eerdere zienswijzen zijn behandeld, met onvoldoende inhoudelijke reactie en onvoldoende actie, roept vragen op over de zorgvuldigheid en transparantie. Het ministerie stelt hierover dat het streeft naar inhoudelijke reacties.

Maar een analyse van het hoofdlijnenverslag toont aan dat de fundamentele kritiek en zorgen van omwonenden – over basisaantallen, de snelheid, de gebrekkige bescherming, de eenzijdige focus op de economie, het negeren van milieu en gezondheid en de ontoereikende procedure – met generieke antwoorden wordt gepareerd. Verwezen wordt naar toekomstige processen (de algehele LVB-wijziging, het nieuwe geluidsstelsel, toekomstige klimaatstudies). Zorgen worden technisch weerlegd zonder het gevoel van onrechtvaardigheid te adresseren.

Problemen niet aangepakt
Concluderend moet worden vastgesteld dat deze zienswijzeprocedure opnieuw bevestigt dat de overheid de structurele problemen van Schiphol niet bij de wortel aanpakt. De focus op het snel vastleggen van de 478.000 vliegbewegingen, primair gedreven door de capaciteitsplanning van de vliegindustrie, is niets anders dan het legaliseren van een onhoudbare situatie binnen een gebrekkig juridisch kader.

Belangrijke zorgen over gezondheid, milieu, klimaat en de rechtsbescherming worden niet adequaat beantwoord in deze stap, maar opnieuw doorgeschoven naar een onzekere toekomst. De inspraakprocedure, hoe formeel correct ook, is slechts een middel om een besluit te legitimeren dan om het wezenlijk te beïnvloeden.

Voor omwonenden van Schiphol betekent deze versnelde wijziging dan ook vooral: meer van hetzelfde, juridisch vastgelegd en geen echte verbetering op korte termijn. Het herstel van het vertrouwen en het realiseren van een evenwicht tussen luchtvaartbelangen en leefbaarheid blijft een verre belofte.

Bron

Groeiplannen ASML openen opnieuw discussie over toekomst vliegveld

situatie Eindhoven(leestijd circa 2 minuten)

De nieuwste groeiplannen van chipmachinefabrikant ASML doen in de Eindhovense regio opnieuw de discussie oplaaien over de toekomst van Eindhoven Airport. Volgens architect Gijs Kaper kan er op het luchthaventerrein woonruimte voor meer dan 100.000 mensen worden gecreëerd.

Vandaag meldde het Eindhoven Dagblad dat ASML binnen drie jaar een ‘on-Nederlands grote campus’ wil bouwen voor 20.000 extra medewerkers. Het plan werd vandaag gepresenteerd door een trotse wethouder Stijn Steenbakkers. Het gaat om een gebied ter grootte van 357.000 vierkante meter, omgerekend zo’n 50 voetbalvelden.

De uitbreiding is onderdeel van Operatie Beethoven, waarvoor het kabinet vorig jaar al 1,7 miljard euro vrijmaakte. Maar nog niet alle hordes zijn genomen, zo blijkt uit de presentatie. Er is nog geen oplossing voor het stroomtekort en evenmin voor het stikstofprobleem.

Nieuwe wijk op terrein vliegveld
Volgens de Eindhovense architect Kaper hoeft dat geen onoverkomelijke zaak te zijn als Eindhoven Airport wordt gesloten en het terrein wordt gebruikt om de nieuwe wijk Welschap te bouwen. Woningen voor de 20.000 nieuwe medewerkers komen zo op loopafstand van het nieuwe bedrijfsterrein te liggen. Bovendien zorgt het opdoeken van het vliegveld voor voldoende stikstofruimte.

De uiterst gevoelige cleanrooms van ASML hebben dan niet langer last van de trillingen veroorzaakt door het vliegverkeer, zo vertelt Kaper op het sociale medium BlueSky.

Volgens hem kan op de 639 hectare van Eindhoven Airport woonruimte ontstaan voor maximaal 134.000 mensen. “Dat levert het Rijk alleen al 3,4 miljard euro op aan bouw-btw.”

ASML verdient meer op die grond
Het nieuwe bedrijfsterrein ligt recht onder de aanvliegroute naar het vliegveld. ASML weet – zowel absoluut als per hectare – vele malen meer geld te verdienen dan de vliegindustrie met zijn smalle marges. “Dus wie moet er wijken als het niet te combineren is”, vraagt Kaper zich af.

Op 12 mei aanstaande mengt ook het Architectuurcentrum Eindhoven zich in de discussie. Dan organiseert het een discussie waarin de vraag centraal staat of Eindhoven kan groeien zonder vliegveld.

Een van de gasten is Thom Aussems die onderzoek deed naar de betekenis van Eindhoven Airport. Hij beschouwde niet alleen de ruimtelijke aspecten, maar onderzocht ook economische, sociale en verkeerskundige effecten. De uitkomst van zijn studie is behoorlijk negatief.

Bijdrage vliegveld marginaal
“Het bedrijfsresultaat van het vliegveld is slechts zo’n 20 miljoen euro, waarvan driekwart uit parkeren, retail en horeca. Dit gaat gepaard met veel overlast van geluid, luchtverontreiniging en verkeersdrukte. Bovendien kan er in een gebied van zo’n honderd vierkante kilometer geen nieuwbouw worden opgestart als gevolg van de geluidszone.”

Aussems komt tot dezelfde conclusie als Kaper. Ook hij berekende dat er woonruimte kan ontstaan voor 100 duizend mensen als het vliegveld wordt gesloten.

Eerder liet de Rotterdamse bewonersvereniging BTV door een stedebouwkundig architectenbureau en een tweetal economen een alternatief plan voor Rotterdam Airport doorrekenen. Ook toen bleek al dat het sluiten van het vliegveld voor de regio veel gunstiger is dan doorgaan met het kwakkelende vliegveld. Ombouwen tot een nieuwe stadswijk zou behalve miljarden euro’s aan extra inkomsten leiden tot een forse verbetering van de leefomgeving in heel Rotterdam en de omliggende regio.

Bron

Forse kritiek op negeren risico’s MAA door gedeputeerde Satijn

747 jumbojet(leestijd circa 4 minuten)

Provinciale Staten in Limburg doen er goed aan de ogen en oren goed de kost te geven wanneer op 16 mei de voortgangsrapportage van het project vliegveld Beek wordt behandeld. Hoe lang laten zij zich nog voor de gek houden door een op hol geslagen directie van MAA en een überoptimistische gedeputeerde?

Begin april presenteerde gedeputeerde Stephan Satijn een document waarin de voortgang werd toegelicht. Maar op dat stuk is de nodige kritiek uit de samenleving. Volgens de verenigde bewoners in de Alliantie pleinAIR Maastricht barst het stuk van de luchtfietserij. De conclusie is glashelder: het business plan uit 2022 is volstrekt onhaalbaar en staat mijlenver af van de werkelijkheid.

Volgens de alliantie onderschat het Limburgse bestuur de risico’s stelselmatig. Zij hebben ernstige twijfels over de informatie die aan Provinciale Staten wordt gepresenteerd.

Desastreuze vervoerscijfers
Een van de meest in het oog springende punten van kritiek betreft de vervoerscijfers. De resultaten blijven sterk achter bij de verwachtingen uit het business plan. Zo bedraagt het aantal passagiers slechts 55 procent van wat werd voorzien en de luchtvracht blijft zelfs steken op zo’n 20 procent van de doelstelling.

Anders gezegd: in 2024 was de realisatie bij passagiers ongeveer 45 procent lager dan verwacht en bij vracht liefst 80 procent lager.

De vergelijking met andere Nederlandse luchthavens is pijnlijk duidelijk. Terwijl passagiers- en vrachtcijfers bij luchthavens als Eindhoven, Rotterdam en Schiphol alweer dichtij of boven het niveau van 2019 – het laatste jaar voor de coronapandemie – lagen, bleef het verschil bij MAA enorm: min 49 procent bij passagiers en min 74 procent bij vracht.

Weer gesjoemel met getallen
Wat de alliantie extra stoort, is de manier waarop de cijfers in de voortgangsrapportage worden gepresenteerd. Er wordt een andere definitie gebruikt voor de aantallen in 2024 dan in voorgaande jaren, zonder dit duidelijk aan te geven. Dit wekt de indruk van aanzienlijke groei bij passagiers en een toename bij vracht, terwijl er in werkelijkheid nauwelijks groei was bij passagiers en zelfs een daling van bij een tiende bij vracht, zo bevestigen cijfers van statistiekbureau CBS.

Vooral bij de luchtvracht wordt de presentatie verwarrend. Volgens de CBS-cijfers was het totale goederenvervoer 29.448 ton in 2024, waarvan 22.008 ton gelost en 7.440 ton geladen. MAA rapporteert echter 38.132 ton, een verschil van bijna 8.700 ton. Dit verschil ontstaat door een nieuwe definitie van ‘gevlogen vracht’ per 2024, waarbij vracht die over de weg wordt aangevoerd en per vliegtuig vertrekt, of die landt en per truck naar een andere luchthaven gaat, nu wordt meegerekend als gevlogen vracht. De alliantie wijst zelf op dubbeltelling bij deze definitie.

Belangrijke conclusies over het achterblijven van de volumes ten opzichte van het business plan ontbreken in het hoofddeel van de rapportage. Een belangrijke grafiek die dit duidelijk illustreert is diep verstopt in een ander deel van het verslag.

Risico’s bagatelliseren
Ook de aanzienlijke risico’s die Limburg loopt worden veel te klein voorgesteld in de rapportage voor de Statenleden. Steeds worden die als (zeer) onwaarschijnlijk betiteld, terwijl de alliantie met argumenten onderbouwt dat deze juist (zeer) waarschijnlijk zijn.

Zo wordt het risico weggewuifd dat de voorwaarden die de provincie heeft gesteld niet worden behaald. Het business plan gaat uit van een enorme groei van het elektrisch vliegen van 0 passagiers in 2022 naar ruim 640.000 in 2040. Maar het Planbureau voor de Leefomgeving verwacht geen grootschalig commercieel elektrisch vliegen vóór 2050. Dat blijkt ook uit de aanvraag van een nieuw Luchthavenbesluit van MAA zelf, waarin geen ruimte is aangevraagd voor e-vliegen. Inmiddels heeft de directeur van MAA erkend dat de prognoses “met de huidige kennis niet meer zo opgesteld zouden moeten worden”.

Een volgend risico is dat de doelen van het business plan niet worden gehaald en dat het vliegveld daarom moet worden gesloten. Het provinciebestuur acht dit zeer onwaarschijnlijk, maar de alliantie duidt erop dat de doelen voor 2030 niets met de werkelijke situatie te maken hebben. MAA schreef rekent voor dat jaar op 204.000 ton vracht, ruim 640.000 fossiele passagiers en bijna 70.000 elektrische passagiers. “Volstrekt onhaalbaar”, noemt de alliantie dit.

Niet in lijn met natuurvergunning
“De aanvraag voor de natuurvergunning limiteert vracht tot 170.000 ton en fossiele passagiers tot 470.000, terwijl e-vliegen niet eens is aangevraagd.” Alleen al die grenzen maken de prognoses onhaalbaar.

Los daarvan loopt de marktontwikkeling achter op de verwachtingen, zoals ook in de rapportage wordt erkend. Om de doelen voor 2030 te behalen, zou het gebruik van de volledige baanlengte noodzakelijk zijn volgens MAA, maar dan zouden de veiligheidsmarges buiten het eigen terrein van het vliegveld komen te liggen. Dat is in strijd met internationale regels. Om dit te voorkomen heeft de alliantie inmiddels een handhavingsverzoek ingediend.

Gedeputeerde Satijn acht vertraging of mislukken van vergunningstrajecten zeer onwaarschijnlijk. Maar in de rapportage staat dat delen van de beoordeling van de milieueffectrapportage opnieuw uitgewerkt moeten worden, met name qua natuur en stikstof. Dat alleen al leidt tot aanzienlijke vertragingen, terwijl het nog maar de vraag is of MAA een definitieve natuurvergunning krijgt. Zeker nu intern salderen lastiger is geworden vanwege recente vonnissen van de rechter.

Creatief boekhouden
Weer een risico is dat de financiële situatie van het vliegveld verder verslechtert, dat er kapitaalverlies optreedt en dat er extra middelen nodig zijn. Ook dit acht Satijn onwaarschijnlijk, maar in 2023 leed MAA een verlies van 6,8 miljoen euro. Eenzelfde verlies wordt verwacht over 2024 en 2025 zal niet veel beter zijn. Daardoor worden acute kasproblemen verwacht. De teruglopende vervoerscijfers zijn wat dat betreft desastreus.

Tot slot acht het provinciebestuur het risico dat rente en aflossingen op leningen niet op tijd of niet geheel worden terugbetaald klein. Gezien het verwachte financiële resultaat mag zo’n conclusie helemaal niet worden getrokken, aldus de samenwerkende burgergroepen.

Het is opvallend en verontrustend dat – ondanks het verwachte forse verlies over 2024 en het gebrek aan stijgende volumes – er in de voortgangsrapportage geen enkele toelichting wordt gegeven over het verwachte resultaat of de financiële gevolgen voor de provincie.

Gebrek aan transparantie
Meer in het algemeen hekelt de alliantie het gebrek aan transparantie en informatievoorziening door Satijn. Zo werd informatie over de volumes op de MAA-website pas aangepast aan de realiteit na aandringen van de alliantie en ontbreken nog steeds de actuele volumes. Ook wordt geen informatie gegeven over de relatie tussen de verkeersintensiteit en het aantal hindermeldingen. Die daalden evenredig met het aantal vliegtuigen, maar dit wordt niet beschreven. De bewoners vragen zich af wat het vliegveld hiermee wil verhullen.

Al met al trekt pleinAIR een harde conclusie: het business plan uit 2022 is volstrekt onhaalbaar en heeft geen enkele relatie meer met de werkelijkheid. Desondanks wordt aan de Statenleden verteld dat er “geen aanleiding is om het plan bij te stellen”.

De analyse laat weinig heel van de positieve voorstelling in de voortgangsrapportage van Satijn. Het beeld dat ontstaat is dat van een vliegveld dat worstelt met zijn basisactiviteiten, ambitieuze maar onrealistische toekomstplannen nastreeft (zoals e-vliegen), cruciale risico’s negeert en hierover niet transparant communiceert. Provinciale Staten doen er goed aan die realiteit onder ogen te zien. En ernaar te handelen.

Bron

Fingers crossed: 4 juni wordt een grote dag

kippen(leestijd circa 2 minuten)

4 Juni aanstaande is een grote dag. De rechtbank in Den Haag wijst dan vonnis in de zaak over de natuurvergunning van Schiphol. Met een beetje mazzel valt dat niet goed uit voor het vliegveld, want rechters zijn doorgaan streng in het stikstofdossier. Wat kan er gebeuren?

In het beste geval zal de rechtbank de natuurvergunning van Schiphol vernietigen. Deze is immers aangevraagd op basis van niet-bestaande rechten. Hoewel Schiphol vindt dat de 500.000 vluchten uit 2019 maatgevend zijn en vergund, blijkt dit niet het geval te zijn.

De laatste wet die de ruimte voor Schiphol vastlegde is het Luchthavenverkeersbesluit (LVB) uit 2008. Daarin staan echter grenswaarden voor de geluidsbelasting die hooguit 420.000 vluchten toestaan. Dat LVB is bovendien niet helemaal netjes volgens de wet- en regelgeving opgesteld, dus kunnen daar strikt genomen geen rechten aan worden ontleend.

Uitgaande van deze valse veronderstelling kocht Schiphol inmiddels een stuk of zes boerderijen op om stikstofruimte te scoren. Maar als de rechter meegaat in het betoog dat de juiste beginsituatie die van het LVB uit 2008 is, dan zal het vliegveld nog vele tientallen boerderijen extra moeten opkopen. Bovendien is het nog maar de vraag of de uitwisseling van boerenstikstof en vliegtuigenstikstof nog geaccepteerd is tegenwoordig.

420.000 nog teveel
Maar MOB denkt dat – vanwege het gesjoemel bij de totstandkoming van het huidige LVB – ook die 420.000 vluchten niet de referentiesituatie vormen. Voor een echt hard besluit dat geheel volgens alle wet- en regelgeving is genomen, moet worden teruggekeerd naar halverwege jaren ’90 van de vorige eeuw.

