βOnvrijheden nemen sluipenderwijs toeβ - Hanneke Groenteman
Hanneke Groenteman spreekt op 7 mei 2025 de 20e Willem Arondéuslezing uit. Een lezing over vrijheid, ter nagedachtenis aan de verzetsheld Willem Arondéus. In aanloop hiernaartoe vertelt de programmamaker, journalist en schrijver over laf zijn, gesprekken met ouders en toegenomen onvrijheden.
Had u weleens van Willem Arondéus gehoord?
Groenteman: “Ja, zeker. Ik wist dat hij betrokken was bij de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. Eigenlijk kende ik hem vooral uit anekdotes. Dat hij een stille, teruggetrokken jongeman was die in de kast zat en ongelukkig was. En dat hij betrokken is geraakt bij de verzetsgroep waar ook Gerrit van der Veen, Frieda Belinfante en de Bakker familie onderdeel van uitmaakten. Daar is Arondéus tot bloei gekomen. Als leider van de groep verdeelde hij de taken. Ik verdiep mij nu verder in zijn verhaal door een boek te lezen en een documentaire te kijken over zijn leven.”
Arondéus is na de aanslag opgepakt en doodgeschoten voor zijn verzetsdaad. Wat laat hij na?
“Dat je wel bang mag zijn, maar nooit laf. Het is erger je te schamen voor de dingen die je niet doet, dan straf te krijgen voor de dingen die je wel doet.”
Bent u weleens laf geweest?
“Ik heb een grote mond over van alles, maar wat doe ik nu eigenlijk? Ik leef toch eigenlijk als een koningin – in een mooi huis, zonder geldzorgen. Ik heb een ongelooflijk fijne familie. Als je dat zo bekijkt, zit dat tegen de rand van lafheid aan.”
Vindt u dat echt?
“Nou ja, ik help er niemand mee. Ik heb vrienden en kennissen die met hulpgoederen naar Oekraïne rijden of mensen in huis nemen. Daar ben ik te oud en te schijterig voor. Maar als ik 50 jaar was, had ik het ook niet gedaan. Ik stort geld, doe vrijwilligerswerk en heb op de snelweg staan actievoeren. Het is niet dat ik mij doodschaam, maar dat vind ik eerder gemakzuchtig dan moedig. Daarvoor ligt mijn lat te hoog.”
U heeft de oorlog zelf ook meegemaakt. Op 3-jarige leeftijd werd u ondergebracht bij een verzetsvrouw terwijl uw ouders onderdoken. Denkt u nog weleens terug aan die tijd?
“Best vaak, want ik word voortdurend geïnterviewd door schoolklassen die dan weer met een of ander project bezig zijn over de Tweede Wereldoorlog. Ook als mijn kleinkinderen op bezoek zijn, denk ik onwillekeurig terug aan mijn eigen jeugd. Inmiddels weten ze alles al, ze zijn opgegroeid met mijn verhalen. Die dikte ik altijd wel een beetje aan, dat ik mij moest verstoppen en zo. De 2 jongsten heb ik ook meegenomen naar het Holocaustmonument aan de Weesperstraat. Heel ontroerend om te zien hoe zij daar als een soort speurtocht doorheen zijn gegaan, op zoek naar hun eigen namen en kinderen van hun eigen leeftijd.”
Speelde uw Joodse achtergrond een rol bij uw opvoeding?
“Totaal niet. Nul. Voor de oorlog waren mijn grootouders al socialisten. Mijn opa was diamantbewerker en richtte de eerste vakbond op. Ik kom uit een Partij van de Arbeid-milieu en daar gaat het orthodoxe jodendom redelijk slecht mee samen. Ik groeide wel op in een Joodse buurt en mijn ouders hadden Joodse vrienden, maar pas in de oorlog zijn we Joods gemaakt.”
Voor War Child maakte u de serie ‘Laat oorlog geen generaties duren’. Hierin praat u over oorlogstrauma’s en hoe er vaak over werd gezwegen. Werd er bij uw familie over de oorlog gepraat?
“Als je zoiets meemaakt is het heel moeilijk om daarover te praten. Mijn ouders zeiden wel: ‘Goh, ken je die nog. Die is ook niet teruggekomen.’ Wat dat betekende, wist ik niet. Ik heb nooit fatsoenlijk gepraat over die hele onderduiktijd.”