Toen kreeg Schiphol de ruimte voor zo’n 273.000 vluchten per jaar. En dat is het aantal waar MOB zich op richt. Het zou betekenen dat Schiphol zo ongeveer moet halveren – en dat zonder balanced approach, want die geldt slechts voor krimp wegens geluidsoverlast.

Voor stikstof geldt die approach duidelijk niet. De Europese regels voor de stikstofvervuiling in ons land zijn streng. Als dit de nieuwe limiet wordt, dan kan Schiphol twee kanten op: krimpen of heel veel boerderijen opkopen. Als in honderden. Maar het is allerminst duidelijk of de stikstofruimte van die boerenbedrijven überhaupt mag worden ingezet om de massale uitstoot van vliegtuigen te compenseren. Bovendien zijn er niet zoveel boeren beschikbaar in de regio die Schiphol bevuilt.

Eerdere vonnissen in de zaak die Greenpeace aanspande tegen de Staat wegens het niet optreden tegen het stikstofoverschot, maken de puzzel voor Schiphol in ieder geval niet makkelijker.

Gesjoemel
Zoals altijd het geval in het dossier luchtvaart, wordt ook hier weer volop gesjoemeld met getallen en feiten. Zo kocht het vliegveld minstens één boerenbedrijf op dat allang niet meer actief was, maar nog wel beschikte over stikstofruimte. Via deze stap is er dus extra uitstoot gecreëerd in plaats van minder, zoals de bedoeling is. Immers wordt de niet-gebruikte ruimte nu ingezet om de emissies van vliegtuigen te compenseren.

Begin juni zal blijken of de rechter Schiphol op gelijke voet behandelt als de boeren. Waar boeren vanaf nu min of meer vogelvrij zijn, krijgt de vliegindustrie vaak het voordeel van de twijfel.

Maar in dit geval is dat eigenlijk not done. Omdat minister Wiersma de facto niets doet aan de totale stikstofdepositie in ons land, kan Schiphol zich daar niet meer op beroepen. Het argument van Schiphol dat de regering druk bezig was de stikstofuitstoot terug te brengen, snijdt daarom geen hout meer.

4 Juni wordt een belangrijke dag voor omwonenden van Schiphol. Als de rechter in lijn oordeelt met eerdere vonnissen zou het wel eens een heuse feestdag kunnen worden.

Bron

Expertgroep maakt gehakt van reeks rapporten over giftige uitstoot vliegverkeer

verkeersvliegtuig(leestijd circa 5 minuten)

Er woedt al jarenlang een heftige discussie over de giftige uitstoot van vliegtuigen boven woonwijken. Daarom liet het Ministerie van Infrastructuur een reeks onderzoeken uitvoeren die duidelijkheid moesten geven. Het resultaat: een stapel rapporten waaruit geen enkele conclusie valt te trekken.

Dit zegt een expertgroep die door hetzelfde ministerie werd ingesteld om de rapporten te beoordelen. In die groep zaten experts van de TU Delft, het RIVM, LBP|Sight, plus prof. dr Fulco van der Veen van de Maatschappelijke Raad Schiphol.

Jaren geleden stelde toenmalig Tweede Kamerlid Lammert van Raan vragen aan de opeenvolgende ministers over de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen. Waar industriële bedrijven de emissies verplicht moeten minimaliseren, geldt dat niet voor de luchtvaart. Speciaal voor deze sector is (weer) een uitzondering opgelegd.

Toen echter bleek dat Schiphol de normen duizenden keren overschrijdt en bovendien geen aanstalten maakt deze te reduceren, werden de onderzoeken aangekondigd.

Gifstoffen niet meegenomen
Nu die onderzoeken zijn afgerond bestaat er grote twijfel over de uitkomsten. Die worden vertekend door niet-onderbouwde aannamen en overgenomen conclusies, terwijl een belangrijk deel van de giftige stoffen niet is meegenomen.

De resultaten zouden gebruikt gaan worden om beleid op te stellen om de emissies terug te brengen met als doel gezondheidswinst. Wie nu denkt dat de overheid hiermee eindelijk zijn verantwoordelijkheid neemt en de volle omvang van het probleem in kaart heeft gebracht, komt bedrogen uit.

De expertgroep velt een vernietigend oordeel over de onderzoeken. De studies blijken fundamenteel gebrekkig, onvolledig en wetenschappelijk onvoldoende onderbouwd, zo vertellen de experts.

Mokerslag
De schokkende conclusie: op basis van deze rapporten kan geen uitspraak worden gedaan over de risico’s van luchtvaartemissies voor de volksgezondheid. Niets minder dan een mokerslag voor omwonenden die rekenden op eerlijke cijfers en passende maatregelen.

De zes beoordeelde rapporten behandelen vier thema’s, waaronder de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen (zzs) en de bijdrage van luchtvaart aan de lokale luchtkwaliteit. De opdracht was duidelijk: beoordeel de juistheid, samenhang, volledigheid en of de resultaten voldoende inzicht geven in de risico’s voor de volksgezondheid. Het antwoord op die laatste en cruciale vraag is een volmondig nee.

Geen samenhang
Het eerste en misschien wel meest schrijnende punt van kritiek is het volstrekte gebrek aan een overkoepelende onderzoeksvraag en samenhang tussen de verschillende studies. De rapporten zijn als los zand, deels voortbouwend op elkaars keuzes, echter zonder kritische beoordeling van die keuzes.

De ‘Notititie Emissieberekening ZZS Luchthavens’ van TNO – een verkennend onderzoek dat door de expertgroep als te beperkt wordt bestempeld – vormt de zwakke basis voor al het vervolgonderzoek. Het is onbegrijpelijk hoe de overheid denkt hiermee de complexe relatie tussen luchtvaartemissies en gezondheid te ontrafelen. Zonder duidelijke vraag en coördinatie vooraf, leveren de studies slechts antwoorden op deelvragen die niet vertaalbaar zijn naar gezondheidseffecten.

De expertgroep mist een systematische literatuurstudie die de basis had moeten vormen voor de onderzoeksopzet. Het lijkt er op dat men blind te werk is gegaan, zonder ook maar te kijken naar bestaande kennis. Het roept ernstige vragen op over de intenties achter de onderzoeken. Was het doel écht inzicht krijgen, of vooral de indruk wekken dat er iets gedaan wordt, terwijl cruciale feiten buiten beeld blijven?

Verbijsterd
Het wordt nog erger. De selectie van welke vervuilende stoffen en welke bronnen zijn meegenomen in de onderzoeken is volstrekt onvoldoende en willekeurig. De expertgroep is niets minder dan verbijsterd over wat er allemaal is weggelaten.

Zo zijn bijvoorbeeld ultrafijnstof (ufp) en niet-vluchtige polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs) helemaal buiten beschouwing gelaten. Stoffen waarvan de Gezondheidsraad zelf heeft vastgesteld dat ze een belangrijke relatie hebben met ernstige ziekten zoals kanker. Waarom zijn deze, voor omwonenden zo relevante, gevaarlijke stoffen genegeerd?

Ook andere potentieel schadelijke stoffen zoals de-icing componenten, biociden in brandstoffen, dioxines en zware metalen zijn zonder enige toelichting buiten beschouwing gelaten. De onderzoeken naar zzs beperken zich tot een magere selectie van acht vluchtige stoffen, gebaseerd op de beperkte Emissieregistratie. PAKs, lood en nikkel komen zo niet eens in beeld. Dat is onbegrijpelijk als de impact op de gezondheid moet worden beoordeeld.

De studies richten zich vrijwel uitsluitend op de emissies uit straalmotoren, maar een luchthaven is een complex ecosysteem van vervuiling, zo blijkt ook al uit de grootschalige PFAS-vervuiling als gevolg van (onder meer) brandweerschuim. Buiten beeld blijven bijvoorbeeld de emissies van ondersteunende apparatuur op de grond waaronder de beruchte ground power units. Evenmin komen de activiteiten rond de platforms in beeld, zoals de brandstofopslag en het tanken.

Ook buiten zicht blijven helicopters en kleinere vliegtuigen met zuigermotoren die andere brandstof gebruiken en daarom andere emissies veroorzaken (lood). Zelfs de verkeersaantrekkende werking – al het wegverkeer dat specifiek door het vliegveld wordt veroorzaakt – is genegeerd.

Helft bronnen genegeerd
Het is al met al een lachertje. Er is geen volledig beeld te krijgen van de lokale luchtkwaliteit rondom een luchthaven als de helft van de vervuilende bronnen wordt genegeerd. De rapporten leggen deze beperkingen niet eens uit, laat staan dat ze onderbouwen wat het effect van deze weglatingen is op de conclusies.

De expertgroep deelt ook harde klappen uit over de wetenschappelijke kwaliteit van de onderzoeken zelf. De keuzes voor aannames, methoden en modellen worden als pragmatisch en op onderdelen aanvechtbaar genoemd. Een wetenschappelijke verantwoording, analyse van de sterke en zwakke punten en gevoeligheidsanalyses ontbreken volledig.

Zo wordt het rekenmodel dat is gebruikt om emissies te vertalen naar concentraties in de omgeving beschreven als één grote black box. Het rapport wekt de suggestie dat dit model door het ministerie is goedgekeurd voor luchtvaart, wat uitdrukkelijk niet het geval is. Het gebrek aan transparantie en goedkeuring is alarmerend.

Volop tegenstrijdigheden
Ook het combineren van modellen voor weg- en vliegverkeer en verschillende databronnen gebeurt zonder enige gevoeligheidsanalyse. De expertgroep ziet zelfs tegenstrijdigheden, zoals het moment van hoogste emissies (start versus taxiën) tussen de studies van Adecs en TNO. Dit toont de interne inconsistentie duidelijk aan. Zelfs werd een verouderd en gemankeerd rekenmodel gebruikt, terwijl een nieuwere en betere versie beschikbaar was.

Misschien wel het ernstigste punt van kritiek is het volledige gebrek aan een onzekerheidsanalyse. Elke stap in een berekening kent onzekerheden. Maar de onderzoeken geven geen enkel gevoel voor waar de grootste onzekerheden zitten en welke factoren het belangrijkst zijn voor de uitkomsten. Zoiets is elementair voor wetenschappelijk onderzoek, zeker als het gaat over de gezondheid van honderdduizenden mensen. Zonder inzicht in de onzekerheid zeggen de gepresenteerde waarden niets.

De onderzoeken maken vervolgens nauwelijks gebruik van beschikbare inzichten uit metingen of literatuur. Het zou helpen om de orde van grootte van de berekende getallen te controleren en te zien of de studies überhaupt iets nieuws toevoegen.

Verouderde gegevens
Bovendien zijn de spaarzame pogingen tot vergelijking zeer discutabel. De vergelijking voor benzeen met achtergrondconcentraties is gebaseerd op sterk verouderde data (2005, geschaald naar 2009). Dit kan ertoe leiden dat de relatieve bijdrage van Schiphol enorm wordt onderschat. Bovendien is in de ‘achtergrondconcentraties’ de bijdrage van de luchtvaart zelf al opgenomen. Die wordt nu ten onrechte toegeschreven aan ‘de omgeving’. Het maakt uitspraken over de bijdrage van luchtvaart allemaal zeer onzeker.

In de onderzoeken wordt gekozen voor grenswaarden op basis van het Maximaal Toelaatbare Risiconiveau (MTR). Maar hoe verhouden deze grenzen van gevaarlijke concentraties zich tot het voorzorgsprincipe. Voor schone lucht gelden hele andere niveaus.

Risico’s bagatelliseren
De expertgroep vraagt zich af waarom een luchthaven niet wordt gezien als een milieubelastende activiteit onder de Omgevingswet met bijbehorende minimalisatieverplichtingen, zoals dat voor bedrijven wél geldt. Het geeft de indruk dat men vooral de risico’s wil bagatelliseren door te toetsen aan ongeschikte of onvoldoende onderbouwde normen.

Ondanks al deze beperkingen suggereerde minister Barry Madlener op basis van juist deze onderzoeken in een brief aan de Tweede Kamer dat het wel meeviel met de uitstoot van de vliegindustrie. Maar die conclusie kan helemaal niet getrokken worden uit deze zes rapporten.

De groep experts geeft de minister nu het dringende advies om het over een hele andere boeg te gooien. De relatie tussen luchtvaart, luchtkwaliteit en gezondheid is complex en onduidelijk. Juist daarom is een programmatische aanpak nodig. Dit betekent: definieer de onderzoeksvragen beter, coördineer de studies bij kennisinstituten en zet al vooraf een expertgroep in om mee te denken over een goede onderzoeksopzet.

Stop het wegmoffelen
Het rapport van de expertgroep is een keiharde aanklacht tegen de manier waarop het ministerie dit cruciale onderwerp heeft aangepakt. Het lijkt erop dat met losse flodders is geschoten, zonder duidelijke strategie, met onvolledige munitie (stoffen en bronnen) en met gammele wapens (de methoden). Ondertussen staat de gezondheid van honderdduizenden omwonenden op het spel en bieden deze studies geen enkele basis voor adequaat beleid.

De overheid moet stoppen met het wegmoffelen van de waarheid achter gebrekkige rapporten. Er is dringend behoefte aan eerlijk, transparant en wetenschappelijk robuust onderzoek om de impact van luchtvaartemissies op de gezondheid in kaart te brengen. Alleen dan kunnen er uiteindelijk effectieve maatregelen worden getroffen om de lucht rond vliegvelden weer leefbaar en gezond te maken.

Bron

Vernietigend oordeel Raad van State over nepkrimp van minister Madlener

Vergaderzaal RvS(leestijd circa 3 minuten)

De jarenlange strijd tegen de onhoudbare vliegherrie begint zijn vruchten af te werpen. De Raad van State, de hoogste adviseur van de regering, kraakt het voorgestelde maximum van 478.000 vluchten dat minister Madlener wil vaststellen.

Volgens de raad is volstrekt onduidelijk hoe de minister aan het aantal komt en betwijfelt of hiermee recht wordt gedaan aan de fundamentele rechten van omwonenden. Het advies herinnert de minister aan het vonnis van maart vorig jaar, waarin hem werd opgedragen niet langer alleen naar het financieel gewin van de vliegindustrie te kijken, maar veel meer naar de gezondheid en leefomgeving van omwonenden.

Hoewel we er met dit advies nog lang niet zijn, is hier wel sprake van een kentering in het denken over de vliegindustrie, zelfs in de hoogste kringen rond de regering.

Groei legaliseren
Madlener wil met een nieuw luchthavenverkeersbesluit (LVB) met grote spoed een aantal van 478.000 vluchten op Schiphol legaliseren. Dat was nodig omdat het vorige LVB zonder sjoemelen maar zo’n 400.000 tot 420.000 vluchten mogelijk maakte. De rest van de vluchten was in feite illegaal en daarmee juridisch kwetsbaar.

De minister verkoopt desondanks het nieuwe LVB als een ‘krimpbesluit’, terwijl het gaat om het legaliseren van illegale groei. Weliswaar niet tot de door KLM gewenste 500.000 vliegbewegingen, maar wel erg dicht in de buurt.

Op het ministerie moesten ze iets met de uitspraak van 20 maart vorig jaar. Daarin stelde de rechtbank onomwonden vast dat de geluidsoverlast een inmenging vormt in de – door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens – beschermde persoonlijke levenssfeer van omwonenden.

Schijnverbetering
Het nu voorliggende ontwerpbesluit – met dus 478.000 vluchten waarvan 27.000 in de nacht – wordt door het kabinet gepresenteerd als een eerste stap richting de integrale herziening van het LVB Schiphol. Op papier klinkt dat hoopvol, want er is jarenlang gepleit voor een significante capaciteitsbeperking van het vliegveld. Helaas gaat het slechts om een schijnverbetering, want afgelopen jaar werd de 475.000 vluchten net aangetikt zodat Schiphol nog steeds (licht) kan groeien.

Gelukkig legt de Raad van State nu de vinger op de zere plek. In het advies merkt zij op dat “niet is toegelicht hoe bij het bepalen van de capaciteitsbeperking een voor de bescherming van fundamentele rechten vereiste fair balance wordt bewerkstelligd tussen de betrokken belangen van omwonenden en andere belangen”.

En dat raakt precies de kern van het Schipholbeleid van de afgelopen decennia. Steeds weer werd de economische groei van het vliegveld heilig verklaard, ten koste van de gezondheid, de nachtrust en de leefbaarheid van de dorpen en steden in de regio. De belangen van de vliegfirma’s en hun aandeelhouders leken altijd zwaarder te wegen dan het fundamentele recht op een gezonde leefomgeving.

Betere onderbouwing
De Raad van State dringt er nu bij de minister op aan dat hij verduidelijkt wat de wettelijke grondslag is voor het bepalen van het maximum aantal vluchten. Het is volgens de raad volstrekt onduidelijk hoe de minister tot de huidige 478.000 is gekomen. Die onduidelijkheid baart de raad grote zorgen, vooral omdat zonder onderbouwing het maximum in de toekomst makkelijk kan worden opgehoogd onder druk van ‘economische belangen’.

Verder vindt de raad dat de minister een discriminerend onderscheid heeft gemaakt voor de kleine luchtvaart door deze tak niet mee te nemen in de exploitatiebeperkingen. Dat is volgens de raad in strijd met de wet en houdt zakenjets onterecht buiten schot.

Tot slot wijst de RvS op de positie van omwonenden buiten de huidige geluidscontouren. Ook zij dienen volgens het vonnis van vorig jaar te worden beschermd, maar voor hen bestaat geen enkele aandacht. De adviseurs vinden dat Madlener hier tekortschiet en vraagt zich af waarom hun belangen niet zijn meegenomen. Ook voor deze aanzienlijke groep dient de fair balance te gelden.

Nieuwe munitie
Al met al fileert de Raad van State in dit advies de halfslachtige aanpak van minister Madlener en benadrukt dat er prioriteit moet komen voor een echte, juridisch solide en rechtvaardige belangenafweging waarin de gezondheid en het welzijn van omwonenden wordt meegenomen.

Het advies is een erkenning van de jarenlange strijd van omwonenden en biedt nieuwe munitie in lopende en toekomstige rechtszaken en procedures. Opperste waakzaamheid blijft echter geboden: Madlener zal niet de eerste PVV-minister zijn die een advies van de Raad van State in de wind slaat.

Bron

Groei CO2-emissies luchtvaart twee keer zo groot als eerder bericht in Trouw

co2 reduction(leestijd circa 3 minuten)

Begin april meldde Trouw dat Europese vluchten vanuit ons land meer CO2 uitstootten dan ooit tevoren. Het blijkt slechts het topje van de ijsberg, want ook intercontinentale vluchten zorgden voor fors hogere emissies.

Waar vrijwel alle sectoren van de economie de CO2-uitstoot terugbrengen, is de luchtvaart een zwart schaap. Vorig jaar werd op intercontinentale vluchten 426.000 ton meer kooldioxide uitgestoten, ruim 4 procent meer dan een jaar eerder.

Dit blijkt uit de officiële cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (mirror). Dagblad Trouw deed verslag van de groei in emissies op Europese vluchten, maar miste kennelijk de intercontinentale vliegerij.

De 17 procent groei op Europese vluchten is goed voor nog eens 444.000 ton extra CO2, waarmee het totaal komt op bijna een miljoen ton extra. Overall komen de CO2-emissies van de vliegindustrie vanuit Nederland hiermee uit op bijna 14 miljoen ton. Daarbij is nog geen rekening gehouden met het versterken van de klimaatgevolgen vanwege de uitstoot op grote hoogte.

Evenveel als alle auto’s in ons land
Ter vergelijking: het totale autoverkeer in ons land is verantwoordelijk voor zo’n 15 miljoen ton CO2-uitstoot. De vliegindustrie – door de meeste mensen slechts incidenteel gebruikt voor een vakantietripje – is daarmee vrijwel even vervuilend als alle auto’s in ons land die veelal dagelijks worden gebruikt, onder meer voor woon-werkverkeer en familiebezoek.

KLM is niet verrassend de grootste boosdoener in ons land. Van de 10,6 miljoen ton CO2 op intercontinentale vluchten is maar liefst 8,6 miljoen ton afkomstig van het bedrijf onder leiding van Marjan Rintel. Dat is ruim 80 procent. In Europees verband is het totaal 3,1 miljoen ton CO2, waarvan 1,8 miljoen ton van KLM (57 procent).

Deze cijfers zijn exclusief vakantievlieger Transavia – onderdeel van hetzelfde bedrijf – dat in Europa nog eens een miljoen ton CO2 uitstoot en daarbuiten 1,2 miljoen ton.

Zwaar onder vuur
De groeiende emissies van de luchtvaart liggen maatschappelijk terecht zwaar onder vuur. Waar in vele sectoren van de economie wordt gewerkt aan het terugdringen ervan, groeien die van de vliegindustrie vrolijk door alsof er niets aan de hand is.

Deze ontwikkeling leidt ertoe dat de luchtvaart een steeds groter deel van de klimaatschadelijke emissies voor zijn rekening neemt en dat deze sector in zijn eentje zorgt voor het uit zicht raken van de klimaatdoelen. Tel daarbij op de aanzienlijke uitstoot van stikstofoxiden, de nog steeds voortgaande lozingen van PFAS en andere zeer zorgwekkende stoffen en de extra klimaateffecten van de uitstoot op grotere hoogte en het verhaal begint duidelijk te worden.

Recentelijk werd uit wetenschappelijk onderzoek duidelijk dat de klimaatschade door non-CO2 van de luchtvaart zo’n twee tot drie keer groter is dan de uitstoot zelf. Deze non-CO2-effecten worden de vliegindustrie vooralsnog niet aangerekend en blijven dus buiten het zicht van de wet- en regelgeving. Net als de enorme uitstoot van stikstofoxiden die met kunstmatige afkapgrenzen voor zo’n 90 procent wordt weggerekend.

Afstevenen op een ramp
Gezien de plannen van de huidige regering – het verschuiven van deadlines voor de NOx-emissies en de verminderde inspanningen van minister Hermans op het gebied van CO2 – stevent de Nederlandse samenleving af op een ware klimaat- en natuurramp. De ontwikkelingen dreigen niet alleen de gehele economie stil te leggen, maar zorgen voor tientallen miljarden euro’s aan schade voor ondernemers en de maatschappij als geheel.

Stikstofdeskundige Johan Vollenbroek meldde eerder het vreemd te vinden dat het kabinet een voorkeur lijkt te hebben voor twee marginale sectoren – luchtvaart en veeteelt – en daarvoor grote risico’s neemt met sectoren die wel substantieel bijdragen aan de economie. En in het geval van de luchtvaart: aan de belastinginkomsten.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met De Reclamejagers, een organisatie die strijdt tegen reclameuitingen die valse klimaatclaims bevatten.

Bron

Omwonenden Hamburg stappen op na tien jaar vruchteloos luchtvaartoverleg

(leestijd circa 2 minuten)

Vijf organisaties van omwonenden in het Duitse Hamburg stappen uit het overleg met de vliegindustrie. “Dialoog mag nooit een vervanging zijn van echte actie”, hekelt Martin Mosel het schijnoverleg. Hij is de voorzitter van de actieve BIG Fluglärm.

Bijna tien jaar werd er vergaderd over hinderbeperking door het vliegverkeer, met overheden, luchtvaartmaatschappijen en het vliegveld. Maar nu is er een heldere conclusie: BIG Fluglärm en vier andere organisaties stappen uit dit overleg en gaan op zoek naar “meer bindende manieren om te participeren”.

In 2015 werd de Alliance for Aircraft Noise Protection opgericht naar aanleiding van een door burgers ingebrachte motie. Het doel was om effectieve maatregelen te ontwikkelen om de overlast van het vliegverkeer terug te dringen. Het werd destijds gevierd als een mijlpaal, een teken van gezamenlijk werken aan een betere toekomst. Tien jaar later klapt het initiatief.

Participatie-simulator
“De alliantie was een politieke belofte, maar degradeerde tot een participatie-simulator”, vertelt Mosel. “In plaats van actie te ondernemen, luisterde de tegenpartij. In plaats van beslissingen te nemen werd er gediscussieerd. Participatie is geen vervanging voor actie wanneer de gezondheidsproblemen zich opstapelen.”

De stap van de vijf bewonersorganisaties is volgens eigen zeggen geen eendagsvlieg, maar het resultaat van jaren van observatie, ervaring en groeiende frustratie. Talloze suggesties, tips, opinies van experts en data-analyses werden ingediend – maar het pad naar verandering van beleid werd continu geblokkeerd.

In Hamburg speelt een groot conflict over nachtvluchten. Maar ook daar wilde politiek noch vliegindustrie ook maar één wijziging doorvoeren. Het lijkt allemaal sterk op de situatie in ons land waar de MRS en diens voorgangers als ORS en Alders-tafel al meer dan dertig jaar overleggen zonder enig resultaat voor de omwonenden. Integendeel: de situatie wordt ieder jaar erger.

‘Er gebeurde niets’
“De discussie was er, de analyses stapelden zich op, zelfs was er overeenstemming over de noodzaak tot hervorming – maar er gebeurde niets. Dat is precies het probleem van de alliantie”, aldus Mosel.

“De term ‘alliantie’ suggereert dat er sprake is van een gelijkwaardig partnerschap. In werkelijkheid werden omwonenden gewoon genegeerd en uitgelachen.”

BIG Fluglärm geeft aan dat er geen sprake is van een pauze, maar van een heus vertrek uit het overleg. De vereniging ziet het als een nieuw begin om omwonenden beter te beschermen tegen de nukken van de vliegindustrie. “Juridisch, politiek en via de publiciteit.”

Facade
Mosel: “We hebben geen behoefte meer aan overleg waarin iedere kritiek wordt weggepoetst. We willen een politiek die optreedt en instituties die de boel in de gaten houden. Maar niet langer onder het mom van een alliantie die bewezen heeft niets meer te zijn dan een facade.”

In ons land loopt de Maatschappelijke Raad Schiphol hetzelfde risico. Hoewel in de wet het adviesrecht is vastgelegd, heeft minister Barry Madlener inmiddels de raad meerdere malen gepasseerd. Zijn reactie op de adviezen is vaak nietszeggend en glad geformuleerd, maar geen enkele keer is er iets gebeurd met zo’n advies.

Bron

NLR-rapport bagatelliseert op bestelling klimaatimpact zakelijk vliegverkeer

NLR-rapport(leestijd circa 4 minuten)

Een rapport van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartcentrum NLR van eind februari lijkt een stap in de goede richting: meer data vergaren om de klimaateffecten van zakelijk vliegverkeer in kaart te brengen. Maar wie beter kijkt ziet een rapport dat vooral geschreven is om de schijn van duurzaamheid op te houden.

Het onderzoek, geschreven in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur, stelt de CO2-uitstoot van het zakelijk vliegverkeer in 2019 in kaart te hebben gebracht. De minister stuurde het stuk vandaag naar de Tweede Kamer, tussen allerlei andere rapporten in. Dat is een dag na het luchtvaartdebat dat gisteren werd gehouden in het parlement.

Het totale vliegverkeer bestond in dat jaar uit zo’n 600.000 vliegbewegingen van en naar Nederland, vooral binnen Europa (85 procent).

Dat veroorzaakte volgens NLR een uitstoot van ongeveer 8,2 megaton CO2, veel lager dan de eerder door CBS gerapporteerde 13,8 megaton. NLR gebruikte hiervoor een eigen rekenmodel dat substantiële verschillen oplevert met de rekenwijze van CBS. Dit roept direct de vraag op waarom gekozen is voor dat model met een veel lagere uitstoot dan blijkt uit de officiële statistieken. Het lijkt een bewuste keuze om een deel van de uitstoot weg te rekenen.

Volgens NLR had in 2019 ongeveer 30 procent van de vliegreizen een zakelijk doel, gebaseerd op cijfers van het Kennisinstituut voor Mobiliteit. Deze zakenreizigers waren volgens het rapport daarmee ook goed voor ongeveer 30 procent van de totale uitstoot. De onderzoekers menen dat de verdeling over de verschillende reisklassen (economy, comfort- of business class) vergelijkbaar is tussen zakelijke en niet-zakelijke reizen.

Onhoudbare aanname
Dit is een aanname die niet in stand valt te houden, omdat zakenreizigers veel vaker vliegen in luxere klassen dan de privé-passagier. Het rapport erkent de effecten van de verschillende reisklassen op de CO2-uitstoot. Op basis van de rekenfactoren van Boginger & Strand uit 2013 wordt duidelijk dat stoelen in de business class en first class meer ruimte innemen en vaak zwaarder zijn. Dat resulteert in de hogere uitstoot dan een passagier in de economy class.

Voor zogenaamde single aisle vliegtuigen is de factor voor business class 1,89 en voor wide body vliegtuigen zelfs 2,28 ten opzichte van de economy class. First class spant de kroon met factoren van 2,92 (single aisle) en liefst 4,53 (wide body).

De verschillen worden pijnlijk duidelijk in de voorbeeldberekeningen voor drie verschillende afstanden. Een korteafstandsvlucht Amsterdam-Londen (zo’n 400 kilometer) genereert per passagier ongeveer 40 kilogram CO2 in economy class en 76 kilogram in business class. Voor een middellangeafstandsvlucht Amsterdam-Madrid (circa 1500 kilometer) is dat respectievelijk 104 en 206 kilogram CO2 en voor een langeafstandsvlucht 698 kilogram CO2 in economy en 1.594 kilogram in de business class.

Goochelen met getallen
Het rapport onderschrijft hiermee dat de keuze voor een luxere reisklasse de individuele klimaatimpact significant vergroot. De grafieken in het rapport tonen echter dat de totale uitstoot van het zakelijk vliegverkeer het grootst is in de economy class. Maar dat is slechts het geval omdat de grote meerderheid van de stoelen onder deze klasse valt. Per passagier stoot een business class stoel verreweg het meest uit.

NLR waagt zich vervolgens aan een vergelijking tussen vliegen en andere transportmogelijkheden: de trein en de (elektrische) auto. Daarbij wordt een ingewikkeld rekenmodel gebruikt, waarbij ook de indirecte emissies en de (te lage) calculaties uit het eigen model van NLR voor directe vliegtuigemissies worden betrokken. Zelfs de impact van de productie van de vervoersmiddelen, de infrastructuur en de energiedragers wordt meegenomen. Voorts betrekt het NLR de gemiddelde elektriciteitsmix in Nederland, België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Spanje erbij, plus een scenario voor de beleidsdoelen in 2030 (!).

De resultaten van deze vergelijking zijn weinig verrassend. De trein blijkt veruit de laagste klimaatbelasting te hebben, gevolgd door de elektrische auto. De benzineauto zit tussen vliegen in economy en comfort klasse in. Stuitend is te moeten constateren dat een business class-passagier op de korte en middellange afstand een vijf tot zeven keer grotere CO2-uitstoot veroorzaakt dan iemand in de trein of in de elektrische auto (twee keer zoveel).

Non-CO2 niet meegenomen
Het rapport verkleint de impact van vliegen kunstmatig door wel te wijzen op de zogenaamde non-CO2-effecten, onder meer vanwege de condensatiesporen en de cirrusbewolking die daaruit ontstaat, maar deze effecten vervolgens niet opneemt in de berekeningen. Dit gebeurt onder het mom van een tekort aan kennis, maar leidt tot twee tot vier keer lagere klimaateffecten dan in werkelijkheid het geval is. Zouden deze effecten wel zijn doorberekend, dan steekt het vliegverkeer nog veel ongunstiger af.

De nadruk die NLR legt op directe versus indirecte emissies (het verbranden van fossiele brandstof versus elektriciteitsopwekking) leidt af van het fundamentele probleem: vliegen, zeker in de business class, is een extreem energie-intensieve en vervuilende activiteit.

Het rapport gaat verder in op de verwachte uitstoot van zakelijke vliegreizen in 2030, rekening houdend met de potentiële effecten van vlootvernieuwing en de inzet van alternatieve brandstoffen. Het verschil in CO2-uitstoot tussen oudere en nieuwere generaties vliegtuigen kan aanzienlijk zijn, variërend van 14 tot 36 procent minder uitstoot per passagier op een korte vlucht naar Londen.