Had u daar wel behoefte aan?
“Ik wilde mijn ouders geen verdriet doen. Mijn vader is beide ouders verloren, mijn moeder haar broer en verder nog veel neven en nichten. Ik voelde dat daar een open zenuw zat. Door de tijd is daar een korstje overheen gekomen, maar die wilde ik niet open pulken. Op latere leeftijd heb ik het één keer geprobeerd. Toen reageerde mijn moeder: ‘Wil je daar nooit meer over beginnen?’ Ik geef interviewtrainingen en mijn cursisten krijgen altijd de opdracht hun ouders te interviewen met een opnameapparaatje. Vaak werken de ouders wel mee als de cursisten vertellen dat het moet van de juf van de cursus. Op die manier kunnen ze alles vragen wat ze nooit hebben gedurfd én staat de stem van hun ouders op een bandje. Daarmee krijgen ze de kans iets te maken waar ze altijd dankbaar voor kunnen zijn.”
Het thema van de lezing is ‘vrijheid’. Dat is een vrij breed begrip. Hoe gaat u daar invulling aan geven?
“Ik kan bijna niet anders dan beginnen bij mijn eigen onvrijheid als kind in de oorlog en de onvrijheid van mijn ondergedoken ouders. Al kan ik nog verder het verleden in duiken met een verre Joodse voorvader die werd vervolgd door de inquisitie en is gevlucht naar Amsterdam. De vrijheid die we na de oorlog vierden, zijn we nu langzaam aan het verliezen. We worden met onze neus op de feiten gedrukt als we kijken naar landen als Congo, China, Rusland of Amerika. Daar staat de vrijheid nu al op het spel.”
Merkt u daar zelf al iets van?
“Die onvrijheden nemen sluipenderwijs toe. We passen ons steeds een beetje aan, schikken een beetje in. Ik merk het nog niet aan den lijve, maar stel ik zou een abortus willen. Dat zou binnenkort zomaar opeens niet meer kunnen. In Amerika ontslaat Trump iedereen die hem niet bevalt. Dat gebeurt hier nog niet, maar wie weet.”
Is het volgens u belangrijk om te blijven praten over thema’s als vrijheid en de oorlog elk jaar weer te herdenken?
“De Tweede Wereldoorlog is een bron van informatie waar we nog steeds veel aan hebben. De chaos in Amerika doet mij sterk denken aan wat ik heb gehoord en geleerd van de dertiger jaren in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. De zelfverklaarde sterke man, de verarming van de bevolking die hunkert naar een oplossing, het aanwijzen van een paar schuldigen. Nu zijn het alleen niet de Joden, maar de immigranten, de buitenlanders, de asielzoekers. Het is doodeng wat daarover wordt gezegd in sommige kringen. De woningnood, het vuurwerkverbod; alles is hun schuld.”
Maakt u dat bang?
“Ik kan niet anders dan denken dat de slinger op een gegeven moment de andere kant op slaat. Om mij heen zie ik tal van initiatieven die hun eigen oplossingen zoeken, zoals eigen zorgdomeinen opzetten, woningbouwcorporaties stichten of milieuactivistische dingen doen. Die hebben alleen niet zo’n grote mond, dus dat trekt geen aandacht. We zitten nu op de bodem van een hele nare put. Daar moeten we doorheen, maar er komt absoluut een tegenbeweging. Ik lig niet wakker van zorgen. Daar help ik niemand mee. Bovendien is het mijn natuur niet.”
Volg de lezing op tv of online
Groenteman spreekt de Arondéuslezing uit in de Grote of St. Bavokerk in Haarlem. Aanmelden voor de Willem Arondéuslezing is helaas niet meer mogelijk. Het maximumaantal bezoekers is bereikt.
Gelukkig kan iedereen in Noord-Holland de lezing door Hanneke Groenteman wel volgen. Vanaf 20.00 uur bij NH-nieuws Opent een externe link , bij haarlem105/TV Opent een externe link of via het YouTube-kanaal van de provincie Noord-Holland Opent een externe link . Een gebarentolk vertaalt de lezing.