Tekort alternatieve brandstoffen
NLR meent dat met name vlootvernieuwing het grootste effect zal hebben op de CO2-uitstoot. Daarnaast wordt de verplichte bijmenging genoemd van alternatieve brandstoffen van 6 procent in 2030 onder het EU-programma ReFuelEU, evenals de Nederlandse ambitie van 14 procent.

Maar hoewel vlootvernieuwing en alternatieve brandstoffen kunnen bijdragen aan een lagere uitstoot per vlucht, is het de grote vraag of deze maatregelen voldoende zijn om de groei van het vliegverkeer te compenseren en de klimaatdoelstellingen te halen. Bovendien is de productie van alternatieve brandstoffen nog zeer beperkt en kostbaar, hetgeen grootschalige implementatie bemoeilijkt.

NLR signaleert verder een daling van het aandeel zakelijke reizigers in de luchtvaart, van 30 procent voor de coronapandemie tot 19 procent in 2024, vooral als gevolg van de versnelde adoptie van digitale communicatieplatformen. Hoewel zo’n afname positief zou zijn voor de totale uitstoot, is het riskant om hier teveel op te vertrouwen. Bedrijfsbeleid en individuele keuzes blijven bepalend.

Instrument voor de vliegindustrie
Concluderend moeten we vaststellen dat dit rapport, hoewel het nuttige inzichten biedt in de omvang van de zakelijke luchtvaartemissies en de vergelijking met andere transportmiddelen, tekortschiet in het bieden van een werkelijk kritische analyse van de problematiek.

De nadruk op technologische oplossingen zoals vlootvernieuwing en alternatieve brandstoffen, is vooral een poging om de status quo te legitimeren. De fundamentele noodzaak tot reductie van het aantal vliegreizen wordt onvoldoende belicht.

Het rapport dreigt daarom vooral een instrument te worden in de strategie van overheid en vliegindustrie om de kritiek op de groei van het vliegverkeer te pareren, zonder daadwerkelijk de noodzakelijke transformatie naar een duurzaam mobiliteitssysteem te stimuleren. Het is verstandig de overheid en de sector met argusogen te blijven volgen.

Bron

Vernietigend advies MRS op Madleners spoedbesluit Schiphol

Bijeenkomst MRS(leestijd circa 5 minuten)

De Maatschappelijke Raad Schiphol heeft een vernietigend advies uitgebracht op het versnelde Luchthavenverkeersbesluit dat minister Barry Madlener (PVV) wil vaststellen. De raad prikt door de drogredeneringen heen en verklaart het besluit bij voorbaat onzorgvuldig.

“Geachte heer Madlener,

De Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS) heeft kennisgenomen van het plan van de minister om een wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) door te voeren. In de ontwerpwijziging wordt een maximumaantal commerciële vluchten van 478.000 per jaar vastgelegd waarvan 27.000 voor de nacht. De MRS zal dit advies ook in de publieksconsultatie inbrengen.

De minister ziet de ontwerpwijziging als een noodzakelijke en tussentijdse stap. De MRS is van mening dat met deze ontwerpwijziging geen recht wordt gedaan aan de rechterlijke uitspraak van 20 maart 2024. Het is belangrijk dat de huidige gedoogsituatie snel wordt beëindigd. De MRS verwacht dat er daarom medio zomer 2025 een ontwerpwijziging voor het integrale LVB ter consultatie wordt gelegd en dat die wél aan de rechterlijke uitspraak voldoet. Daarbij is het van belang dat een wettelijk verplichte milieueffectrapport (MER) wordt gepubliceerd, inclusief advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie mer).

De MRS steunt de toevoeging van een jaarlijks maximumaantal vluchten aan het LVB als een instrument ter bescherming van de leefomgeving. Die toevoeging is een erkenning van het feit dat aantallen vluchten er toe doen als het gaat om geluidshinder. Echter, de MRS steunt de hoogte van het voorgestelde maximum van 478.000 vluchten niet. Dat aantal is namelijk niet tot stand gekomen op basis van een kenbare en navolgbare belangenafweging. Daarom is er van een fair balance – zoals voorgeschreven door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) – geen sprake.

Daarnaast mogen burgers ook een zorgvuldig proces verwachten. Hiervan is volgens de MRS op dit moment geen sprake, omdat een deugdelijk MER bij deze ontwerpwijziging ontbreekt. Dat maakt het in dit stadium onmogelijk om een zorgvuldige appreciatie van de milieueffecten en de naleving van de wettelijk vereiste gelijkwaardigheidscriteria te geven.

De balanced approach leidde niet tot fair balance
Het maximumaantal vluchten op Schiphol behoort tot stand te komen op basis van een eerlijke afweging tussen de belangen van stakeholders die baten hebben van luchtvaart en van stakeholders die daar de lasten van dragen. Het fair balance-vereiste volgt uit Artikel 8 van het EVRM. In het verdrag is vastgelegd dat mensen het recht hebben op een ongestoord privéleven, maar dat zij inbreuk daarop moeten accepteren als er daarvoor een dringende maatschappelijke reden is. Het uitgangspunt in de belangenafweging zou dus moeten zijn dat er niemand ernstig gehinderd is, waarna wordt vastgesteld voor welke hinder er een maatschappelijke rechtvaardiging bestaat.

In de beantwoording van Kamervragen wordt verklaard (Kamerstuk 29665-532, p.13) dat voor de ontwerpwijziging een zorgvuldige belangenafweging in het kader van het EVRM is gemaakt. Een motivering ontbreekt daarbij en op basis van onderstaande argumenten vindt de MRS deze verklaring ook niet aannemelijk.

Ten eerste ontbreekt de onderbouwing waarom er een fair balance ontstaat bij een geluidsdoel van minus 20% en het uit de balanced approach resulterende maximale aantal vluchten. Uit de Nota van toelichting bij de ontwerpwijziging (p.10) blijkt ook niet dat deze al is getoetst aan het EVRM. Zonder duidelijke onderbouwing en verwijzing naar relevante stukken is de hoogte van het geluidsdoel vanuit het oogpunt van het EVRM willekeurig gekozen.

Ten tweede is de balanced approach gericht op het behalen van een geluidsdoel dat is geformuleerd in relatieve veranderingen, namelijk percentages waarmee het aantal ernstig gehinderde personen en het aantal ernstig belaste woningen omlaag moet. Een eerlijke belangenafweging vraagt daarentegen om een benadering in absolute termen. Het gaat daarbij om de vraag of de maatschappelijke baten bij een bepaalde omvang van de luchtvaart de maatschappelijke lasten ervan rechtvaardigen.

Ten derde zijn er meermaals aanpassingen gemaakt in de balanced approach, zowel in het maatregelenpakket als in de modellering, waardoor het berekende maximumaantal vluchten veranderde. Zo werd het maximum van 440.000 (2022) verhoogd naar 452.500 (2023), 460.000-470.000 (2024) en uiteindelijk 478.000. Deze berekeningen staan los van de vraag voor hoeveel vluchten er een dringende maatschappelijke reden is en doen afbreuk aan het vertrouwen van omwonenden in dit proces.

Ten vierde wordt in de IenW-notitie Bestemmingenanalyse voor adequate bereikbaarheid (2022) geschat dat Nederland adequaat verbonden blijft met de wereld als het aantal vluchten op Schiphol tussen 396.000-438.000 ligt. Bovendien is het gewenste bestemmingennetwerk bij de berekening van dat interval als uitgangspunt genomen. Dat is een eenzijdige benadering waarbij de belangen van omwonenden niet zijn meegewogen. De MRS constateert dat zelfs op basis van deze (ondeugdelijke) analyse voor een aantal vluchten hoger dan 438.000 er sowieso geen dringende maatschappelijke reden is, zoals wel wordt voorgeschreven door het EVRM.

Ten vijfde geeft een recente studie in opdracht van de luchtvaartsector naar de maatschappelijke kosten en baten van Schiphol sterke indicaties dat 440.000 vluchten meer welvaart voor Nederland oplevert dan 478.000 vluchten. Economische activiteiten en werkgelegenheid verschuiven namelijk naar andere sectoren en door een vermindering van klimaatschade en een betere gezondheid van omwonenden neemt de welvaart per saldo toe.

Ten zesde wordt het vaststellen van 478.000 vluchten gepresenteerd als een krimp voor de sector. Maar, er waren in 2024 circa 474.000 vluchten waarvan 25.000 in de nacht. Dat betekent hooguit dat met de ontwerpwijziging de post-corona groeispurt naar 500.000 vluchten tot stilstand komt. Van krimp is in elke geval geen sprake.

Conclusie
Op basis van de voorgaande analyse concludeert de MRS dat er met 478.000 vluchten op jaarbasis niet voldaan wordt aan het fair balance-vereiste uit het EVRM. De Raad van State (RvS) zal deze ontwerpwijziging toetsen aan hogere wetgeving. De MRS adviseert dan ook om het voorliggende advies als bijlage mee te sturen in de spoedprocedure bij de RvS.

Ook trekken de voornoemde argumenten (punt 2, 3 en 4) in twijfel dat de balanced approach als instrument geschikt is om de fair balance te bewerkstelligen. Daarom adviseert de MRS om de RvS tevens te consulteren over de vraag in hoeverre het instrument van de balanced approach aansluit op de vereiste bescherming van het privéleven en de gezondheid van omwonenden via de fair balance.

De MRS vindt dat bij de integrale LVB-wijziging een kenbare en navolgbare belangenafweging moet worden gepresenteerd die voldoet aan het fair balance-vereiste uit het EVRM. Het resultaat in termen van maximumaantallen vluchten per jaar en in de nacht kan in de integrale LVB-wijziging worden opgenomen.

Geen zorgvuldig proces
Volgens de Nota van toelichting (p.8) hoeft er voor deze ontwerpwijziging geen milieueffectrapport opgesteld te worden, omdat er geen grenswaarden in handhavingspunten worden gewijzigd. Op voorhand is echter duidelijk dat de grenswaarden in handhavingspunten bij 478.000 vluchten worden overschreden. Met die verwachting is het procedureel discutabel om de ontwerpwijziging
door te voeren zonder deugdelijk MER.

De Nota van toelichting verwijst voor de milieugevolgen van de ontwerpwijziging naar het MER NNHS 2020. Het argument daarbij is dat de ontwerpwijziging met 478.000 vluchten een verbetering zal zijn ten opzichte van de situatie van 500.000 vliegbewegingen waar het MER NNHS 2020 van uitging. Dit argument houdt echter geen stand, omdat de MER NNHS 2020 geen onbetwiste bron is. De Commissie mer signaleerde in haar toetsingsadvies (2021) een aantal tekortkomingen en achtte correcties en aanvullingen essentieel. Die zijn nooit doorgevoerd en over het MER NNHS 2020 is nooit een besluit genomen. In het kader van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de wettelijk vereiste toets op de gelijkwaardigheidscriteria verwacht de MRS een nadere onderbouwing van het besluit om toch te verwijzen aan het MER NNHS 2020.

De motivatie van IenW om een versneld traject te doorlopen, is de deadline in het slotallocatieproces. Een alternatieve manier om ervoor te zorgen dat er in het gebruiksjaar 2025-2026 maximaal 478.000 slots worden uitgegeven, is bijvoorbeeld een ministerieel verzoek aan de luchthaven. Daarmee wordt geanticipeerd op de integrale LVB-wijziging. De MRS vraagt of er alternatieven voor een versnelde LVB-wijziging zijn onderzocht en zo ja, welke dat waren. Bij een ingrijpend besluit zoals dit verwacht de MRS dat inzichtelijk wordt gemaakt waarom alternatieven zijn afgevallen.

Gevolgen voor beleid
De ontwerpwijziging heeft consequenties voor het huidige beleid en de inzet van beleidsinstrumenten. De MRS wijst bijvoorbeeld op het belang van de ontwikkeling van aanvullende hindernormen. Het jaargemiddelde geluidsniveau vanwege vliegverkeer op een zekere locatie verklaart immers maar een kwart van de aldaar ervaren geluidshinder (Brink, 2014). Daarom moeten er normen komen voor rustperioden, overvliegfrequentie en het aantal passages boven een bepaald geluidsniveau per dag. Dat geeft omwonenden meer bescherming dan alleen een maximumaantal vluchten per jaar. Ook wijst de MRS op lopende initiatieven om de hinder voor de omgeving te beperken, zoals het gevelisolatieprogramma. Dat programma is gebaseerd op een maximumaantal van 440.000 vluchten per jaar en met de ontwerpwijziging kan de geluidsbelasting lokaal hoger uitvallen.

Het kabinet staat voor de taak om de leefomgevingskwaliteit overal rondom Schiphol, dus bij alle banen, snel te verbeteren. De integrale wijziging van het LVB is daar een belangrijk onderdeel van. De MRS zal in dat traject gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen.

Met vriendelijke groet,
Khadija Arib
Voorzitter Maatschappelijke Raad Schiphol”

Bron

Zienswijze LVB: onterechte oprekking van milieugrenzen en schijnmaatregelen

website I&W(leestijd circa 10 minuten)

De minister wil weten wat mensen en organisaties vinden van het nieuwe Luchthavenverkeersbesluit voor Schiphol. Wij verdenken de minister van het onterecht en onjuist oprekken van milieugrenzen en van het treffen van maatregelen voor de bühne. Onze zienswijze.

“Met deze zienswijze uiten we onze fundamentele bezwaren tegen de ontwerpwijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol. De voorgestelde wijzigingen zijn onnodig, misleidend en lijken vooral bedoeld om de milieugrenzen stilzwijgend op te rekken en – in de eigen (eerdere) woorden van de Staat – het recht van Schiphol op het uitoefenen van een onrechtmatige exploitatie te legaliseren. Met deze ontwerpwijziging wordt de schijn van onbehoorlijk bestuur opgewekt.

De bezwaren worden hieronder achtereenvolgens toegelicht.

Schijnreductie van nachtvluchten. De voorgestelde verlaging van het aantal nachtvluchten van 32.000 naar 27.000 wordt gepresenteerd als een grote stap vooruit, maar in werkelijkheid ligt het aantal nachtvluchten al jaren onder de 27.000. Dit betekent dat de maatregel in feite een wassen neus is die geen echte verbetering oplevert voor omwonenden. Wanneer het ministerie serieus is over hinderreductie, dan moet de limiet substantieel lager worden vastgesteld dan het huidige praktijkniveau. En moet er ook sprake zijn van een voortdurende reductie. Iets waar het ministerie zelf op hint.

Het instrument van tariefdifferentiatie wordt fors meegerekend, zeker in het herziene pakket nadat de Minister KLM en Schiphol tegemoet is gekomen en de sector er publiekelijk vrolijk mee schermt. Maar de luchtvaartsector vecht de nieuwe tarieven tegelijkertijd aan bij de ACM. Het effect is daarmee dus verre van zeker. U zou het effect van tariefdifferentiatie dus wel enigszins mogen meerekenen, maar zeker niet onvoorwaardelijk. Daarmee is het halen van de 15% zeer twijfelachtig. De ontwerpwijziging gaat dus ten onrechte uit van stellige effecten.

Ook is het doel steeds verder verwaterd. Eerst ging het om krimp naar 440.000 vliegbewegingen, toen werd het per saldo 20% geluidsreductie, toen 17% en wordt nu 15% voorgespiegeld, met een hele vage belofte daar binnen enkele jaren alsnog 20% van te maken.

General Aviation (GA) als ontsnappingsroute. De ontwerpwijziging richt zich alleen op handelsverkeer en laat General Aviation buiten beschouwing. Dit is een kunstmatig, en dus misleidend onderscheid, want GA omvat ook grote, lawaaiige vliegtuigen zoals de Boeings van de typen 737-800, 747-400 en 777-200. Hierdoor ontstaat een ontwijkingsmogelijkheid: vluchten kunnen onder GA worden geregistreerd om buiten de beperking te vallen. Deze ontwijkingsmogelijkheid wordt niet duidelijk benoemd en het zal duidelijk zijn dat deze ontwijkingsmogelijkheid niet leidt tot minder geluidshinder. Het maximum aantal vliegtuigbewegingen moet gelden voor alle vluchten, ongeacht of ze onder handelsverkeer of GA vallen. Alleen zo kan ontwijking worden voorkomen en is de hinderbeperking effectief. De ontwijkingsmogelijkheid laten bestaan, en ook nog eens via misleiding, is een indicatie van onbehoorlijk bestuur.

Oprekking van de natuurvergunning zonder deugdelijke onderbouwing. De Natuurvergunning die nu genoemd wordt door het ministerie en niet onherroepelijk is – hetgeen wel een vereiste is – staat de vergunninghouder maximaal 440.000 vliegtuigbewegingen toe in een gebruiksjaar, maar met de voorgenomen wijziging wordt 478.000 het nieuwe maximum. Dit kan niet anders gezien worden dan een sluipende verruiming van de milieugrenzen, zonder dat er een nieuwe milieutoetsing wordt gedaan die verplicht is en in tegenspraak met het gelijkwaardigheidsprincipe.

Het ministerie beroept zich in het ontwerpbesluit op een MER uit 2021. Daarvan concludeerde de Commissie voor de milieueffectrapportage (CMER) echter al dat het milieueffectrapport voor het toen beoogd nieuwe LVB een aantal ernstige tekortkomingen bevat, met name om de uitstoot van stikstofdioxide en koolstofdioxide en om de geluidbelasting. De geluidsbelasting wordt zelfs 15% groter t.o.v. de legitieme situatie van het LVB 2008 aldus de Commissie MER. Zie hier opmerking uit het CMER-rapport.

Een verdere aanwijzing dat er sprake kan zijn van onbehoorlijk bestuur is het gegeven dat de CMER in haar oorspronkelijke rapport spreekt van ‘legaliseren’. Dat wijst ondubbelzinnig op het feit dat de situatie daarvoor illegaal was. Daarnaast gebruikte ze kwalificaties als ‘onjuist’ en ‘ten onrechte’. Het rapport is volgens NRC onder druk van de luchthaven en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangepast.

Ongeacht de inhoud van deze MER, het ministerie kan deze niet als basis gebruiken daar zij geen enkele formele status heeft. Het proces om op basis van deze MER een nieuw LVB vast te stellen is namelijk gestaakt, waarschijnlijk vanwege de kritiek van de CMER.

Het argument dat vliegtuigen enigszins stiller zijn geworden, rechtvaardigt een substantiële verhoging naar 478.000 bewegingen niet. De natuurvergunning is daarnaast gebaseerd op meer dan alleen geluid; stikstofuitstoot, fijnstof en andere milieueffecten spelen ook een rol. Wat mist is een onafhankelijke analyse die aantoont dat 478.000 bewegingen niet meer schade aanrichten dan de vergunde 400.000 tot 420.000. Het ontbreken van deze analyse is een vorm van onbehoorlijk bestuur. Als stillere vliegtuigen daadwerkelijk een verbetering (gaan) betekenen, dan zou dat moeten leiden tot strengere geluidsnormen en daardoor minder daadwerkelijke overlast, niet tot een vrijbrief voor extra vluchten om de hinder op hetzelfde niveau te houden.

Daar komt bij dat moderne vliegtuigen juist meer NOx uitstoten. Sinds 1990 is de uitstoot van de luchtvaart verdrievoudigd.

Referentiesituatie. Het besluit gaat uit van een onjuiste referentiesituatie, namelijk de huidige gedoogde situatie. Maar dat is niet de legitieme referentie. Het feit dat de minister nu denkt via een spoedwet procedure een onjuiste referentie te mogen gebruiken is op geen enkele manier aannemelijk gemaakt. Zo merkt de CMER op in haar advies over het definitieve LVB – die nu ingehaald wordt door deze spoedwet – op dat:

Diverse organisaties hebben reeds kritiek geuit op deze werkwijze, waaronder onze stichting SchipholWatch. Zelfs al wordt de referentiesituatie gehandhaafd, dan nog geeft dat geen grond voor de uitbreiding. Immers het ministerie geeft zelf toe dat het Luchthavenverkeersbesluit voor Schiphol (LVB 2008) feitelijk maar 400.000 tot 420.000 vliegbewegingen passen.

Besluit versterkt rechten sector op exploiteren van een niet rechtmatige exploitatie. Het resultaat van dit besluit zal zijn dat het (ten onrechte) de rechten versterkt van de sector op wat de Staat en ministerie zelf een onrechtmatige exploitatie hebben genoemd. Uit dezelfde vragenset, onder 10.

In het besluit ontbreekt de onderbouwing op het punt van het overtuigend weerleggen waarom dit versterken van de rechten van de sector niet leidt tot een verdere onrechtmatige exploitatie. Dit draagt bij aan het karakter van onbehoorlijk bestuur.

Aantal vliegtuigbewegingen (VTB) gebruiken als stuurmiddel is strijdig met Wet luchtvaart als dat het enige middel blijft. Dit besluit stelt de in het Regeerprogramma vastgestelde doelen te regelen; namelijk de rechtspositie van omwonenden van Schiphol zo snel mogelijk te herstellen en de geluidsbelasting met 20% terug te dringen en stelt dit te bereiken door de lopende balanced approach-procedure voort te zetten en middels twee maatregelen van het BA-maatregelenpakket, namelijk het maximum aantal vliegtuigbewegingen in de nacht en voor het etmaal, te realiseren. Hiermee koppelt het ministerie geluidsreductie aan een maximum aantal vliegtuigbewegingen. Dat voldoet echter niet aan de eisen van de Wet luchtvaart, artikel 8.17 lid 4 en 5. Het aantal VTB is geen grenswaarde zoals daar gedefinieerd is. Op zich vormen lid 4 en 5 minimumregels en sluiten aanvullende nieuwe regels niet uit, maar dat laat onverlet dat het ministerie door nu zo te handelen de facto een stelselwijziging introduceert. En niet meer stuurt op milieunormen, maar op aantallen. En daarmee niet voldoet aan de minimumeisen.

Het aantal VTB is ongeschikt als (enige) meetlat voor geluidsbelasting. Er is immers geen eenduidige relatie tussen het aantal VTB als absolute variabele en de geluidbelasting. Simpel voorbeeld: als alle vluchten worden uitgevoerd met Boeing 747’s is de geluidsbelasting (ceteris paribus) heel anders dan wanneer dit gebeurt met Airbus A220’s. In die zin kan helemaal niet worden gestuurd op geluidbelasting via het aantal VTB.

Het besluit stelt echter het aantal VTB wel boven de grenswaarden zoals die in het LVB zijn vastgelegd (zie nota van toelichting). Dus het lijkt er op dat als het aantal vluchten maar onder de 478.000 blijft, burgers zich nergens op kunnen beroepen met die grenswaarden in de handhavingspunten. Bovendien staat erbij dat het niet handhaven wordt doorgezet (anticiperend handhaven in uw termen). Kortom, de wetgeving uit het LVB 2008 wordt buitenspel gezet en er komt een harde grens 478.000 voor in de plaats waarvan totaal onduidelijk is hoe de geluidsbelasting zal uitpakken en waarbij omwonenden zich nergens op kunnen beroepen. Juridisch creëert het ministerie een onduidelijke situatie die de rechtszekerheid van burgers juist aantast in plaats van vergroot en schijnrechtszekerheid voor de sector vergroot. Dit lijken verdere aanwijzingen te zijn voor onbehoorlijk bestuur en is in strijd met het vonnis van de rechter op 20 maart 2024 in de zaak van de stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder.

Tegenstrijdigheid in beleid. De Minister stelt dat het besluit niet MER-plichtig is omdat de grenswaarden in de handhavingspunten niet veranderd worden. Dat lijkt in tegenspraak met de waarheid. Twee weken nadat het ontwerpbesluit LVB er lag, werd er een tijdelijke regeling afgekondigd voor 2025 waarmee de grenswaarden alsnog gewijzigd werden. De minister maakt niet duidelijk hoe beide stellingen tegelijkertijd waar kunnen zijn. Dit lijkt een verdere aanwijzing te zijn voor onbehoorlijk bestuur.

Gelijkwaardigheid is niet aangetoond. De Wet luchtvaart stelt dat gelijkwaardigheid met LVB 2003 moet worden aangetoond. Dat is niet gebeurd. De minister verwijst naar een MER besluit uit 2021, waar de Commissie MER zware kritiek op had en welke ook nooit is ingevoerd. Dergelijk fantoombeleid draagt bij aan het karakter van onbehoorlijk bestuur.

Besluit is voor groepsrisico per definitie niet gelijkwaardig. Voor groepsrisico is gelijkwaardigheid onterecht en daarom niet legitiem losgelaten. Dit wordt bevestigd door Staatssecretaris V&W Schultz en recent door de Minister aan de Eerste Kamer bevestigd

De minister geeft slechts aan met welk instrument hij zou sturen. Dat is niet voldoende om aan het gelijkwaardigheidscriterium te voldoen; hij moet ook aantonen dat het doel daadwerkelijk bereikt wordt. Dat wordt des te prangender daar zijn voorganger aangaf dat dit onhaalbaar is en was. Als er nieuwe feiten of informatie voorhanden is waarom de situatie gewijzigd zou zijn, dient de minister dit aan te geven. Het nalaten daarvan draagt bij aan de indruk van onbehoorlijk bestuur.

Tussentijdse wijziging is onnodig en politiek gestuurd. Het ministerie claimt dat deze wijziging noodzakelijk is, omdat Schiphol in mei 2025 de capaciteit moet vaststellen voor de uitgifte van slots. Echter, dat lijkt niet terecht. De EU-slotverordening stelt dat capaciteitsparameters uiterlijk in mei worden vastgesteld, maar dat betekent niet dat dit per se via een formele LVB-wijziging moet. Er ontbreekt dus een bewijs dat een formele wijziging van het LVB vereist is om dit te doen. Schiphol heeft in het verleden (en tot op heden) veelvuldig gewerkt met beleidsafspraken en anticiperend handhaven. Alternatieve methoden, zoals een tijdelijke regeling of beleidslijn, lijken in dezen niet onderzocht. In 2017-2018 werd bijvoorbeeld de “Tijdelijke regeling volumeplafond nachtvluchten Schiphol” gebruikt en de Inspectie Leefomgeving en Transport is al een decennium aangewezen om niet te handhaven. Waarom kan zoiets nu niet? Deze tussentijdse wijziging lijkt nu vooral een manier om 478.000 vliegtuigbewegingen politiek te verankeren vóórdat de bredere discussie over milieugevolgen en juridische houdbaarheid heeft plaatsgevonden. Dit kan worden beschouwd als een onacceptabele handelswijze en daarom weer een vorm van onbehoorlijk bestuur.

Wat als de integrale LVB-herziening vertraging oploopt? Het ministerie stelt dat deze wijziging slechts een tussenstap is, en dat later dit jaar een volledige LVB-herziening volgt. Maar wat als die grote herziening vertraging oploopt, zoals eerder al gebeurde en eigenlijk standaard is op dit complexe dossier? Dan blijft het voorgenomen maximum van 478.000 langer de norm, zonder dat de bredere milieugevolgen zijn getoetst. In dat geval heeft de minister een twijfelachtige, en mogelijk onwettige piketpaal geslagen, die een definitieve stap richting 478.000 of een ander hoog maximum is, zonder dat dit ooit expliciet is besloten. Deze potentiële achterdeurconstructie schaadt de omwonenden en het milieu en tast ook de rechtszekerheid aan.

Waarom wordt geluidsruimte niet geborgd (of verkleind)? De ontwerpwijziging richt zich op het aantal vliegtuigbewegingen, maar niet op de totale geluidsruimte of geluidsbelasting. Als vliegtuigen (marginaal) stiller worden, waarom wordt dan niet gekeken naar de totale geluidsruimte, en vervolgens de ruimtelijke verdeling daarvan? Dit betekent dat de wijziging niet gaat om hinderbeperking, maar om een zo hoog mogelijk aantal bewegingen binnen (dan wel buiten) de juridische marges te realiseren. Waarom schrijft de Minister dat dan niet zo op, in plaats van de schijn van misleiding van burgers te wekken. Dit beleidsvoornemen lijkt daardoor aantoonbaar ingegeven door de luchtvaartsector zwaarder te wegen dan de belangen van omwonenden en het milieu. Dat is in tegenspraak met de eigen Luchtvaartnota van de Minister.

Conclusie en verzoeken
De voorgestelde ontwerpwijziging is misleidend, juridisch twijfelachtig en waarschijnlijk overbodig en lijkt vooral bedoeld om de milieugrenzen stilzwijgend op te rekken en – in de eigen (eerdere) woorden van de Staat – het recht van Schiphol op het uitoefenen van een onrechtmatige exploitatie te legaliseren. Het wekt de indruk van onbehoorlijk bestuur. Daarom verzoek ik u om:

  • In de gewijzigde ontwerpwijziging duidelijk te maken waarom de bezwaren in deze zienswijze niet op juiste gronden geuit zijn en derhalve de bovenstaande conclusie onjuist is.
  • als er daadwerkelijk toch een aanpassingen wordt gedaan, de nachtvluchtlimiet (aantallen) substantieel te verlagen tot een niveau dat daadwerkelijk bijdraagt aan hinderbeperking en in Ieder geval General Aviation ook binnen de beperking te laten vallen, om ontwijking via deze route te voorkomen.
  • de verhoging naar 478.000 bewegingen op deze gronden niet door te voeren, en een onafhankelijke toetsing uit te laten voeren dat of überhaupt het huidige aantal bewegingen milieutechnisch houdbaar is ten opzichte van de laatst geldende legitieme referentiesituatie. Waarbij voor de volledigheid opgemerkt is -en ook nooit door het ministerie betwist is- dat een onherroepelijke natuurvergunning een vereiste is. Evenals een rechtmatig vastgesteld LVB waarbij alle milieueffecten beoordeeld zijn door een MER en een passende beoordeling. Van het LVB 2008 is het dus de vraag of zij rechtmatig is.
  • de noodzaak van deze gehaaste, tussentijdse wijziging opnieuw te evalueren en alternatieve methoden te overwegen, in plaats van deze wijziging politiek door te drukken zonder afdoende laat staan volledige onderbouwing en daarmee verder rechtszekerheid aan te tasten door onbehoorlijk bestuur.
  • het beleid in zijn geheel vorm te geven met inachtneming van het eerder genoemde vonnis van de rechter, uitgesproken op 20 maart 2024 in de zaak van de stichting RBV.
  • een deugdelijke inventarisatie te maken van de financiële risico’s die de Staat loopt indien onverhoopt blijkt dat de nu beoogde legalisatie spaak loopt, bijvoorbeeld als gevolg van een eventuele vernietiging van de natuurvergunning van Schiphol.”

U kunt alleen vandaag nog uw eigen zienswijze indienen via de website ‘participatie’ van het Ministerie van I&W.

Deze zienswijze werd opgesteld in samenwerking met Lammert van Raan, oud-Lid van de Tweede Kamer namens de Partij voor de Dieren en destijds actief op het dossier luchtvaart.

Bron

Eigen lucht eerst

Alfred Blokhuizen(leestijd circa 3 minuten)

Inmiddels zijn we beland in een situatie waarin onze schone lucht en onze leefruimte zijn overgedragen aan een paar grote buitenlandse bedrijven.

Vandaag publiceerde dagblad Trouw een artikel over de dreiging van Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen om naar de rechter te stappen als Schiphol moet krimpen. Ze willen onze overheid dwingen om haar plannen voor een beperking van het vliegverkeer te schrappen. Met andere woorden: buitenlandse bedrijven willen bepalen wat er in ons land gebeurt.

Schiphol is de afgelopen decennia ongeremd gegroeid en heeft daarmee een steeds groter deel van Nederland onder een deken van uitlaatgassen en lawaai gelegd. Dit gebeurde in strijd met milieuregels. Daarom moet de luchthaven nu met slechts 5 procent krimpen – een minimale correctie op jarenlang wanbeleid. Maar zelfs dát kleine offer is voor de luchtvaartsector al te veel. En alsof dat nog niet erg genoeg is, willen ze deze ‘krimp’ op termijn gewoon compenseren via de vliegvelden van Rotterdam en Lelystad. Een sigaar uit eigen doos.

Het is verleidelijk om hier in te gaan op de loze beloften over “stillere vliegtuigen” en “innovatieve oplossingen”. Maar laten we daar geen tijd aan verspillen. We weten allemaal hoe dat eindigt: uitstel, ontwijking en uiteindelijk nóg meer groei.

De rechter spreekt zich uit, maar wie luistert?
Verschillende rechters hebben zich al uitgesproken over het handelen van de Nederlandse staat en de luchtvaartbedrijven. Hun oordeel? De rechten van burgers zijn ernstig aangetast door de ongebreidelde groei van Schiphol. Toch blijft de luchtvaartsector doordrammen. Er lopen rechtszaken tegen vliegvelden die zonder de benodigde vergunningen opereren en ondanks alles gewoon blijven uitbreiden. Gezondheid, leefbaarheid, milieu? Het interesseert ze niets. Het draait om geld.

Iedereen weet intussen wel dat luchtvervuiling en lawaai door de luchtvaart leiden tot meer longziekten, hart- en vaatziekten en slaapstoornissen. Toch blijven politici en vliegmaatschappijen net doen alsof dat probleem niet bestaat.

Amerikaanse chantage: bluf of bittere ernst?
De dreiging van Amerikaanse luchtvaartbedrijven lijkt misschien bluf, maar is dodelijk serieus. Ze eisen zeggenschap over onze lucht en proberen ons te dwingen te buigen voor hún kortetermijnbelangen. Wat onze democratie in Nederland of Europa beslist? Dat vinden ze onbelangrijk. Zij beschouwen de lucht als hún eigendom. En wij, de burgers die de vervuiling inademen, moeten vooral niet het lef hebben daar iets van te vinden.

Waar zijn we in hemelsnaam in terechtgekomen?

Ook luchtvaartliefhebbers zouden zich zorgen moeten maken
Zelfs voor de grootste luchtvaartliefhebbers is deze ontwikkeling gevaarlijk, al beseffen ze dat niet altijd. De juichreacties op sociale media over de Amerikaanse dreigementen laten zien hoe naïef sommige mensen zijn. Want als buitenlandse bedrijven zó gemakkelijk invloed kunnen uitoefenen op ons beleid, wat weerhoudt hen er dan van om straks op ándere terreinen hun wil op te leggen?

Willen we écht dat buitenlandse ondernemingen ons leven bepalen? Dat ze onze democratische afspraken negeren en ons simpelweg chanteren? Waar stopt dit?

Van vrijheid naar privatisering van de lucht
Luchtvaartregels waren ooit bedoeld om veilig en vrij reizen mogelijk te maken. Daar valt iets voor te zeggen. Maar inmiddels zijn we beland in een situatie waarin onze schone lucht en onze leefruimte zijn overgedragen aan een paar grote buitenlandse bedrijven. Wij, als burgers, hebben nauwelijks nog iets te zeggen over de lucht die we inademen.

Volgens de Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen – en ook de bazen van KLM en Transavia – moeten we dat gewoon accepteren. Zij beslissen over onze gezondheid, die van onze kinderen en kleinkinderen, en de leefomgeving van mens, dier en plant. Wij moeten ons vooral niet aanstellen, zeggen ze in koor. De lucht is van hen. Iedereen die daar iets van vindt, kan opzouten.

Dat moeten we niet laten gebeuren. Misschien wordt het tijd dat we als land gaan pleiten voor: Eigen lucht eerst!

Auteur Alfred Blokhuizen is voorzitter van SchipholWatch. Deze column verscheen eerder op opinieplatform Joop van BNNVARA.

Bron

PFAS-vervuiling Schiphol mogelijk veel groter dan aangenomen

emissies(leestijd circa 4 minuten)

De vervuiling met PFAS door Schiphol is veel groter dan eerder werd aangenomen. Via (deels verbrande) smeeroliën belandt een giftige cocktail van kankerverwekkende stoffen in de regio rond het vliegveld, vooral onder de aanvliegroutes.

Dit blijkt uit een nieuw rapport van het Milieu Front Eijsden dat op basis van bestaand onderzoek tot de schokkende conclusie komt dat de PFAS-vervuiling via blusschuim slechts het topje van de ijsberg vormt.

“We worden al jarenlang voorgelogen. Terwijl de focus in het PFAS-dossier hardnekkig ligt op het door Schiphol handig geënsceneerde ‘blusschuimverhaal’, is de ware omvang van de toxische vervuiling door de luchtvaart vele malen groter”, aldus het Front.

Zwaar onderschat
Het rapport wijst op de miljoenen liters deels verbrande smeerolie voor straalmotoren die jaarlijks over de woonwijken wordt uitgestort. Tot nu toe stelt de vlieglobby – gesteund door gerenommeerde instituten als TNO, RIVM en NLR – dat de uitstoot van vliegtuigen slechts een lokaal en verwaarloosbaar probleem is. Zo wordt gesteld dat 96 procent van de vervuiling met ‘zeer zorgwekkende stoffen’ binnen het terrein van het vliegveld blijft en daarom nauwelijks van invloed zijn op de volksgezondheid.

Bij vliegtuigemissies gaat het vooral om onvolledig verbrande zwavelhoudende kerosine en de additieven die erin zitten. In een studie van de Europese Unie werd in 2015 al gewezen op de aanwezigheid van kankerverwekkende stoffen in de smeermiddelen voor vliegtuigturbines. In een andere studie op luchthaven Frankfurt zijn PFAS-verbindingen aangetoond in de additieven van deze olie.

Het is bekend dat straalmotoren smeerolie gebruiken, verbranden, lekken, verliezen en via de verbranding verspreiden. Dat gaat om grote hoeveelheden, voor heel Nederland geschat op zo’n twee miljoen ton per jaar.

Daarmee is deze uitstoot geen marginaal probleem, zoals onder meer TNO ons wil doen geloven, maar gaat het om substantiële hoeveelheden toxische stoffen die vrijkomen uit het vliegverkeer boven de woonwijken.

Verspreiding via de lucht
Schiphol probeert de aandacht af te leiden met het blusschuimverhaal, waarbij het de schuld van de PFAS-vervuiling willens en wetens legt bij het jarenlang oefenen met brandblusschuim. Die vervuiling is inderdaad aangetoond en zorgt voor grote problemen, zoals onder meer de bouw van een omstreden saneringsinstallatie voor voorlopig 200.000 ton aan vervuilde grond op Schiphol. De luchthaven claimt echter doodleuk dat er geen sprake is van uitstoot naar de lucht.

Deze claim wordt nu keihard ontkracht door Milieu Front Eijsden. Het rapport toont overtuigend aan dat de PFAS-vervuiling wel degelijk de handtekening van Schiphol draagt, maar dat deze vele malen groter is dan de verontreiniging die door het blusschuim wordt veroorzaakt. De bijna 500.000 jaarlijkse vluchten verspreiden dag in dag uit enorme hoeveelheden PFAS- en andere giftige stoffen via de lucht.

Volgens het rapport ging het in 2023 om maar liefst 64 ton aan met PFAS besmette smeeroliën. Dat zijn ruim 300 volle olievaten aan gifstoffen, nog zonder de vervuiling door het blusschuim.

PFAS, ofwel poly- en perfluoralkylstoffen, staan bekend als ‘forever chemicals’ omdat ze niet of nauwelijks afbreken in het milieu. Ze verspreiden zich wereldwijd via de waterkringloop en zelfs via regenwater. Stoffen als PFPE, PFOA, PFOS, GenX en PTFE (teflon) zijn zeer zorgwekkende stoffen die ernstige bodem- en grondwaterverontreiniging veroorzaken.

Luchtvaart buiten schot
De EU probeert het gebruik van PFAS in steeds meer producten te beperken, maar de luchtvaart lijkt hierbij buiten schot te blijven. Fabrikant Chemours prijst de voordelen van zijn Krytox PFPE-olie voor een lager brandstofverbruik, maar vermeldt niets over de desastreuze gevolgen voor de gezondheid.

De uitstoot afkomstig van smeerolie bevat niet slechts PFAS. Onderzoek heeft aangetoond dat het een cocktail van andere toxische stoffen bevat. De AVOIL-studie van de EU uit 2015 toonde de aanwezigheid aan van kankerverwekkende polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs) als naftaleen, formaldehyde en acetaldehyde. Dit ontstaan door gedeeltelijke oxidatie (verbranding) van de smeermiddelen.

PAKs worden al langere tijd in verband gebracht met een verhoogd risico op verschillende vormen van kanker, waaronder prostaat-, nier- en zaadbalkanker, en een verminderd immuunsysteem.

Elders allang verboden
Daarnaast worden in de uitstoot van de smeerolie neuroactieve pyrolyseproducten aangetroffen en het zenuwgif tricresylfosfaat (TCP). TCP kan wel tot drie procent van het totale volume van de olie uitmaken en staat bekend om zijn schadelijke effecten op het zenuwstelsel. Het kan onder meer leiden tot blijvende spierverlamming. Zo bezien is het onbegrijpelijk dat deze stof nog steeds in de vliegtuigmotorolie mag worden gebruikt, terwijl het vanwege zijn giftigheid in de meeste andere toepassingen al verboden is.

Ook aromatische amines, zeer giftige derivaten van ammoniak met neurotoxische effecten, zijn geïdentificeerd in de uitstoot. Deze stoffen kunnen niet alleen het zenuwstelsel aantasten, maar hebben in dierproeven ook schadelijke effecten op de testikels en het sperma en leiden tot een verhoogde sterfte onder drachtige dieren.

In het ultrafijnstof
De giftige stoffen verspreiden zich grotendeels in de vorm van ultrafijne deeltjes (ufp) met een diameter van slechts 10 tot 30 nanometer. Het onderzoek rond vliegveld Frankfurt heeft aangetoond dat maar liefst 21 procent van de totale massa van de ufp-deeltjes bestaat uit turbinesmeeroliën. Deze deeltjes zijn zo klein dat ze makkelijk tot diep in de luchtwegen doordringen en van daaruit het lichaam binnendringen en ernstige gezondheidsschade kunnen veroorzaken.

De verspreiding van deze stoffen is bovendien niet gelijkmatig, maar concentreert zich op de gebieden onder de naderingsroutes. Vooral de inzet van de nieuwe, geconcentreerde vliegpaden leidt tot een hoge mate vervuiling onder deze routes. Bewoners in deze gebieden worden direct en in hoge concentraties blootgesteld aan de gifstoffen. Landende vliegtuigen verspreiden de vervuiling via luchtwervelingen (vortex) tot op vijftien kilometer afstand.

Het rapport noemt de situatie rond Schiphol ‘catastrofaal’. De geschatte 58 ton met PFAS besmette turbinesmeeroliën die in 2023 door commerciële vliegtuigen werd uitgestoten vormen een gigantische en chronische bron van vergiftiging voor de honderdduizenden omwonenden.

Doofpot
De herhaalde ontkenningen van Schiphol dat het ‘slechts een gebruiker van blusschuim’ is en geen PFAS via de lucht verspreidt, worden door dit rapport ontkracht. De PFAS-vervuiling is vele malen ernstiger dan door het blusschuim alleen. Het heeft er alle schijn van dat dit een doofpotaffaire is van ongekende schaal om de ware omvang van de vervuiling te verbergen.

Het rapport laat geen ruimte voor twijfel: de vliegindustrie en de verantwoordelijke autoriteiten liegen al jarenlang over de werkelijke aard en omvang van de emissies. De focus op het blusschuim blijkt niets anders dan een misleidende afleidingsmanoeuvre om de bulk van de vervuiling te verhullen.

SchipholWatch roept al jaren op om Schiphol te houden aan de minimalisatieverplichting voor giftige emissies die voor alle andere industrieën in ons land wel geldt, maar niet voor Schiphol. Met de feiten uit dit rapport in de hand, zou het goed zijn een onafhankelijk en transparant onderzoek uit te voeren naar de exacte samenstelling, omvang en verspreiding van alle vliegtuigemissies. En naar de gevolgen hiervan voor de gezondheid van omwonenden.

Deze gezondheid mag niet willens en wetens blijvend worden opgeofferd aan de commerciële belangen van de luchtvaartmaatschappijen en van luchthaven Schiphol.

Bron

Omwonenden klaar met Rotterdams vliegveld zonder vergunning, eisen dwangsom

RTHA(leestijd circa 2 minuten)

Bewonersvereniging BTV stelt het Ministerie van Infrastructuur formeel in gebreke vanwege het uitblijven van een nieuw luchthavenbesluit voor Zestienhoven. Dat besluit had er uiterlijk 1 november 2014 (!) moeten zijn.

De bewoners hebben er de neus vol van dat het vliegveld in Rotterdam al zo lang zonder vergunning werkt. Ondertussen is het aantal passagiers sinds 2013 met zo’n 50 procent gegroeid, waarmee ook de geluidsoverlast, luchtvervuiling en nachtelijke verstoringen fors zijn toegenomen.

Ondanks herhaalde verzoeken en toezeggingen is de aanvraagprocedure voor het luchthavenbesluit keer op keer vertraagd. Op 29 januari van dit jaar werd duidelijk dat het besluit opnieuw voor onbepaalde tijd is uitgesteld.

Tegelijkertijd heeft het ministerie in 2022 en 2023 stilletjes en met terugwerkende kracht wijzigingen doorgevoerd die de geluidsruimte van het vliegveld verder oprekken waardoor er veel meer vluchten uitgevoerd worden dan oorspronkelijk toegestaan.

Nieuwe aanvraag op de groei
Recent diende het vliegveld bovendien een nieuwe aanvraag in voor een omgevingsvergunning waarmee het aantal passagiers zou kunnen stijgen van 1,8 naar ruim 3 miljoen en er dagelijks 50 procent méér kerosine mag worden aangevoerd.

De directie van RTHA had hierover niet het wettelijke overlegorgaan geïnformeerd, de Commissie Regionaal Overleg. Die CRO is enigszins vergelijkbaar met de Maatschappelijke Raad voor Schiphol. Ook bleek de Rotterdamse gemeenteraad niet op de hoogte. Daar ontstond dan ook een fel en drukbezocht debat tussen voor- en tegenstanders.

Het niet informeren van provincie- en gemeentebestuur (en omwonenden) is opmerkelijk omdat in de regio tal van gemeenten en de provincie zich hebben uitgesproken tegen verdere groei van het vliegveld.

Dwangsom
BTV heeft nu aangekondigd binnen twee weken een beroep in te stellen bij de bestuursrechter als de minister niet overgaat tot vaststelling van het luchthavenbesluit. Daarbij zal een dwangsom worden geëist van 1000 euro voor iedere dag dat het besluit op zich laat wachten.

“Het ministerie heeft de wettelijke termijn ruimschoots overschreden en laat omwonenden in de kou staan”, zegt Alfred Blokhuizen, voorzitter van BTV. “We accepteren geen verdere vertraging en gaan nu naar de rechter.”

RTHA is al sinds 2009 in bedrijf zonder geldig luchthavenbesluit. Toen trad een zogenaamde omzettingsregeling in werking die uitstel bood tot uiterlijk eind 2014. Nu, ruim elf jaar later, ligt er nog steeds geen besluit.

Ook in Limburg
Eerder speelde een vergelijkbare situatie rond het vliegveld bij Maastricht. Daar leidde een procedure tot een boete van 150.000 euro voor het ministerie. Dat bedrag is inmiddels uitgekeerd aan onder meer de belangenvereniging van omwonenden aldaar. Met het geld is de club in staat de komende jaren tal van juridische procedures te financieren tegen verdere uitbreiding van Maastricht Airport.

Blokhuizen van de BTV voorziet een vergelijkbaar scenario voor Zestienhoven. “Met zo’n bedrag kunnen we de contributie van de vereniging terugbrengen naar een euro per jaar en nog jarenlang procederen tegen de uitbreidingsplannen van RTHA.”

Bron

Nieuw rapport CE Delft maakt ernst klimaateffecten vliegindustrie duidelijk

Straatdans(leestijd circa 3 minuten)

De noodklok klinkt luider dan ooit: 2024 ging de boeken in als warmste jaar sinds de start van de metingen en de grens van anderhalve graad opwarming werd voor het eerst gebroken. Ondertussen blijft KLM halsstarrig weigeren de realiteit onder ogen te zien.

Terwijl de ijskappen smelten, de golfstromen verzwakken en de regenwouden slinken, blijft de luchtvaartsector een groeiende bron van vervuiling. Wereldwijd is deze industrie verantwoordelijk voor 2,4 procent van de CO2-uitstoot, maar in Nederland is dit aandeel met 6,2 procent zelfs veel hoger.

De grootste boosdoener hierin is KLM dat samen met Cityhopper, Transavia en Martinair goed is voor maar liefst 54 procent van de CO2-emissies van alle vertrekkende vluchten uit Nederland. Dat is een schrikbarend cijfer dat blijkt uit het jongste rapport van onderzoeksbureau CE Delft in opdracht van Greenpeace.

In het rapport identificeren de onderzoekers welke vluchten de meeste klimaatschade aanrichten, inclusief de zogenaamde non-CO2-effecten. Die zijn volgens de internationale literatuur immers gemiddeld twee keer zo groot als alleen de schade aangericht door de uitstoot van kooldioxide.

Ontluisterend
Een compleet beeld vereist daarom dat die effecten worden meegenomen in de beoordeling van meest vervuilende vluchten. Pas dan wordt de ware omvang van de klimaatschade zichtbaar. En die is ontluisterend, zo toont het rapport.

De absolute klimaatbom blijkt de KLM-vlucht naar Buenos Aires in Argentinië. Deze intercontinentale vlucht naar de verst direct bereikbare bestemming is niet alleen de meest vervuilende met een uitstoot van 1.281 ton CO2-equivalenten, maar ook per passagier. Tijdens de vlucht wordt voor iedere reiziger in de economy class maar liefst 3,75 ton CO2eq uitgestoten.

Klimaateffecten KLM-vluchten (bron: CE Delft)

Jaar lang huis verwarmen
Om dat in perspectief te plaatsen: deze uitstoot per passagier staat ongeveer gelijk aan een jaar lang eten en drinken, een jaar lang autorijden of een jaar lang het huis verwarmen van een gemiddeld Nederlands huishouden.

De klimaatimpact van de vlucht naar Buenos Aires is maar liefst 92 keer zo groot als die van een vlucht naar Parijs, vooral doordat de non-CO2-effecten veel groter zijn op vluchten naar bestemmingen met een hoge breedtegraad, zoals Buenos Aires op het zuidelijk halfrond.

Overigens betekent dit niet dat korte vluchten niet zoveel kwaad kunnen. Relatief gezien zijn de CO2-effecten op dergelijke vluchten groter omdat de meest energie-intensieve delen van de vlucht (opstijgen en klimmen) een groter deel van het totaal uitmaken. Per reizigerskilometer zijn de klimaateffecten van korte en lange vluchten verrassend genoeg ongeveer gelijk, ofwel zo’n 0,20 tot 0,25 kilogram CO2eq per kilometer.

Technofixes te laat
Dit betekent dat de talloze korte vluchten die KLM aanbiedt een significante bijdrage leveren aan de totale klimaatimpact. En de harde realiteit is, zo bevestigt CE Delft, dat technologische oplossingen – zoals de inzet van alternatieve brandstoffen of een modernere vloot – de benodigde emissiereductie niet op tijd zullen realiseren.

De efficiëntieverbeteringen in de luchtvaart compenseren de groei van de sector slechts gedeeltelijk. Netto is de CO2-uitstoot van de luchtvaart tussen 1970 en 2019 met gemiddeld 4 tot 5 procent per jaar gegroeid. Het in 2022 door de luchtvaartlobby binnen ICAO afgesproken netto-nulbeleid is bovendien volstrekt ontoereikend, omdat in het huidige tempo het budget voor de luchtvaartsector in het jaar 2038 al is opgebruikt.

Conclusie: vraagreductie is de enige serieuze oplossing voor significante emissiereductie op korte termijn, met name tot 2030. En om die reductie zo effectief mogelijk te laten zijn, moet het beleid zich richten op het reduceren van de meest vervuilende vluchten. Dat zijn bij KLM de langste vluchten, zoals naar Buenos Aires, Kaapstad en Sao Paulo, maar ook de talrijke korte vluchten.

Business class aanpakken
Bovendien moeten de business class-passagiers worden aangepakt, omdat zij een significant grotere klimaatimpact veroorzaken per persoon vanwege de grotere stoeloppervlakte. Zo is de uitstoot van een business class-passagier naar Buenos Aires maar liefst 6.634 kilogram CO2eq hoger dan die van een reiziger in de economy class.

Het is onacceptabel dat een bedrijf als KLM, willens en wetens, blijft inzetten op groei terwijl de gevolgen van klimaatverandering steeds duidelijker en ingrijpender worden – met potentieel 200 miljoen klimaatmigranten tegen 2050. De tijd van vrijblijvende intentieverklaringen en groene praatjes is definitief voorbij. Er is direct en krachtig ingrijpen nodig.

Bron

Bénédicte Ficq legt uit wat de aangifte tegen de vliegindustrie betekent

Het OM(leestijd circa 5 minuten)

Vandaag deed strafpleiter Bénédicte Ficq namens bijna duizend mensen aangifte tegen directeuren uit de vliegindustrie wegens grootschalige mishandeling. Hier legt zij in eigen woorden uit wat dit betekent.

‘Schiphol bepaalt het ritme van onze dag. Wanneer we wakker worden, wanneer we mogen slapen. Of de ramen open of juist dicht moeten. Of ik thuis kan werken. Of we tien of twintig keer per nacht worden gewekt. Of we kunnen ontspannen in de tuin. Of ik ongestoord een boek kan lezen. Of ik mijn kinderen kan horen spelen in de tuin. Of de tv harder of juist zachter moet. Mijn leven en dat van mijn kinderen is overgenomen door Schiphol.’

Deze schrijnende verklaring is te vinden in de aangifte die ik vandaag heb gedaan bij het Openbaar Ministerie in Amsterdam.

Er wordt massaal, door meer dan 900 aangevers, aangifte gedaan van mishandeling tegen enkele luchtvaartbedrijven en hun CEO’s vanwege structurele nachtrustverstoring. Ook wordt aangifte tegen de Staat gedaan. Deze nachtrustverstoring ontstaat door nachtelijk vliegverkeer boven dichtbevolkt gebied, gelegen bij de aan- en uitvliegroutes van Schiphol.

Mensen die bijvoorbeeld in de buurt wonen van de Kaagbaan of de Polderbaan kunnen vele keren per nacht ‘wakker gevlogen’ worden. De dichtbevolkte omgeving rondom de Buitenveldertbaan kan met een beetje pecht tot tientallen keren per nacht gestoord worden.

Niet zelden betekent dit dat als er een vliegende bulldozer boven iemands huis vliegt er al snel een volgende aankomt. Alleen al het in bed wachten op het volgende vliegtuig weerhoudt velen ervan tussentijds in slaap te vallen. Dit gaat ten koste van een goede nachtrust. Het veroorzaakt allerlei problemen op gezondheidsgebied. In totaal waren er volgens ILT 24.941 nachtvluchten in 2024. Dat zijn er gemiddeld over het hele jaar 68 per nacht.

In de aangifte bij het Openbaar Ministerie wordt deze schade nader onderbouwd.

Aangevers vechten al tijden voor het ‘terugkrijgen’ van hun nachtrust, trekken steeds aan het kortste eind in deze strijd, kunnen al (te) lang niet meer beschikken over ‘hun eigen nacht’ en ervaren inmiddels dat hun gezondheid op plaats nul van de prioriteitenlijst staat van de luchtvaartbedrijven en de Staat.

Het doen van aangifte en het aandringen op vervolging bij het Openbaar Ministerie van de luchtvaartbedrijven, hun CEO’s als ook de Staat, is daarom voor vele aangevers de uiterste poging om een strafrechter te laten oordelen over de vraag of het misdadig is om mensen structureeel van hun slaap te beroven.

De aangifte is voor aangevers in die zin een logische stap, een actieve stap om iets te doen tegen de nachtrustberoving en niet lamgeslagen te blijven ‘aanvaarden’ dat zij dit nachtelijke vliegverkeer – met alle gezondheidsgevolgen vandien – maar op de koop toe moeten nemen.

Ieder mens heeft recht op een ongestoorde nachtrust, ieder mens moet kunnen slapen om mentaal en fysiek gezond te blijven. Slapen is van levensbelang, is een voorwaarde om goed te kunnen functioneren. Gedurende de nacht moeten mensen kunnen recupereren van stress en vermoeidheid, moeten ze kunnen herstellen van de inspanningen van de dag, moeten ze zich weer kunnen opladen om er de volgende dag weer tegen te kunnen gaan.

Slapen is hét medicijn voor het behoud van een goede fysieke en mentale gezondheid, is een voorwaarde voor nog veel meer. Zo levert een goede nachtrust een bijdrage aan het zijn van een goede ouder, leerling, werkgever, werknemer, partner, vriend et cetera.

Het is niet voor niets dat slaapdeprivatie wordt erkend als een effectieve vorm van marteling: slachtoffers van slaaponthouding blijken in een dergelijke ondervragingssituatie de meest ernstige strafbare feiten te bekennen, feiten die niet zijn gepleegd. Het is tekenend en veelzeggend dat juist voor slaapdeprivatie is gekozen als een effectieve martelmethode.

Het is kortom een feit van algemene bekendheid dat structurele slaaponthouding ernstige psychische en fysieke gezondheidsschade veroorzaakt. Veel concreet wetenschappelijk onderzoek toont aan dat slaapdeprivatie de gezondheid ernstig aantast.

Het is opvallend dat iedereen het ‘normaal’ vindt dat iemand vervolgd wordt en voor de strafrechter wordt gebracht als hij een ander knock-out slaat, dat iemand zich voor de strafrechter moet verantwoorden als hij jarenlang een ander stalkt, dat zelfs woord-uitingen als belediging, smaad of laster voor de strafrechter worden gebracht. Niemand is daar verbaasd over.

Daarom is het best opmerkelijk dat de veroorzakers van de verweten structurele slaapverstoring strafrechtelijk zo lang ongemoeid zijn gelaten.

Het is in de visie van de aangevers dus alles behalve overdreven of bizar om de veroorzakers van ziekmakende nachtrustverstoring te laten vervolgen door het Openbaar Ministerie voor mishandeling.

Van welk strafbaar feit wordt er aangifte gedaan?
Het veroorzaken van geluidsoverlast kan op zichzelf al afdoende zijn om van mishandeling te kunnen spreken. Van mishandeling kan sprake zijn als lichamelijk leed wordt toegebracht. Het bewerkstelligen van een benadeling van de gezondheid wordt daaraan gelijk gesteld, zo volgt uit artikel 300 lid 4 Strafrecht.

In de literatuur wordt opgemerkt dat alles lijkt te kunnen vallen onder de definitie van een dergelijke gezondheidsbenadeling, zolang er sprake is van een “daadwerkelijke verslechtering van de lichamelijke gesteldheid”. Het is bovendien niet vereist dat deze benadeling van blijvende aard is.

Het lichamelijk en psychisch leed van omwonenden wordt uitgebreid omschreven in de aangiftes. Dit leed laat weinig aan de verbeelding over. De door aangevers omschreven gevolgen van de nachtelijke geluidsoverlast/vliegherrie zijn indringend.

Het bewijs is er ook in abstracto. Hierbij kan worden gedacht aan bronnen waaruit volgt dat geluidsoverlast kan leiden tot fysieke en psychische schade. Er zijn medische bronnen die onderbouwen dat:

  • geluidsoverlast door de luchtvaart in verband wordt gebracht met het ontstaan van hartaanvallen;
  • iedere additionele decibel geluidsoverlast het risico op ziekenhuisopname in verband met hartaanvallen vergroot;
  • geluidshinder gezondheidsklachten kan veroorzaken zoals stress, chronisch slaaptekort en een verminderde slaapefficiëntie, wat kan leiden tot vermoeidheid, toenemend gebruik van slaapmedicatie, concentratiestoornissen, tinnitus en psychische problemen;
  • chronisch slaaptekort kan leiden tot een hoge bloeddruk, obesitas, diabetes en cardiovasculaire aandoeningen;
  • korte slaapduur en slecht slaapkwaliteit in verband wordt gebracht met cardiovasculaire ziekten en een hogere kankersterfte; en
  • verkeerslawaai een verlies van gezonde maanden kan veroorzaken van 8 tot 18 maanden gedurende een mensenleven.

Er is geen rechtvaardigingsgrond voor deze structurele nachtelijke geluidshinder, zelfs niet (hetgeen gemotiveerd wordt betwist) als Schiphol c.s. zich normconform zou (hebben) gedragen.

Tegen wie wordt aangifte gedaan?
Aangifte van mishandeling wordt gedaan tegen (de feitelijke leidinggevenden van) KLM Royal Dutch Airlines, Transavia, Royal Schiphol Group en de Staat als aandeelhouder van KLM en Schiphol. Onder de feitelijke leidinggevenden van deze vier rechtspersonen verstaan aangevers ten minste:

  • Marjan Rintel en Pieter Elbers (huidig en voormalig CEO van KLM)
  • Marcel de Nooijer en Mattijs ten Brink (huidig en voormalig CEO van Transavia)
  • Pieter van Oord, Robert Carsouw en Dick Benschop (huidig en voormalig CEO’s alsmede CFO van Royal Schiphol Group)
  • Eelco Heinen (huidige Minister van Financiën als aandeelhouder van KLM en Schiphol)
  • Barry Madlener (Minister van Infrastructuur en Waterstaat)

Waarom de aangifte tegen de Staat?
De Hoge Raad heeft in het Volkelarrest uit 1994 geoordeeld dat de Staat en zijn feitelijk leidinggevers strafrechtelijke immuniteit genieten, maar een beroep op die rechtsregel kan in deze aangiftezaak niet slagen.

  1. Dit komt ten eerste doordat de Staat handelt als aandeelhouder van Schiphol en dus niet op basis van een exclusieve bestuurstaak. Iedere willekeurige entiteit kan de taak van aandeelhouder invullen.
  2. Ten tweede kunnen de Staat en zijn feitelijk leidinggevers zich niet op immuniteit beroepen omdat in het onderhavige geval sprake is van ernstige schendingen van de mensenrechten uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

En áls de Staat zich al op deze immuniteit zou kunnen beroepen, dan mag dat in ieder geval niet zo zijn voor de Minister van Infrastructuur en Waterstaat Madlener, en de Minister van Financiën Heinen.

In de aan het Openbaar Ministerie verstrekte uitgebreide toelichting wordt beargumenteerd waarom de nu gedane aangiftes zouden moeten resulteren in het vervolgen van de luchtvaartbedrijven, hun feitelijk leidinggevers als ook de Staat en de Ministers voor het benadelen van de gezondheid van aangevers vanwege de slaapverstorende nachtvluchten.

Luister hier het interview dat Bénédicte Ficq gaf aan De Nieuws BV op NPO Radio.

Auteur mr Bénédicte Ficq is de leidende advocaat van de aangevers. Zij stelde eerder vergelijkbare aangiftes op tegen onder meer Tata Steel, Chemours en de tabaksindustrie.

Bron

Conceptbrief aan Madlener voor ondernemers die zich zorgen maken over de uitdijende luchtvaartsector

(leestijd circa 2 minuten)

Eerder deze week circuleerde een conceptbrief voor ondernemers die zich zorgen maken over de ‘krimp’ van Schiphol, terwijl de minister juist zo’n 60.000 vluchten extra wil legaliseren. Daarom hier een variant voor de weldenkende ondernemer die zich zorgen maakt over de steeds maar uitdijende vliegindustrie.

Geachte minister Madlener,

Als vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven schrijven we u om de grote zorgen te uiten over de plannen van uw ministerie om op Schiphol 478.000 vluchten per jaar te gaan toestaan.

Schiphol verbindt mensen in ons land weliswaar met familie en vrienden over de hele wereld en koppelt Nederlandse bedrijven aan internationale markten.

Maar Schiphol legt ook een onevenredig beslag op de ruimte voor woningbouw, het arbeidspotentieel, klimaatmaatregelen, natuurherstel en een schone leefomgeving. De uitstoot van schadelijke stoffen als CO2, NOx, zeer zorgwekkende stoffen, zwavel en ultrafijnstof is bedreigend voor de gezondheid van honderdduizenden omwonenden en voor medewerkers van het vliegveld.

Uw plannen, hoe goed bedoeld ook, laten veel te veel ruimte voor de luchtvaart om ons land op te zadelen met hoge maatschappelijke en economische kosten. Het eenvoudig weren van buitenlandse overstappers, bijvoorbeeld via een vliegtax, geeft weinig economische schade en veel ruimte op de genoemde beslagen.

U heeft eerder gezegd dat u ‘trots’ bent op Schiphol. Dat zijn wij tot op zekere hoogte ook. De economische voordelen voor de circa 67.000 mensen die gezamenlijk zo’n 10 miljard euro toevoegen aan het bruto nationaal product wegen echter niet op tegen de hoge maatschappelijke en gezondheidskosten.

De mondiale hub-luchthaven heeft Schiphol doen groeien tot een formaat dat niet langer past bij ons land en bij de huidige maatstaven. Wereldwijd wordt de uitbreiding van luchthavens tegengehouden, maar de groei naar 478.000 legale vliegbewegingen is te groot om Nederland weer ‘ademruimte’ te geven.

Daarbij komt dat de luchtvaartsector veel mensen gevangen houdt in banen met slechte arbeidsvoorwaarden, tijdelijke contracten en onregelmatige werktijden. Al deze mensen vinden in de huidige economie makkelijk en snel een baan bij bedrijven die minder schade berokkenen en wel omzetbelasting afdragen. Voor de staatskas is de luchtvaart een zware dobber vanwege onder meer de uitzonderingen op btw en brandstofaccijns. Tel daarbij op de regelmatige financiële steun die nodig is vanuit de belastingbetaler en het plaatje is compleet.

Wij hebben er weinig begrip voor dat u al deze aspecten over het hoofd ziet in uw drang en wil om de luchtvaartsector te faciliteren. Zeker omdat onderzoeken van onder meer RIVM hebben aangetoond dat de sector op ramkoers ligt met de woningbouw, de arbeidsmarkt, de staatsfinanciën, het klimaat en milieu en de omwonenden.

We maken ons grote zorgen over het beslag dat de vliegindustrie legt op met name de woningbouw waardoor onze werknemers slechts moeizaam en duur aan een woning kunnen komen en het beslag op de arbeidsmarkt, waarbij mensen worden vastgehouden in een vervuilende sector terwijl ze in ons bedrijf een schone bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Bovendien steekt het ons dat de uitzonderingen van de luchtvaartsector moeten worden betaald door alle andere werkgevers, waaronder wijzelf.

Begrijp ons niet verkeerd, wij dragen graag bij aan de publieke zaak, maar vinden het onkies dat bepaalde bedrijven hiervan zijn uitgezonderd.

Wij dringen er bij u dan ook op aan om de luchtvaartsector in Nederland weer binnen de grenzen van de wet te brengen. Een goede start is het weren van overstappers, bijvoorbeeld met een hoge tickettaks, gevolgd door het verbieden van korte vluchten en een bewustwordingscampagne onder het Nederlandse publiek over nut en noodzaak van vliegreizen.

Met vriendelijke groet,
Uw naam
Uw bedrijfsnaam

Deze brief is via deze link te downloaden en aan uw eigen wensen aan te passen.

Bron

MRS komt met negenpuntenplan dat wél hout snijdt

landend vliegtuig(leestijd circa 2 minuten)

De Maatschappelijke Raad Schiphol komt met een plan om de leefomgeving in de regio rond het vliegveld sterk te verbeteren. Daarbij spelen een nachtsluiting, minder vliegtuigen en het weren van overstappers een belangrijke rol.

De MRS is het adviesorgaan van de regering en mag gevraagd en ongevraagd adviezen uitbrengen aan minister Barry Madlener van Infrastructuur over ontwikkelingen rond Schiphol. De minister is op zijn beurt verplicht advies te vragen en te beoordelen, maar dit gebeurt vaak niet.

Nu komt de MRS met een plan om echt verschil te maken voor de mensen in de regio. De raad stelt dat het grote vliegveld, gelegen in drukbevolkt gebied, een negatieve impact heeft op de leefomgeving van omwonenden. Dat leidt tot gezondheidsproblemen. Ook legt Schiphol een “immens beslag” op de beschikbare ruimte, de arbeids- en energiemarkt, de stikstof- en CO2-ruimte.

Overstappers weg
Schiphol moet daarom “terug naar een omvang die beter past bij Nederland”. Dat kan niet zonder de hubfunctie ter discussie te stellen, aldus de raad. De maatschappelijke kosten van de hubfunctie zijn te hoog en het is inmiddels duidelijk dat belangrijke bestemmingen ook zonder overstappers te bereiken zijn.

De MRS pleit daarom voor minder vliegbewegingen om zo de geluidsoverlast substantieel terug te brengen en langere periodes van relatieve rust mogelijk te maken. De geluidsbelasting dient te worden teruggebracht tot de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO omdat mensen ziek worden van de herrie en vervuiling.

Nachtslot
Onder meer een nachtsluiting is daarvoor nodig en wel van 23 uur ‘s avonds tot 7 uur ‘s ochtends. “Slaapverstoring is het belangrijkste nadelige gevolg voor de gezondheid van nachtelijk vlieglawaai.”

De raad pleit ook voor een grootschalig gezondheidsonderzoek onder omwonenden. “De luchtvaartsector draagt bij aan lucht- en bodemverontreiniging (onder meer PFAS, ultrafijnstof, stikstofoxide en zwavel). Wij willen meer onderzoek en betrokkenheid van de Gezondheidsraad.”

Rechtsbescherming op orde brengen
Conform het vonnis van de rechter op 20 maart vorig jaar, wil de MRS dat de rechtsbescherming van de burger eindelijk eens op orde wordt gebracht, inclusief de handhaving van de bestaande regelgeving. “Belangrijk hierbij is dat het gaat om individuele rechtsbescherming en niet ‘per saldo’. Dat leidt alleen maar tot hinderverschuiving.”

Voor omwonenden die lijden aan gezondheidsproblemen moet de overheid meer ondersteuning bieden, zo vindt de raad. “Als er mensen zijn die recht hebben op nadeelcompensatie of isolatieprogramma’s, dienen zij actief benaderd te worden. Bovendien moeten maatregelen uit het verleden geëvalueerd worden om te bezien of deze nog voldoen.”

Weg met BAS
Belangrijk vindt de MRS dat er een onafhankelijke variant komt van BAS, het meldloket van Schiphol met de luchtverkeersleiding. “Klachten moeten onafhankelijk worden geanalyseerd. Dat is relevant voor de beleidsvorming en draagt bij aan een objectief beeld over de klachten. Die klachten moeten serieus worden genomen.”

Een doorn in het oog van de raad is dat er voor de vliegindustrie geen klimaatnormen gelden. “Omdat de luchtvaart geen onderdeel is van de Klimaatwet, bestaan er geen harde afspraken. De doelen die zijn vastgelegd in het Akkoord Duurzame Luchtvaart zijn niet in lijn met de Klimaatwet en bovendien niet bindend. Deze uitzonderingspositie is niet langer verdedigbaar, vooral omdat de klimaatimpact van de uit ons land vertrekkende internationale vluchten voor vijftien procent van de totale Nederlandse klimaatimpact zorgt.”

Tot slot wil de Maatschappelijke Raad dat het kabinet meer oog heeft voor alternatieve vervoermiddelen. Door de luchtvaart correct te beprijzen, kunnen de alternatieven – zoals Europese treinreizen – beter worden georganiseerd.

Bron

Nieuwe vergunning RTHA maakt bijna verdubbeling vliegverkeer mogelijk

kubuswoningen Rotterdam(leestijd circa 2 minuten)

Vliegveld Zestienhoven heeft een aanvraag ingediend voor een nieuwe omgevingsvergunning. Daarin wordt een aantal ‘passagiers en bezoekers’ genoemd van 3,24 miljoen per jaar. Dat is nagenoeg een verdubbeling van het huidige aantal.

De omgevingsvergunning is nodig voor de grondgebonden activiteiten van het vliegveld en heeft geen betrekking op de luchtvaart. Maar waarom is een verdubbeling van het aantal passagiers en bezoekers nodig als er geen forse groei van het vliegverkeer wordt nagestreefd?

Tot op heden houdt RTHA immers vol dat nauwelijks groei van het vliegverkeer wordt nagestreefd. Dat blijkt nu een valse voorstelling van zaken te zijn, want na het verkrijgen van de omgevingsvergunning zal naar verwachting in het luchthavenbesluit ook een forse groei van het aantal vluchten worden nagestreefd.

De omgevingsvergunning heeft onder meer betrekking op het gebruik van installaties, de opslag van gevaarlijke stoffen en maatregelen voor de veiligheid en milieubescherming. Ook een klein deel van de geluidshinder is opgenomen, namelijk het proefdraaien met de straalmotoren.

Ook groei kerosinetransport
Opmerkelijk in de aanvraag is het aantal tankwagens met kerosine dat iedere dag naar het vliegveld mag rijden. Dat groeit van vier naar zes stuks, “omdat twee tankwagens worden gevuld met biokerosine”. Maar ook deze groei duidt op een toename van het vliegverkeer in de toekomst.

De alternatieve brandstof is afkomstig van de Shell-raffinaderij in Pernis en wordt ‘voorbehandeld’ om stank zoveel mogelijk te voorkomen. Ook geeft RTHA in de aanvraag aan om daar “waar mogelijk het platformverkeer duurzaam uit te voeren”. Het gaat dan om elektrische karretjes, en niet over het grootste deel van de uitstoot – die door vliegtuigen.

Bewonersorganisatie BTV Rotterdam is not amused over de aanvraag. Zij duidt erop dat verdubbeling van het vliegverkeer al werd voorzien in het stukgelopen participatietraject.

Kwalijke salamitactiek
“Ook daar werd al gehint op een verdubbeling. Dat vermoeden wordt met deze aanvraag alleen maar bevestigd. RTHA maakt gebruik van een kwalijke salamitactiek om de capaciteit ondanks eerdere beloften en toezeggingen gewoon te laten groeien. Eerst een aanvraag om het aantal passagiers te mogen verdubbelen, gevolgd door een luchthavenbesluit met meer vluchten.”

De vereniging heeft het wel gehad met het voortdurende gedraai en gesjoemel met cijfers van de luchthavendirectie. “Keer op keer worden de mensen voor de gek gehouden. De bewonersvertegenwoordigers van de gemeenten zijn destijds in de participatie blijven zitten, en zien hier nu het wrange resultaat van hun inspanningen. Ze worden gewoon bij de neus genomen.”

BTV Rotterdam werd als grootste partij destijds uit het overleg gezet. Zowel gemeenten als de provincie bleef toen niets anders over dan de participatie als mislukt te bestempelen. De gemeenteraden in de regio en Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben zich ferm uitgesproken tegen de groei van het vliegveld. “Desondanks davert de trein door.”

Zelfs CRO wist van niets
Ook de CRO, het officiële overlegorgaan tussen het vliegveld en de omgeving, leerde de aanvraag pas kennen nadat deze op de site van DCMR werd gepubliceerd. Dat was ongeveer een maand na het indienen ervan. Er werd voorafgaand door het vliegveld geen enkele mededeling gedaan – zeer ongepast in het reguliere overleg. De CRO moet nu inderhaast een agendapunt opnemen, omdat deze omgevingsvergunning – indien gehonoreerd – verstrekkende gevolgen heeft voor mensen in de regio.

BTV, mogelijk samen met de bewonersvertegenwoordigers binnen de CRO, stappen daarom binnenkort naar een advocaat om de mogelijkheden te bespreken van bezwaar en beroep.

Bron

Forse overschrijdingen geluid leiden wederom niet tot handhaving Schiphol

Schiphol(leestijd circa 3 minuten)

Hoewel Schiphol vorig jaar op maar liefst drie handhavingspunten de geluidsgrenzen ver overschreed, mag de Inspectie Leefomgeving & Transport niet handhaven van minister Madlener. De inspectie waarschuwt opnieuw dat bescherming van omwonenden ontbreekt.

De inspecteurs mogen niet ingrijpen omdat alle overschrijdingen het gevolg zijn van het vliegen volgens het Nieuwe Normen en Handhavingsstelsel (NNHS) en daarom vallen binnen het ‘anticiperend handhaven’, ofwel het handhaven op wetgeving die al jarenlang uitblijft.

In het gebruiksjaar 2024 – lopend tot 1 november vorig jaar – is de geluidsbelasting op handhavingspunt 19 – aan de kop van de Aalsmeerbaan – overschreden met ruim zeven procent, op handhavingspunt 20 – op de aanvliegroute naar de Oostbaan – met liefst 19 procent en op punt 25 – in Uithoorn – zelfs met 22 procent, zo meldt ILT.

De vliegherrie in de handhavingspunten wordt door de overheid berekend, niet gemeten. Op deze berekeningen worden allerlei marges en afwijkingen losgelaten, die veelal weinig te maken hebben met de praktijk. De wijze van berekenen is dan ook volledig ondoorzichtig voor de burgers. Het werkt het sjoemelen met deze data in de hand.

Normen veel te ruim
In totaal steeg de herrie rond Schiphol vorig jaar met twee procent ten opzichte van een jaar eerder. Volgens de geldende normen gebruikt Schiphol hiermee slechts 69 procent van de toegestane geluidsruimte. Dit terwijl grote groepen omwonenden al zoveel overlast te verduren krijgen. Het is een duidelijk signaal dat de huidige normen veel te hoog liggen en deze binnen de grenzen van de adviezen van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO gebracht dienen te worden.

De ILT is kritisch op de gevonden overschrijdingen en het niet-handhaven ervan. “De zorgplicht van de sector om overschrijdingen van de geluidsnormen te voorkomen is feitelijk niet meer van toepassing zolang er gevlogen wordt volgens de regels van het NNHS.”

Om toch enigszins grip te houden op de situatie heeft de ILT aan Schiphol en de luchtverkeersleiding gevraagd om de overlast voortaan maandelijks te rapporteren, inclusief dreigende overschrijdingen. Dat zou moeten gebeuren tot en met het gebruiksjaar 2025. Zodra een dreiging ontstaat, moeten vliegveld en verkeersleiding aangeven hoe zij dit gaan voorkomen.

Hoewel beide sectorpartijen dit hebben toegezegd, heeft ILT tot op heden slechts één rapportage ontvangen, over de periode van 1 tot en met 31 juli 2024. Deze rapportage bevatte bovendien niet het beloofde verwachtingsbeeld, evenmin als matigende maatregelen. LVNL en Schiphol zijn hierop aangesproken, maar ILT vermeldt niet wat de uitkomst van die discussie is.

Personeel nog steeds in de vuile lucht
Behalve overschrijdingen van de geluidsnormen constateerde ILT vorig jaar opnieuw overtredingen op het voorgeschreven gebruik van hulpmotoren die op kerosine draaien, waardoor opnieuw teveel gevaarlijke stoffen werden uitgestoten die schadelijk zijn voor het personeel op het vliegveld. Schiphol is al sinds 2008 verplicht op ten minste 61 plekken een aansluiting te hebben voor walstroom, zodat de hulpmotoren niet gebruikt hoeven te worden. Op dit moment zijn echter slechts 46 van die 61 plekken gerealiseerd.

“Als gevolg van de aanwijzing van de minister om door te gaan met het anticiperend handhaven, was de ILT genoodzaakt niet te handhaven op overtredingen. Dit illustreert dat het huidige stelsel geen individuele rechtsbescherming en lokale bescherming biedt voor omwonenden tegen geluidhinder en slaapverstoring”, aldus de ernstige conclusie van de inspectie.

Hopelijk vindt deze rapportage over 2024 haar weg naar het hoger beroep dat de Staat heeft ingesteld tegen het winnende vonnis van de stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder. Het zal een rechtbank weinig vertrouwen geven in de maatregelen die de minister heeft doorgevoerd sinds dat vonnis. Daarin oordeelde de rechter dat op grote schaal mensenrechten zijn geschonden en dat hieraan binnen een jaar een einde moet zijn gemaakt. Die termijn verloopt over twee weken, op 20 maart 2025.

Bron

❌